'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1193.
Woensdag 23 Juli 1884.
Twaalfde Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
nummers2
UitgeversBERKHOUT Sc Co. te Helder.
Bareiiu: SPOORSTRAAT ZCIDATRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn.
NltëlJ WSTIJ DINGEN
HELDER, 22 Joli 1884,
Zr. Ms. schroefstoomschip le
kl. Atjeh, onder bevel v/d kapitein
ter zee H. Dyserinck, liggende aan
'g Rijkswerf alhier, ondergaat belang
rijke reparatiën, die met spoed wor
den bewerkstelligd, aangezien die bo
dem, naar men verneemt, in October
weder een reis naar O.-I. zal onder
nemen met adelborsten der le kl.
Blijkens een van den Neder-
landschen consul te Port au Prince
(Haïti) ontvangen schrgven, heeft Zr.
Ms. schroefstoomschip der 1ste kl.
Tromp, onder bevel van den kapitein
ter zee P. ten Bosch, adjudant van
wjjlen Z. K. H. den Prins van Oranje,
op 24 Juni jl. die plaats verlaten,
koers zettende naar Nederland.
Aan boord van genoemden bodem
was alles wel.
De luit. ter zee der 1ste klasse
W. M. J. Yisser wordt met 1 Aug.
aanst. gedetacheerd bij 's Rijks werf
te Willemsoord en belast met de
waarneming der betrekking van offi
cier van politie.
De stoomschepen van de maat
schappij Nederland" zullen de haven
van Napels in plaats van die te
Marseille aandoen, zoolang de laatst
genoemde haven wegens de cholera
besmet zal zijn verklaard.
In verband daarmede zullen de
brievenmalen voor Nederl.-Indië, te
beginnen met Zaterdag 26 dezer, die,
uit Nederland verzonden worden en
voorts bg afwisseling des Zaterdags
en des Dinsdags om de 10 of 11
dagen met de treinen die respectie
velijk te 11.55 's morg., 1.6 's midd.
en 1.33 's midd. van Amsterdam, 's
Gravenhage en Rotterdam naar Ant
werpen vertrekken, in plaats van,
zooals thans op de gemelde dagen,
met de treinen respectievelijk van
5.20, 6.32 en 7.5 's avonds.
(St.-Ct.)
Het aantal personen, dat ter
gelegenheid van de begrafenis van
wijlen den prins van Oranje, per Hol-
landsche Spoor te 'a Hage werd aan
gebracht, wordt geschat op 30 a 35
duizend.
Tgdens de ougekende drukte, die
aan het station aldaar heerschte, moe
ten velen het slachtoffer geworden
zijn van behendige zakkenrollers. Bij
den chef van het station, den heer
Rademaker, werd herhaaldelijk aan
gifte gedaan van vermissingen van
gouden uurwerken, kettingen, enz.
enz. De rijksveldwachters, die tot
handhaving van de orde ten getale
van vier op het perron aanwezig
waren, achtten het noodzakelijk in de
zakken van eenige verdachte lieden
een onderzoek in te stellen, zonder
dat echter het gewenschte resultaat
verkregen werd. Een persoon, die
op heeterdaad betrapt werd, is aan
gehouden en onmiddellijk geknipt".
Men twijfelt er niet aan, dat men
hier te doen heeft gehad met een
afgerichte bende, die deze gelegenheid
verbeidde om op de hoofdpunten van
verkeer haar slag te slaan, daar te
Delft eveneens vele gevallen van zak
kenroller^ voorkwamen.
Omstreeks 20,000 personen zijn per
spoor të Delft aangekomen. Het aan
tal treinen, dat het station binnen
reed, bedroeg niet minder dan honderd
dertig. Bovendien kwamen een aantal
belangstellenden met de tram van
Gravenhage, met rijtuigen en stoom-
booten. Ondanks de groote drukte is
alles in de beste orde afgeloopen, dank
zij de goede maatregelen, door de
spoorweg-beambten en de politie ge
nomen.
Reeds vroeger (zegt het Vader
land) is gemeld, dat Z. K. H. de
Prins van Oranje geen uiterste wils
beschikkingen heeft nagelatenalleen
zijn er enkele aanwijzingen gevonden
van jaren herwaarts, die toonen, dat
de Prins toen voornemens was een
testament te maken. Verder zgn
aan de hooge erfgenamen eenige me-
dedeelingen gedaan van vroeger door
den Prins geuite wenschen, die on
getwijfeld zullen worden vervuld.
Z. M. de Koning heeft persoonlijk,
naar wij vernemen, volledig afstand
gedaan van alle rechten op de na
latenschap van zgn zoon en zulks
ten behoeve van H. K. H. Prinses
Wilhelmina, mede-erfgename van den
Prins.
