1 A Dfi Dieuwe FLANELLEN BAAIEN i BETERS Toor DMarpÈii, zijn gepasseerde veel: oatvangea ie DE TIJDGEEST. «««p» i, VOORVAARDEN A. ADRIAANSE, KONINGSTRAAT. BEDDEN TE HUUR. DE CHOLERA WOENSDAG, van twee lot zes ie OPRUIMING van RESTANTEN aUnrDanfln manufacturen. JAN BAKER, au I, Spécialiteit door de laagste prijzen gewaarborgde echte kleuren, grootste sorteering en in verhouding der kwaliteiten. Koopers worden opmerkzaam gemaakt, dat alle Baaien uit de Tijdgeest zuiver, echt kraprood geverfd zijn en geen aniline, waarvan in de laatste paar jaren niets dan reclames zijn ingekomen, zoodat de Tijdgeest waarborgt voor kleuren en kwaliteit. roerende en onroerende Goederen, Dames! REGEN- en NAJAARSMAIMTELS. FEESTVIERENDEN BRUILOFTSGASTEN. BERKHOUT Co., van Dienstneming ROOKVLEESCH. Boterham men worst. Dn middelen om Baar te Bestrijden, Ondergeteekende, contract gesloten hebbende met de Werklieden-Vereeniging tot het leveren, maken en repareeren van SCHOENWERK, beveelt zich op nieuw bij de Leden van genoemde Ver- eeniging aan, belovende een solide bediening. Te huur gevraagd: te Nieuwediep of Helder, een HUIS voor een klein gezin, waarin reeds een Sigaren of Krui- dentersaffUire of Modezaak wordt uit geoefend, welke door een vrouw kan worden waargenomen, of een HUIS op goeden stand, geschikt voor de uitoefening van een dergelijk bedrijf. Brieven franco aan het Bureau van de Noord-Hollandsche Courant, St. Annastraat, te Alkmaar, onder No. 2212. Te iiuur diverseWOONHUIZEN, Nieuwstraat, a f 12.50 en f 15.per maand en 1 BOVENHUIS, zeer net ingericht voor een huisgezin zonder kinderen, achter de Marineclub. Aanvragen Magazijn »DE TIJD-'. GEEST, Molenplein. Te Huur twee zeer nette Bovenhuizen, voorzien van vele gemakken. Huurprijs f2.75 en f3.75 per week. Adres BERKHOUT Co. Uit de hand te koop het HUIS, Weststraat L 103. Adres aldaar. Te koop een STORTBAD en een accurate STAARTKLOK. Koopje. MOLENPLEIN 158. A. S. MANHEIM, Makelaar, beveelt zich aan tot het koopen en verkoopeu van als: HuizenSchepen, Landerijen, itenkeleii en alle Handels-Artikelen, LOODSGBACHTI 403, Helder. De ondergeteekende blijft zich minzaam aanbevelen tot het maken van alle soorten Mantel- en Heereu-Kleedermaker. Wagenstraat 276. Papieren Mantelpatronen wor den naar maat en kens, net af geleverd. Radicale genezing, des- .verkiezend wordt over eengekomen voor een bepaalden prijs, betaalbaar na genezing. Daartoe zijn 20 kamers ter beschikking der patiënten gesteld. WA ERSEGERS,heelmeester v. breuken,Groeneplaats 35,te Antwerpen Adres s j. G. D. TISMEER, Vischmarkt No. 234. Door deze heeft de on- dergeteekende de eer het publiek alhier in kennis te stellen, dat hij zich minzaam aanbeveelt tot het zuiveren van Gebouweu en Sche pen van Wandgedierte. Te sprekeniederen V r ij d a g bij den Hr. J. REIS, Molenplein, Helder. O. BUORN. PS. Stipte geheimhouding wordt verzekerd. bij W. LAURENS BAKKER Lz., OOSTEREND. EN VERSJES, toepasselijk voor elke gelegenheid, zijn bij ons in voorraad. Een Modelboek is op aanvrage steeds ter inzage te bekomen. BOEKHANDEL. VAN ALLE SYSTEMEN worden spoedig en nauwkeurig afgewerkt, M. HILDERING, Spoorgracht 263. voordeelig© voor het leger in Nederl. Indië. Omschreven in gedrukte mededee- lingen, die gratis verkrijgbaar zijn bij het Departement van Koloniën, te 's Gravenhage, en voorts bij alle Kanaalweg'. Bij de