'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINTE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. SI EUW8T1J DINGEN. wmm KERMIS No. 1J89. Woensdag 9 Juli 1884. Twaalfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. D E KERM I S. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nnmmera2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. tturuRISPOORSTRAAT e« ZUDSTRAAT. Adxrortentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- er. VRIJDAGSMORGENS vóór 10uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Voor eenige dagen zagen we hier en daar bekommerde gezichten en de vraag werd meermalen gedaan„Zon de kermis door gaan?" Enkelen, die bijzonder goed inge licht waren, verzekerden reeds, dat de ker mis uitgesteld zou worden. Wat een teleur stelling gaf dat denkbeeld. Wie weet, hoe veel plannen er schipbreuk zouden lijden, als 't eens waar was. Die onrust is nu geweken en al wat er te voren was bepaald kan doorgaun, want de kermis staat daar, zoo praebtig mogelijk opgetuigd, in de stra len der zomerzon te blinken. En 't is een echte, een degelijke kermis, zoo mooi als er ooit te zien was. Vergezel ons, lieve lezers, maar eens op onze wandeling en we zullen u inlichten, wat deze kermis te genieten zal geven. We nemen als uitgangspunt Tivoli. In dien net aangelegden tuin, waar 't bij warm weder een genot is, des avonds in de open lucht een glas bier te drinken, onder of naast de verlichte tent, staat tussehen 't groen der boomen der Muzen Tempel, in de gedaante van een schouwburgtent. Slaat uwe blikken naar omhoog, boven den in gang of beschouwt de reusachtige aanplak biljetten en ge bemerkt, dat 't zoo gunstig bekende gezelschap, onder directie van den heer van Lier hier een reeks van voorstel lingen zal geven. Maandag reeds begonnen de voorstellin gen met de opvoering van„Mensch, erger je niet," een geestig blijspel, waarbij de vertooners herhaaldelijk toegejuicht werden. Hedenavond geeft men „Door tantes opge voed". Dit stuk heeft reeds veel succes gehad. Waudelen we van hier naar 't Kerkplein. Den heer Nieuwenhuis treffen we aldaar op zijne gewone standplaats aan. De directeur en zijn bijhebbend gezelschap zullen geene moeite onbeproefd laten om door 't opvoeren van fraaie stukken hunné verkregen reputatie op te houden. Een oogen blik later, en we zijn op 't brandpunt ^er feestelijkheid 't Molenplein. Met een "kleine wijziging kunnen we gevoegelijk de woor den van den dichter Jan van Beers hier toepassen „Daar, onder die boomen, klinkt vedel en trom, Daar draait en daar zwaait weer de vroolijke drom Daar woelt en krioelt het weer alles dooreen En we geven er als slotregel van ons eigen maaksel bij Aan zorgen en kommer, daaraan denkt er geen." En ze hebben gelijk ook. Beter eens weelde dan altijd armoede, zegt 't oude spreek woord. Excuseer ons, lieve lezers, we zou den onzen plicht als cicerone haast vergeten door al die drukte. 8tappen we de carous- sels, schommelschuiten en dergelijke verma kelijkheden voorbij en bekijken we eens de velocipède-inrichting van Rombach. Daarin kunt ge draaien naar hartelust, en wel onder 't genot van opwekkende muziek. Ha, daar zien we oude bekenden: Spriet, met zijn Théatre de Nouveautés en Blanus, thans in oompagn ^hap met Cuhen. De eerstge noemde, die onze plaatsgenooten sinds jaren kent, weet wat hij te aanschouwen moet geven, om volle tenten te hebben. Een ker mis, zonder paardenspel, is niet volkomen. Den twee en viervoetigen kunstenaars zal 't ook