'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No, 1190, Zaterdag 12 Juli 1884. Twaalfde Jaargang. Verachijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. BareittuSPOORSTRAAT ea Zl'IDSTRAAT. Adverteutian ▼an 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. JULI, (Hooimaand), 31 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 54 m. Onderg. 8 u. 16 m. Zondag 13 Maandag 14 Dinsdag 15 Laatste Kwartier. Woensdag 16 Donderdag 17 Vrijdag 18 Zaterdag 19 Begin der Hondsdagen. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 11 Juli 1884. Het practisch eind-examen voor de adelborsten 2e klasse voor de ma riniers zal den 18en dezer een aan vang nemen, onder presidium van den schout-bij-nacht J. W. Binkes. Daaraan voldoende, worden de adel borsten door den Koning benoemd tot 2e-luitenant bij het korps mari niers. Z. M. de koning zal den dag van en dien na de begrafenis van den prins van Oranje, audiënties van rouwbeklag verleenen aan de com- missiën uit de Staten-Generaal en de hooge staatslichamen. Volgens gebruik is er 18 Juli een galamaaltijd ten hove van 60 cou verts voor de vreemde afgevaardigden en hooge autoriteiten. Men zegt, dat de nalatenschap van den Kroonprins, zoowel de roereude als de onroerende goederen, verkocht zullen worden, behalve dejuweelen, afkomstig van zijn moeder. Omtrent de berooving van den bediende der firma Jan Kol, te Am sterdam, verneemt het Dagblad, dat de dieven 4 in getal waren en be- hooren tot een bende, die nu eens in Amerika, dan in Engeland of Frankrijk domicilie kiest en van daar uit leden tot het doen van zaken afvaardigt. De beeren in quaestie hadden in Den Haag in het Hotel des Pays Bas gelogeerd, en waren twee aan twee naar Am sterdam gereisd. Twee moesten den diefstal plegen, terwijl de twee an deren bet geld moesten overnemen en zich er mede uit de voeten maken. Aldus is ook geschied, doch de po litie was hen te vlug af. De telephoon heeft zich flink geweerd bij de aanhouding der En- gelsche bankbiljetten-roovers. Meer dan ooit is haar nut gebleken. Te- lephonisch werd de politie gewaar schuwd, telephonisch werden de sta tionsbeambten verwittigd. Er was dan ook geen tijd te verliezen. Even na twaalven had de roof plaats. Te 12.15 ging de trein, ruim twintig minuten later waren de kerels te Haarlem. Aldaar hield de stations chef, in afwachting van de politie, hen staande. Twee Eugelschen, te Rozendaal gearresteerd, schijnen bekenden van de in Haarlem gearresteerde Engel- sche dieven te zijn, zoodat het ver moeden bestaat, dat een geheele bende Engelsche pick-pockets in het land is. De schurken, die nog alle schuld ontkennen en voorgeven eerlijke lui te zijn, weigeren zich te laten photo- grafeeren; zij zijn dus in elk geval voor een herkenning bang. Er zgn nu een paar rechercheurs uit Londen ontboden om te zien of zij de heeren ook als oude bekenden begroeten. Woensdagmorgen omstreeks elf uur is te Haarlem een verwoestende brand uitgebroken. Het vuur is ontstaan in een hooiberg en heeft zich verder medegedeeld aan de hout- kooperij van den heer Haartman, aan den Kampersiugel. Behalve de houtkooperij en de schuren, zijn de omliggende huizen aan den Kleinen Houtweg en Korte Poellaan, te zatnen een tiental, geheel of gedeeltelijk verbrand. Te 2 uur was men den brand meester. Alle spuiten waren in werking. Maandagavond giug een melk boer, wonende in de Vinkeustraat, te Amsterdam, met zijn beide jon gens wandelen buiten de Haarlem merpoort. Plotseling was een der kinderen verdwenen de vader zocht overal te vergeefs en begaf zich ein delijk naar huis om te zien of het kind wellicht teruggeloopen was. Doch ook daar vond hg het niet. Teruggekomen op de plaats, waar de .jongen verdwenen was, zag hij eenige menscheu, die bezig waren hetlgkje van zijn zoon uit een sloot op te halen. Een gezin, bestaande uit 5 per sonen, dat eenige jaren geleden naar Amerika vertrok, is thans te Pernis