'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
Woensdag 30 Januari 1884.
Twaalfde Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Atoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
UitgeversBERKHOUT <fc Co. te Helder.
Bareiu: SPOORSTRAAT ea ZUIDSTRAAT.
A.a verten tlön
ran 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureau* bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 30 Jan. 1884.
Blijkens een bij het departement
van marine ontvangen telegram, is
Zr. Ms. schroefstoomscbip der 1ste
klasse Leeuwarden, onder bevel van,
den kapt.-ter-zee H. Djjserinck, den
25en dezer te Batavia aangekomen.
Aan boord van dien bodem was al
les wel.
Het transport van 15 machi
nisten der koninklijke Nederland-
sche marine, dat naar Oost-Indië zal
worden overgevoerd, zal den 15en
Maart a 8. derwaarts vertrekken per
stoomschip Noord-Brabant van de
Rotterdamsclie Lloyd.
De Minister van marine brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat
op den 15n Februari aanstaande het
thans bij het wier hoofd, Z. O. van
Westerland te Wieringen, brandend
licht zal worden gebluscht en dat met
zonsondergang van dieuzelfden datum
een nieuw licht zal worden ontstoken
geplaatst op een ijzeren opstand op
I4?7 meter beoosten van den tegen-
L woordigen houten opstand.
Dit licht zal, evenals het tegen
woordige, met het Hooge licht in een
dienen bij het bevaren van het vaar
water »de Sloot" bezuiden Wieringen
en de richting aangeven tot het in-
loopen van dat vaarwater.
Van Terschelling schrijft inen van
92 dezer omtrent een moeitevolle redding
het volgende
Gisterenmorgen ten 7± ure kwam de mare,
dat er een schip in nood zat. Onmiddellijk
werd de reddingsboot gereed gemaakt om
de bemanning te redden. Op strand ge
komen, vernam men, dat het de logger
„Castor" van de Maatschappij Neptunes
^.was, die van de vischvangst huiswaarts
keerde. De schipper en een matroos waren
ft met eigen boot aan wal gekomen, ten einde
i hulp te zoeken. Eerstgenoemde ging da
delijk naar W. Terschelling om de sleep
boot te waarschuwen.
De reddingsboot stak ongeveer ten 9 nre
i van wal, doch daar inmiddels de vloed was
gekomen en dientengevolge de zee zeer
■stuimig was, slaagde men er niet in de
ensohen te redden. De boot werd terng-
éslagen, en nadat men haar boven stroom
ad gebracht, werd een tweede tocht on
dernomen. Deze gelukte in zooverre, dat
>en een lijn aan de boot vastmaakte
och door de hevige branding werden twee
'8are burgers, nl. J. J. Lieuwen, oud-
gvoerder, en G. Lieuwen uit de boot
.lagen. Eerstgenoemde, die zwemmen
„«n, behield zoozeer zijne tegenwoordigheid
f van geest, dat, toen hij zijn lotgenoot wilde
I bijstaan, en deze zich wilde losrukken, hij
hem toeriep„Jongen als we gaan, dan gaan
we samen. "Doordit ongeval was de boots-
V genoodzaakt de lijn door te hakken,
ten einde deze personen in de boot te krij
gen, hetwelk door middel van eene dreg
gelukte, waardoor G. Lieuwen zwaar ge
kwetst werd in zijn aangezicht. Bij den
Sen tocht slaagde men er in vier der be
manning te redden, waardoor nog acht
nenschen in levensgevaar bleven verkeeren.
"•nder de geredden behoorde de zoon van
jd den heer Strikwerda, directeur der Maat-
j schappij Neptunes, welke voor pleizier was
meegegaan om de kabeljauwvangst bij te
wonen (evenals eenige jaren vroeger onze
vermaarde landgenoot Koolemans Beijne,
die met denzelfden schipper was mede ge
weest.) Deze jongeling dankte in roerende
woorden de redders voor de hulp, hem en
eenige der manschappen bewezen. Niet
tegenstaande alle middelen in het werk
werden geBteld om de overgebleven be
manning te helpen, werden deze pogingen
verijdeld door de hevige branding, waardoor
de trossen braken, de boot vol sloeg en
deze als eene veer op strand werd ge
worpen.
De bemanning was uitgeput, maar wat
nood Eene nieuwe equipage staat gereed
het leven te wagen om hunne natuurge-
Dooten van een wissen dood te redden.
