T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1216. Zaterdag 11 October 1884. Twaalfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers UitgeversBERKHOUT Co. te Helder. Bmrcau: SPOORSTRAAT ut ZCIDSTRAAT. Advertentien ran 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. OCTOBER, Wijnmaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 6 n. 21 m. Onderg. 5 n. 10 m. Zondag 12 Israël. Vreugdedag der wet. Maandag 13 Dinsdag 14 Woensdag 15 Donderdag 16 Vrijdag 17 Zaterdag 18 NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 10 Oct. 1884. De Kamerontbinding is bepaald. De wet, verklarende dat het wen- schelijk is, art. 198 der Grondwet te herzien, is afgekondigd en tevens werd bepaald, dat a. s. Zaterdag de zitting der Kamers gesloten zal worden. De verkiezingen voor de nieuwe Tweede Kamer zijn bepaald op 28 Octoberherstemming op 11 November. De verkiezing voor de nieuwe Eerste Kamer beeft plaats op 5 November. De opening der beide Kamers is op 17 November bepaald. Zooals men ziet is de meest mogelijke spoed aan gewend. De hoofdprijs der Amsterdam- acbe Teutoonstellingsloterij, de rivière van diamanten, bevindt zich thans te Parijs. De trekking der laatste seriën en der hoofdprijzen schijnt nu zeker op 31 dezer te zullen plaats hebben. De heer Van der Worm, burge meester van Hennaarderadeel, een af stammeling van Van der Werff, beeft de gouden medaille, zijn voorvader als hulde voor diens manhaftig gedrag door den Prins van Oranje geschonken, in eigendom afgestaan aan de stad Leiden. Tegen de kassiers B. en H. Filbry te Breda, firma Reijnders en Cie, welke voor bet Gerechtshof van Den Bosch terecht stonden wegens be- driegelijke bankbreuk, is door het O. M. geëischt, tegen den eerste een gevangenisstraf van zes, tegen den laatste van vjjf jaren. Zjj hadden alle feiten bekend, maar beweerden niet ter kwader trouw te hebben ge handeld. Eenigen tijd geleden liet bet gemeentebestuur van Vlissingen in bet stedelijk gasthuis een ijskelder in richten ten behoeve van zieken, waar van ook Vlissingen's ingezetenen voor een kleine vergoeding konden ge bruik maken. Na oplevering en goedkeuring door den gemeente-architect werd een hoe veelheid van 3 a 400 kilo's ruw blok- ijs hierin geborgen. Nadat eenige kleine aanvragen, plus minus 20 kilo's bedragende, afgeleverd waren, bleef de kelder geruimen tijd gesloten. Bg opening dezer dagen vond men niets danlauw water In bet tuchthuis te Leeuwarden waren op den 1 dezer aanwezig 368 gevangenen, waaronder 13 levens lang veroordeelden. In 't laatst der vorige week, ongeveer elf uur, liep langs den trekweg van Ulrum naar Leens zekere Enno Tillema, in laatst genoemd dorp tehnis behoorende. Toen hij zoowat de helft van den weg had afgelegd, zag hij een man voor zich, die langzaam voortliep. T., in de meening, dat deze op dien hoogst eenzamen weg met hem wilde loopen, stapte flink op en was weldra zoo dicht bij hem, dat hij hem goeden avond wenschte. De aangesprokene zeide niets, keerde zich eensklaps om en pakte T. bij de borst, te kennen gevende dat hij zijn horloge en geld verlangde. Ofschoon natuur lijk hevig verschrikt, waartoe zeker niet weinig het zwartgemaakt gericht van den aanrander bijdroeg, behield T. volkomen zijne tegenwoordigheid van geest en gaf den eischer een Hinken slag met zijn wandelstok, die dadelijk in tweeën brak. Daarna werden zij handgemeen, totdat eindelijk de aanran der een stomp ontving, die bem, voor het oogenblik althans, van pijn ineen deed zin ken. T., den weg nu vrij wanende, wilde haastig verder gaan, toen op eens een 20 meter vóór hem een tweede persoon van onder den wal te voorschijn sprong en als een razende op hem afkwam. Goede raad was duur. Met den eersten vijand in den mg, die wel verbijsterd, maar niet verslagen was, ook nog dezen aan te pakken, kwam T. bedenkelijk voor. Hij nam een kort en koen besluit. Hij sprong nl. in het vrij breede kanaal. Als uitmuntend zwemmer kwam T. gelukkig aan den overkant en ver nam verder niets meer van zijn aanranders dan dat zij hem een poos achterna zagen. Te wenschen is het zeker, dat de ijverige nasporingen van de politie er