nu, even als vroeger, zoolang 't ons heugt, niet aan bewonderaars ontbreken. Een schiettent zal zeker goede saken maken in een plaats met zooveel verdedigers des vader lands, zoowel te land als ter zee. De heer Benner heeft gezorgd, dat zijne inrichting voldoet aan de gestelde eischeu. Verder ziet ge nog de la Ruelle met zijn natuurwonder, den jongen reus Raimond. We maken u nu nog attent op 'tcafé- chantant onder directie van Henning en Smid. Ha! hier hebben we Boukamp met zijne ono ver treffelijke wafelen en Gez. Rijken en v. d. Kam met hunne van ouds gerenom meerde poffertjeskramen ook. Na zulk een wandeling mogen we wel even eeu zitje ne men. Kijk, dat etablissement ziet er flink eu degelijk uit. 't Is de nieuwe onderneming van onzen plaatsgenoot M. P. Polak, 't Is hier zeer net ingericht. Men drinkt er een overheerlijk glas bier, wordt vlug bediend, geniet van tijd tot tijd voor afwisseling een stukje muziek en als men een plaatsje voor aan kan krijgen, heeft men gratis een riant uitzicht op de kermisdrukte. Nu moedig weer op 't pad, langs de rij kramen met allerhande artikelen, waarvan koek, speelgoed en galanterien wel de hoofd draak uitmaken. Niemand zal wel verzui men de prachtige galauteriekraam van Gebr. Bonnier eens met aandacht te bekijken. Hé! ziet ge dien ouden bekende daar? Waarlijk de man herkent om ook. 't Is de oude Dirk Visser, van Purmerend. Neemt gerust, als ge huiswaarts gaat, wat mede van zijne worst, paling of zalm, want door ondervinding weten we de voortreffe lijkheid zijner waren te schatten. Wat, ge wilt rechtuit? Neen vrienden,niet zoo driftig. We hebben u nog een verras sing bespaard. Wat 't is? Komt maar mee en ge zult u de moeite niet beklagen. Maar de komedie is al lang aan den gang. Wie zegt u dat we naar de komedie gaan Neen, we gaan Tivoli binnen. Ge hadt niet ge dacht, hier zulk een gezelschap aan te tref fen, wel? Nu, hier snellen eeu paar uren vöorbij, eer men er aan denkt, 't Gezelschap onder directie van den heer G. Strooben mag wel onder de beste iu dat genre gerangschikt worden. Er zijn wezenlijk goede zangers en zangeressen bij. De acrobaten enz. zijn spe cialiteiten in hun vak en de komiek, Henri Strouss,. maakt ons aan 't lachen, al hadden we geen lachen in den zin. 't Prettigste is hier intusschen de afwisseling. Hier kunnen de beoefenaren der gymnastiek zien, tot welk een hoogte men 't door oefening kan brengen in vlugheid en spierkracht. Ondanks onze bewondering, raden we echter uiet aan uit liefhebberij sommige toeren na te willen doen Over bediening en consumptie zijt ge tevreden P Ja, dat wist ik wel vooruit. We gelooven niet te overdrijven, wanneer we zeggen, dat de meesten 't niet bij een enkel bezoek zullen laten. Nu langs de kramen naar 't Heldersche plein. Ook hier is alles leven en vroolijkheid, wat men ziet en al heeft men hier niet 't leeuwendeel, er is genoeg te bekijken. Eerstens 't cagliostro-théatre van A. Alber, dat volgens de aanplakbiljetten heel wat amusants belooft. Daar staat H. Meijer met een glasblazerij, 't Bewerken van 't glas is wel waardig eens aandachtig bezien te worden. Hier ziet ge Prenger met Parij- sche karikaturen (goed voor liefhebbers van lachen.) R. Boekei met een panorama en A. Bakker met een Romeinsch-cyclorama en tot slot een tent voor werp-oefeningen, alias 't spel van Ledderom, van D. Slieker. Uebt ge nog lust de vastheid uwer hand en de juistheid van uw oog te beproeven, gaat dan in de schiettent van H. de Nies en hebt ge nog niet