GEEM BLIJF. Finale Uitverkoop, V a^r-BELANGRIJKE UITVERKOOP t. I. LOTERIJ IntfinaiiOMle TüiMstÉiis te Amsterdam. L. A. F. L. KATTENBURG Go. NIEUW GESLACHT. van af heden, wegens verplaatsing van den winkel van de Hoofd gracht naar de SPOORSTRAAT hoek WEEZENSTRAAT. Een massa artikelen worden ver beneden alle concurrentie en fabrieksprijzen uitverkocht. IEDER DDE ZIJN VOORDEEL!] J. GRAAFF. HOOFDGRACHT. Geldersche Kluiven, P. OETELMANS HoofllpcM. van GO, 70 en 80 Gent per Hectoliter. J. HEIJDERIJK, ONTVANGEN: Ie Trekking 30 November a.s. Prijs per lot i® Cent. ïT:OVCACA0P0IM»°' ■v—'." der Goederen, afkomstig uit het failliete der Goederen van de Internationale Koloniale HEEREN KLEEDINGMAGAZIJN van H. W. WIEB0LS, en Uitvoerhandel-Tentoonstelling, Kalverstraat 26, Amsterdam. I AMSTERDAM. Bi grootste Kleedingmgazijnen hier ie laaie van ie alom bekende firma De verkoop zal plaats hebben van af Maandagmorgen 12 Nov. tot en met Zondag 18 Nov. van des morgens 9 tot des avonds 10 uur, in het lokaal MUSIS SACRUM te Helder. De goederen zijn voor een ieder vrij te bezichtigen en te passen. in vaatjes van 10 a 20 kilo. Ie soort Geldersche Rookworst, k 50 Ct., 2e soort a 30 Ct. per 5 ons. VAN ALLE SYSTEMEN worden spoedig en nauwkeurig afgewerkt, M. HILDEttING, Spoorgracht 263. Kleedermaker en Leverancier, ZUIDSTRAAT M 14, beveelt zich beleefdelijk aan voor de levering van WINTERKLEEDING, UNIFORMEN, enz., waarvan een uitgebreide collectie van de nieuwste Stoffen aanwezig is. Koopt met recht van wederinkoop, Mans- en Vrouwen-KLEEDING- STUKKEN, LIJN WA DEN,MEUBE LEN, GALANTERIEËN, enz. enz. G. PI MENT EL, Dpstraat H 393. Binnenliaven. de prima Geldersche METWORST 50 Cent per 5 ons, Gerookt SPEK 34 Cent per 5 ons. Verwacht volgende week de fijne Geldersche HAMMEN van 5 tot 7 Kilo. VAN DE Van de seriën 1—10, elk van 200,000 nummers; te samen 2,000,000 Loten. De Loten op welke een premie valt worden afgestempeld voor de latere trekking der Hoofdprijzen, over alle 30 Seriën verdeeld. O v o r a 1 v o r li r ij s to n a r. Correspondent voor HELDER en OMSTREKEN: de Heeren BERKHOUT Co, Boekh. uit de Fabriek S lUi 11 Ot W S VcrUrUgb»",in':aXva" te AMSTERDAM. FEUILLETON. De strijd om een millioen. ROMAN IN DRIE DEELEN, 1. NAAB 'T DÜITSCH VAN BPWARP AUGUST KöNIG. EERSTE BOEK. Een gelukzoeker of niet? I. De dienst in de kerk was afgeloopen. Door de tonen van het orgel begeleid, had den de dorniné en de gemeenteleden de kerk verlaten. Nog klonk bet laatste orgelgeluid door de wanden der kerk, toen de oude or ganist, die tevens de betrekking van koster vervulde, van de trappen kwam, om het pqrtaal te sluiten en alsdan door de deur van de pastory op het plein voor de kerk te komen. Met de sleutelbos in de band bleef hij, in gedachte verzonken, voor de deur der kerk staan. Was het over de gehouden preek dat hij nadachtP Dit was bezwaarlijk aan te nemen. De onde Bnrgraf had al zoovele predicatiën van beroemde en niet beroemde kanselredenaars geboord, dat de toespraak van een dominé, die in den namiddagdienBt optrad, voor hem niet meer van bijzonder belang kon zijn. Dat was het dus niet, 't welk de gedach ten van den koster en organist Bnrgraf zoo gaheei en al in beslag, kon nemen en toch bleef de corpulente man, met zijn zilverwit haar en goedmoedig, eenigszins rood gelaat peinzend staan, terwijl hij zijn oog gericht hield naar de knapen, die op het kerkplein zich aan hun woeste spelen overgaven. „Kijk, kijk," zeide hij eindelijk zachtjes, als iemand die uit een droom ontwaakte, „die Katharina Lamm, die oude, wilde heks schijnt vroom te willen worden, 't Is heden reeds de zesde Zondag waarop ik haar twee maal in de kerk zie. Nu, het wordt tijd, dat oude lam is niet altijd een lammetje ge weest, maar zij zal er ook thans wel haar bijzondere drijfveeren