toe mogen leiden, om die personen aan de justitie over te leveren, die op zulk een manier aan den kost trachten te komen, en te wenschen is het mede, dat zoo later weder zulke individuën zulke praktijken trachten uit te voeren zij op znlk eene cordate wijze worden ontvangen, als zij ontvangen werden door den jongeling Enno Tillema van Leens. Maan dagvoor middag is door een jachtopziener, in een greppel in bet boscb onder Soesterberg, beboorende tot het landgoed van jbr. Yan den Bosch, een in verregaanden staat van ontbinding verkeereud lijk ge vonden, waarbg een jachtgeweer met dubbelen loop en foudraal lag. Ou- middellyk begaven de burgemeester met den gemeente-geneesheer zich ter plaatse en zjjn maatregelen ge nomen om het Igk naar het lijken huis te vervoeren. Het signalement komt overeen met dat van een heer voorkomende in bet Algemeen Politieblad van 3 dezer die in den ochtend van 22 Sep tember jl. de gemeente Dordrecht verlaten heeft, leeftijd 40 jaren. Per telegraaf is de commissaris van politie aldaar met bet een en ander in kennis gesteld. Maandag, gaf de beer F., die in 't Hotel d'Hollande in de Hoofdsteeg te Rotterdam logeerde, aan den eige naar van het hotel een bankbiljet van f 1000 ter inwisseling. Deze belastte daarmede den buisknecht W. K., die zich onmiddellijk op weg begaf om de opdracht te volbrengen. Onderweg ontmoette hij een zijner kennissen, den directeur" van een slecht buis in de Zandstraat, die bem medenam om een borreltje te gaan drinken. Al pratende en drinkende kwam men nu op de gedachte, een rijtoertje naar den Haag te maken. Een der vrouwen uit de reeds om schreven inrichting zou mede van de party zyn. Van de ingewisselde duizend gulden werd een ladauer ge buurd, en nu ving de tocht aan. Onderweg werd zoo hier en daar het een en ander gebruikt en zoo passeerde bet eerzame drietal gisteren namiddag Delft, alwaar vooral de buisknecht, die meer dood dan levend leek, en de directeur," met zijn blozend vollemaansgezicht de aan dacht der voorbijgangers trokken. In Den Haag moest de koetsier, die f20 voor zijn diensten had bedongen en daarvan nogal iets ten behoeve van den inwendigen menscb bad aange wend, het afleggen". De pleizier- reizigers bezochten das te voet ver schillende winkels in de hofstad, waar men ryke inkoopen deed. Zoo ontving de schoone een prachtig gouden remontoir met dito ketting, een fraaien wintermantel, twaalf paar kousen en nog eenige artikelen van minder waarde. Nu besloot men zoo zachtjes aan de terugreis te aanvaarden en nam men daartoe een koetsier aan, die met een rytuig met twee paarden bet gezelschap weder naar Rotterdam zou brengen. Inmiddels was de politie Delft per telegraaf van een en ander verwittigd en waren de noo- dige maatregelen genomen om het drietal aan te houden. Men lette daar evenwel, naar aanleiding der opgaven, op een landauer met één paard, zoodat toen een rijtuig met twee paarden in den avond aldaar doorreed, men bet niet aanhield dus de vogels liet ont snappen. Toch werd de inspecteur Van Affelen met de recherche belast en gelukte het dezen dan ook de reizigers te Ouwerschie in te halen, alwaar zich reeds een rechercheur uit Rotterdam bevond, die de band op ben legde en ben mede naar Rot terdam nam. Bij de arrestatie bleek dat er van de f 1000 nog slechts f127 aan contanten over waren, terwijl bij een optelling van de ver schillende sommen, welke zijn uit gegeven, men nog staat voor een bedrag van f 400, waaromtrent geen van het drietal de bestemming wist aan te wijzen. (D.C.) Te Andress'oerg in Hannover, een gemeente van 3600 inwoners, zijn meer dan honderd personen aan de trichineziekte lijdende. Er is een gerechtelijk onderzoek ingesteld. Berichten over de jongste muitery in de gevangenis te Mandalay (Birma) melden, dat de soldaten, teneinde den opstand te dempen, het gebouw in brand staken en op de gevange nen, die trachtten te ontsnappen, vuurden. 