genoeg gedraaid, dan hebt ge gele genheid in de tramway van Xhaflaire. Hebt ge nog pleizier, langer op de ker mis te blijven, dan raden we u aan eens aan te loopen in Café Passage, van den heer C. Denijs, waar ge u zeker zult amu seeren en tevens weer eens kunt uitrusten. Daarna kunt ge, als ge nog in de jaren der danslust zijt, u amuseeren in Musis Sacruin, 't Lokaal de Vereeuiging, van de wed. van Wijngaarden of in 't Wapen van Noordholland, Mochten we niet alles genoemd hebben, wat te vermelden is en hebben we soms door de kermisdrukte hier of daar wat vergeten, d*n raden tfe u in gemoede aan ,,'t Vliegend Blaadje" op uw gemak te lezen, want al wat de vermelding verdient is daar onder de rubriek annonces te vinden. En nu, lieve lezers,!makeu we u ons kom-'1 pliment, omdat ge ons zoo onvermoeid ge volgd zijt eu zoo aandachtig hebt geluisterd naar hetgeen we u mededeelden. Excuseer ons, dat we nu afsóheid nemen met den weusch Een pleizierkge Kermis 1 HELDER, fe Juli 1884. Met ingaugj van 1 September a. 8. zijn door deii miuister van ma rine, iu alphabetïsche orde gerang schikt, benoemd tot adelborsten 3de kl. voor den zeedienst bij het Konink lijk Instituut voch| de mavino alhier. M. J. Van Alpheu de Veer, K. Van Andel, E. jVan Assum, J. H. A. Van Barneveld, G. Den Berger, P. A. Bik, H. J.iBoldingli, J. B. M. Ten Bosch, W. J Buiige, O. L. Van Buuren, jhr. E. lC. U. Calkoen, H. T. Cóx, U. J. l4. Doornbos, J. M. Eyken Sluyters, jbr. J. A. Van Geen, A. J. De Graaf,! F. W. J. Groene- boom, L. T. Va$ Ileusden, J. Hof stede, jhr. O. T. L. Holmberg do Beckfelt, A. G. I)e Joncheere, G. J. Kniphorst,F H.Dé Koek van Leeuwen, J. L. Von Lcscljeu, J. It. Van O3- selen, M. Reynvain, M. Schoo, P. H. D. Schuttevaer, 0. Van der Slooteu, D. J. A. G. F. Van den Steen van Ommeren, W. J. Tjjl, J. W. F. De Wal, J. Van Wickevoort Crommelin, jhr. C. A. L Van der Wijck, J. H. Zeeman, J. Zur Mühlen. In onderscheidene plaatsen van ons land zijn in de laatste dagen eenige personen door de geweldige hitte bezweken. Ook bij het on- weder, dat op menige plaats vrij hevig was, zijn enkele personen door den bliksem getroffen en gedood. Als gewoonlijk zijn ook bij het zwemmen en baden weder een aantal personen verdronken en zouden we een geheele couraut niet dergelijke ougeluks-berichteu kunueu vullen. Door de Prov. Staten van Noord- holland is aan den lokaal spoorweg tussehen Modembhk eu Hoorn een subsidie toegestaau van f150.000. Zaterdagmorgen ging te Amster dam een kassiersbediende naar de associatie-cassa, om voor zjjn kantoor f55,000 te ontvangen. Bij het af komen van de trap werd hjj door twee heereu bijna omvergeloopen en bemerkte eerst, toen hij een volgend kantoor bezocht, dat hem zijn porte feuille met genoemd belaugrijk bedrag ontbrak. Dadelijk ging hjj terug, doch moest aan de ass.-cassa ver nomen, dat daar niets was ge vonden. Hij hoorde daar echter van iemand, dat twee heereu, wier uiterljjk over eenkwam met dat van hen, die hij op de trap bad ontmoet, ijlings die gang waren uitgekomen, in een rijtuig gestapt eu weggereden iu de richting van bet Centraalstation. De politie werd onmiddellijk ge waarschuwd en toen het doorzoeken van de wachtkamers geen resultaat gaf, telegrafeerde men naar alle om liggende stations. Dankzij deze vlugge maatregelen, is het mogen gelukken, de beide dieven, die werkelijk dezelfde bleken te zijn als de verdachte te Haarlem, in handen te krjjgen. Zij hadden het geld nog bij zich. Een koloniale soldaat en een