Het nieuwe Magazijn DE TIJDGEEST, Molenplein 1165.
SPECIALITEIT IN WITTE KATOENEN EN LINNEN GOEDEREN,
KLEEDINGSTOFFEK VOOR DAMES, HEEREI EN KINDEREN,
Woensdags tan 2 lot 6 aar opraiiiag ra restanten aMaade Haaafactarea tot zeer lage prijzea
HM Toor les Daus
PPjHM*
I, V. 83.
BOUWTERREIN,
De Wefl. DE JONG-Verboom.
J. BUBBELING.
REININGDRAAD
de grootste sorteering en voordeeligste prijzen.
énorme voorraad tot de goedkoopste hier bekende prijzen.
voor huishoudelijk en lichaamsgebruik, uitsluitend gewaarborgd solied fabrikaat. Van de meest
gewone tot in de fijnste kwaliteiten, in alle in den handel voorkomende breedten voorradig.
1 2 KOSTGANGERS.
eeut Melkstaatd,
Eenige perceelen
een PAKHUIS iet roii
,,'T CENTRUM,"
TUINTJES.
Te koop aangeboden
Spoorstraat P 402
ADVOCAAT,
Heels flacn f 145, halve flacon f0 75.
I, JNo. 88
H.H. Schippers.
J. J BROUWER,
Hit¥@fli®p in i
HAMMETJES. s|
Een groote partij
J. J. KUIJPER,
Ia een stil Burgergezin bjj fat
soenlijke lieden is gelegenheid tot
plaatsing van
Adres BERKHOUT Co.
Te koop gevraagd:
in deze gemeente.
AdresBERKHOUT Co.
gelegen aan de KEIZER- en WEE-
ZENSTRAAT, worden tegen billijken
prijs, per perceel te koop aangeboden.
Adres P. DUINKER, Aannemer,
Nieuwediep.
Op zeer aannemelijke voorwaar
den te koop aangeboden
zeer gemakkelijk tot twee Woningen
in te richten, staande aan de Binnen
haven. AdresP. DUINKER,
Ankerpark K 211.
T© liuur.
Met 1 Juli te aanvaarden bet wel
bekende KOFFIEHUIS, met
annex Drauksiytery en Bierbottelarij,
genaamd
met grooten en zeer net aangelegden
TUIN en KEGELBAANhuurprijs
f 60 per maand. De geheele Inven
taris kan desverkiezende overgenomen
worden.
Het WOONHUIS, Hoofdgracht K
'75, thans bewoond door Mevrouw
SERET; huurprijs f350.
De WOONHUIZEN O 393, 393b,
393d en 388, in de Nieuwstraat, a
f 15.00 per maand.
De WOONHUIZEN 387l, 387h,
Nieuwstraat, a f 12.50 per maand.
Te bevragen hij H. JANZEN Ez.
Kantoor Molenplein I 165, des mor
gens van 9—12, des nam. van 68 u.
op DONDERDAG 22 MEI a.s.
Aanvang 's middags 3 ure.
E. EINDT.
S2 HUIZEN
in de Walvischatraat.
4= HUIZEN
in de HARTENSTRAAT, en
2 KUIZEN, in de Wagenstraat.
Te bevragen bijMej.Wed. J. W.
KAMPER, Spoorgracht O 352,
Nieuwediep.
Ontvangen
op beele en balve flacons.
T. SZKTOOIT.
FEUILLETON.
De strijd om een millioen.
ROMAN IN DRIE DEELEN,
48. KAAK DÜITSCH VAN
EDW4RD AUGUST kfiMft.
TWEEDE BOEK.
„En wat hebt gij op dien avond gezien P"
„Niet veel, en ik geloof dat gij daaruit
weinig op zult kannen maken. Ik kwam de
trap af en ging de plaats op. In het aehter-
huis woonde vrouw Lamm, en toen ik opkeek
zag ik dat haar raam verlicht was en ook
hoorde ik vreemde stemmeD, waaruit ik
moest opmaken, dat zij bezoek had."
„Herkendet gij de stemmen P"
„Neen, ik stond nog op de plaats, toen de
koster uit het achtergebouw te voorschijn
kwam, vergezeld van een anderen heer."
„En kendet gij dien lieer P"
„Hij was mij geheel en al vreemd."