Uitgevers van dit Blad is te bekomen: en DOOK Dr. J. VOGEL. L'it het Onitsch vertaald door A. W.J. ZUBLI en A. Arn. J. QUANJER, Officieren van Gezondheid. Prijs 25 Cent. FEUILLETON. De strijd om een millioen. ROMAN IN DRIE DEELEN, 70. »AAB 't Doitsoh van EPWARD AUGUST KÖNIG. „Zoo er bier een comédiespeler is, dan zijt gij het," antwoordde Boumann kalm, terwijl al de overigen zwijgend liet einde van deze geschiedenis afwachtten. „Jacob Wetter, uw goede vriend uit Amerika, heeft zooeven een volledige bekentenis afgelegd. Gij zijt niets dan een avonturier, die toevallig op een plaats waar hij zijn tent had opgericht, de pa pieren van den heer Julius Ommerborn wel bewaard in een blikkeubus gevonden heeft. Jacob Wetter was bij die fondst tegenwoor dig en hij getuigt, dat niet slechts de ribben van het oudrenpaar, maar ook het gebeente van het kind gevonden zijn. Daarnit blijkt voldoende, dat er van een wettigen erfgenaam verder geen sprake kan zijn. Na het vinden van die papieren hebt gij, John Bitterfeld, den naam van Paul Ommerborn aangenomen en op grond van de vele aankondigingen, in de couranten door u gelezen, besloten de rol van den verdwenen erfgenaam te spelen. Daar gij zelf in Amerika als een vagebond geleefd en ook een geruimen tijd bij de Indianen hebt doorgebraobt, viel het u gemakkelijk die rol te spelen en den lieden een rad voor de oogen te draaien." „Wie is die man?" vroeg Paul driftig. „Met welk reoht durft gij het wagen mij deze leugens in 't gezicht te werpen Ik vraag nog eenmaal voor wien en door welke oorzaken is hij er toe gedwongen hier deze vertooning te maken." „Spreek nu verder kalm door, mijnheer Bonmann," zeide de advocaat Feilenhaner, „en opdat de aanwezeudon zullen weten welke reohten deze heer bezit, wil ik hun eenvoudig verklaren, dat de heer Boumann een geheime agent is en als zoodanig de opdracht heeft ge kregen, mij bij het onderzoek van de aanspra ken van Ommerborn bij te staan." „Alzoo een spion," zeide de jongeman ver achtelijk. En dit mensch „En dat mensch klaagt u niet alleen van bedrog maar ook van moord aan," viel Bou- jmann hem in de rede. „J&cob Wetter was een van de getuigen, die het document, waarop gij uwe aanspraken laat gelden, ondertee- kendede andere getuige was een Indiaan, die zich door mooie woorden en geschenken tot het bedrog bewegen liet. Nadat dit doeu- roent onderteekend was, uitte de Indiaan eenige bedenkingen, hij wilde het bedrog ont hullen, den vrederechter alles vertellen en gij bezat toenmaals niet de middelen om zijn heb zucht te bevredigen of hem door het geven van rijke geschenken den mond te stoppen. Een kogel moest in de plants van de ontbre kende middelen treden; op sluipmoordenaars- wijze bebt gij den Indiaan nedergeschoten en de lastige getuige was zoodoende onschade lijk gemaakt." „Eu al deze leugens zou de vagebond heb ben verteld P" riep de jongeman, wiens blik ken vol angst van den een naar den ander dwaalden. „Sprookjes zijn het, die hij zelf heeft uitgevonden, om zich op mij te wreken, daar ik zijn onbeschaamde vordering heb afge wezen." „Sprookjes?" vroeg Boumann ironisch. „De heer rechter van instructie heeft in deze bekentenis dantoch iets meer dan een sprookje gevonden en vrouw Lamm zal nu ook wel tot bekentenis komen, want zij was tegenwoordig toen gij mijnheer den koster Burgraf met uw stokdegen vermoordot." Een