Wie kan de jammerkreten weerstaan van
de ongelukkige bemanning, die als 't ware
aan den dood is overgeleverd f En waren
het allen mannen, dan zou men denken,
dat zij met meer gelatenheid den dood
onder de oogen zonden zien. Maar het
waren niet allen mannener waren drie
kinderen bij, die hartverscheurende kreten
aanhieven en gedurig om hunne moeder
riepen. Vol moed waagt men den 7den
tocht en er gaan stemmen in de boot op:
„al was er honderd gulden te verdienen
dan deed ik het niet, maar het zijn onze
makkers en dus vooruit jongens en voor
uit gaat het, maar door den toenemenden
wind, zee en stroom, slaat de boot telken
male vol en wordt teruggeworpen. Zoo
gaat het voortWie zal overwinnen, deze
dapperen of de zee f De kans is twijfel
achtig. Verscheidene malen steekt men
opnieuw van wal en even zoovele malen
moet men onverrichterzuke terugkeeren.
Maar opgeven, dat nooit. Zoolang er leven
is bestaat er hoop. Echte Hollandsche
geestWorstelen tegen de zee, ziedaar
een volbloed Nederlander. Voor de 15de
maal wordt de tocht beproefd. Onophou
delijk heeft men getracht de ongelukkigen
te redden. Ten ure steekt men weer
in zee, en nu gelukt het de overige be
manning behouden aan het strand te bren
gen. Groot is de eer voor de dappere en
koene mannen, die hun leren veil hebben
gehad voor hunne natuurgenooten.
De namen dier stille en bescheiden hel
den zijn J. F. Pais, bootsman der red
dingsboot; C. D. Swart, koopvaardij kapt.;
J. J. Lieuwen, oud-gezagvoerder ;C. Pronker,
idem W. Groendijk2de stuurmanG.
Groendijk, idem; S. Ruigh, oud zeeman
T. Boer, zeeman C. Boer, 2de stuurman
R. Smit, idemC. Bos, zeeman K. Mier,
idem; J. Kooiman, idem; A. Kooiman,
id.A. Roos, idem A. Bloem, bootsman
G. Lieuwen, idemW. Dekkerschipper
C. Dekker, idem; C. Hutjes, zeeman; G.
Smit Jr., 2de stuurman G. Smith, boots
man J. Koen, zeemanR. Bos, idem.
Het Eug. barkschip »Gyfle,"
kapt. Henderson, 25 Januari telJmui-
den gearriveerd vau Philadelphia,
zeilde met eeu diepgang van ongeveer
60 dicimeter, by een waterstand van
70 dec. achter de sleepboot, die de
zeeloods aan boord had, naar binnen
en stootte (volgens verklariug der
opvarenden) in het vaarwater her
haaldelijk aan den grond, ten ge
volge waarvan het schip verder werd
binnengesleept en vastgemaakt zjjnde,
was het schip spoedig meer dan half
vol water, zoodat het, ofschoon voor
geheel zinken natuurlijk geen gevaar
meer bestaat, niet naar Amsterdam
kan opvaren, alvorens het door het
lossen van een groot deel der lading
en met pompen genoegzaam zal zijn
gelicht.
IJmuiden, 25 Jan.
De Duitsche schoener Louisa, ge
voerd door kapt. Jonkbloeb, van
Plymouth naar Hamburg met porse-
leiuaarde, trachtte hedenochtend zon
der loods en met klein zeil (de zeilen
waren meest weggewaaid) binnen te
zeilen, maar kwam te laag en strandde
benoorden de Noordpier. De beman
ning, bestaande uit zes koppen, werd
dadelyk gered. De kapitein was gis
teren in de Noordzee over boord ge
slagen en verdronken.
Door schipper G. Pronk, met
de Scheveningsche bom Juffer Betsy,
van de visschery Vrijdag alhier binnen,
wordt gerapporteerd dat hy ter hoogte
van Kamperduin vier mjjl op zee,
heeft gezien een boven water uit
stekenden, staauden mast met twee
ra's, waarschijnlijk van een aldaar
gezonken liggend schip. Tevens
waren hem, terwijl hij in den storm
ten anker lag, twee groote wrak
stukken gepasseerd, waaraan geen
bijzondere kenteekeneu waren te ont
dekken.
De Zw. Ct. deelt den brief
mede. dien de Leidsche giftmengster
uit Den Haag geschreven heeft en
waarin een bekentenis zou doorsche
meren. Vrouw Van der Linden is
de schrijfkunst niet machtig, daarom
is hy door een ander geschreven. De
brief met den stempel van het Bur
gerlijk en militair huis van verzekering
*8 Gravenhage," is geschreven 6 Jan.
en draagt het postmerk van 10
Januari. Het adres is aan juffr. Van
Putten en verder aan H. Van der
Linden. Maria Zwanenburg is de
eigen naam van de vrouw.