burger die Vrijdagavond te Amsterdam een rijtoer maakten, geraakten op eens in twist en eindelijk aan het vechten, waarbij den koloniaal door zijn tegen partij een welgevulde beurs en al zijn papieren zijn ontstolen. De dader is vervolgens uit het rijtuig gesprongen en heeft zich uit de voeten gemaakt. De Tweede Kamer heeft Vrijdag het wetsvoorstel tot verhoogiug van het gedistilleerd aangenomen, met 57 tegen 6 stemmen, na aan neming van een amendement van den heer Verniers van der Loeff, om de verhooging slechts tot 1 Januari 1886 te doen heffen, waardoor de wet eeu tijdelijk karakter erlangt. Een treurig geval had dezer dagen te Poederooien plaats. Een jongmeü8ch, dat den volgenden dag in het huwelijk zou treden, was den geheelen dag ijverig op het veld met maaien bezig. Toen hij na afloop zich even nederzette om zijn zeis voor den volgenden dag te gaan scherpen, zei hij tot zijne omgeving: »ik word zoo raar," liep een paar malen om zakte neer en was lijk. Direct ingeroepen geneeskundige hulp kon slechts den dood consta- teeren. Men vermoedt dat hij ten gevolge der hitte is bezweken. Twee knapen van 8 en 12 jaren, die Vrijdagmiddag te Vlissingen op eene voor onervaren zwemmers zeer gevaarlijke plaats, aan den Ramme- kensdijk, waren gaan baden, zijn daarbij verdronken, hoewel nog po gingen tot hunne redding in het werk gesteld werden door personen, die het gevaar bemerkten. Het ljjk van een der knapen werd spoedig daarnage- vonden en naar de ouderlyke woning vervoerd. Een jonge Duitscher, voor eeni ge dagen als kellner in een logement te Amsterdam ontslagen, had zich Donderdagnacht door inbraak in het hdtel meester gemaakt van een vrg aanzienlijke som gelds en een kostbaar gouden remontoir, waarmede hjj naar zijn vaderland wilde terugkeeren. Juist stond hij daartoe Vrjjdagmorgen aan het eeu traal-station gereed, toen de inspecteur Doornbos van de 2e sectie hem ontdekte en arresteerde. Al het gestolene werd nog in zgn be zit gevonden. Ter kermis nu, ter kermis nu 't Is blijdschap overal. Wat druk gewoel langs plein en straat, Wat al gejoel, gezang, gepraat Van menschen zonder tal. De poppenkast, 4® poppenkast, Verschaft ook veel génot! Daar kijft Jan Klaassen met Katrijn, Alsof het heusqbt menschen zijn Wat doet^oo'n paar toch zot! Komt binnen maar, komt binnen maar, Hier is veel moois te zien: Een kleine hond, die bellen blaast, Een kip, die breit en haakt en maast En veel nog bovendien. Naar 't beestenspel, naar 't beestenspel, 't Is leerzaam voor de jeugd Men maakt er vau een beest of drie Een kostbare menagerie, Ook dat verhoogt de vreugd. Draait vroolijk rond, draait vroolijk rond, Nu is het draaienstijd1 De draaimolen voert jong en oud, En ieder die van draaien houdt, In 't rond en maakt verblijd. De kramen lanfcs, de kramen langs, Daar vindt gij ^llerléi Daar ziet gij poppen met groen haar, Horloges van vijf centen maar En veel meer zulk gerij. Eet poffers nu, en wafels nu, Ze zijn volstrekt niet duur Veel boter wordt er bijgedaan, Met suiker zijn zij overlaan, Al was het beslag ook znur. Den schouwburg in, den schouwburg in, Daar zie je wat voor 't geld Daar kan je soms een moord of tien Voor een onnoozel kwartje zien Men staat er van versteld Naar 't paardenspel, naar 't paardenspel, Daar heen nog tot besluit! Daar zie je toeren, lang niet min, Een clown springt dan zijn neusgat in En 't andere neusgat uit. De tentjes in, de tentjes in, Ook daar vindt gij pleizier! Hier toch voorspi^t men elk zijn lot, Dadr biedt het