teruggekeerd. De berichten, door heu medegebracht, luiden verre van gunstig; velen zouden gaarne hun voorbeeld volgen en terugkeereu, indien hunne middelen daartoe toe reikend waren. Bij het onweder van Vrijdag middag is te Vroomshoop de bliksem geslagen in het huis van E. Jansen en werd diens vrouw doodelijk ge troffen. Verder werd daar geen brand veroorzaakt. Alleen werd nog een kous verzengd van een buurvrouw, die naast vrouw Jansen zat. Volgens een gerucht, zou te Dordrecht in het laatst der vorige week een ergerlijke aanranding heb ben plaats gehad van een gehuwde vrouw, welke reeds eenige maanden zwanger was, door een gehuwd werk man. Deze was in de woning van genoemde vrouw aan de Vriezestraat aldaar werkzaam, toen hg haar op een gegeven oogeublik moet hebben aangevallen en een doek in den mond gestopt. De vrouw is daarop in zwijm gevallen en moet thans ten gevolge van den schrik in geen gunstige om standigheden verkeeren. Een curieus rechtsgeding is voor het kantongerecht te 's-Hertogenbosch aanhangig gemaakt. Een Leidsck repetitor nl., heeft voor het kanton gerecht een onlangs gepromoveerden meester in de rechten doen dagvaarden tot betaling eener som van f 100, welke de gedaagde aan den eischer zou schuldig zijn voor het opmaken der dissertatie. In de vorige week stonden voor het gerechtshof te Amsterdam terecht eenige schippersknechts uit Wormerveer, beschuldigd van dief stal van aan hen toevertrouwd goed. Hun werd namelijk ten laste gelegd dat zg van een lading ongepelde rijst, toebehoorende aau de heeren Bloemèndaal en Laan, ongeveer 200 kilogrammen hadden ontvreemd. Deze rgst was door hen verkocht aan een koopman voor f 16. Gemelde persoon stond mede terecht ter zake van het desbewust helen van gestolen goed. Hij ontkende echter ten sterkste van de misdadige herkomst iets te hebben afgeweten. Ofschoon de advocaat- generaal inr. Jolles aller schuld had volgehouden, werd de koopman, na verdediging door mr. E. van Lier, door het gerechtshof vrijgespro- k e n, op groud dat het bewijs niet was geleverd dat hij die herkomst had geweten. De overige vier be schuldigden werden veroordeeld tot celstraffen van 2 maanden, 4 maanden, 45 dagen en 3 maanden, Zij hadden hunne schuld erkend en waren ambts halve verdedigd door mr. Munzebrock. Sakoski, laarzenmaker en hof leverancier van Z. M. keizer Napoleon, was een vermogend man en noodigde eens den musicus Schneitzhöffer, dien hij te Parjjs op een concert gehoord had, ten eten. Na het diner, dat meer overdadig dan fijn was, ver zocht hg den pianist zich eens te laten hooren. Deze, die zich den champagne goed had laten smaken, lelde dat het een lust was. Sa koski was in de wolken. De kunstenaar verzocht nu zijn gastheer ten diner. Deze voldeed er aan en bij het dessert stelde Schneitzhöffer zgu gast een paar onde laarzen en schoenmakersgereed schappen ter hand. »Wat moet ik daarmee doen vroeg Sakoski. Den vorigen keer verzocht ge mij ten uwen genoege eens mijn am bacht uit te oefenenik doe thans hetzelfde; ge zoudt me oneindig ver plichten met het lappen van dat paar laarzen, waar ik zwak op heb." Sinds dien tijd is het gewoonte geworden onder de musici het spelen ten genoegen van een gastheer laarzen maken te noemen, faire des bottes. Tusschen Valmontone en Ge- nazzano, niet ver van Rome, is dezer dagen 's morgens te halfnegen de postwagen door een troep van 12 roovers aangevallen en geplunderd. Twee mannen vatten de paarden bij den teugel, eenige andereu hielden met hunne geweren de elf passagiers in bedwang, die ongewapend waren en geen weerstand boden aan de ove rige roovers, toen deze hun al huu geld en kostbaarheden ontnamen. Nadat de roovers zich toegeëigend hadden wat van hun gading was, lieten zij den postwagen met de reizigers weder voortrijden. Er wer den uit Genazzano en Palestrina pa trouilles gezonden om hen te zoeken, maar tot dusverre werd nog geen der vermetele bandieten ontdekt. De