voor hebben, dat zij de berouwvolle speelt." Burgraf wilde na deze korte alleenspraak, die van een hoofdschudden vergezeld ging, lich naar huis begeven, toen hij ZHg, dat een heer over het kerkplein kwam, die duidelijk merkbaar op hem aankwam. De vreemdeling was nog jong, bezat een hooge, slanke gestalte, droeg een prachtige nieuwerwetsche kleeding, terwijl zijn ge bruind gelaat een blond snorretje vertoonde. Hij groette den ouden man zóó vriendelijk en met zóóveel eerbied, dat deze zich al dadelijk tot hem aangetrokken gevoelde. „Is u de koster van deze kerk vroeg de vreemdeling. „Frans Burgraf, koster en organist van de St. Pauluskerk", zeide de oude heer, „en wanneer gij dien zoekt, ziet ge hem voor u." „Bekleedt u die betrekking reeds lang P" „Reeds vijf en dertig jaren, mijnheer," zeide de koster met zelfvoldoening, terwijl hij een groote ronde snuifdooB uit zijn zak haalde en den vreemdeling een snuifje aan bood, „ik geloof niet dat ge al op de we reld waart, toen ik koster werd." „Des te beter," zeide de jongeman lachen de, „ik mag dan wel hopen, dat gij mijnen naam kent of u dien ten minste herinneren zult." „Hoe is uw naam dan?" „Paul Ommerborn." Met zijn groote, heldere oogen zag de koster den vreemdeling uitvorschend aan en hij liet ze vol verwachting op diens ge bruind gelaat rasten. „Paul Ommerborn," herhaalde hij twijfe lend. „Ik ken slechts twee heeren van dien naam, den koopman Richard Ommerborn, die in B. woont en diens' zoon Feodoor, die hier in de medicijnen studeert. Ik hoop niet dat gij met mij scherst mijnheer, doch gij zijt juist bij den rechte gekomen. Miju broeder is de boekhouder vau den ouden heer Ommerborn en ik ken de familie das op een prik." „Na, dan zult u ook wel weten dat die heer koopman een broeder bezat, die in deze kerk zijn echt liet inzegenen en een zoon doopen." Verder kon de jonge man niet spreken, de breede hand van den koster hield zijn arm vast omklemd, en de Btrakke blik van Burgraf verried de grootste verwondering. „En die zoon zoudt gij zijn?" vroeg hij „Ga mede," vervolgde de koster in koorts achtige opgewondenheid, „ik woon daar in dat kleine huisje; bier op Btraat laten zich dergelijke zaken moeilijk bespreken, en een kop koffie zal u zeker bij dit onaangename herfstweder geen kwaad doen." Paul Ommerborn volgde den suel voor- uitgaanden koster; in diens vriendelijk huisje waarvan het eenvoudige, doch nette meu bilair van de welgesteldheid des eigenaars getuigenis aflegde, kwam hem een jong en schoon meisje tegemoet. „Mijne dochter Christine," zeide Bnrgraf, terwijl hij met de hand over de blozende wangen van zijn schelmsch lachende doch ter streek. „Zij is de eenige herinnering aan een gelukkigen echt, die slechts van korten dunr was. Neem plaats, jongeheer. Christine, nog een kop voor onzen gast," Paul had ziju hoed en stok ter zijde ge legd en volgde met zijne oogen iedere be weging van het meisje, dat eenigszins ver legen de oogen neersloeg toen haar bij het overgeven van een kop koffie den blik van den jongen man trof. „Dat is wel erg, vriend," zeide Burgraf, bedenkelijk met het hoofd schuddende, „zeer zeker heb ik den broeder van den koop man gekend. Toenmaals leefde de oude heer nog, de vader van hen beiden, Anton Om merborn genaamd, een hardvochtig en stug man en de vader van mevrouw uwe moe der moet zijn doodvijand geweest zijn. Ik weet niet precies meer hoe de vork in den steel zat, mijn broeder zal u daarvan beter op de hoogte kunnen helpen." „Hetgeen er gebeurd is ben ik te weten gekomen uit de papieren, die mijn vader heeft nagalaten," viel Paul hem kalm in de rede; „de vijandschap waarvan gij zoo even gesproken hebt heeft mijne ouders het leven verbitterd en hen naar Amerika doen vertrekken." „En daar zouden zij, alsmede hun eenig kind gestorven