I, N°. 83.
Klottei en letters,
UITVERKOOP
GORN. VAN DER MEIJ,
van alle Klokken en Horloges.
fit as»
Wegens vertimmering
I, No. 88
ONTVANGEN:
OBOOTE FBIJSVERMIN DEBING
Jb. N. PRINS,
Prijs per Pakje 8 Cent.
O H
Te liuur
aan de Weststraat, een net ruim
WOONHUIS,
bevattende drie Kamers, Keuken,
Kelder en verdere gemakken.
Adres Palmstraat Q 81.
gfjtevan al de voorhanden zijnde
laiKLOKKEN, REGULATEURS,
WEKKERS en PENDULES.
SPOORSTRAAT.
eene flinke keuze REGULATEURS, in 20 verschil
lende modellen, van af f 12.00 en hooger, met
3 jaar guarantie.
Zich minzaam aanbevelende voor alle Reparatiën
Blnnonliaven O.
8W Zie s. v. p. de uitstalling.
Binnenhaven No. 76,
verkoopt alle soorten Spijkers, Draad
nagels, Timmermansgereedschappen,
Touwwerk, Zeildoek, alle soorten Verf
waren, Olie, Pek, Teer en Vensterglas
tot coocorreereode prijzen.
Eens in gebruik, altijd in gebruik,
Ter besparing van ZEEP en SODA
om het Linnen te wasschen en te
bleeken, zonder hetzelve te verslijten,
wordt door het groote gemak en be
zuiniging, hierdoor verkregen, bij
zonder" aanbevolen.
Verkrijgbaar te Xleuwedlep:
BIJ H. RIESSELMANN.
op guarantie, buitengewoon
goedkoop, bij
J. J. KUIJPER,
OOSTEREND, TEXEL.
Bij de Uitgevers van dit Blad is
te bekomen
DE KOORTSACHTIGE ZIEKTEN,
nare oorzaken, de Middelen om ze
te voorkomen en te genezen
met eeo bijzondere beschouwing van de
KOUDWATERBEHANDELING,
DOOR
Dr. A. BAGINSKY,
Praktiieerend Arts.
Uit het Dnitsch vertaald door
A. W. t. ZUBLI en A. Arn. QUANJER,
Officieren van Gezondheid.
Prijs 56 Cent.
Voorhanden:
Het merk DELI, a f 20 per Mille.
VERKOOPHUIZEN
Amsterdam, Vijgendam.
Amsterdam, Rembrandtsplein.
Rotterdam, Wijde Marktsteeg.
Den Haag, Spuistraat.
Leiden, Breedestraat.
Utrecht, Choorstraat.
Groningen, tusschen de Markten.
Kampen, Oudestraat.
DEPÓTS
Schagen, bij W. Roggeveen Dz.
Purmerende H. V. van Halm.
Breda, F. de Koning.
Helder, A. B. Weber.
Den Bosch, C. van Wordragen.
Koog a. d. Zaan, bij J. Kopper.
Almeloo, bij L. A. Hubaeher.
Dordrecht, J. H. J. de Zoete.
Batavia, G. W. Versteeg.
Samarang, bij van Bemmel Co.
Amsterdam, bij W. R. Meijer, Nieuwe
Heerengracht 78.
FEUILLETON.
De strijd om een millioen.
HOMAN IN DRIE DEELEN,
17. MAAK 'l DÜITSCH VAN
EDWARD AUGUST K0NIG.
De deur van het kabinet werd snel geopend
en op zijne gewone bewegelijke manier trad
advocaat Feilenbauer binnen.
Ik kom van het gerecht,'( zeide bij, onder
wijl zijn hoed en eenige stokken op de tafel
leggende en de beide heeren toeknikkende,
„ik wilde n komen berichten boe de zaken
thans staan."
„Met betrekking tot den termijn van beta
ling P" vroeg Richard Ommerborn vol ver
wachting.
„Ja zou ik n om een klein glaasje wijn
mogen verzoeken."
„Met het grootste genoegen, als u slechts
een oogenblikje geduld wilt hebben."
De koopman drukte op een bel en gaf een
bediende het bevel wijn te brengen.
