'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINTE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
SI EUW8T1J DINGEN.
wmm KERMIS
No. 1J89.
Woensdag 9 Juli 1884.
Twaalfde Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
D E KERM I S.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nnmmera2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
tturuRISPOORSTRAAT e« ZUDSTRAAT.
Adxrortentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- er. VRIJDAGSMORGENS vóór 10uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Voor eenige dagen zagen we hier en daar
bekommerde gezichten en de vraag werd
meermalen gedaan„Zon de kermis door
gaan?" Enkelen, die bijzonder goed inge
licht waren, verzekerden reeds, dat de ker
mis uitgesteld zou worden. Wat een teleur
stelling gaf dat denkbeeld. Wie weet, hoe
veel plannen er schipbreuk zouden lijden,
als 't eens waar was. Die onrust is nu
geweken en al wat er te voren was bepaald
kan doorgaun, want de kermis staat daar,
zoo praebtig mogelijk opgetuigd, in de stra
len der zomerzon te blinken. En 't is een
echte, een degelijke kermis, zoo mooi als er
ooit te zien was. Vergezel ons, lieve lezers,
maar eens op onze wandeling en we zullen
u inlichten, wat deze kermis te genieten zal
geven. We nemen als uitgangspunt Tivoli.
In dien net aangelegden tuin, waar 't bij
warm weder een genot is, des avonds in de
open lucht een glas bier te drinken, onder
of naast de verlichte tent, staat tussehen
't groen der boomen der Muzen Tempel, in
de gedaante van een schouwburgtent. Slaat
uwe blikken naar omhoog, boven den in
gang of beschouwt de reusachtige aanplak
biljetten en ge bemerkt, dat 't zoo gunstig
bekende gezelschap, onder directie van den
heer van Lier hier een reeks van voorstel
lingen zal geven.
Maandag reeds begonnen de voorstellin
gen met de opvoering van„Mensch, erger
je niet," een geestig blijspel, waarbij de
vertooners herhaaldelijk toegejuicht werden.
Hedenavond geeft men „Door tantes opge
voed". Dit stuk heeft reeds veel succes
gehad.
Waudelen we van hier naar 't Kerkplein.
Den heer Nieuwenhuis treffen we aldaar
op zijne gewone standplaats aan.
De directeur en zijn bijhebbend gezelschap
zullen geene moeite onbeproefd laten om
door 't opvoeren van fraaie stukken hunné
verkregen reputatie op te houden. Een oogen
blik later, en we zijn op 't brandpunt ^er
feestelijkheid 't Molenplein. Met een "kleine
wijziging kunnen we gevoegelijk de woor
den van den dichter Jan van Beers hier
toepassen
„Daar, onder die boomen, klinkt vedel
en trom,
Daar draait en daar zwaait weer de
vroolijke drom
Daar woelt en krioelt het weer alles dooreen
En we geven er als slotregel van ons eigen
maaksel bij
Aan zorgen en kommer, daaraan denkt
er geen."
En ze hebben gelijk ook. Beter eens weelde
dan altijd armoede, zegt 't oude spreek
woord. Excuseer ons, lieve lezers, we zou
den onzen plicht als cicerone haast vergeten
door al die drukte. 8tappen we de carous-
sels, schommelschuiten en dergelijke verma
kelijkheden voorbij en bekijken we eens de
velocipède-inrichting van Rombach. Daarin
kunt ge draaien naar hartelust, en wel onder
't genot van opwekkende muziek. Ha, daar
zien we oude bekenden: Spriet, met zijn
Théatre de Nouveautés en Blanus, thans in
oompagn ^hap met Cuhen. De eerstge
noemde, die onze plaatsgenooten sinds jaren
kent, weet wat hij te aanschouwen moet
geven, om volle tenten te hebben. Een ker
mis, zonder paardenspel, is niet volkomen.
Den twee en viervoetigen kunstenaars zal 't
ook nu, even als vroeger, zoolang 't ons
heugt, niet aan bewonderaars ontbreken. Een
schiettent zal zeker goede saken maken in
een plaats met zooveel verdedigers des vader
lands, zoowel te land als ter zee. De heer
Benner heeft gezorgd, dat zijne inrichting
voldoet aan de gestelde eischeu. Verder ziet
ge nog de la Ruelle met zijn natuurwonder,
den jongen reus Raimond.
