'T VLIEGEND BLAADJE.
SLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
l\o. H87.
Woensdag 2 Juli 1884.
Twaalfde Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nnmmers 2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
Bureau: SPOORSTRAAT ea ZDIDSTRAAT.
Advertontlön
yan 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 1 Juli 1884.
Donderdag werd bij de Directie
der Marine te Amsterdam een aan
besteding van verschillende artikelen
gebonden. De heer T. C. Govers,
alhier, was minste inschrijver voor
Kramerpeu ad f 2632 48, Kommalie-
goederen ad f 574 90, Machinekamer
behoeften ad f2561.68.
Blijkens een bij het Departement
van buitenlandsche zaken ontvangen
telegram van den consul der Neder
landen te San Domingo, is Zr. Ms.
sckroefstoomschip Tromp, onder bevel
van den kapitein ter zee P. Ten
Bosch, adjudant van wijlen Zijne
Koninklijke Hoogheid den Prins van
Oranje, den 15deu dezer van daar
vertrokken.
Aan boord was alles wel.
Bij Zr. Ms. besluit van 27 dezer
zijn, met ingang van 1 Juli 1884,
bevorderd tot kapt. ter zee, de kapt -
luits. ter zee S. Kraaijenhoff Van de
Leur, H. J. Van Broekhuyzen, W.
Van Oorschot, A. baron Collot d'
Escury, J. H. Comrags; tot kapt.-lnit.
ter zee de luits. ter zee der 1ste kl.
P. J. Zaal, M. A. Medenbach, A. de
Bruyne, H. A. de Smit Van den
Broecke, M. J. C. Lucardie, L. M.
L. De Haan, L. A. Dittlof Tjassens;
tot luit. ter zee le kl. de luits. ter
zee 2e kl. J. M. Steers, H. Velthuy-
zen, J. C. Jeekel, A. W. F. C. Van
Woerden, J. G. Suethlage, G. M.
Titsingh, J. H. L. J. baron Sweerts
de Landas Wyborgh; is 2°. de ad 1°.
bevorderde kapitein ter zee W. Van
Oorschot, ter zake van langdurigeu
dienst, met 1 Juli 1884 op pensioen
gesteld, onder toekenning van een
jaarlijksch pensioen van f 1800 en
een verhooging daarvan met f 1050
'8 jaars, voor werkelijk verblijf in
militairen dienst in 's rijks overzeesche
bezittingen en koloniën en tusschen
de keerkringen.
Naar men verneemt, zal de in
specteur van Administratie bg de zee
macht, J. A. Waldeck, worden gepen
sioneerd, terwijl de officier van
administratie der le kl. G. H. C. van
Nuijs, die tot dien rang zal worden
bevorderd, den inspecteur van admi
nistratie J. C. E. K. van Wely in
Oost-Indie zal vervangen.
Aan het verslag over den toe
stand der kweekschool voor zeevaart
te Leiden, gedurende het jaar 1883,
is het volgende ontleend:
Op 1 Januari 1883 waren er 179
jongens gedetacheerd; in den loop
van het jaar kwamen er nog 450 bij,
zoodat in het geheel 629 jongelingen
in 1883 hunne eerste opleiding aan
de kweekschool ontvangen hebben.
Van deze 629 jongelieden werden er
378 naar de opleidingsschepen over
geplaatst en 14 uit deu zeedienst
ontslagen wegens lichaamsgebreken
of gebrek aau aanleg. Eén jongen
overleed in het militaire hospitaal,
zoodat er den lsten Januari 1884 nog
236 leerlingen overbleven.
Met zekerheid kunnen wij mel
den, dat omtrent den begrafenisdag
van den Prins van Oranje nog niets
is beslist.
Te Creuth aangekomen, zal Z. M.
de Koning, na overleg met de ge-
neesheeren, eerst bepalen van neer hij
naar Nederland terugkeert, en daar
van zal de ter-aardebestelliug afhan
kelijk zijn.