zijn," riep de koster, die vervolgens zijn lange pijp aanstak en met blijkbaar welgevallen dikke rookwolkken uit blies. „Door de Indianen vermoord," hernam Paul, terwijl een spottende glimlach om zijne lippen speelde, „het kind werd door de wil den medegenomen, na eenige jaren hen we der ontstolen en nu is het in de geboorte plaats zijner ouders teruggekeerd, om zijne rechten te laten gelden. Wellicht zou ik dit niet gedaan hebben, wanneer ik niet daar toe in een der Amerikaansebe bladen was nitgenoodigd en ik weet niet of het u be kend is „Engelsch versta ik niet," zeide Burgraf snel, terwijl hij een afwijzend gebaar maakte toen hij bemerkte dat Paul een courant uit den zak wilde halen, „vrouw musica heeft mij geen tijd gelaten, vreemde talen te be- studeeren." „Het is een Duitsche courant." Als 't ware machinaal nam de oude man het blad en ontvouwde dat. „Het is dezelfde nitnoodiging die ook van tijd tot tijd in de hier verschijnende cou DES IKTIEIDIEBXj.A.IN'IDIEJSr. Am sterdam aoLLt Magazijnen. Haarlem twee Magazijnen. hebben de eer te berichten, dat zij eigenaars zijn geworden der gemaakte en ongemaakte Kleedingstukkeu, welke te AMSTERDAM op de Tentoon stelling geëxposeerd waren, alsook van bet Magazijn en den g£©Ï3L©©X©:ö. voorraad Goederen nit liet failliete Magazijn van II. W. WIEBOLS, Kalverstraat 26, Amsterdam, welke ook bier ter stede een goede renommee hebben verworven. Deze Artikelen bestaan, zooals men wel denken kan, uit prima kwaliteit, wat stoflage betreft, zijn echter zeer begrijpelijk ook van onberispelijke coupe. Daar onze Magazijnen zelve met eene over- grooten voorraad gevuld zijn, kunnen wij deze goederen niet plaatsen, en zijn wij daarom in staat dezelve tegen onbegrijpelijke spotprijzen aan te bieden en noodigen wij een ieder beleefd uit den uitverkoop met een bezoek te vereeren. De voorraad bestaat uit een prachtige partij eerste kwaliteit Flocconnée, Moutonné, Eskimo en Diagonaal Heeren- en Jongeheeren Winter-Overjassen, Colberts en Oemi-Saisons, zeer elegante Kinderjasjes en een fijne collectie Kamgaren en Bukskin-Lappen voor Costumes, Oemi-Saisons, Pantalons en Damesmantels, alsmede een fraaien voorraad der nieuwste mo dellen Meisjes- en Kindermantels. rant staat," zeide hij. „De oude Ommer born heeft voor zijn sterven een zonderling testament gemaakt en ook daaromtrent kan mijn broeder u inlichtingen geven; hij was reeds boekhouder in het groote en beroemde handelsbuis toeu ik hier koster werd. Ik geloof dat er voor u sprake kan zijn van een groote erfenis, althans wanneer het zeker is, dat gij de neef van den koopman zijt." „Dat kan ik schitterend bewijzen," riep Paul, zijne blikken bijna onafgewend op het meisje gevestigd houdende, „ik hoop in uwen heer broeder een man te vinden, die mij met raad en daad zal bijstaan." „En wat wensebt gij van mij?" „Een uittreksel uit het kerkregister; het trouwbewijs mijner ouders en mijn doop brief." De onde man knikte toestemmend. „Gij zult beiden hebben," zeide hij, „het kan u niet geweigerd worden, doch heden is het Zondag, nu gaat het niet, want de dominé moet de stokken onderteekenen, en op een dag als heden mag men hem daar mede niet lastig vallen." „Morgen dus?" vroeg Paul kalm. „Ik wil de zaken uu ook maar spoedig in orde brengen en daar ik vermoed mij op een harden strijd te moeten voorbereiden, wil ik eerst tegenover mijne bloedverwanten optreden, wanneer ik in het bezit van al de papieren ben." „Morgennamiddag zullen de doeumenten 1 gereed liggen. Gij kunt daar zeker van zijn en daar gij per spoor uit D. deze plaats in een uur kunt bereiken, kunt gij nog voor den avond bij den heer Ommerborn uwe opwachting maken." Wordt vervolgd. SNELPEESDRÜKKEaiJ VAN C. DB BoBE J».

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1883 | | pagina 4