We maken u nu nog attent op 'tcafé-
chantant onder directie van Henning en
Smid. Ha! hier hebben we Boukamp met
zijne ono ver treffelijke wafelen en Gez. Rijken
en v. d. Kam met hunne van ouds gerenom
meerde poffertjeskramen ook. Na zulk een
wandeling mogen we wel even eeu zitje ne
men. Kijk, dat etablissement ziet er flink eu
degelijk uit. 't Is de nieuwe onderneming
van onzen plaatsgenoot M. P. Polak, 't Is
hier zeer net ingericht. Men drinkt er een
overheerlijk glas bier, wordt vlug bediend,
geniet van tijd tot tijd voor afwisseling een
stukje muziek en als men een plaatsje voor
aan kan krijgen, heeft men gratis een riant
uitzicht op de kermisdrukte.
Nu moedig weer op 't pad, langs de rij
kramen met allerhande artikelen, waarvan
koek, speelgoed en galanterien wel de hoofd
draak uitmaken. Niemand zal wel verzui
men de prachtige galauteriekraam van Gebr.
Bonnier eens met aandacht te bekijken.
Hé! ziet ge dien ouden bekende daar?
Waarlijk de man herkent om ook. 't Is
de oude Dirk Visser, van Purmerend. Neemt
gerust, als ge huiswaarts gaat, wat mede
van zijne worst, paling of zalm, want
door ondervinding weten we de voortreffe
lijkheid zijner waren te schatten.
Wat, ge wilt rechtuit? Neen vrienden,niet
zoo driftig. We hebben u nog een verras
sing bespaard. Wat 't is? Komt maar mee
en ge zult u de moeite niet beklagen. Maar
de komedie is al lang aan den gang. Wie
zegt u dat we naar de komedie gaan Neen,
we gaan Tivoli binnen. Ge hadt niet ge
dacht, hier zulk een gezelschap aan te tref
fen, wel? Nu, hier snellen eeu paar uren
vöorbij, eer men er aan denkt, 't Gezelschap
onder directie van den heer G. Strooben mag
wel onder de beste iu dat genre gerangschikt
worden. Er zijn wezenlijk goede zangers en
zangeressen bij. De acrobaten enz. zijn spe
cialiteiten in hun vak en de komiek, Henri
Strouss,. maakt ons aan 't lachen, al hadden
we geen lachen in den zin. 't Prettigste is
hier intusschen de afwisseling. Hier kunnen
de beoefenaren der gymnastiek zien, tot
welk een hoogte men 't door oefening kan
brengen in vlugheid en spierkracht. Ondanks
onze bewondering, raden we echter uiet aan uit
liefhebberij sommige toeren na te willen doen
Over bediening en consumptie zijt ge
tevreden P Ja, dat wist ik wel vooruit. We
gelooven niet te overdrijven, wanneer we
zeggen, dat de meesten 't niet bij een enkel
bezoek zullen laten. Nu langs de kramen
naar 't Heldersche plein. Ook hier is alles
leven en vroolijkheid, wat men ziet en al heeft
men hier niet 't leeuwendeel, er is genoeg te
bekijken. Eerstens 't cagliostro-théatre van
A. Alber, dat volgens de aanplakbiljetten
heel wat amusants belooft. Daar staat H.
Meijer met een glasblazerij, 't Bewerken van
't glas is wel waardig eens aandachtig bezien
te worden. Hier ziet ge Prenger met Parij-
sche karikaturen (goed voor liefhebbers van
lachen.) R. Boekei met een panorama en
A. Bakker met een Romeinsch-cyclorama en
tot slot een tent voor werp-oefeningen, alias
't spel van Ledderom, van D. Slieker. Uebt
ge nog lust de vastheid uwer hand en de
juistheid van uw oog te beproeven, gaat dan
in de schiettent van H. de Nies en hebt ge
nog niet genoeg gedraaid, dan hebt ge gele
genheid in de tramway van Xhaflaire.
Hebt ge nog pleizier, langer op de ker
mis te blijven, dan raden we u aan eens
aan te loopen in Café Passage, van den
heer C. Denijs, waar ge u zeker zult amu
seeren en tevens weer eens kunt uitrusten.