Men acht het waarschijnlijk dat de
begrafenis niet voor half Juli zal
plaats hebben. (Vad.)
Het is een feit, (zegt het Vader
land) dat ons leger den rouw over
Z. K. H. den Prins van Oranje nog
niet heeft aangenomen. Als reden
noemt men, dat Z. M. de Koning nog
niet bepaald heeft voor hoe lang
men zal rouwen. Men begint dus
met den rouw niet te dragen, omdat
men nog niet weet, wanneer men
dien zal afleggen. Dat die »vorm-
quaestie" een vreemden indruk maakt
is zeker. Alle buitenlandsche hoven
rouwen al dagen laEg; ons leger
niet.
Ook beeft het de algemeene aan
dacht getrokken, dat geene eerewacht
bij het paleis van Z. K. H. was op
gesteld, toen er gelegenheid bestond
het lijk te bezichtigen.
Naar het Utr. Dbl. verneemt,
zijn de voorloopige overwegingen ten
aanzien der voogdijwet reeds zoover
gevorderd, dat het wetsontwerp bin
nen betrekkelijk zeer korten tijd bij
de Staten-Geueraal zal inkomen.
H. M. de Koningin moet daarbij
zgn aangewezen als voogdes, terwijl
als de aanzienlijke Nederlanders,"
welke haar in den raad van voogdij
zouden ter zijde staan, zullen worden
voorgedragen jhr. mr. G. C. J. Van
Reenen, vice-president van den Raad
van State, mr. C. Th. graaf van
Lynden van San den burg, oud minister,
en A. baron Schimmelpenniuck van
der Oye.
Reeds vroeger is gemeld, dat
te Wieringerwaard een kind zou zgn
verdronken, waarbij moedwil van de
zijde des vaders in het spel was.
Thans deelt men mede. dat vader
en dochtertje, in den Dacht van 24
op 25 dezer in een hondenwageu van
Schagen terugkeerende, aan den Bar-
singerweg te Wieringerwaard met het
voertuig in de sloot geraakten. De
vader wist zich te redden, ook de
honden werden gered, maar het kind
verdronk. Men denkt aan moedwil
bij den vader, die reeds eenige dagen
te voren verteld had, dat zgu dochter
tje verdronken was, hetgeen toen bleek
onwaar te zgn.
Een dievenbende, bestaande
uit 5 meisjes en jongens, omstreeks
16 jaar oud, werd Vrijdag te Arnhem
gearresteerd. Kleederen, zink, looden
pijpen, steigertouweu, geld, alles wat
onder hun bereik kwam, werd mede
genomen, en liefst uit die wouingeu
waar de bewoners hun uit medelijden
met hunne armoede eerst van een
goed maal eten voorzagen.
Een boer maakte iu zekere ge
meente voor eenigen tijd jacht op
zijne dochter en een jongen uit den
omtrek, met wien zg er van door
was gegaan, dewijl hg de vader
baar niet had willen laten trouwen,
omdat hij haar noodig had in de
kaasmakerij. De man had het voort
vluchtige paar weldra gevonden en
viel den jongen aan, doch deze ver
dedigde zich zoo goed, dat hij den
vader van zijn liefste op den grond
wierp en terdeeg afranselde. De
boer verklaarde dat hg er genoeg
van haddat hg gevoeld bad dat
de jongen handen aan het lijf had
om te werken en dat hg hem gaarne
zijn scboonzoon zou noemen. De
vrede werd gesloten en het drietal
keerde naar de boerderij terug, waar
verleden week de bruiloft is gevierd.
Onder het eten heeft de boer aan
de gasten de blauwe plek laten zien,
welke hem de meer vertrouwelijke
kennismaking met zgn schoonzoon
herinnert.
Het genootschap »Artis" te Am
sterdam heeft dezer dagen een groot
verlies geleden door den dood van
een der beide zeeleeuwen. De andere
schijnt zich de scheiding zóó aan te
trekken, dat men ook voor het behoud
van diens leven vreest.