„Ik hoop, dat ons verzoek is toegestaan,"
zeide bij en weder richtte zijn blik vol koorts
achtige verwachting zich op den advocaat,
die de glazen van zijn bril schoonmaakte.
„Nu, ja," antwoordde de advocaat aarze
lend, „doch er zijn van de zijde van de
tegenpartij voorwaarden gesteld geworden en
het gerecht heeft die goedgekeurd."
„En die zijnP"
„De termijn is op aoht dagen verlengd,
maar dan moet ook tevens bij bet kapitaal en
de renten eene zeer nauwkeurige afrekening
gevoegd worden."
Richard Ommerborn schrok bij het booren
dezer woorden,alsof een electrische schok hem
getroffen bad; hij ging naar het venster, om
den bediende, die zich in de kamer bevond en
den gevraagden wijn bracht, niets te laten
bemerken.
„Ik beb daartegen ingebracht, wat maar
met eenige mogelijkheid kon worden aange
roerd," vervolgde do advocaat, nadat de be
diende zich verwijderd had, „ik heb hoofd
zakelijk de onmogelijkheid van het gereed
maken eener afrekening in een zoo korten tijd
betoogd, doch dit betoog werd voor onge
grond verklaard."
„En aan de door bet gerecht genomen be
slissing is nn niets meer te veranderen,"
vroeg de koopman in gespannen verwach
ting verkeerende.
„Neen, het zon allicht wantrouwen wek
ken, wanneer wij daarin niet berustten."
„Het zal mij niet mogelijk zijn in dien
korten tijd de geheele som bij elkander te
hebben en zoo dat het geval niet is, wat
dan— t"
„Dat zou noodlottig zijn," antwoordde
de advocaat, met de vingers op het deksel van
zijn snuifdoos trommelende, „het zon een
slecht licht op het beheer van het kapitaal
werpen."
„Dat weet ik en
„Wij moeten de zaak op de een of andere
wijze onder den dekmantel zien te brengen;
de waarheid moet de tepenpartij niet weten,
want zij zon in hare handen een gedacht wa
pen worden. De heeren znllen op den be
paalden dag hier komen en de afrekening ver
langen; zeg hen alsdan dat het u niet mo
gelijk is geweest die gereed te maken. Geef
hen de som die gij bij elkander hebt en ver
zeker hen binnen den kortst mogelijken tijd
de afrekening gereed te zullen maken."
„Zou het gerecht zich er mede tevreden
stellen, wanneer ik beloof de geheele afreke
ning zoo spoedig mogelijk te zullen inzen
den P" vroeg de koopman.
„Dat kan ik niet vooruitzoggen," ant
woordde Eeilenhouer. ,,'t Is wel mogelijk,
doch in het tegenovergesteld geval biedt gij
een hypothecair verband op uw huis aau."
„Maar dat aanbod rechtvaardigt het defi
cit niet," bracht fiurgraf in 't midden. „Vol
gens de bepalingen van het testament moeten
ook de renten van het kapitaal en de renten
van de renten in deugdelijke papieren belegd
worden."
„Ja juist, en wanneer die bepalingen wa
ren nagekomen, hadden we thans een reine
zaak voor ons."
„Ik heb dat verwijt verdiend," zeide
Richard Ommerborn, diep en zwaar adem
halende, „de schuld die op mij rust loochen
ik niet, doch verwijten kunnen aan zaken,
die plaats hebben gehad, niets veranderen.
Wat zal er gebeuren, wanneer mijn aanbod
wordt afgewezen P"
„Ik zal uw trouw ter zijde blijven staan en
ik hoop dat het mij gelukken zal de zaak in
orde te brengen."
„Wanneer de generaal v. Sommer mijn
neef maar geen handje hielp."
„Die heeft in deze aangelegenheid niets
te zeggen/'
„Maar hij zet den erfgenaam tegen mij op."
„Ik dacht dat de generaal Bteeds met n be
vriend was geweest P"
„Dat is hij niet meer, sinds zijne dochter
met den Amerikaan verloofd is," zeide de
koopman op gedempten toon; „het eigenbe
lang komt nu in het spel, buitendien acht hij
zich door mijnen zoon beleedigd."