Van het op verscheiden millioenen
geschat vermogen van den Prins,
grootendeels in inschrijvingen op het
Grootboek en in buitenlandsche fond
sen belegd, is een staat opgemaakt
en bereids aan den thesaurier ter
hand gesteld.
Binnen weinige dagen zal de ge-
heele overdracht kunnen eindigen.
Omtrent het personeel van den over
leden Vorst zgn nog geen definitieve
beschikkingen genomen, wel omtrent
de roerende goederen. Deze zullen,
behalve enkele familiestukken en reli-
quiën en met uitzondering van de
prachtige collectie diamanten van
wijlen Koningin Sophia, ten over
staan van den notaris Ligtenberg
worden verkocht.
Men is terstond begonnen met de
Gothische zaal voor dit doel in ge
reedheid te brengen. In het begin
van Augustus zal de verkooping
worden aangekondigd
Op een verhuurkantoor van
dienstboden zeide een dame bij het
doorlezen der getuigschriften: >maar
meisje, al uw getuigschriften zgn
slecht?" Jawel," klonk'tsnibbige
antwoord, »net als de mevrouwen
zgu, zgn ook de getuigsshriften."
Aan het leggen der spoorlgn
Velzen—IJmniden zal een detache
ment genietroepen behulpzaam zgn,
dat reeds aldaar is aangekomen.
Vrijdag werd onder Aalten een
man gevonden, die naar gissing daar
vermoord is. Van zijn kleederen was
hg geheel ontdaan. Zgn lichaam was
zwaar verminkt.
Niettegenstaande in de laatste
jaren het toezicht op het te leveren
vleesch ten behoeve der soldaten-
menages aanmerkelijk is verbeterd,
trachten, blijkens de Midd. Ct., toch
sommige leveranciers allerlei onge
oorloofde middelen in praktgk te
brengen om vleesch te leverendat
niet aan de gestelde eischen voldeet.
In het contract komt o. a. de be
paling voor, dat het vleesch moet
zgn van ossen, wegende aan den balk
niet minder dan 250 kilogrof van
koeien, niet minder wegende dan 225
kilogrammen.
Om dit te kunnen contröleeren
wordt het geslachte beest in vier
kwarten verdeeld en daarna gewogen.
De slager E. B. te Middelburg
leverancier der menage vermoe
dende dat het door hem geslachte
beest niet aan het verlangde gewicht
zou voldoen, trachtte de leden der
voedingscommissie op dit punt te
misleidendoor in de nierbedden
schijven lood te verbergen, ter zwaarte
van 10 kilogrammen te zamen.
Door de ijverige bemoeiingen van
de garnizoens-voedingscommissie werd
dit bedrog echter ontdekt, en den
slager een boete opgelegd van f 25.
Men schrijft uit Vlissingen
Den heer J. Spanjaard, inspecteur
over het Loodswezen alhier, werd
Vrijdagmiddag door het bestuur der
Sociëteit van het Nederlandsche
Loodswezen", namens hare leden een
fraai en doelmatig ingericht cylinder-
schrgf bureau aangeboden, van binnen
voorzien van een zilveren plaat,
waarop de volgende inscriptie ge
graveerd is
Herinnering aan het openen der
»Sociëteit van bet Nederlandsch
Loodswezen, aangeboden door
»alle leden aan bun geachten
»Eere-president, den beer
»J. Spanjaard".
Vlissingen, Juli 1884.
Dit geschenk strekte als een stof
felijk bewijs van erkentelijkheid voor
alles, wat door genoemden heer ge
daan is om die Sociëteit op te rich
ten en vooral om hare leden in het
genot te doen komen van een ruime
en fraaie Sociëteitszaal in het nu vol
tooide gebouw.
De heer Spanjaard was zichtbaar
bewogen bij het ontvangen van dit
blijk van hulde en érkentelijkheid en
aanvaardde het met de meeste inge
nomenheid.
Bij een der bataljons van het
regiment grenadiers en jagers zgn,
op last van den Minister vau Oorlog,
een aantal paren laarzen in gebruik
gegeven, ten einde daarmede een
proef te nemen als schoeisel voor
den infanterist. Deze laarzen zijn
bestemd om over de pantalon ge
dragen te worden.
Er zgu Zaterdag to Randwijk
drie koeien, die zich op een der
uiterwaarden bevonden, doodelgk door
den bliksem getroffen. Gedurig is al
bleken, dat het vee, bg onweer,
zich naar de kanten der weide be
geeft, leunende met den kop over de
heinigen, die in den laatsteu tijd ge
maakt worden van houten posten, die
men in den grond diep graaft, en ze
dan vervolgens met ijzerdraad ver
bindt, en dit acht men bg onweer
zeer gevaarlgk voor het vee. Het is
dus wenschelijk om geen ijzerdraad
voor dit doel te gebruiken, maar spar
ren, zooals vroeger.
