'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL No. 1173. Woensdag 14 Mei 1884. Twaalfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. L Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummer»2 Uitgevers: BERKHOUT <fe Co. te Helder. BrnreauSPOORSTRAAT ea ZUIDSTRAAT. Advertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEU WSTIJDIN GEN HELDER, 13 Mei 1884. Blijkens een bij het Departe ment van Marine ontvangen rapport van den commandeerenden officier van Zr. Ms. schroefstoomschip Tromp" van de Congo-rivier dd. 29 Maart jl., is die bodem den 19den dier maand te San Paul de Loando aangekomen en zou hij, na een bezoek gebracht te hebben aan de Congo en Maculla, den 3l8ten daaraanvolgende de reis naar Liberia te vervolgen. Aan boord was alles wel. De Minister van oorlog beeft bepaald, dat de manschappen, aan wie buiten dienst bet dragen van den sabel of de bajonet is verboden, in de voorgeschreven tenue gekleed zullen zjjn, met den koppel en drager, doch zouder sabel of bajonet en zon der de schede, de manschappen der cavalerie en der rijdende-artillerie echter met de sabeltascb. Krachtens art. 125 der militie- wet worden dit jaar gedureude hoog stens 35 dagen in werkeljjkeu dienst opgeroepen, op de tijdstippen door den Minister van Oorlog te bepalen: van de lichting van 1881 de verlof gangers, die behooren tot 't regiment grenadiers en jagers, de overige regi menten der infanterie, de compagniëc der hospitaalsoldaten, de regimenten veldartillerie, bet korps rjjdende ar tillerie, het korps pontonniers en bot korps genietroepenuitgezonderd, voor wat betreft de regimenten veld artillerie, de miliciens-verlofgangers der lichting van 1881, die te dezen jare van bet wapen der cavalerie bij de treincompagnieën dier regimenten zijn overgeplaatstvoorts van de lichting van 1882 alleen de verlof gangers, die behooren tot de regi menten vesting-artillerie en 't korps genietroepen. De verlofgangers der militie te land van de lichtingen van 1880 en 1883 worden in den loop van dit jaar niet krachtens bovengenoemd wets artikel opgeroepen. De minister van marine Taalman Kip, vereenigt zich alleen met die door zijn ambtsvoorganger voorge dragen verhoogingen der marine-be grooting, welke strekken, tot voor ziening in dringendnoodige behoeften. Hg zal voortwerken op de grond slagen en in den geest uit zijn vorig bestuur erkend. Torpedobooten van groot model acht hij thans minder urgent. Wat den aanbouw betreft van een nieuw instructieschip, beaamt hij zuinigheidshalve bet denkbeeld van een zeilkorvet, welks aanbouw geen uitstel kan lijden, in bet belang der opleiding. Wil hij vooralsnog geen nieuwe torpedobooten aanschaf fen, zoo wenscbt hij toch de twee voorbanden torpedobooten groot mo del, voor den dienst der viscbtorpedo's in te richten. De gevraagde ver boogingen worden met f120.000 ver minderd, doch aangevuld met f 75.000 als eerste termjjn voor overkapping van *8 Rijks werf van aanbouw, geen door den Minister hoog noodig wordt geoordeeld. De beslissing over het al of niet koperen van bet schip >Friso" wenscht de minister te ver dagen. Hij handhaaft verder de geldsaanvrage voor de aanmaak van eenige loodsschoeners ter vervanging der verongelukte loodskotters. Gisteren was het de 35ste gedenkdag van de inhuldiging van koning Willem III. Wie die lange reeks van jaren terug denkt, zegt het Rotterd. Nieuwsblad, verheugt zich ongetwijfeld in den geleidelijken en steeds vreedzamen - gang van zaken hier te lande en dankt dit met ons vóór alles aan den streng constitutioneelen zin des Konings. Maar naast die verdienste, de hoogste die een koning hebben kan, staat zijn be langstelling voor alles wat 's volks welzijn kon bevorderen. De verdiensten van onzen Vorst staan boven onzen lofhem siertde kroon der jaren, die op een welbesteed leven terugzien en de voldoening die hem het hart met trots moge vervullen, dat al zijn regeerings- daden steeds als een opengeslagen boek voor