„Wacht eens even, wij moeten over die
vraag niet zoo gauw heen springen. Ontving
vrouw Lamm dikwijls bezoek P"
„Dat zal mijne vrouw beter weten dan ik,"
leide de stoker. „Ik ben zelden te hniscn
bekommer mij al bitter weinig over mijne
buren."
Boumann zag vol verwachting de vrouw
•an, welke ontkennend het hoofd schudde.
„Niemand had met haar te doen," zeide
zij.
„Versta mij wel, oude vrouweu houden
lieh vaak bezig met het leggen der kaart en
waarzeggen; het zou mogelijk zijn, dat vrouw
Lamm die kunst
„Neen, dat deed zij niet," viel de vrouw
van den stoker Boumann in de rede, „haar
eenige bezigheid bestond daarin, van alle men-
schen kwaad te spreken en daarom juist trad
iedereen haar uit deu weg."
„En waarvan leefde zij P"
„Dat weet ik niet, waarschijnlijk van aal
moezen, die haar door medelijdende menschen
geschonken werden."
„Zij stond in geen goeden roep
„Neen, men vreesde haar om beur boos
karakter."
„En haar verleden moet ook niet eervol
geweest zijn P"
„Daaromtrent kan ik niets zeggenik heb
mij daarover niet bekommerd en uit eigen
ondervinding weet ik niets, want ik was toen
maals nog te jong."
„Laat ons op den vreemdeling terugko
men," zeidc Bonmann, na een kort tijdsver
loop. „Hoo was hij gekleedP"
„Zeer voornaam," antwoordde de stoker.
„Jong of oudP
„Een jonge heer."
„Hebt gij zijn gelaat gezien?"
„Jawel, en ik heb ook zijn stem gehoord
hij ging mij op zeer korten afstand voorbij,
terwijl hij met den koster sprak."
„En waarover spraken zij P Wat zeide de
vreemdeling P"
„Die woorden ben ik vergeten; overigens
hadden zij ook geen bedoeling."
„Gij zoudt den vreemdeling herkennen als
gij hein weder ontinoettet P"
„Zeer zeker," antwoordde de stoker. „Het
was op dien avond wel donker, doch mijne
oogen ziju aan de duisternis gewendik zie
in de duisternis even scherp als bij daglicht.
Ik zag hem zoo vlak in 5t gelaat, als ik u
thans doe en wanneer ik eenmaal iemand zóó
aangekeken heb, vergeet ik hem niet licht."
„Droeg die heer een parapluie of een stok P"
„Een stok, die een zonderlinge klank
voortbracht, als hij daarmede op de straat-
steenen stootte."
Boumann wisselde met de beide studen
ten een snellen en beteekenisvollen blik.
„En wat gebeurde er jverderP" vroeg hij.
„Het licht dat op de kamer van vrouw
Lamm brandde werd uitgedraaid en dadelijk
daarop kwam ook de oude vrouw naar beue
den, die de beide heeren volgde. Ik wilde
haar aanspreken, maar deed dit niet, omdat
ik haar niet lijden mocht buitendien moest
ik zorgen, dat ik naar de fabriek kwam, want
de kameraad, dien ik moest aflossen wachtte
reeds op mij. De koster ging met den vreem
deling een groot eind mede, zij spraken zeer
levendig met elkander, ik zag dat aan hunne
bewegingen, en de vrouw bleef steeds achter
hen. Eindelijk bleven zij allen staan en ik
ookik zag dat de koster een andere straat
insloeg en de vreemdeling zich snel verwijd
derde, terwijl deze door vrouw Lamm ge
volgd werd."
„Hebt ge hen ingehaald,.... en wat ge
schiedde toenP"
„Ik heb er niet meer op gelet, mijn weg
voerde mij zijwaarts en zoo ik reeds zeide had
ik geen tijd te verliezen. Mij kwam het ech
ter voor, dat de vrouw geen plan had om den
vreemdeling in te halen, want dan had zij
wel een beetje harder geloopec."
„Het kwam u dus voor of vrouw Lamm
slechts spioneeren wilde P" vroeg Boumann.
„Ja, juist."
„En hoe gedroeg zij zich den volgenden
dag, bij het vernemen der tijding dat de kos
ter vermoord wasP"
„Ja, beste heer, dat kunnen wij niet weten,
want sedert den bewusten avond heb ik haar
niet weder gezien."