„Nu, nn, wij zullen wel zien," zeide de
advocaat, „zorg wanneer gij kunt daarvoor,
dat de som zooveel mogelijk bij elkaar komt,
hoe grooter zij is, des te meer kansen hebben
wij. Vermijd verder alles wat opzien kan
verwekken, want het zou noodlottig zijn in
dien zich bet gerucht verspreidde dat het
proces u zou ruïneeren. Gij moet tegenover
de tegenpartij op nw crediet kunnen pochen,
want het gerecht moet er niet aan twijfelen
of de vereischte som wel bjj elkander is. En
vraagt men waar het ontbrekende gedeelte
der som is, dan verklaart gij, zoo kalm moge
lijk, dat gij het geld in uw zaak gestoken
hebt, maar dat, zoo dit gevorderd mocht wor
den, gij het des noods binnen vier weken los
zondt kunnen maken."
„Dan maakt men mij het verwijt
„Och wat, verwijten zult ge toch in ieder
geval moeten hooren. Wanneer de erfgenaam
eebter ziet dat er een vol millioen voor hem
gedeponeerd wordt, dan zal hij zioh niet zoo
erg om de rest bekommeren."
Maar het gerecht zal er op staan dat de
door haar gemaakte bepalingen worden nage
komen," zeide de koopman, zich het zweet
van het voorhoofd wisschende. „Zelfs wan
neer de erfgenaam daarover al lioht mocht
willen denken, dan zal zijn advocaat mij de
duimschroeven aanzetten, die het besluit van
het gerecht te zijner beschikking stelt."
De advocaat had zijn acteu onder den arm
genomen en greep, de schouders ophalende,
naar zijnen hoed.
„Advocaat Helmbrecht is een slim man,"
zeide hij, „en, wat de hoofdzaak is, een man
van eer, die van draaierijen en onnutte chi
canes niets wil weten. Ik zal met hem spre
ken
„Gij wilt hem toch niet de volle waarheid
zeggen P" vroeg Ommerborn verschrikt.
„Wees gerust, hij zal volstrekt niet meer
te weten komen, dan in geval van nood noo-
dig is, ik zal de eer uwer firma in ieder geval
weten te bewaren. Goeden morgen, mijne-
heeren!"
Zonder een antwoord af te wachten, verliet
hij de woninghaastig doorliep hij de straten
die naar zijne woning voerden en hij had
nauwelijks in zijn studeervertrek de brieven
geopend, die gedurende zijne afwezigheid be
zorgd waren, toen de agent Boumann binnen-
„Ha, laat ge u ook weer eens zien P" vroeg
hij, „komt ge om mij te zeggen dat de ge
heele geschiedenis slecht staat P"
Integendeel," antwoordde Bonmann kalm,
„ik geloof dat wij voor eene catastrophe staan."
„Zoo," zeide de advocaat, den agent zijn
geopende snuifdoos voorhoudende, „gij komt
mij zeker vertellen, dat het gerecht op grond
van de voorhanden bewijzen den erfgenaam
erkennen en de uitbetaling der erfenis aan
hem gelasten zal. Meent ge datP"
„Toch niet, mijnheer de advocaat, ik ge
loof veeleer dat die erkenning nooit zal plaats
hebben."
„WatP hebt ge werkelijk een ontdekking
gedaan P"
„Niet een, maar vele," zeide Sonmann,
„doch het ontbreekt nog steeds aan afdoende
bewijzen."
„En zoolang wij die niet hebben, kannen
wij nog niets uitrichten."
„Maar ik zal ze bekomen."
„Zijt ge daar zoo zeker van P
„Zeker P mijnheer de advocaat, nn, dat
geloof ik."
Eeilenhauer zag Boumann vorscheud aan.
Zijn blik rustte zoo vast en dringend op dieus
mager gelaat, alsof hij de geheimste gedachten
van dien man trachtte te weten te komen.
„Gij zijt dus overtuigd, dat die Amerikaan
een bedrieger is P" vroeg hij.