het volk lagen en door dat volk ten allen tijde zijn gewaardeerd. Ons volk is geen volk dat aan opruiende taal het oor leentte midden van ons leeft elke vorst veilig. Maar Willem III is ook geen vorst naar wien een mis dadige hand zich zou kunnen uitstrekken, omdat hij zich nooit boven maar steeds te midden van zijn volk heeft gesteld. Die gelukkige vereeniging van een orde- en vredelievend volk en een rechtvaardig onbaatzuchtig koning is 't geheim der ge lukkige regeering, die nu reeds 35 jaren heeft geduurd. Voor machinist-leerling 2e kl. de marine hebben zich 60 solli citanten aangemeld. In Den Haag is overleden de gepensioneerde generaal Egter, oud chef van het bureau voor personeel aan het departement van oorlog. Uit Indië is bericht ontvangen van het overigden van den kapitein ter zee Rosewald, commandant van de >Emma". De »Willem Barents" zal, naar wij vernemen, op Zaterdag 31 dezer den zevenden tocht naar de Noor delijke IJszee aanvaarden. De Heer J. G. D. Martens, hoog leeraar aan de Universiteit te Am sterdam, en aan bet Evang. Lutb. Seminarium, herdacht Donderdag den dag, waarop hg voor 25 jaren do evangeliebediening aanvaardde. Van vele zijden werden hem be wijzen van hoogachting en waardee- riug gegeven, terwijl onder anderen stoffelijke blijken van vriendschap en hulde hem werden aangeboden door een groot getal predikanten van de Ned. Luth. kerk en de theol. studen ten van de verschillende kerkgenoot schappen. Door bemiddeling der Neder- landsche Handelmaatschappij zijn we der f 5400 overgemaakt aan de plaatse lijke Commissie te Batavia voor de ramp op Java, in het geheel derhalve f524,900. »Het is verboden zich op de lijkkoetsen elders dan op de zitbank te plaatsen," zoo luidt een nieuw ar tikel, aan de algemeene politieveror dening van Den Haag toegevoegd. Deze maatregel strekt om een einde te maken aan hetgeen wel eens voor kwam, dat nl., van de begraafplaats terugkeerende lijkkoetsen beladen waren met de bedienaren der be grafenis. Te Rotterdam en Vlaardingen zijn valsche guldens in omloop, met de beeltenis van koning Willem II en het jaartal 1848, terwijl op eerst genoemde plaats ook vier valsche rijksdaalders, met de beeltenis van koning Willem III en de jaartallen 1862 en 1870, in beslag genomen zijn. Zondag is te Hansweerd zekere W. S., knecht van schipper Franseu, in hechtenis genomen, beschuldigd van moord op een Zweedschen matroos te Antwerpen. Hij bekende de misdaad. Door do politie te Amsterdam is de hand gelegd op een 19-jarig meisje uit Groningen, dat met een gehuwd persoon, mede aldaar woon achtig, naarAmerika wilde vertrekken. Beide personen hadden reeds plaatsen besproken op de Amerikaanscke boot. Onder toezicht der politie is zij naar de ouderlijke woning teruggebracht. Te Renkum trok het de aan dacht, dat in het laatste jaar het drankverbruik met 3280 liter was ver minderd. Dit werd toegeschreven aan de gunstge werking der drankwet. Thans echter is bij onderzoek gebleken, dat een vijftal slijters en tappers een te laag cijfer vau verkoop hadden opgegeven, één zelfs 2000 liter minder, dan hij werkelijk had verkocht. Het gevolg is geweest, dat deze ontdui kers der web in de hoogste klasse zijn geplaatst, en zij nu het volle vergun ningsrecht moeten betalen. In een brief uit Atjeh aan het Alg. Hbld. wordt van een interessant voorval te Anagaloeng de volgende beschrijving gegeven: Den 4n Maart gebeurde er aldaar iets, dat, was het niet zoo kranig door den ln luit.