Daarna kunt ge, als ge nog in de jaren
der danslust zijt, u amuseeren in Musis
Sacruin, 't Lokaal de Vereeuiging, van de
wed. van Wijngaarden of in 't Wapen van
Noordholland,
Mochten we niet alles genoemd hebben,
wat te vermelden is en hebben we soms
door de kermisdrukte hier of daar wat
vergeten, d*n raden tfe u in gemoede aan
,,'t Vliegend Blaadje" op uw gemak te lezen,
want al wat de vermelding verdient is
daar onder de rubriek annonces te vinden.
En nu, lieve lezers,!makeu we u ons kom-'1
pliment, omdat ge ons zoo onvermoeid ge
volgd zijt eu zoo aandachtig hebt geluisterd
naar hetgeen we u mededeelden. Excuseer
ons, dat we nu afsóheid nemen met den
weusch
Een pleizierkge Kermis 1
HELDER, fe Juli 1884.
Met ingaugj van 1 September
a. 8. zijn door deii miuister van ma
rine, iu alphabetïsche orde gerang
schikt, benoemd tot adelborsten 3de
kl. voor den zeedienst bij het Konink
lijk Instituut voch| de mavino alhier.
M. J. Van Alpheu de Veer, K.
Van Andel, E. jVan Assum, J. H.
A. Van Barneveld, G. Den Berger,
P. A. Bik, H. J.iBoldingli, J. B. M.
Ten Bosch, W. J Buiige, O. L. Van
Buuren, jhr. E. lC. U. Calkoen, H.
T. Cóx, U. J. l4. Doornbos, J. M.
Eyken Sluyters, jbr. J. A. Van Geen,
A. J. De Graaf,! F. W. J. Groene-
boom, L. T. Va$ Ileusden, J. Hof
stede, jhr. O. T. L. Holmberg do
Beckfelt, A. G. I)e Joncheere, G. J.
Kniphorst,F H.Dé Koek van Leeuwen,
J. L. Von Lcscljeu, J. It. Van O3-
selen, M. Reynvain, M. Schoo, P. H.
D. Schuttevaer, 0. Van der Slooteu,
D. J. A. G. F. Van den Steen van
Ommeren, W. J. Tjjl, J. W. F. De
Wal, J. Van Wickevoort Crommelin,
jhr. C. A. L Van der Wijck, J. H.
Zeeman, J. Zur Mühlen.
In onderscheidene plaatsen van
ons land zijn in de laatste dagen
eenige personen door de geweldige
hitte bezweken. Ook bij het on-
weder, dat op menige plaats vrij hevig
was, zijn enkele personen door den
bliksem getroffen en gedood.
Als gewoonlijk zijn ook bij het
zwemmen en baden weder een aantal
personen verdronken en zouden we
een geheele couraut niet dergelijke
ougeluks-berichteu kunueu vullen.
Door de Prov. Staten van Noord-
holland is aan den lokaal spoorweg
tussehen Modembhk eu Hoorn een
subsidie toegestaau van f150.000.
Zaterdagmorgen ging te Amster
dam een kassiersbediende naar de
associatie-cassa, om voor zjjn kantoor
f55,000 te ontvangen. Bij het af
komen van de trap werd hjj door
twee heereu bijna omvergeloopen en
bemerkte eerst, toen hij een volgend
kantoor bezocht, dat hem zijn porte
feuille met genoemd belaugrijk bedrag
ontbrak. Dadelijk ging hjj terug,
doch moest aan de ass.-cassa ver
nomen, dat daar niets was ge
vonden.
Hij hoorde daar echter van iemand,
dat twee heereu, wier uiterljjk over
eenkwam met dat van hen, die hij
op de trap bad ontmoet, ijlings die
gang waren uitgekomen, in een rijtuig
gestapt eu weggereden iu de richting
van bet Centraalstation.
De politie werd onmiddellijk ge
waarschuwd en toen het doorzoeken
van de wachtkamers geen resultaat
gaf, telegrafeerde men naar alle om
liggende stations.
Dankzij deze vlugge maatregelen,
is het mogen gelukken, de beide
dieven, die werkelijk dezelfde bleken
te zijn als de verdachte te Haarlem,
in handen te krjjgen.
Zij hadden het geld nog bij zich.