schieten weer genot, Ginds ziet ge een wonderdier. X Ter kermis dat^, ter kermis dan, 't Vermaak is er publiek Bij oliekoeken, lekker znur En eieren, vaak slecht en duur, Smaakt men volop muziek. Ter kermis dan, ter kennis dan, Geniet vrij van de pret En droom met een gerust gemoed Van den genoten overvloed, Als ge uitrust op uw bed. FEUILLETON. De strijd om een millioen. ROMAN IN DRIE DEELEN, 62. KAAK 'T DÜITBCH VAN EPWARP AUGUST KöNIG. „Zij bewijst eveneens niets hoewel ik niet bestrijden wil dat sij later als een schakel in den keten van bewijzen dienst zou kunnen doen. Wanneer de vrouw verklaart, dat zij deze" -°Up zonder medeweten van haren heer flAPt dan 's die rechtvaardiging vol- _hen echter erkent het gerecht 1 r\ er valachheid niet, zoolang van bet vervaïsche stuk geen gebruik is ge maakt. De woorden door vrouw Limm, ter wijl zij een roes in had, geuit, hebben even eens niets te betcekenen en wilde ik ieder, die dergelijke dreigementen uit, laten ge vangen en in verhoor nemen, dan weet ik niet hoe ik door mijn werk zou komen. Wetter verlangt zijne vrijlating en dreigt met een aanklacht tegen den marskramerhet is zijn recht en ik durf het niet langer weigeren te ontslaan." „Is zijn bagage doorzocht!" „Ik heb u reeds gesegd, dat er niets ont dekt is geworden, 't geen hein, op welke wijze dan ook, verdacht kan maken.' „Ook geen wapenen." „Ja, men heeft bij hem een zakrevolver ge- Tonden, maar daar hij van dit wupen zelfs niet eens gebruik gemaakt heeft om er mede te dreigen, kan het bezit alleen daarvan geen rede tot het indienen van een aanklacht tegen hem opleveren." Boumann voelde al meer en meer den grond onder zijne voeten wijken, maar toch verloor hij de hoop nog niet; hot was voor hem een zaak van eer geworden de moeilijkheden, die zich voordeden, op bevredigende wijze op te lossen. „Dan blijft mij nog een laatste middel over," zeidc hij, „en ik wil ook dat beproe ven. Houdt u den man gevangen tot morgen voormiddag, op een dag meer of minder zal het na toch wel niet aankomen. Morgen vroeg zal ik u komen vertellen of een nader ver hoor nog eenig succes kan opleveren." „En wat denkt ge in dien tusschentijd te doen „Ik zal den eerstvolgénden nacht in de ge vangenis doorbrengen." „Gelooft gij inderdaad hem door een list in de val te kunnen lokken?" „Ik hoop het." „Nuttelooze moeite," zeide de rechter, de schouders ophalende. „Gij zult daardoor niets bereiken. Mogelijk dat de man een paar gevaarlijke woorden uit, doch als bewijzen kan ik zulke woorden niet laten gelden, want het is te verwachten, dat bij die in het eerst volgend verhoor weder terug zal nemen." „Laat u het aan mij over den man op glad ijs te brengen; ik denk wel dat hij vallen Zal. Ik heb de geheele geschiedenis ïecds overlegd en koester de beste hoop. Geef nu slechts bevel, dnt ik in dezelfde cel gesloten wordt, dat is alles wat ik van u begeer." „Kwam hierbij ook niet het vermoorden des kosters in 't spel on het groote verlangen om den moordenaar te ontdokken, dan zou ik de verantwoording niet op mij willen ne men," zeide de rechter na een korte pauze en onderwijl met de hand over bet voorhoofd strijkende. „En wanneer ook al uwe vermoe dens, zooals men wel eens zegt, uit de lucht gegrepen zijn, dau hebben zij toch een zekere waarschijnlijkheid voor u en dat is voldoende om de gevangenhouding van den man te rechtvaardigen. De Amerikaansche consul zal mij wellicht later onaangenaamheden kun nen berokkenen maar ik wil het er op wagen en aan uwen