Een groote menigte verdrong
zich Vrijdagavond op de O. Z. Ach
terburgwal, te Amsterdam, vóór het
huis vau een tapper, die ia de gijze
ling genomen zou worden en bij de
komst van den deurwaarder niet te
vinden was.
Steeds groeide de menigte aan en
er was een sterke politiemacht noodig
om de orde te bewaren. Op de naast-
bijzijnde brug viel door het opstuwen
der massa een lOjarig knaapje, tus
schen de leuning door, iu het water
en dreef al spoedig naar het midden
der gracht. De politie-ageut Jansen
sprong aanstonds geheel gekleed te
water en bracht den drenkeling on
gedeerd weder aan den kant.
Dit alles ware niet gebeurd, indien
de tapper begonnen was met datgeen
waarmede hij nu eindigde, nl. het
verschuldigde aan den deurwaarder
te betalen
Op de spoorlijn tusschen Oost-
zaan en Purmerende is vermoedelijk
door kwaadwilligen eeu hindernis op
de rails gelegd voor een aankomenden
zandtrein. De machinist en de con
ducteur hebben slechts een schok ge
voeld en daarna twee personen, uit
het land komende, iets zien oprapen.
De zaak is in streng onderzoek.
Men zal zich herinneren, dat
ten vorigen jare door A. Sgbrandi,
destijds veldwachter te Scharnegoutom
bij Sueek, thans chef-veldwachter te
Hees ouder Nijmegen, te Scharne
goutom drie mannen werden opge
spoord en aangehouden, die aldaar
en in andere gemeenten van Fries
land vaRche bankbiljetten badden
uitgegeven, en nog in bet bezit van
een aantal zoodanige bankbiljetten
werden gevonden. Daarvoor werd
hg bij besluit van den Minister van
Justitie, d. d. 23 October jl., iu het
Algemeen Politieblad eervol vermeld,
terwijl hem bij Koninklijk Besluit
als belooning daarvoor een gratifi
catie van f50 werd toegelegd. Thans
heeft ook de Nederlaudsche Bank,
wier bankpapier was nagemaakt, dien
beambte een geldelijke beloouing van
gelijk bedrag toegekend.
De persoon, die eenigen tijd
geleden getracht heeft zich te Utrecht
van bet leven te berooven, door zich
onder een trein te werpen, leeft nog
ondanks zgne verschrikkelijke vermin
king, en bevindt zich zelfs betrek
kelijk wel, ofschoon zgne beide armen
en één been geheel en het andere
been gedeeltelijk zgu afgezet. Da
gelijks wordt de ongelukkige in het
gasthuis door zgne vrouw bezocht.
Twee metselaars, aau het iu
aanbouw zijnde station te Waspik
werkzaam, wilden eens gaarne»Maan
dag houden." Ze vonden den rijks
daalder, dien ze samen bezaten, echter
niet voldoende om den heelen dag
nit te zgn, en kwamen nu overeen,
dat de een in een herberg zonder
vergunning" eenige klaartjes zou
gaan drinken met een rijksdaalder in
den zak, terwgl de ander voor rijks
veldwachter zou spelen. Toen de een
goed en wel aan den Schiedammer
gezeten is, komt dan ook de ander
binnen, maakt zich bekend als rijks
veldwachter en vraagt aau de tapster
met een doordringenden blik, of zg
vergunning" heeft; de vrouw ant
woordt huilend van neen de man
der wet verbaliseert de tapster en
haar klant; beiden smeeken om het
dezen keer door de vingers te zien,
dat zg het niet meer doen zouden,
doch de veldwachter blijft onverbid
delijk, tot de metselaar op het denk
beeld komt om de macht van het
zilver op het politiehart te beproeven,
enna lang bieden en loven
worden zg het eensde bekeurde met
selaar en de tapster zouden ieder een
Rijksdaalder geven, dan bleef de zaak
rustenbeiden betaalden en de veld
wachter vertrok.