Een koloniale soldaat en een
burger die Vrijdagavond te Amsterdam
een rijtoer maakten, geraakten op eens
in twist en eindelijk aan het vechten,
waarbij den koloniaal door zijn tegen
partij een welgevulde beurs en al
zijn papieren zijn ontstolen. De
dader is vervolgens uit het rijtuig
gesprongen en heeft zich uit de
voeten gemaakt.
De Tweede Kamer heeft Vrijdag
het wetsvoorstel tot verhoogiug van
het gedistilleerd aangenomen,
met 57 tegen 6 stemmen, na aan
neming van een amendement van
den heer Verniers van der Loeff, om
de verhooging slechts tot 1 Januari
1886 te doen heffen, waardoor de
wet eeu tijdelijk karakter erlangt.
Een treurig geval had dezer
dagen te Poederooien plaats.
Een jongmeü8ch, dat den volgenden
dag in het huwelijk zou treden, was
den geheelen dag ijverig op het veld
met maaien bezig. Toen hij na afloop
zich even nederzette om zijn zeis
voor den volgenden dag te gaan
scherpen, zei hij tot zijne omgeving:
»ik word zoo raar," liep een paar
malen om zakte neer en was
lijk. Direct ingeroepen geneeskundige
hulp kon slechts den dood consta-
teeren. Men vermoedt dat hij ten
gevolge der hitte is bezweken.
Twee knapen van 8 en 12 jaren,
die Vrijdagmiddag te Vlissingen op
eene voor onervaren zwemmers zeer
gevaarlijke plaats, aan den Ramme-
kensdijk, waren gaan baden, zijn
daarbij verdronken, hoewel nog po
gingen tot hunne redding in het werk
gesteld werden door personen, die het
gevaar bemerkten. Het ljjk van een
der knapen werd spoedig daarnage-
vonden en naar de ouderlyke woning
vervoerd.
Een jonge Duitscher, voor eeni
ge dagen als kellner in een logement
te Amsterdam ontslagen, had zich
Donderdagnacht door inbraak in het
hdtel meester gemaakt van een vrg
aanzienlijke som gelds en een kostbaar
gouden remontoir, waarmede hjj naar
zijn vaderland wilde terugkeeren.
Juist stond hij daartoe Vrjjdagmorgen
aan het eeu traal-station gereed, toen
de inspecteur Doornbos van de 2e
sectie hem ontdekte en arresteerde.
Al het gestolene werd nog in zgn be
zit gevonden.
Ter kermis nu, ter kermis nu
't Is blijdschap overal.
Wat druk gewoel langs plein en straat,
Wat al gejoel, gezang, gepraat
Van menschen zonder tal.
De poppenkast, 4® poppenkast,
Verschaft ook veel génot!
Daar kijft Jan Klaassen met Katrijn,
Alsof het heusqbt menschen zijn
Wat doet^oo'n paar toch zot!
Komt binnen maar, komt binnen maar,
Hier is veel moois te zien:
Een kleine hond, die bellen blaast,
Een kip, die breit en haakt en maast
En veel nog bovendien.
Naar 't beestenspel, naar 't beestenspel,
't Is leerzaam voor de jeugd
Men maakt er vau een beest of drie
Een kostbare menagerie,
Ook dat verhoogt de vreugd.
Draait vroolijk rond, draait vroolijk rond,
Nu is het draaienstijd1
De draaimolen voert jong en oud,
En ieder die van draaien houdt,
In 't rond en maakt verblijd.
De kramen lanfcs, de kramen langs,
Daar vindt gij ^llerléi
Daar ziet gij poppen met groen haar,
Horloges van vijf centen maar
En veel meer zulk gerij.
Eet poffers nu, en wafels nu,
Ze zijn volstrekt niet duur
Veel boter wordt er bijgedaan,
Met suiker zijn zij overlaan,
Al was het beslag ook znur.
Den schouwburg in, den schouwburg in,
Daar zie je wat voor 't geld
Daar kan je soms een moord of tien
Voor een onnoozel kwartje zien
Men staat er van versteld
Naar 't paardenspel, naar 't paardenspel,
Daar heen nog tot besluit!
Daar zie je toeren, lang niet min,
Een clown springt dan zijn neusgat in
En 't andere neusgat uit.
De tentjes in, de tentjes in,
Ook daar vindt gij pleizier!
Hier toch voorspi^t men elk zijn lot,
Dadr biedt het schieten weer genot,
Ginds ziet ge een wonderdier.