Uit Londen dd. 17 dezer wordt
In de heden door het Britsche
Lagerhuis gehouden zitting deelde lord
E. Fitz Maurice mede, dat de Neder
landsche regeeriug toegetreden is tot
de Engelsche voorstellen betreffende
de invrijheidstelling van de beman
ning der Niseroden radja van Te-
nom zal nl. ter kennis worden ge
bracht, dat wanneer de schepelingen
niet op een bepaalden dag worden
uitgeleverd, Groot-Brittannië en Ne
derland hem en zgn volk voor de
gevolgeu verantwoordelijk stellen en
gemeenschappelijk zijne bestraffing
zullen ondernemen. Indien de radjak
gevolg geeft aan den eisch om de
gevangenen uit te leveren, zullen zijne
havens weder voor den handel wor
den geopend en zal hem ook zekere
som gelds betaald worden. Maatre
gelen worden genomen, om aau deze
overeenkomst zoo spoedig mogelijk
uitvoering te geven. Iu bijzonderhe
den kon lord E. Fitz Maurice echter
niet treden. Wat de den radja te
betalen som betreft, dit hangt meer
vau de Nederlandsche dan van de
Engelsche regeering af.
Luitenant Greely, die onlangs
met zijne weinige overgebleven mak
kers nog juist bij tijds door kapitein
Schley werd opgespoord en gered,
beweert de hoogste noordelijke breedte
bereikt te hebben, welke tot dusver
ééuig reiziger halen kon, namelijk
83° 24'. Hij noemde deze plaats
Lockwood Island. Van een hoogte
van 2000 voet bespeurde hij noord
waarts en noordwestwaarts geen land,
Kapitein Schley bericht dat de
vorige'winter in het hooge noorden
strenger moet geweest zgn, dan sedert
twintig jaren. De zachte winters in
midden-Europa schijnen dus elders
hun equivalent te vinden.
Greely en zijne vijf makkers werden
juist op het nipje nog gered. Nog
48 uren, en zg zouden mee den
hongerdood gestorven zgn, evenals
17 kameroden, die hun reeds vóór
gingen. Zg voedden zich sinds ge-
ruimen tijd met gekookte zeehonden
vellen, mos en garnalen. Doch hunne
krachten waren uitgeput, zoodat zg
zelfs niet meer op jacht konden gaan.
Vreeselgke ontberingen hebben zij
gedurende negen maanden moeten
doorstaan.
Omtrent de Spoorwegramp in
Engeland, ontving de N. Rott. Ct.
nog de volgende particuliere corres
pondentie.
Londen, 17 Juli: Gisterenavond waren
er eenige onnauwkeurige berichten verbreid,
welke van een vijftal dooden gewaagden,
maar de huidige tijdingen stellen de zaak
in haar ware licht. Zij doen zien, dat de
ramp veel erger was, en dat twintig men-
scben daarbij; den dood hebben gevonden,
terwijl het cijfer der gekwetsten dobbert
tusschen dertig en veertig. Velen onder
dezen zijn zwaar gewond, en enkelen zóó
zwaar, dat men luttel hoop koestert op
hun behoud. Men heeft derhalve het treu
rige vooruitzicht, dat het getal dooden
nog een aanzienlijke vermeerdering zal on
dergaan.
Het oord dezer ontzettende ramp is de
Bulihouse Bridge nabij Penistone, ongeveer
halverwege tusschen Manchester en Sheffield.
Zij overkwam den sneltrein, die dagelijks
te 12.30 Manchester verlaat en te kwart
voor tweeën Sheffield bereikt. Deze bestond
gisteren uit negen wagens der eerste, tweede
en derde klasse, een paarden wagen,
waarin één paard en een bagagewagen.
Er waren zeer vele passagiers en onder
hen bevonden zich ettelijke Du.tschers, op
weg naar Huitschland via Ilull of Grimsby,
gelijk meestal des Woensdags, want dan
vertrekken er stoorahooten van daar naar
Hamburg en andere havens van het vasteland.
De trein had goede vorderingen gemaakt
en was op tijd gesneld door de lange tunnel
van Woodhand, een der langste spoorweg
tunnels in het koninkrijk. Aan de zijde
van Sheffield biedt de lijn, nabij den tun
nelraond, een vrij sterke helling. De trein
kwam die helling af, met een vaart van
vijftig mijlen in het nur, toen, nabij de
Bulihouse Bridge, tusschen de stations Haz-
lehead en Penistone, plotseling de as brak
van een der wielen van de locomotief.