De brief luidt woordelijk als volgt:
Den Haag, 6 Januari 1884.
Zeer geliefden en kinderen en man.
Daar ik laat schrijven hoe dat ik
my zoo treurig bevint dat ik u zoo
veel verdriet eu schanden heb an
gedaan en al de famillib en daar ik
bly ben dat de kinderen by myn
broeder zij eu dat die toch nu be
zorgt zyn want wat zou n er mee
beginnen om dat zy nog zoo klein
en als u Arie nu maar by u hout
dau heb u nog vertroosting aan elk-
kauder want ik denk altijd maar wat
heb ik tog gedaan om zoo te han
delen lieve man en kinderen ik als
u is weer kom dat ik in staat zal
zyn om en woort met u te spreken
en de kinderen ook want ik hoop
eerst nog is te zien en te sprekeu
eer ik de Haag verlaat nu lieve man
ik hoop dat u mij is zul schrijven
hoe het met u en de kinderen is
want ik ben en blijf tog haar eigen
moeder en nog van my gegroet au
man en myn lieve kindereu.
Maria Zwaanenburg.
Twee maunen verlieten in den
stormachtigen avond van jl. Dinsdag
met paard en tilbury den stal van
herberg te Burgerbrug. Het was
pikdonker, het woei hevig uit het
zuiden en het regende. Midden tus-
8chen het genoemde dorp en St.
Maartensbrug hoorden zij in den
storm een gil, gevoelden een schok
aan het rijtuig, sprongen er uit en
vonden in de duisternis eene vrouw
op den weg liggen, die het wiel over
het hoofd schynt te zyn gegaan. Zy
hebben haar binnengebracht bij den
molenaar in de nabijheid, waar zij
herkend werd als vrouw O. van Bur
gerbrug. Tot heden heeft zij bewus
teloos gelegen en geenerlei inlichting
kunnen verschaffen. Twee dingen
zyn mogeljjk, öf dat zij reeds in het
wageupad lag, of dat zij voorover
gebukt tegen den krachtigen wind
inloopende, van het naderend rijtuig
niets heeft bespeurd en er onverwachts
door omvergeworpen is.
Men twijfelt aan het behoud van
haar leven.
Meermalen is de wenscheljjkheid
betoogd, dat de belendende huizen
door de daken gemeenschap met el
kander mochten hebben, opdat in ge
val van brand de bewoners een goed
heenkomen bij hun buren zouden kun
nen vinden.
De heer E. Vau Oven, te 's-Hage
heeft (naar het Vaderland verneemt)
in de door hem aangekochte huizen
aan de Trompstraat aldaar die ge
meenschap aangebracht, opeeneeeu-
voudige. niet kostbare en hoogst doel
matige wijze. Door in de zijkanten
der daken een naar buiten en zijwaarts
openslaand ruim dakraam te plaatsen
dat vlak tegenover het dakraam van
het belendende perceel gelegen is, kun
nen de bewoners in geval vau nood
by de wederzydsche buren een toe
vlucht zoeken. De ramen kunnen
met een hangslot afgesloten worden.
Het Gerechtshof te Arnhem
heeft den nachtwacht Van Steenderen
schuldig verklaard aan diefstal by
nacht in een bewoond huis met be
hulp van inklimming, en veroordeeld
tot 8 maanden celstraf.
Op de Koninklijke fabriek van
stoom- en andere werktuigen te Am
sterdam z"n dezer dagen weder 40
werklieden ontslagen.
Volgens de N. R. Ct., zou nog
gedurende do twee volgende maanden
de koperen munt op de Rykskanto-
ren kunnen ingewisseld worden.
Donderdag 31 Jan. a. s. zal voor
het gerechtshof te 's-Gravenhage in
openbare terechtzitting behandeld
worden de zaak van W. F. Muller,
beschuldigd van poging tot moord,
Zooals men zal weten geldt het
hier het voorgevallene in Oct. jl. op
de Prinsengracht te Amsterdam, waar
bij de dader zijne nicht en ook zich
zei ven door verschillende kogelschoten
verwondde.
Als advocaat zal voor hem optre
den de door hem gekozen verdediger
mr. D. Van Eek.
Donderdag 31 Januari zal voor
het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
worden behandeld de strafzaak tegen
Heuricus Jacobus Hubertus Van
Aaien, oud 23 jaren, kleermaker, ge
boren en wonende te Helmond, ge
detineerd, beschuldigd van in den
avond van 22 October 11., omstreeks
half acht ure, te Helmond, Henrica
Antonette Breijuaarts moedwillig
hevig te hebben mishandeld en ver
wond, haar daarna levend in een
ondiepe sloot te hebben geworpen
en daarin onder water te hebben ge
houden, totdat de dood door ver
stikking is gevolgd.