X
Ter kermis dat^, ter kermis dan,
't Vermaak is er publiek
Bij oliekoeken, lekker znur
En eieren, vaak slecht en duur,
Smaakt men volop muziek.
Ter kermis dan, ter kennis dan,
Geniet vrij van de pret
En droom met een gerust gemoed
Van den genoten overvloed,
Als ge uitrust op uw bed.
FEUILLETON.
De strijd om een millioen.
ROMAN IN DRIE DEELEN,
62. KAAK 'T DÜITBCH VAN
EPWARP AUGUST KöNIG.
„Zij bewijst eveneens niets hoewel ik niet
bestrijden wil dat sij later als een schakel in
den keten van bewijzen dienst zou kunnen
doen. Wanneer de vrouw verklaart, dat zij
deze" -°Up zonder medeweten van haren heer
flAPt dan 's die rechtvaardiging vol-
_hen echter erkent het gerecht
1 r\ er valachheid niet, zoolang
van bet vervaïsche stuk geen gebruik is ge
maakt. De woorden door vrouw Limm, ter
wijl zij een roes in had, geuit, hebben even
eens niets te betcekenen en wilde ik ieder,
die dergelijke dreigementen uit, laten ge
vangen en in verhoor nemen, dan weet ik niet
hoe ik door mijn werk zou komen. Wetter
verlangt zijne vrijlating en dreigt met een
aanklacht tegen den marskramerhet is zijn
recht en ik durf het niet langer weigeren
te ontslaan."
„Is zijn bagage doorzocht!"
„Ik heb u reeds gesegd, dat er niets ont
dekt is geworden, 't geen hein, op welke
wijze dan ook, verdacht kan maken.'
„Ook geen wapenen."
„Ja, men heeft bij hem een zakrevolver ge-
Tonden, maar daar hij van dit wupen zelfs
niet eens gebruik gemaakt heeft om er mede
te dreigen, kan het bezit alleen daarvan
geen rede tot het indienen van een aanklacht
tegen hem opleveren."
Boumann voelde al meer en meer den grond
onder zijne voeten wijken, maar toch verloor
hij de hoop nog niet; hot was voor hem een
zaak van eer geworden de moeilijkheden, die
zich voordeden, op bevredigende wijze op te
lossen.
„Dan blijft mij nog een laatste middel
over," zeidc hij, „en ik wil ook dat beproe
ven. Houdt u den man gevangen tot morgen
voormiddag, op een dag meer of minder zal
het na toch wel niet aankomen. Morgen vroeg
zal ik u komen vertellen of een nader ver
hoor nog eenig succes kan opleveren."
„En wat denkt ge in dien tusschentijd te
doen
„Ik zal den eerstvolgénden nacht in de ge
vangenis doorbrengen."
„Gelooft gij inderdaad hem door een list
in de val te kunnen lokken?"
„Ik hoop het."
„Nuttelooze moeite," zeide de rechter, de
schouders ophalende. „Gij zult daardoor
niets bereiken. Mogelijk dat de man een paar
gevaarlijke woorden uit, doch als bewijzen
kan ik zulke woorden niet laten gelden, want
het is te verwachten, dat bij die in het eerst
volgend verhoor weder terug zal nemen."
„Laat u het aan mij over den man op glad
ijs te brengen; ik denk wel dat hij vallen
Zal. Ik heb de geheele geschiedenis ïecds
overlegd en koester de beste hoop. Geef nu
slechts bevel, dnt ik in dezelfde cel gesloten
wordt, dat is alles wat ik van u begeer."
„Kwam hierbij ook niet het vermoorden
des kosters in 't spel on het groote verlangen
om den moordenaar te ontdokken, dan zou
ik de verantwoording niet op mij willen ne
men," zeide de rechter na een korte pauze en
onderwijl met de hand over bet voorhoofd
strijkende. „En wanneer ook al uwe vermoe
dens, zooals men wel eens zegt, uit de lucht
gegrepen zijn, dau hebben zij toch een zekere
waarschijnlijkheid voor u en dat is voldoende
om de gevangenhouding van den man te
rechtvaardigen. De Amerikaansche consul
zal mij wellicht later onaangenaamheden kun
nen berokkenen maar ik wil het er op wagen
en aan uwen wensch gevolg geven. Wat cal
er echter gebeuren wanneer ge niets bereikt
Zal in dat geval de Amerikaan niet te weten
komen water gebeurd is en u om vergoeding
vragen?"