„Gij weet het ook niet P" zeide Boumann,
zich tot de vrouw van den stoker wendende.
„Neen. Ik trof haar den tweeden dag na
het gebeurde in het voorhuis aan; schuw ging
zij mij voorhij en zij deed alsof zij mij niet
zag. Eerst later vernam ik, dat zij naar B.
vertrokken was en dat een rijk heer zich haar
lot had aangetrokken."
„Dat is alles wat wij u zeggen kunnen,"
zaide de stoker, die inmiddels zijn avondeten
genuttigd had, het woord nemende, „ik ge
loof niet dat ge daaruit iets zult kunnen op
maken."
„Misschien wel", zeide Boumann. „Wan
neer zoudt ge tijd hebben eens naar B. te
komen
„Wat zou ik daar doen?"
„Mij slechts zeggen of de man, dien ik u
daar zal laten zien, de bedoelde vreemde
ling is."
„Deze week is het mij niet mogelijk."
„In de volgende danP"
„Ik weet niet
„Nu, geen uitvluchten, beste man. Ik zal
u de kosten vergoeden, en op een goed drink
geld zal ik niet zien, maar ik moet nauwkeu
rig den dag en het uur weten, waarop ik u
verwachten kan."
„Woensdag van de volgende week heb ik
den geheelen dag vrij," zeide de stoker na
eenig aarzelen, en men kon bemerken, dat bij
de uitnoodiging niet gaarne aannam, „als het
u dan goed is
„Met welken trein?"
„Dat hebt u slechts te bepalen."
„Moet ge Woensdagavond weder hier
zijnP"
„Op zijn laatst om zes ure; ik moet mij
dan nog verkleeden, om ten zeven ure den
arbeid weder te hervatten."
„Nu, wij hebben tijd genoeg, om eeu uur
komt er een trein aan en ik zal mij dan aan
het station bevinden. Valt ons dan den een
of ander met een nieuwsgierige vraag lastig,
dan heet gij mijn broeder te zijn, die mij komt
bezoeken."
„Dat gelooft wel niemand," schertste de
stoker, een beteekenisvollen blik op de magere
gestalte van den agent werpende.
„Dat hindert niets. Zij mogen hetgeloo-
ven of niet, maar wij kunnen dan ten minste
De ondergeteekende bericht aan
zijne geëerde begunstigers, dat hij,
volgens bericht van den Fabrikant,
de prijzen van zijn Visschersgaren
aanmerkelijk heeft verlaagd,
en voortaan tegen alle winkels kan
concurreeren.
Winkelier, Oosterend ep Texel.
BEHANGSELPAPIER, SCHOOR
STEENSTUKKEN, GORDIJN
LINNEN, KARPETTEN, L00PERS
en MATTEN, Groote SPIEGELS,
SCHILDERIJEN en alle soorten
van LAMPEN, alles tegen veel
verminderde prijzen.
Zuldstrant 33.
een antwoord geven. Alzoo den volgenden
Woensdag, vergeet het niet; er hangt wel
licht veel, wellicht niets van af, doch gij kant
er u op verlaten rijk beloond te zullen wor
den, wanneer het met uw hulp gelukt den
moordenaar te ontdekken."
De stoker beloofde hetgeen hem gevraagd
was, daarmede was het onderhoud afgeloopeu
en Boumann verliet met de beide hem ver
gezellende studenten de woning, waarin ze
een bezoek hadden gebracht. Daar Boumann
op straat zwijgende voortliep, praatten ook de
studenten niet, uit vrees den man in zijn ge-
dachtengang te zullen storen.
Eerst toeu zij de straat uit waren richtte
Erieser tot hem de vraag, of hij aan de
gedane mededeelingen bijzondere waarde
hechtte.
„Zeer zeker," antwoordde Boumann op
beslisten toon, „in ieder geval hebben zij veel
waarde en ik hoop met zekerheid nu den
draad in handen te hebben om den moorde
naar te vinden. Weet ik eerst met wien de
koster zich bij de oude vrouw bevonden heeft,
dan ben ik reeds een goed eind op «treek."
„En, onder ons gezegd, gelooft ge dat die
vreemdeling mijn ne?f is geweest."
„Dat heb ik niet te kennen gegeven."