430 personen werden hierbij gedood. Te Parijs heeft men, vooral door toedoen der gravin de C., een bekende toongeefster der mode, gebroken met het poney-haar (door de Transvalers zoo kernachtig ge schetst als »gordijntjeskoppen," of »idiotenfranje,") Het onbedekte booge voorhoofd is thans weder bet ken merk der beschaafde ontwikkelde vrouw. Om nu echter die dames, wier afgeknipt voorhoofdhaar nog niet lang genoeg gegroeid is om met goed gevolg naar achter gekamd te kunnen worden, in de gelegenheid te stellen deze mode te kunnen volgen, zijn witte kanten versierselen, bijna in den vorm der Italiaanscbe platte hoofdeksels, ingevoerd, die aldns bet kapsel op baar plaats bonden en tevens dienen om bet schilderachtige van dit hoofdtooisel te verboogen. Bg de St. Josephskerk te Bre- men, werd eenige dagen aangetroffen een zesjarig meisje, dat opgaf Johanna Mejjer te beeten en dat geheel verla ten was. Ze zei, dat baar mama ook Johanna en baar papa Gustaaf heette; een tante die zjj niet bg naam kende bad baar naar Bremen ge bracht. Men vond een brief by haar van een onbekende vriendin aan een zus ter in 't Katholiek ziekenhuis." wie, het kind werd aanbevolen, wyl de moeder te Bremerhaven gestorven was en de schrijfster er niet voor zorgen kon, want zij bad er baar reis naar Amerika reeds 8 dagen om uitgesteld. Het kind bad blond baar, dat een dame, met wie tante" samen reisde, in den trein had afgesnedenzy had- nen over Amerika gepraat. Het kind, dat welopgevoed is en net gekleed was, vertelde dat ze bet laatst aan het strand was geweest, waar muziek werd gemaaktdaar had ze mettante' bg Hermann Meijer gewoond en met Helena, Anna en Gustaaf, zgne kin deren, gespeeld. Vóór baar vertrek bad tante" een naaister gehad, die veel japonnen vóórhaar maakte, welke in een koffer waren gepakt. Sedert 6 weken zoekt de politie van schier alle groote Duitscbe steden te vergeefs bet spoor van de tante" en haar reisgezellin of van de ouders der kleine Jobanne. FEUILLETON. Een onverbiddelijke Vijand. Vertaling 0.) van GERRIT J. Filip lag bewusteloos op rijn kussen aan sijne band en aan 't beddelaken waren ver- scbe bloedvlekken te tien. „Luidkeels riep Kurt om hulp en oogenblikkelijk traden Marie en Johan de kamer in." Kurt vertelde den knecht, wat bij gezien had. Deze kwam met licht nader, sloeg de dekens terug eo zeide „•tVerband is losgeraakt, jongeheer; hij bloedt verschrikkelijk." „Lieve God, wat moeten we beginnen P" „Ik kan 't verband wel weer leggen, jonge heer, denk ik, want ik heb goed toegezien, terwijl de dokter bezig was," zeide de knecht. „Hier Marie, help me en joDgeheer, wees zoo goed en giet hem een weinig cognao in terwijl ik aan ct werk ben." Johan bracht 't er beter af dan Kurt ver wacht had. 't Gelukte hem 't bloedtestel pen en toen Filip een weinig cognao had binnengekregen, opende hij de oogen. „Mijnheer," zeide de kneoht," wees zoo goed en beveel Wilhelm, den koetsier, zoo spoedig mogelijk den dokter te halen. Marie, help jij me om hem wat te verleggen. Ik dnrf den armen jongen niet los te laten." Kurt liep heeu en na korten tijd hoorde men aan 't paardengetrappel, dat Wilhelm om den dokter uit was. Toen klopte bij aan de deur van mevrouw von Holzendorff. De dame was door 't ongewone gerucht reeds ontwaakt; ze schoof den grendel weg en liet haar klein zoon binnenkomen. In groote opgewonden heid verhaalde deze wat er was voorgevallen. „Ik kom aanstonds naar hem kijken," zeide de dameik kan niet begrijpen hoe zoo iets mogelijk is." Kurt keerde naar 't ziekenvertrek terug. Filip lag bleek, afgemat en sprakeloos te bed, niet ia staat een hand te verroeren, en Joban it nevens hem. Mevrouw von Holtzendorff gaf den zieke een kalmeerend middel. De tijd ging langzaam voort voor de lieden, die in 't ziekenvertrek bijeen waren, totdat de dokter kwam, die zich over 't geval sterk verwon derde. Toen bij 't verband vlug iu orde bracht, gaf hij Johan den welverdienden lof. Toen alles in orde was, zeide hij 't Verband is met moedwil losgerukt, waat 't is onmogelijk van zelf losgegaan. Kan de patiënt 't ook in ijlkoorts gedaan hebben P Filips lippen bewogen zich. De dokter na derde bem en trad na een oogenblik ontzet achteruit, terwijl hij uitriep: „De knaap zegt, dat de moordenaar bg rijn bed geweest is. Wat zou dat beduiden „Hij ijlt," zeide mevrouw von Holtzen dorff; hier is buiten