Een minachtend lachje speelde om de lip
pen van den geheimen agent.
„Ik ben natuurlijk eveneens voorloopig
aangehouden," antwoordde hij, „cn als zoo
danig moet ik door den cipier in tegenwoor
digheid van den gevangene behandeld wor
den. En wordt desniettegenstaande toch ont
dekt wat mijn doel geweest is, dan zal ik
Wetter later wel uit den weg gaan. Meak u
omtrent mij geene zorgen, mijnheer do rech
ter, ik heb reeds zoo menig misdadiger ont
maskerd en ik denk dat het mij ook bij dezen
gelukken cal."
„En boe laat wilt gij morgen weder losge
laten worden P"
„Vergun mij dat ik zelfs den cipier de noo-
dige bevelen geefik zal hem voor zoover
noodig met de zaak in kennis stellen."
„Goed, zoo ge wilt, doch ik stel nog eene
voorwaarde. Hoe ook alles moge afloopen, gij
zwijgt er over, dat de zaak tussehen ons was
afgesproken."
„Die voorwaarde neem ik aan."
„Welnu, beproef dan uw geluk, en mij zal
het zeer aangenaam zijn wanneer ik morgen
voldoende bewijzen van u ontvang. Dit zeg
ik q echter, komt ge dezen nacht niets deug
delijks te weten, dan moet ik morgen voor
middag den gevangene loslaten, en daaraan
valt niets te veranderen."
Met een beklemd hart verliet Bonmann de
kamer; bij was niet zoo zeker van zijne
zaak als bij tegenover den rechter had laten
blijken, doch het was de laatste hoop waar
aan hij zich evenals een drenkeling aan een
stroohalm vastklemde.
Het was middag toen hij het vertrek van
den rechter verliet, en op zijn terugweg ont
moette hij den ouden boekhouder Burgraf,
wiens bedrukt gelaat er ook al niet toe bij
droeg hem delast van zorgen, waaronder hij
zelfs gebukt ging, te verlichten.
Burgraf was blijven staanmet koortsach
tige verwachting rustte zijn blik op het ma
gere gelaat van Boumann.
„Niets nieuws? vroeg hij.
„Tot heden nog niet," zeide Boumann, de
schouders ophalende, „ik geloof vaat, dat wij
ons allen vergiat hebben."
De oude boekhouder zweeg, doch hij ver
zocht Boumann door middel van een wenk
hem te vergezellen, en eenige minuten later
gingen ze sumen een wijnhuis binnen.
„Ge sijt alzoo in't geheel niet tot nieuwe
ontdekkingen gekomen?" vroeg Burgraf,
nadat de kellner de gevraagde flesch gebracht
had. „Dat te hooren is mij zeer onaange
naam ik had al mijn hoop op u gevestigd,
na is ook deze vernietigd en ik schrik voor
het einde."
„Gy sijt benauwd daarvoor?" vroeg Bou
mann verrast. „Wat hebt gij dan met de
zaak uitstaan f"
„Ik niets, maar mijn chef
„Lieve hemel, hem kan, in den grond ge
nomen, de geschiedenis tamelijk onverschillig
zijn. Hij keert het aan hem toevertrouwde
kapitaal dengepe uit, die het gerecht als de
erfgenaam erkent en daarmede is hij van
iedere verantwoording ontheven."
Burgraf schudde het grijse hoofd hij kon
niet alles zeggen, wat hem coo swaur viel en
druktegeheimen, die op de eer van zijn chef
een smet moesten werpen, durfde hij aan een
vreemde niet verraden.
„Het kapitaal zal morgen bij de bank ge
deponeerd worden," zeide hij na eene pauze.
„In Godsnaam, daaraan valt niets te ver
anderen. Of vreest gij dat de koopman die
voorwaarde niet vervullen kan."
„Het sou belachelijk zijn daarvoor vrees
te koesteren."
De blik van Boumann rustte vorscbend op
het bleeko gezicht van den ouden man en de
ernstige bezorgdheid, die zich laarin afspie
gelde, kon hem niet ontgaan.
Wordt vervolgd.