beul van Madrid, Castellanos, had op 1 Juli zijn traktement ont vangen en was bezig dat met eenige makkers in een bodega" op tema ken, toen in de hitte van het gesprek een der vrienden tot hem zeide: »Ue zijt een lafaard! Het is niet moeilgk, zooals te Xeres, zeven onge- lukkigen omhals te brengen, als zg gebonden zijnmaar als zg de han den vrij gehad hadden, zoudt gij hen niet durven aanraken Dit tastte den beul in zgn eerge voel; hg vroeg den beleediger mede naar buiten te gaan, haalde een pistool uit den zak, en schoot hem door de borst. De agenten kwamen en brachten Castellanos in de gevangenis. Daar bemerkte hij nog, dat zijne sbodega"- vrienden of de politie-agenten hem al zijn geld ontstolen hadden. Dat ook daar, waar toezicht bestaat op de hoedanigheid der le vensmiddelen, grove misbruiken en vervalschiugen kunnen blijven be staan, bljjkt uit een mededeeling van den heer Harvest aan een Engelsch blad, waarbij wordt medegedeeld, dat op de Loudeusche markt in Mincing Lane kortelings aan één firma 608 zakken zoogenaamde zwarte peper in poedervorm werd verkocht, tegen 13 a 15 ct. per pond, terwijl de markt prijs der slechtste zwarte peper toen 26 a 27 c. per pond bedroeg. De zoogenaamde zwarte peper in poedervorm bleek echter bg schei kundig onderzoek te bestaan uit ruim 44 pet. zand en kleiaarde, uit bijna 55 pet. tot poeder gebrachte blade ren, schillen en bolsters, en uit slechts 1 pet. echte peperkorrels. Twee ledige palelzen. Onder dezen titel bevat de Mil. Gids een weeklacht over het vroegtijdig afsterven Tan twee prinsen uit het Huis ran Oranje. De treurmare van 11 Juni 1879 lokte een diep gevoelden klaagtoon uit, de verplette rende tijding van 21 Juni 1884 bracht een weemoedige vraag op de lippen, namelijk deze: wie waart gij, prins Alexander? Zou het hier de plaats zijn te wijzen op den band, waardoor de Kroonprins tot leger en vloot behoorde P Neen, wij weten het, de Prins koes terde achting voor leger en vloot, hij telde daaronder goede, wellicht zijne beste vrien den; hij koos daaruit zijne omgeving,waar mede bijna uitsluitend de stille levensweg werd bewandeld, en welke omgeving het onschatbaar voorrecht genoot, hem den laatsten ozoo welgemeenden hand druk, den afscheidsgroet ter eeuwigheid te geven; maar toch het krijgsgewoel vermocht 's Prinsen sympathie niet op te wekken. Hij beminde bovenal de werken des vre- des, wellicht omdat hij in het leven reeds zoo veel strijd had moeten voeren. En de natie, en het leger, en de vloot hadden hem daarom niet minder lief. Niet omdat onze vorsten den generaals- of ad miraalsrang bekleeden, maar omdat zij tel gen zijn uit het Oranjehuis, waarmede Neer land is groot geworden, waardoor ons volk de zegeningen geniet van rust en vrede daarom zullen wij zoo noodig ons leven ten offer brengen, wanneer zulks, wat God ver hoede, mocht noodig blijkenwant dan be schermen wij het kostbaarste wat Nederland bezit. Nog eens: „wie waart gij, prins Alex- ander P" Slechts weinigen, wien het gegund was in dat zeker eigenaardige, maar even zeker trouwe, en bovenal lijdende, hart te lezen, kunnen op die vraag een antwoord geven. Elk ruenschenleven blijft een gesloten boekelke sarcophaag is een vraagteeken. „Wie was hij, wat had hij kunnen worden P" Nimmer evenwel heeft die vraag znlk eene diepe beteekenis, als wanneer wij staan aan de stervenssponde van hem, die een maal geroepen zou geweest zijn om Neêrlands Koning te worden. Maar tochwanneer zoo menige vraag op de lippen zweefde van het volk, zal toch zeker ook meermalen een weemoedige vraag in dat sombere paleis zijn geuit: „En wie zijt gij, o Nederlandsche na „die uw ongelukkigen, lijdenden Konings- „zoon niet schijnt te kunnen begrijpen Dat is het, wat ons bij dit sterf bed eens klaps helder voor den geest staat: „wij hebben hem niet begrepeneen dichte slui er, dien wij niet zouden kunnen, en niet zonden willen verscheuren, belette ons in dat