„Waarom wilt ge ons geen klaren wijn
schenken," vroeg Heinrich. „Dat wij niets
verraden zullen, moest gij toch reeds weten."
„Welnu dan, ja, ik geloof dat uw.neef die
vreemdeling is, doch ik moet n dringend
verzoeken daarvan met geen enkel woord te
reppen. Ik houd den Amerikaan voor een ge
slepen Bchelm, die nu verder ziju kracht heeft
gezocht in zijne verloving met de dochter
van den generaal vo» Sommer."
„Wat zegt ge daarP" vroeg Eeodor ver
rast. Biola v. Sommer is
„De bruid van den Amerikaan; wist ge
dat nog niet? Ja, de verloving is eenigen tijd
geheim gehouden, doch heden morgen is zij
in de couranten openbaar gemaakt. Of die
verloving 't gevolg is van wederzijdsche toe
neiging dan wel van berekening, weten de
generaal, zijne dochter en de Amerikaan al
leen ik echter zie er niets in dan een streven
van den erfgenaam om zich in de hoogste
kringen vrienden te verzekeren. Tegel ijk-
tijdig met de openbaarmaking van de verlo-
is door den erfgenaam ook een proces aanhan
gig gemaakt."
„Ik had dat al lang verwacht," zeide Frie-
ser, en ik ben nieuwsgier hoe dat proces zal
eindigen. Ik vrees, dat er zeer lange tijd meê
zal verloopen eer het tot een eindbeslissing
8 ROOKVIEESCH. Ü.S
S
MOOIE
voorhanden.
OOSTEREND. TEXEL.
VAN ALLE SYSTEMEN
worden spoedig en nauwkeurig
afgewerkt,
M. HILDERING,
Spoorgracht 268.
komt en dan zal het proces in hooger beroep,
weder even langen tijd vereischen."
„Wanneer wij geen streep door de rekening
kunnen halen," zeide Boumann laconisch.
„Dat zou inderdaad de kortBte weg zijn,
doch ik kan nog geen samenhang ontdekken."
„NietP" vroeg de agent spottend. De
„De Amerikaan heeft in het huis des kos
ters vrouw Lamm zijn voormalige min, ont
moet en deze laatste heeft, slim als zij is, da
delijk de voordeelen berekend, die haar
deze ontmoeting moest oplevereo. Nu is het
mogelijk, de erfgenaam iu het eerste oogen-
blik niet bereid was hare hoop te vervullen,
mogelijk ook dat zij dadelijk den bedrieger
doorzien en hem dat te verstaan gegeven
heeft, doch genoemde erfgenaam zag de
noodzakelijkheid in, met deze vrouw op een
goeden voet te blijven en met dat doel ver
voegde hij zich deB avonds aan hare woning.
Of dat nu vrijwillig of gedwongen geschied
is blijft volkomen hetzelfde en ik geloof te
mogen vermoeden, dat het bij die gelegenheid
tusschen beiden tot heftige woorden geko
men is, waarop dan mogelijkerwijze een over
eenkomst is gevolgd, die den Amerikaan de
erfenis verzekeren zou. De koster mag nu
kwaad vermoeden gekregen hebben of niet,
het ataat vast dat hij op denzelfden tijd in de
woning van vrouw Lamm gekomen is en men
mag gerust aannemen, dat hij van het onder
houd genoeg gehoord heeft, om de schoone
plannen, die men gemaakt had, te kunnen ver
nietigen. Daarover zal hij later met den erf
genaam in een redetwist geraakt zijn en deze
zal het raadzaam geoordeeld hebben, den ge
vaarlijken vijand onschadelijk te maken."
De beide studenten zwegen een geruimen
tijdde beschouwingen van den ervaren man,
tegen do juistheid waarvan niet veel was in
te brengen, hadden niettemin een diepen in
druk op hen gemaakt.
„Aangenomen dat alles juist is," nam
Erieser eindelijk het woord, „zoo is daarmede
de moord toch nog niet opgehelderd. De
koster ontmoette den Amerikaan te zeven
ure, na een kort onderhoud zijn zij van elkan
der gescheiden, en Bnrgraf is daarop naar
het wijnbnis gegaan waarin hij eenige uren
heeft vertoefd. De jonge man heeft, zooala
wij weten, hem daarheen niet vergezeld en
de misdaad is eerst later gepleegd geworden."
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van C. DE BOER Ja.