kreet van woede ontsnapte aan de lip pen van den ge waanden Paul Ommerborn hij wilde zich op den agent werpen, doch de commissaris van politie kwam tusschenbeide en een minuut later was de voorgewende erf genaam, trots zijn tegenstreven, gebonden. „En nu, mijne heeren, denk ik dat wij de zaak, waarvoor wij hier te Bamen gekomen zijn, wel als afgedaan kunnen beschouwen," zeide advocaat Feilenhauer, toen de gevangene was weggevoerd. „Waar geen klager is, daar is ook geen rechter en gij hebt gehoord, dat de broeder van den heer Richard Ommerborn geen erfgenaam heeft nagelaten. Daardoor ia, maar niet dan in het geval dat de hr. Ommer born kinderloos sterft, slechts de stad gerech tigd de vaststelling van het kapitaal te vor deren cn een desbetreffende aanvraag is nog niet gedaan." Zijn collega deed moeite beweringen daar tegen in te brengen, doch de rechter erkende, dat de zaak door de inhechtenisneming van den gewaanden erfgenaam een ander stadium was ingetreden. De samenkomst werd geslo ten en de heeren verwyderden zich. Diep ademhalende reikte de koopman zijn ouden boekhouder beide hauden en een straal vau geluk vloog over zijn gelaat. „Zoo is toch alles nog genadig met ons af- geloopen," zeide hij, „doch ik heb daaruit een les geput, die ik nimmer vergeten zal. Zor gen wij thans voor alles door rustelooze vlijt en spaarzaamheid de ontbrekende som aan te vullen, alsdan kunnen wij op goede grondsla gen verder werken. En u dank ik, mijn ouden trouwen vriend, gij z.jt in dese kommervolle dagen voor mij een waar vriend geweest en ik wensch en hoop dat wij nog lang te samen zullen blijven. Ik zal u heden of morgen be zoeken, om de bruid van mijn zoon te leeren kennen." Yerwonderd over deze plotselinge veran dering van gevoelens zag Bnrgraf zijn chef aan, die zich spoedig verwijderde om zich naar zijn woonkamer te begeven. Daar echter wachtte den koopman een nieuwe verrassing. Feodor en Heinrich kwamen hem tegemoet, toen hij de kamer binnentrad. Laatstgenoemden wisten niets van 't geen in het voorgaand oogeublik had plaats gegre pen, doch zijn vroolijk gelaat verdreef hun angst en hij raadde met welk doel zij tot hom gekomen waren. Met korte woorden vertelde de koopman aan zijn zoon cn diens vriend hetgeen was voorgevallen, na hen alvorens kort, doch har telijk begroet te hebben. Hij dankte ook den verloofde zijner dochter voor diens aangebo den hulp en noodigde hen beiden uit tot een souper, daarbij schertsend zeggende, dat hij het verlovingsfeest zijner kinderen wilde vieren. Burgraf en Christine ontvingen eveneens een uitnoodiging tot dat snel geïmproviseerde feesttoch bleef er nog een donkere schaduw op het gelaat van Feodor achter welke niet eer verdween, dan nadat hij een klein kristal len fleschje in 't water geworpen had, door hem in zijns vaders slaapkamer gevonden. Had hij den onden boekhouder van dien vondst kennis gegeven, dan zou deze ten volle begrepen hebben wat zijn chef bedoelde toen hij zeide met zijn huis te zullen vallen of staan. Christine was op dien avond met den vader van haar verloofde spoedig goede vriendjes met hare innemende lieftalligheid pakte zij den ouden heer geheel voor zich in en de vrouw van den koopman, die zich na hare terugkomst uit de residentie in veel wat haar eigenlijk niet aanstond voegen moest, erkende zonder wederspraak Christine als de bruid van