„Ik voor mijn persoon ben dat en ik ver
trouw, dat het mij gelukken zal ook het ge
recht daarvan te overtuigen. Ik kom tot u
met het verzoek mij een brief van aanbeve
ling bij deu rechter van instructie te geven,
daar ik dien heer niet persoonlijk ken en het
voor mij zeer wenBchelijk is dat hij aan de
mededeelingen, welke ik hem doen zal, dade
lijk geloof schenkt."
„Is de zaak al zoover gevorderdP" vroeg
de advocaat verrast.
„Zoover als u wellicht denkt nog niet, doeh
binnen eenige dagen moet het tot eene be
slissing komen."
„En welke mededeelingen wilt gij den
rechter van instructie doenP"
„Verschoon mij, wanneer ik het antwoord
op die vraag schuldig blijf," zeide Boumann
ontwijkend. „Gij zoudt misschien veel niet
goedkeuren en mij
„Ik zal in 't minst niet critiseeren."
„Neen, neen, mijnheer, ik gevoel mij bij
mijne ondernemingen zekerder, wanneer ik
weet, dat mijne geheimen en mijne plannen
niet verraden of verijdeld kunnen worden.
Gij znlt alles vernemen zoodra ik spreken
kan. U in de eerste plaats zal ik dan alles
mededeelen."
De advocaat trommelde onophoudelijk met
zijne magere vingers op zijn schrijftafel.
„Ik herinner mij, dat gij eenmaal het ver
moeden geuit hebt, als zou de Amerikaan ook
wel iets weten van den moord op den koster
gepleegd," zeide hij. „Blijft ge nog altijd bij
dat vermoeden P"
„Vaster dan ooit!"
„Hebt ge bewijzen P"
„Ik zeide n reeds, dat ik hoop spoedig die
bewijzen in handen te zullen hebben. Doch
ik verzoek n niet te trachten mij verder uit
te hooren, ik kan u inderdaad niets nauwkeu
rigs meer zeggen."
„WatP niets zeggen, ge wilt het niet
doen."
„En gesteld, dat dit juist ware, dan zoudt
ge daarom toch niet boos op mij kunnen wor
den, want er hangt zeer veel van strenge stil
zwijgend- en voorzichtigheid af. Ik verzoek
n nogmaals om een kleine aanbeveling bij den
rechter van instructie."
De advocaat bromde eenige onverstaanbare
woorden tusschen de tanden en blijkbaar
ergerde het hem, dat de agent hem zoo weinig
vertrouwen schonk; desniettegenstaande vol
deed hij aan het hem gedaan verzoek, en na
verloop van eenige minuten gaf hij hem een
brief van aanbeveling over.
„Ik wenBch u een goeden uitslag," zeide
bij, „naar ik hoop zal ik spoedig de beloofde
mededeelingen erlangen, gij weet toch wat er
voor mij en mijn cliënt aan de ontmaske
ring van den bedrieger gelegen is."
Bouman knikte toestemmend en borg den
brief in zijne portefeuille.
„En wanneer de zaak niet al te grooten
spoed eischt, dan ia het beste dat ge u heden
avond tusschen 6 en 7 unr naar den rechter
van instructie begeeft," zeide de advocaat,
„gij kunt dan in zijn bureau ongestoord met
hem spreken."
„Ik dank u en zal den mij gegeven raad
opvolgen. Indien alles naar wenach gaat, dan
kan wellicht reeds morgen de cataBtrophe in
treden; doch het is ook mogelijk, dat zij nog
eenige dagen op zich laat wachten."
„En het waarschijnlijkst is misschien, dat
er in 't geheel niets van komt," sprak de ad
vocaat. „Uw geheimenkraam staat mij niet
aanwaart gij zeker van uwe zaak, dan zondt
ge mij nadere ophelderingen geven en mijne
raadgevingen niet in den wind slaan."
Bonmann stond reeds aan de deur. Hij
schndde beteekenisvol en lachend bet hoofd,
alsof hij wilde zeggen, dat hij de inzichten
van den advocaat niet deelde en verwijderde
zich vervolgens.
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van C. DE BOER Jr.
r-N
*=*JD
iStt