mijne familie en mijl dienstboden niemand geweest." Filip wendde moeite aan om te spreken, maar de dokter verbood 't en voegde hem liefderijk toe „Later, mijn beste, als je wat sterker bent, kan je alles vertellen." „Maar hij - kan terugkomen I" bracht Filip met moeite uit. „Niemand zal hier komen," troostte Kurt; „ik en Johan zullen van nacht bij je blijven." De dokter trad naar de tafel, greep een fleschje en bekeek 't, terwijl bij aan Marie vraagde „Heb je zooveel chloroform gebruikt P" „Neen, dokter, ik heb er in 't geheel niet van gebruikt en juffrouw Schmidt beeft niet meer genomen dan u bevolen heeft. Misschien heeft mijnbeer Hellwig er van genomen." Toen vertelde ze, dat Robert bij haar was gekomen om iets tegen de kiespijn. „Vraag mijnheer Hellwig of hij er van gebruikt heeft." beval de dokter. Marie gehoorzaamde en kwam met de boodschap terug, dat mijnheer Hellwig, ra zend van kiespijn, chloroform bad aangewend. Zoo was dan die zaak opgehelderd. „Wat heeft de zieke gebruiktP" vraagde de dokter. „Juffr. Schmidt beeft alles opgeschreven, wat u verordend hebt; hier is de lijst," zeide Marie. Toen ze 't papier van de tafel wilde nemen viel een waterglas op den grond. „Lieve hemel, riep 't meisje, daar ligt al 't gerstewater; we hebben niet meer ,,'t Maakt uiet uit; water is ook goed, als hg dorst heeft, houd je dus maar stil." Zacht zeide de dokter, terwijl hij zich tot mevrouw von Holtzendorff en haar kleinzoon wendde „Ga nu te bed, mevr. eu gij jonkman, neem ook wat rustik zal met den knecht 't ove rige van den nacht wel waken." Den volgenden morgen ontwaakte Kurt later dan gewoonlijk, kleedde zich haastig en snelde toen naar de ontbijtkamer, waar me vrouw von Holtzendorff en dokter Slieuwen reeds bijna met bun maal gereed waren. Op zijne vragen naar Filips toestand gaf de dok ter bevredigender antwoord dan bij verwacht had. „Waar is Robert, grootmoeder P" vraagde Kurt, terwijl hij rondkeek. „Afgereisd, mijn jongen. Hij leed zoo zeer aan kiespijn, dat hij heel vroeg is weggegaan. We waren van morgen een unr later op dan gewoonlijk. Hij wilde oogenblikkelijk een tandarts opzoeken. Ik moet je zijne groete overbrengen." „Hebt u over 't ongeval van Filip met hem gesproken P Hij zat in Filips kamer, boorde dan armen jongen kermen en vraagde niet eens wat bem scheelde. Was ik nietgeko- ten, dan was de arme jongen doodgebloed." „Je weet," suste mevrouw von Holtzen dorff, dat hij razend was van de kiespijn. Roberts overhaaste afreis liet de wedding schap tussohen Weber en Joban onbeslist, want toen de politieagent kwam zeide Johan, dat de heer Hellwig zijne laarzen niet had laten poetsen en reeds met den trein van ach ten was vertrokken. „Weber scheen teleurgesteld. Hij vraagde wat de oorzaak was van dat overhaast vertrek. „Mijuh. Hellwig was den ganscben nacht op en verging van kiespijn; hij heeft zich zoo spoedig mogelijk naar een tandarts b ven." „En hoe staat 't met den knaap? Is hij dood Neenmaar er is midden in den nacht om den dokter gestoord, 't Verband ia losgeraakt eu hij ligt op 't oogenblik zeer slecht." „Wonderlijk," zeide Weber. Hoe is dat gekomen P" Dat weet ik niet precies. Marie wachtte bij hem, toen mijnheer Hellwig binnentrad en haar verzocht wat cognao voor hem te halen, daar hij erge kiespijn bad. Toen ze terugkeerde riep mijnheer Hagen in de kamer om bnlp. „De knecht beeft de wonden tamelgk goed verbonden en toen is er om den dokter ge stuurd, die deu geheelen nacht bier geble- „Was mijnheer Kurt iu de kamer, toen Marie den cognac ging halen „Neenbij hoorde den knaap schreeuwen en ging toen bij hem. Marie had den beer Hellwig verzocht bij den jongen te blijven tot ze terugkwam, maar de zelfzuchtige kere 1 heeft 't niet gedaan." „In welk hotel stapt de hear Hellwig ge woonlijk afP" Misschien kon ik door den knecht zijne laarzen laten [meten en alzoo onze wedding schap uitmaken," zeide de politieagent. „Ik geloof in 't Pruisische Hof; gisteren kwam hij direct uit de residentie. „Goed," zeide de politieagent, we sullen zien." Daarna ging hij met snelle schreden stad waarts. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1