-adj. Legrand overlegd en uitgevoerd, zeker een amokpartijtje tengevolge zou gehad hebben. Zooals ik vroeger reeds schreef, is Toekoe Tjoet van Lamkenga met zijne pradjoerits en geweren overgeloopen naar den vijand, en hierbij bevond zich ook de beruchte Atjeher Tjot Gama, die vroeger de kolonnc van Van Swieten in 1876 zoo wreedaardig heeft afgemaakt. Niettegenstaande dat, was hij in genade door het civiel bestuur aan genomen en verrichtte sedert een paar jaar eenigen dienst. De sluwheid en valschheid van dezen trouwelooze kwamen bij deze ge legenheid weer ten duidelijkste boven, als men - verneemt dat hij op den Koran een duren eed zwoer aan Tengkoe di Tiroh, dat hij als een bewijs vau onderworpenheid aan dezen, naar Anagaloeng zou vertrekken om den overste Van den Abeelen en den con troleur Goossen te vermoorden. Door onze spionnen ingelicht nam men derhalve in stilte eenige maatregelen om Ijot Gama bij zijn komst onschadelijk te maken. Ben twee weken gingen voorbij en nog was de beruchte niet verschenen, toen Legrand op een morgen werd gewaarschuwd dat hij zich op het achtererf vun den controleur in de rapahzaal (vergaderzaal) onder een troep Atjehers bevond. Te gelijk werden er twee Atjehers door de schildwachten aangehouden, omdat zij zonder passen en met klewangs gewapend waren. Het is te begrijpen, dat deze van de verwarring, die wellicht bij een gelukten moord had kunnen ontstaan, zouden hebben gebruik gemaakt om Tjot Gama te ontzetten. Hunne pogingen werden echter geheel verijdeld en zij zijn medegenomen naar Lambaroe om van daar verder te worden gebracht. Legrand had intusschen gauw een 20-tal flinke Europeanen medege nomen en zette het huis van den controleur, die zich met al zijn angst in de benting bevond, daarmede af, ging onversaagd naar Tjot Gama toe en gaf hem de hand, hem vragende of hij het goed maakte. Tjot Gama stond op, scheen er erg lekker mede te zijn en gaf Legrand de rechterhand, waarop Legrand bliksemsnel met zijne linkerhand de kris uit Tjot Gama's gordel haalde en hem toen door de toegeschoten Europeanen bij den overste liet brengen. Eenige oogenblikken daarna werd hij als gevangene, flink ge boeid, naar Kota-Radja gezonden en is hij van daar naar een der buiten eilanden ver bannen. De overige Atjehers waren stom van verbazing en verroerden geen vin. Op deze wijze werd bij onschadelijk gemaakt en verdient Legrand hiervoor allen lof, en een belooning, die zoo wij hopen niet zal uitblijven. Deze Tjot Gama is dezelfde, die indertijd te Analaboe de benting onder kapitein Sieburg overrompelde. Naar Amerikaansehe bladen be richten is bet Red Fish Lake, het »Róode visschenmeer« ia het gebergte van Idabo, plotseling in de diepte verdwenen met de millioenen roode visscben, waaraan bet zijn naam ont leende. Het was verscheidene mijlen lang en zeer diep; bet lag 11000 voet boven de oppervlakte der zee en was omgeven door een dicht bosch. Waar het geweest is gaapt nu een ontzag lijke opening. De heer S. J. Perry, van bet observatorium te Stonyhurst, twintig uren noordelijk van Liverpool, geeft in de Nature van 1 Mei bericht over een buitengewone plotseling opge komen duisternis, die aldaar is waar genomen op 26 April 11. De vroege morgen was beider en bet bleef zoo tot ongeveer elf uur, toen de lucht in het W. Z. W. donker begon te worden. De wind was Noordoost, met een snelheid vau vijf mijlen in bet uur. Tegen 4.40 ver kreeg hg een snelheid van 7 mijlen, waarop bij op eens omsloeg naar Zuidwest, om weldra langzaam rond te loopen door bet westen en noorden, zoodat hg om ééu uur weder oos telijk was, met een snelheid van 3 mijlen. Intusschen was bet om 11.30 zóó donker geworden dat men zelfs hel deren druk, vlak bij het venster ou- mogelgk kon lezen. Een dichte zwarte wolk, met een flauwe gele tint, hing over den zw. hemel. Om 11.35 werd bet iets helderder en om 11.40 brak er een zware stortbui los. Iu 40 minuten viel er 0.114 Eng. duim water, dat nagenoeg »als inkt zoo zwart" was en bezwangerd met on telbare deeltjes fijne koolstof. Hagel, die op twee kilometers WZW., en sneeuw met hagel, die vier kilom. westelijk vielen, waren insgelijks zwart. Te Preston, vijf uur gaans ZW., was de duisternis insgelijks waarge nomen, doch op twee uur afstands in het NO. bad men geenerlei don kerheid bespeurd. De Belgische justitie beeft thans acht geslagen op de zeer belang wekkende onthullingen, die de heer Hansoul, in zgu blad 1'Hotel de ville