zielsleven door te dringen." Wanneer wij Hem weenend geleiden op den laatsten tooht, naar den koninklijken grafkelder, waar zoovele teekenen liggen eener naar het sombere overhellende ge moedsstemming, even vele bewijzen van trouwe liefde en innige gehechtheid, dan zien wij iu onze verbeelding de schimmen oprijzen dier vereerde afgestorvenen, met de vraag tot het Nederlandsche volk: „Hebt gij hem nu begrepen, onzen „Alex- ander"P" „Ja" en dat weemoedig antwoord zij een met tranen besproeide lauwerkrans op de laatste rnstplaats van onzen dierbaren Kroonprins, „ja, we weten wie ge zoudt zijn geweest, indien de Hemelsche vader u het leven had gespaard; want gij waart de zoon van goddank nog onzen fiere» Neerland zoo liefhebbenden Willem den Derde, tot wien we hoopvol opzien in deze droeve dagen; ge waart de zoon van onze be gaafde en zoo onvergetelijke koningin Sophie MatAildege waart de broeder van on zen diepbetreurden, ridderlijken Willem van Oranje; gij waart onze veelgeliefde prins Alexander der Ne derlanden, onze prins van Oranje INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Veroorloof mij eenige letteren als antwoord aan E. K. in uw blad te doen opnemen. De toorn van dien heer schijnt vooral gaande gemaakt te zijn door de uitdrukking in mijn stuk van „Kleingeestige Winkeliers," want hij is niet per se, tegen Zondagsrust, ja verklaart met zoo vele woorden er niets dan goeds van te weten. Dat de man nu rechtzinnigheid en Bijbel in zijn betoog op neemt bewijst zoo klaar 's mans onkunde in die zaken, dat daarover in wederlegging te treden, totaal tijd en woordverspilling zou zijn. Maar, waarde heer, mag ik u eens een vraag doen, hebt ge u al eens de moei te gegeven, om in ernst te onderzoeken waarom de meeste winkeliers aan de vrien delijke uitnoodiging om op Zondag hunne winkels te sluiten geen gevolg gaven? Zoo neen laat ik het u dan even duidelijk ma ken; niet twee van de tien zullen u zeggen dat ze zonder Zondagsverkoop niet kunnen bestaan, in tegendeel voor verreweg de meesten is Zondagsverkoop de moeite niet waard, doch het is de wangunst, onderling, het is den vrees d&t een klant van den een naar de ander gaat, ik geef u mijn woord, sluiten doen ze gaarne mits, hun buurman, hun concurent het ook doet, en noemt gij dan niet met mij zulk een doen kleingeestig! een man van eer, van ontwikkeling onwaar dig? Vraagt ge mij of wij hun de winst ver goeden, wanneer ze om ons te believen Zon dags hun affaire sloten; ik vraag u op mijn beurt, ijveren wij voor ons belang, voor onze rust, of doen wij ons geen moeite aan voor anderen, wier belang ons tot dus ver niet van een Kains natuur deed zijn? Nog meer, ik vraag als eerlijk man ieder winkelier, die den moed heeft om den Zondag als een dag van rust, een dag die aan God de Heer bovenal toekomt, en gewijd moet zijn, dien dag als zoodanig te vieren en heilig te houden bo ven alle, om door den vrede en de rust van dien dag gesterkt, weer met nieuwen moed den arbied te beginnen; ik vraag? heeft hij den moed om eerlijk en opreoht te zeggen zóó en zóóveel heb ik verloren door mijn Zondags viering, dus kom ik tot u, die mij tot die heerlijke rust aanspoorde en opwekte om vergoeding daarvoor, weina, wij zullen dien man, die» stakkert helpen. En beweert gij verder, dat de „groote meester" zijne disipelen verontschuldigde wegeus het niet houden van den Sabbath, och wees zoo goed om beter te lezen, op dat ge u door uw domheid op dat punt niet aan de kaak stelt. Ten slotte het besluit van den Raad; dat ook ik gaarne een ieder vrij laat, is volkomen waar, doch met één uitzondering, namentlijk deze, niets is vriy in een individu, een vereeni- ging, een gemeente, een staat! waar het geldt een gehoorzamen aan en het doen van, een heiligen plicht en onder dat reken ik in de eerste plaats de Heilige geboden Gods. Mijn doel met het sohryven is niets

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1