De tapster was nog big, dat ze erzoo
goed afkwam, en schonk den klant
voor zijn hulp ook bet gelag nog vrij,
met een footje toe; en de Maandag -
houders konden nu door hun welge
slaagde oplichterg er een luien en
lekkeren dag van nemen.
Donderdag jl. behandelde het gerechts
hof te Arnhem het geruchtmakend proces
tegen Gradus Arends, wonende te Vorst bij
Kleef, die beschuldigd wordt met zekeren
Schepop die in Duitschland zal terecht
staan Hermanus Wienen te heb beu ver
moord, op Hermanus Ulkeman poging tot
moord te hebben gepleegd en diefstal met
inbraak in de boerenhoeve van de gebr. Groo-
teboer onder Raalte, alles in den vroegen
morgen van 11 Nov. 1888.
De feiten, medegedeeld in de akte van be
sehuldiging, waarvan een uittreksel voor
komt in „De Amsterdammer" van 22 Juni
1L, worden door de getuigen geheel en al be
vestigd. Alleen is Ulkeman niet volkomen
zeker, dat hij in den persoon, die Wienen in
zijn vlucht heeft achtervolgd met den revol
ver in de uitgestrekte hand, Arends heeft
herkend, daar hij door die schoten, „erg be-
dusd" was. Hij meent het wel, maar wil er
niet op staan.
De verklaringen van dezen getuige (Ulke
man) bewijzen overigens, dat hij niet spoedig
van „bedusdheid" heeft te lijden; met groote
kalmte legt hij getuigenis af van de bijzon-
derheden, die hij heeft waargenomen, toen
zijn leven aan een draad hing en toen hij, om
het te redden, had besloten cich dood te hon
den. Zelfs bij al de ijselijkheden, die de ad
vocaat-generaal in zijn requisitoir opsomde
en die onder het auditorium sohrik en ont
steltenis teweegbrachten, luistert hij kalm en
zonder dat men kan opmerken, dat de lof,
die hem door den president en door het Open
baar Ministerie wordt toegebracht, veel in
druk op bem maakt.
Alleen als de advocaat-generaal melding
maakt van de proef der moordenaars, die hem
een lucifer onder den neus hielden om te zien
of hij wel dood was, is hij ontroerd Pneen,
er speelt een glimlach van voldoening om
zijne lippen, dat hij die kerels zoo mooi heeft
beet gehad. Onaandoenlijk, maar vastbera
den en zelfs scherpzinnig ziet deze hoeren
jongen uit den Overijselschen achterhoek eruit
en hij is ook blijkbaar een (linke borst, wiens
buitengewoon harde schedelbeenderen, die
hem het leven hebben gered en die de bewon
dering der dokters opwekken, in eenig ver
band schijnen te staan met zijne zeldzame
geestkracht.
De beschuldigde erkent in hoofdzaak, maar
zoekt de hoofdschnld van zich af en op den
afwezigen Schepop te schuiven, zooals deze
het omgekeerd voor den Duitschen rechter op
hem doet. De verleiding ging, volgens be
schuldigde, van 8chepop uitdeze heeft ge
heel alleen Wienen vermoord, terwijl hij
Ulkeman voor zijne rekening heeft genomen
en op dezen twee schoten heeft gelost. Het
plan om te dooden ontkent hij echter. Men
wilde den éénen persoon, dien men hij Groo-
teboer meende te zullen vinden, alleen bin
den en zóó onschadelijk maken. De revol
vers waren alleen voor verdediging en on
voorziene omstandigheden meegenomen.