wensch gevolg geven. Wat cal er echter gebeuren wanneer ge niets bereikt Zal in dat geval de Amerikaan niet te weten komen water gebeurd is en u om vergoeding vragen?" Een minachtend lachje speelde om de lip pen van den geheimen agent. „Ik ben natuurlijk eveneens voorloopig aangehouden," antwoordde hij, „cn als zoo danig moet ik door den cipier in tegenwoor digheid van den gevangene behandeld wor den. En wordt desniettegenstaande toch ont dekt wat mijn doel geweest is, dan zal ik Wetter later wel uit den weg gaan. Meak u omtrent mij geene zorgen, mijnheer do rech ter, ik heb reeds zoo menig misdadiger ont maskerd en ik denk dat het mij ook bij dezen gelukken cal." „En boe laat wilt gij morgen weder losge laten worden P" „Vergun mij dat ik zelfs den cipier de noo- dige bevelen geefik zal hem voor zoover noodig met de zaak in kennis stellen." „Goed, zoo ge wilt, doch ik stel nog eene voorwaarde. Hoe ook alles moge afloopen, gij zwijgt er over, dat de zaak tussehen ons was afgesproken." „Die voorwaarde neem ik aan." „Welnu, beproef dan uw geluk, en mij zal het zeer aangenaam zijn wanneer ik morgen voldoende bewijzen van u ontvang. Dit zeg ik q echter, komt ge dezen nacht niets deug delijks te weten, dan moet ik morgen voor middag den gevangene loslaten, en daaraan valt niets te veranderen." Met een beklemd hart verliet Bonmann de kamer; bij was niet zoo zeker van zijne zaak als bij tegenover den rechter had laten blijken, doch het was de laatste hoop waar aan hij zich evenals een drenkeling aan een stroohalm vastklemde. Het was middag toen hij het vertrek van den rechter verliet, en op zijn terugweg ont moette hij den ouden boekhouder Burgraf, wiens bedrukt gelaat er ook al niet toe bij droeg hem delast van zorgen, waaronder hij zelfs gebukt ging, te verlichten. Burgraf was blijven staanmet koortsach tige verwachting rustte zijn blik op het ma gere gelaat van Boumann. „Niets nieuws? vroeg hij. „Tot heden nog niet," zeide Boumann, de schouders ophalende, „ik geloof vaat, dat wij ons allen vergiat hebben." De oude boekhouder zweeg, doch hij ver zocht Boumann door middel van een wenk hem te vergezellen, en eenige minuten later gingen ze sumen een wijnhuis binnen. „Ge sijt alzoo in't geheel niet tot nieuwe ontdekkingen gekomen?" vroeg Burgraf, nadat de kellner de gevraagde flesch gebracht had. „Dat te hooren is mij zeer onaange naam ik had al mijn hoop op u gevestigd, na is ook deze vernietigd en ik schrik voor het einde." „Gy sijt benauwd daarvoor?" vroeg Bou mann verrast. „Wat hebt gij dan met de zaak uitstaan f" „Ik niets, maar mijn chef „Lieve hemel, hem kan, in den grond ge nomen, de geschiedenis tamelijk onverschillig zijn. Hij keert het aan hem toevertrouwde kapitaal dengepe uit, die het gerecht als de erfgenaam erkent en daarmede is hij van iedere verantwoording ontheven." Burgraf schudde het grijse hoofd hij kon niet alles zeggen, wat hem coo swaur viel en druktegeheimen, die op de eer van zijn chef een smet moesten werpen, durfde hij aan een vreemde niet verraden. „Het kapitaal zal morgen bij de bank ge deponeerd worden," zeide hij na eene pauze. „In Godsnaam, daaraan valt niets te ver anderen. Of vreest gij dat de koopman die voorwaarde niet vervullen kan." „Het sou belachelijk zijn daarvoor vrees te koesteren." De blik van Boumann rustte vorscbend op het bleeko gezicht van den ouden man en de ernstige bezorgdheid, die zich laarin afspie gelde, kon hem niet ontgaan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1