Deze misdaad heeft zich op de
volgende wijze toegedragen. Den
23eu October werd het lijk vau Hen
rica Breijnaarts in een waterloop ge
vonden, liggende met het hoofd onder
water en in de nabijheid daarvan de
pet van den beschuldigdeuit
het visum repertum van twee ge-
neesheeren blijkt, dat zij op bedoeld
lijk belangrijke beleedigingen hebben
waargenomen,veroorzaakt door slagen,
sommige met een stomp, andere met
een scherp werktuig, allen by het
leven toegebracht, doch geen van
alle levensgevaarlijk dat het blijkt
dat de dood door verstikking onder
water is veroorzaakt, o. a. nit de
krampachtig gesloten vingers, die
het bewijs opleveren van hevigen
doodsangstuit het gemis van tee
kenen die poging tot ontkoming uit
de ondieps sloot te kennen geven,
zooals zandmodder of gra9 tusschen
de vingers onder de nagels, uit de
ondiepte der sloot, waaruit zij ge
makkelijk had kunnen ontkomen, uit
de ligging in de sloot op den rug,
enz.de verslagene, die een zeer
fatsoenlijk meisje was, had sedert
eeuigen tyd verkeering aangeknoopt
met den beschuldigde, welke laatste
in den avond van den 22en October
twist met haar kreeg, omdat zy hem
verweet dat hij zyn geld in herbergen
verkwistte, waarop hy, in woede ont
stoken, haar herhaalde malen heeft
geslagen en, toen zy bewusteloos
was, in de sloot heeft verdronken.
In deze zaak zullen door den Pro
cureur-Generaal zestien getuigen wor
den gehoord.
Het gerechtelijk onderzoek in
zake de moorden door de gebroeders
Schenk en Schlossarek te Weenen
gepleegd, is geëindigd met een be
kentenis van Hugo Schenk, die het
grootste afgrijzen verwekt. Hy heeft
namelijk bekend, dat hij voornemens
was binnenkort nog vyf personen
te vermoorden en te bestelen om
dan met zyn minnares Emilie Höchs-
maun naar Amerika te vluchten.
De offers, die hy zich gekozen had,
waren een dienstmeisje uit een wel
hekend hotel te Weenen, twee jonge
meisjes nit den gegoeden stand, een
oude dame, Malfatti genaamd en
eindelijk zyn vriendin Josephine Eder.
Het dienstmeisje uit het hotel is
't bezit van fl 4000,die zy
bespaard heeft. Het eerst was juf
frouw Malfatti aan de beurt, eu hare
vroegere vertrouwde dienstbode, Jo
sephine Eder, moest hierbij de be
hulpzame hand bieden.
Alle voorzorgsmaatregelen waren
reeds genomen en naar het scheen
zou het plan uitstekend gelukt zyn.
De door deze dame bewoonde Villa
te Hietzing is in het midden van
een uitgestrekt park gelegen. Den
9den dezer was Hugo Schenk met
Josephine Eder te Weenen gekomen,
waarop Josephine zich onmiddellijk
tot hare vroegere meesteres gewend
had, by wie zij een onderkomen had
gevonden. Daar Josephine nog het
volste vertrouwen genoot, vermoedde
niemand in de villa eenig kwaad.
Josephine vond gelegenheid maat
regelen te treffen, dat Hugo Schenk
en zyue makkers ongehinderd konden
binnen sluipen, hetgeen den volgenden
dag zou gebeurd zyn, ware Schenk
eu zyue makkers niet juist by tyds
in hechtenis genomen.
De moordenaars hadden Josephine
voorgespiegeld, dat men haar, na de
oude dame vermoord te hebben, be
wusteloos gemaakt zou hebben, opdat,
wanneer zy dan in dien toestand
gevonden zou worden, op haar geen
vermoeden zou kunnen rusten.
Het ware voornemen was echter
om haar dan ook uit den weg te
ruimen.
Op de Britsche eilanden heeft
de hevige storm der laatste dagen
mede groote schade en persoonlijke
ongelukken veroorzaakt. By Bury
stortte van een fabriek een schoor
steen in, waardoor drie vrouwen
gedood werden. In de haven van
Plymouth verdronken drie en by de
Shetlands-eilanden tweepersonen door
het omslaan van hunne booten. Elders
woeien drie kiuderen in het water
en verdronken. Ook in Frankrijk
en elders was de schade groot.
I