De advocaat-generaal jhr. mr. Sandberg
begint zijne rede met de opmerking, dat wei
nigen zich rechtsgeleerden, velen geneeskun
digen allen in Nederland zich godgeleerden
wanen. Onder de weinigen is eohter beschul
digde. Hij maakte zich een stelsel van ver
dediging. Eerst meent hij er te komen door
alles te ontkennen, meenende, dat de getui
gen van bet feit dood waren en wanende, dat
geene aanwijzingen zouden kunnen volgen om
zijne veroordeeling teweeg te brengen. La
ter, toen hem blijkt, dat Ulkeman leeft, be
kent hij, maar tracht hij de meeniog ingang
te doen vinden, dat hij slechts een bijkomend
persoon is en zijn mededader de eigenlijke
schuldige.
De beschuldigde weet klaarblijkelijk niet,
dat hij even strafbaar is, als hij slechts heeft
medegeholpen. En dit staat vast. In 1854
werd zelfs iemand ter dood veroordeeld, die
slechts op wacht had gestaan bij het huis,
waarin zijne kameraden een moord pleegden.
Het Openbaar Ministerie is overigens van
meening, dat Arends hoofdpersoon is.
De advocaat-generaal, thans de geheele
geschiedenis van het plan van Arends en
Schepop en van het feit lelateerend, wijst op
al de aanwijzingen, waaruit z.i, voorbedach
ten rade blijkt, nml. het meenemen der re
volvers, het ontbreken van touw tot binden,
de groote kans, dat zij iemand zonden aan
treffen, die Arends kende, den wenk, dien de
daders elkaar slechts behoefden te geven om
aan te vallen. De diefstal eu binnenbraak
zijn door de verklaringen der getuigen, door
het vinden der zilveren voorwerpen te Cre-
feld, waar zij door Schepop en Arends waren
verkocht en door hunne bekentenis, bewezen.
Adv.-Generaal eischt daarom tegen be
schuldigde wegens moord, poging tot moord
en diefstal bij nacht met binnenbraak ver
oordeeling tot levenslange tuchthuisstraf en
in de kosten van het proces.
De aan den beschuldigde toegevoegde ver
dediger, mr. L. J. van Gelein Yitringa, heeft,
ofschoon zijn gezondheidstoestand hem heden
belet veel te spreken, de vereerende, maar
onaangename taak, hem door het Hof opge
drongen, aanvaard, om het onaangename niet
aan een zijner collega's over te dragen, maar
rekent er op, dat het Hof zijne indispositie
reeds ais verzachtende omstandigheid voor
den beschuldigde zal willen aannemen. Hij
stelt nn voornamelijk twee vragen: le. Is
er voorbedachte raadP 2e. Welk is het aan
deel van den beschuldigde in de daad P
Hij beantwoordt de eerste vraag ontken
nend en zegt, dat er hier hoogstens sprake
kan zijn van doodslag, bedreven met het doel
om van een misdaad de sporen nit te wis-
schen, waarop een tuchthuisstraf van 25
jaren staat. In de tweede plaats ziet hij geen
reden om aan de bekentenis van Arends te
twijfelen, daar ten processe niets is gebleken
van het aandeel, dat deze in den moord van
Wienen heeft gehad dan een onbetrouwbaar
getuigenis van den reeds half bedwelmden
Ulkeman.
Overigens wist hij, in tegenspraak met den
pleiter van het Openbaar Ministerie, die
zeide, dat het ellendige lot, dat beschuldigde
tegemoet gaat geheel zijn eigen schuld is,
erop, dat deze man reeds op zijn 18de jaar
tot zes jaar tuchthuisstraf is veroordeeld en
dat op dien leeftijd zulk een straf zeker alle
goede kiemen heeft moeten dooden, die hem
nog niet geheel hebben kannen ontbreken.
Hij vraagt daarom voor beschuldigde veroor
deeling wegens poging tot moorden diefstal
met binnenbraak tot een straf, die de wijs
heid en de humaniteit van het Hof hem mo
gen opleggen. Na re- en dupliek sluit de voor
zitter de debatten. De uitspraak zal plaats,
hebben Donderdag 3 Juli e. k.