te Brussel over deze zaak maanden achtereen heeft gegeven, volhoudende dat Armand Peltzer niet de moorde naar is van Beruays, maar een ander, dien hij niet noemt. Zijn wensch om te worden gehoord door de justitie is vervuld geworden. De procureur des konings, de heer Willemaers, heeft 4Ys uur met den heer Hansoul ge confereerd, en hem verzocht het verhandelde geheim te houden. Quebec, 7 Mei. De overlevenden van het stoomschip State of Florida rapporteeren, dat tijdens de aanvaring met de Pomona op 18 April de nacht helder doch de maan niet zichtbaar was. Zg werden eerst opgenomen door de Noorsche bark Therese, en den 20sten werden 24 der geredden overgezet op het barkschip Louisa en den 5den Mei op het stoomschip Titania. De geredde gezagvoerder van de Pomona en twee matrozen zijn op de Therese gebleven. Omtrent het vergaan van het stoom schip State of Florida, waarbij 123 personen het leven verloren, verhaalt de scheepsdoctor Stcele „Den 18en April, 's avonds omstreeks 10 nren, zat ik in mijn kajuit te lezen. Ik was een oogenblik te voren op het dek ge weest en had gezien dat het een kalme, heldere avond was. Plotseling hoor ik een sein tot terugwerken in de machine-kamer, en een getrommel op het dek. Ik snel er heen, en zie de zeilen van een groot schip vlak bij het onze. De mannen op het dek schreeuwden luid, en een oogenblik later had de aanvaring plaats. Het schip liep in het midden van ons vaar tuig, aan stuurboordzijde. De schok bracht iedereen buiten zichzelven van schrik. Er was een algemeen geroep om de booten, maar velen waren te verschrikt om zichzel ven te helpen, zelfs toen er booten te water gelaten waren. Het schip zonk zoo spoedig, dat de be manning niet veel tot redding kon doen. De vrouw van den hofmeester werd in een boot neergelatenmaar cr was geen andere vrouw op het dek. Ik begaf mij in een der booten. Binnen een paar minuten zonken beide schepen. Den kapitein en twee matrozen van de bark vonden wij aan een paar stukken hout vastgeklemd; zij werden in een boot opgenomen. Er waren in onze boot 44 personen. Wij dreven twee dagen rond, zonder eenig eten of drinken. Het was mooi weder, maar wij hadden veel last van koude. Vele der geredden waren in nachtgewaad. Wij raak ten van de twee andere booten af en werden den 20n opgenomen door de Noorsche bark Theresa, die op weg waB naar Quebec. Later gingen 20 van ons aan boord der bark Louise over. Volgens den 3den officier van de State of Florida, zag de kapitein het ernstige van den toestand niet in, vóór het te laat was tot redding. Niemand begrijpt hoe bij zulk weder een aanvaring mogelijk was. De 1ste machinist verloor het leven door dat van de hofmeestersvrouw te redden. Hij had haar tegeu haar wil in een boot ge dwongen en voor hij zelf er in kon komen, zonk het schip met hem. Er bestaat nog hoop dat de bemanning van de bark de Ponema in een der booten gered is. In liet te Chicago verschijnend blad De Nederl. komt onder het op schrift »De vos en de ganzen" een artikel voor, waaruit blijkt, dat de nieuwe wereld in vele opzichten voor de oude niet onderdoet. In bedoeld artikel wordt medegedeeld, dat een buitenman nauwelijks den trein ver laten heeft of hij wordt door een uet gekleed persoon aangesproken, die hem vraagt hoe het met hem gaat en of Mrs. Muller, die te huis gebleven is, gezond is en hoe het met de kinderen gaat. De verwon derde buitenman zegt, dat zijn naam Smit is en niet Muller, en de be leefde vreemdeling neemt afscheid, na excuus te hebben gevraagd. Nauwelijks is de reiziger evenwel een blok verder, of een jongmensch spreekt hem aan met de woorden: Hallo, Mr. Smit! Hoe gaat het met je Aangenaam je te zien De buitenman is nu nog meer verwonderd dan vroeger, omdat deze wildvreemde man hem kent en het komt niet bg hem op, dat de twee vreemdelingen met elkander in ver band staan. Het gevolg is dat hij zich laat overhalen om in de hóede

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1