Hoewel noch de locomotief noch de tender
ontspoorde, schijnt de schok van dien aard
te zijn geweest, dat de koppelschroeven,
welke de wagens aan de locomotief ver
bonden, knapten als waardeloos riet. De
ontsporing van den geheelen trein was
daarvan het gevolg. Een eindweegs werden
de wagens over de dwarsliggers door de
vaart medegesleept en, gelijk een der pas
sagiers verklaarde, was het juist alsof de
trein wilde sprongen deed.
Dit duurde echter niet lang. Een deel
van den trein viel van den hoogen dam,
waarop hij voortbonste, omlaag in een be
lendend veld. De reizigers die zich daarin
bevonden, ontsnapten veelal met geduchte
kneuzingen, veroorzaakt doordien de wagens
herhaaldelijk rondbuitelden, alvorens den
voet van den dijk te bereiken. Een veel
erger noodlot was den wagens beschoren,
die zich op of nabij de brug over den on
geveer 15 yards lager gelegen straatweg
bevonden. Zij toch tuimelden niet langs
een glooiing, maar vielen loodrecht op den
straatweg. De eerste wagen was reeds
grootendeels verbrijzeld door den schok,
toen de tweede wagen op den eersten viel
en hem hijkans vergruizelde.
Een derde wagen stortte op den tweeden
neer en berokkende dezen een soortgelijk
lot. Men kan nagaan, dat zeer weinigen
onder de passagiers dezer wagens den dood
ontliepen. De meesten werden doodge
drukt, eu het lijden van sommigen moet
ontzettend zijn geweest. Ettelijken waren
onkenbaar door den verschrikkelijken aard
der kneuzingen. Zij die ontsnapten werden
als door een wonder gered. Een heer, die
zich in den bovensten wagen bevond, de
heer Charles Wilson, en wiens rechterdij
been verbrijzeld werd, zeide, dat hij zich
verloren waande, toen hij met het rijtuig,
waarin hij was, over de spoorwegbrug tui
melde. Hij lag langeu tijd bekneld op
zoodanige wijze, dat hij zich niet kon ver
roeren. Voor zijne oogeu zag hij ettelijke
vrouwen, onder een gruwelijken doodstrijd,
den geest geven, zelf machteloos om eeni-
gerlei hulp te verleenen en ieder oogen-
blik den dood verbeidend, want één der
wagens, die op de brug was blijven
staan, hing dreigend over den afgrond en
kon elke minuut neerstorten. Hulp kwam
betrekkelijk spoedig opdagen, dewijl zich
eeu steenkolenmijn in de onmiddellijke na
bijheid der brug bevindt. De mijnwerkers
kwamen toegesneld, en waren reeds lang
bezig met het wegruimen der bouwvallen
van den trein en het verlossen van daar
onder bedolven personen, alvorens een hulp-
trein uit Manchester met de dokters eu
chirurgen verschenen was.
Ten spoedigste werden de gewonden
naar gasthuizen overgebracht, en de dooden
naar een hotel te Penistone. Onder de
dooden zijn elf vrouwen, zes mannen en
drie kinderen. Enkelen heeft men nog
niet kunnen thuisbrengen en men vermoedt
dat zij vreemdelingen zijn. Een der ge-
dooden had de belangrijke som van 1500
pond sterling bij zich.
De ongekwetste of niet zwaar gekwetste
passagiers hielpen trouw de toegesnelde
mijuwerkers en daglooners bij hun liefde
werk. Onder eerstgeuoemden verdient een
loffelijke vermelding de heer Venable Wil
liams, een predikant uit Colwyn Bay (Wales).
Deze wakkere geestelijke bevond zich iu
één der rijtuigen die den spoorwegdijk af
rolden. Hij lag geheel onderaan met een
hoop passagiers, die zich boven hem aan
allerlei voorsverpen vastklampten. Gelukkig
had hij het middel bij zich om allen te
verlossen, nl. een spoorwegsleutel. Dit
kostbare instrument ging vau hand lot
hand, tot het den persoon, die het dichtst
bij de deur was, bereikt had Met behulp
er van opende hij haar, en allen klauterden
uit den wagen. Nu konden zij ook andere
menschen verlossen. Wat Williams betreft,
hij verloor geen oogenhlik zijne tegen
woordigheid van geest, maar snelde dadelijk
naar het wachtershuisje in de nabijheid,
waar lxij het sein op „gevaar" en „stop"
stelde.
Londen, 17 Juli (des avonds. Van ochtend