haren zoon, terwijl het meisje tevens een der beste vriendinnen van Paula werd. Er heerschte van nu af aan een geheel ande ren geest in het hnis van Richard Ommerborn en hoe onaangenaam die verandering mevrouw Ommerborn ook zijn mocht, bezat zij toch ge noeg verstand zich in de noodwendigheden te schikken. De soireés en overige feesten hadden een einde genomen rijtuigen en paar den waren verkocht en de lakeien ontslagen, terwijl Burgraf deelgenoot in het huis Om merborn Zonen werd, waarin ook later Hein rich zijn kapitaal stak. Maar de zaak was nu op vaste grondslagen gebouwd en niemand wist hoe waggelend zij gestaan bad. De gewaande erfgenaam loochende aanvan kelijk alles metonbeschaamdetrots; hij noemde de verklaringen van Wetter boosaardige leu gens en bleef er bij, dat hij de neef van den koopman was. Zelfs een confrontatie met Wetter kon hem niet in tegenspraak met zich zeiven brengen en de rechter van instructie wilde reeds het onderzoek sluiten, ten einde de beslissing omtrent de zaak aan de recht bank en de gezworenen over te laten, toen de oude Katharina zich bewogen vond een om standige bekentenis af te leggen. Zij had op den bewusten avond den jongen man voortdurend in het oog gehouden en van uit haren schuilhoek gezien, hoe deze den koster overviel en neerstak. Tegenover de getuigenis van deze vrouw moest de aangeklaagde zwijgen. Den dag na dat die verklaring was afgelegd, vond de cipier den voorgewenden erfgenaam dood in zijn cel, want nu moest het hem toch al te duide lijk zijn geworden, dat hij zijn spel verloren had; hij verkoos den dood boven een lange tuchthuisstraf en had zich aan een van zijn bedlakens gemaakte strop opgehangen. Vrouw Lamm en Wetter kwamen er met een zachte straf af; zij werden beiden door den koopman Ommerborn ondersteund, die ook den geheimen agent Bonmann rijk be loonde. Generaal v. Sommer had spoedig na de inhechtenisneming van den gewaanden erfge naam met zijno dochter de stad verlaten hij toog naar de residentie, om zich te onttrek ken aan vragen en opmerkingen, die hem het leven verbitterden; de naam Ommerborn mocht in zijne tegenwoordigheid niet meer genoemd worden. EINDE. Een big eindend treur spel. Bij het ongeluk, dat onlangs te Schweintocklowitz voorviel, wist men aanvankelijk niet hoeveel mijn- werkers bedolven waren, en de vrouw van een der werklieden, die geregeld op de plek van het ongeval arbeidde, treurde over het verlies van haren echtgenoot, toen deze eensklaps des avonds gezond en wel voor haar stond. De vrouw, die nog al bijgeloovig is uitgevallen, sloeg een kruis en meende met den geest van haren man te doen te hebbenhij riep haar ech ter toe, dat hij het heusch en waar lijk was, dat hij zich des morgens een roes had gedronken, daardoor niet naar het werk was gegaan en op die wijze door zijn, dronkenschap het ge vaar was ontgaan. »Nu zal je hoop ik nooit weder kwaad zijn." zeide hg wanneer ik eens wat veel op heb, want je ziet nu waar het af en toe goed voor is De echtelieden omhelsden elkander en weenden vreugdetranen. „Ben je bijgeloovig, kindlief" vroeg een jongmensch aan zijn aanstaande. „Volstrekt niet," antwoordde de jonge dame, „hoe kom je tot die vraag?" „Omdat je, eerlijk gezegd, de dertiende jonge dame bent, waarmede ik geënga geerd ben." Snelpersdruk van C. DE BOER Ja.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 4