'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 121». Zaterdag 18 October 1884. Twaalfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. Abonnement per 8 maanden binnen de gemeente 50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nnmmers2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. BareuuSPOORSTRAAT ea ZOIDSTRAAT. Aavertentien van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlyk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. OCTOBER, Wijnmaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 6 u. 34 m. Onderg. 4 u. 55 m. Zondag 19 Nieuwe Maan. Maandag 20 Dinsdag 21 Woensdag 22 Donderdag 23 Vrijdag 24 Zaterdag 25 Wegens plaatsgebrek, konden we ons Feuilleton heden niet vervolgen. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 17 Oct. 1884. Bg de op 15 Oct. jl. gehouden aanbesteding voor de levering van levensmiddelen enz., ten dienste van het Militair hospitaal alhier, over 't jaar 1885, waren minste inschrijvers: A. Koomen voor het vleesch, ad f 0.65 per Kgr.H. van Elburg voor het witbrood, ad f0.149/10 per Kgr.A. van Twisk voor de rijst, ad f 0.14 per Kgr., de gort ad f 0.14 per Kgr., 't zout ad f0.14 per Kgr., de groene zeep ad f 0.28 per Kgr., de azijn ad f 0.06 de literF. Steeman de boter, ad f 1.19 per Kgr.; J. S. Jacobs de aardappelen, ad f 1.57 de H.L.D. Bandsma de steenkolen, ad f8.20 de 1000 Kgr., de lange turven, ad f 0.52 de 100 stuks, terwijl voor 't wasschen der linnen en wollen goederen het minst is ingeschreven door C. de Jong, te Alkmaar. Door Tesselsche mosselvisschers zgn in het Marsdiep eenige vaatjes buskruit opgevischt. Ofschoon de vaatjes niet lang schenen te hebben gedreven, was het kruit toch on bruikbaar. Te Scheveningen is uit Vlaar- dingen het telegrafisch bericht ont vangen, dat de stuurman Teunis Vrolijk, varende op een schuit van den reeder G. Den Duik, over boord is geslagen en omgekomen. Ook heeft men te Katwijk aan Zee de treurige tijding ontvangen, dat de matroos Arie Messemaker, varende op een bomschuit van de firma Meerburg, welke den 7n dezer is afgevaren, Zaterdag met een zware stortzee is overboord geslagen en verdronken, nalatende een weduwe met drie jonge kinderen. Dinsdagochtend werden in de Engelenvaart nabij Heerenveen een turfschipper en zijn 14jarige zoon in het vooronder van hun vaartuig dood gevonden, door kolendamp gestikt. De Ned. Sport deelt mede, dat het voornemen bestaat bij genoeg zame deelneming te trachten een bond op te richten, die alles in het werk zal stellen om het roeien en zeilen, zoowel voor liefhebberij als ten behoeve van den handel, tot vroegeren luister terug te voeren en pogingen in het werk te stellen Am sterdam weder te verrgken met een jachthaven, de hoofdstad des Rgks waardig. Het stoomschip Prins Hendrik der stoomvaartmaatschappij Zeeland, commandant H. L. Stasse, dat Zondag avond op de Theems werd aangevaren, is aan de werf der koninklijke maat schappij De Schelde gekomen, om eene aanzienlijke reparatie te ondergaan AaDgaande de aanvaring verneemt men de volgende bijzonderheden Zondagavond te 11 ure had de aan varing plaats door het Eogelsche stoomschip Lord John Russel. Zij werd vermoedelijk veroorzaakt door een misverstand bij het manoeuvree ren om voor elkander uit te wijken. Laatstgenoemd schip liep de Hendrik aan bakboordzijde in, op de hoogte van het salon, waarin aanzienlijke schade werd teweeggebracht, en o. a. eenige schilderstukken werden ver nield. Ook de gereserveerde hut werd grootendeels verbrijzeld. Alles liep af zonder persoonlijke ongelukken. Boven de waterlgn werd een drietal platen gebroken. Ten einde den toe stand goed te kunnen opnemen, stoom de men naar Queensboro terug. Op 21 dezer, zal voor het ge rechtshof te Amsterdam worden be handeld de zaak van F. H. L., zeeva rende, wonende te Amsterdam, be schuldigd van poging tot moord, en wel, dat hij in den nacht van 15 op 16 Aug. 1884 omstreeks 12 uur na vooraf het voornemon te hebben op gevat om zijn schoonzuster A. T., weduwe J. A. L., te dooden, zich met dat doel heeft begeven naar hare woning op de Prins Hendrikkade te Amsterdam en na aldaar te zijn bin nengetreden, gewapend met een mes, haar moedwillig heeft aangegrepen en met het opzet om haar te dooden, met dat mes ter hoogte van de borst heeft gestooten, althans met dat mes in de richting van hare borst stooteude, haar daar heeft trachten te steken, in de volvoering van welk misdadig voornemen hij alleen verhinderd is geworden, doordien die vrouw zijne hand, waarin hg het mes hield, met een harer handen heeft gegrepen, zich voorts zooveel mogelijk heeft verweerd en losgerukt en door andere vrouwen is ontzet. De beschuldigde ontkent het voornemen te hebben gehad zgne schoonzuster te vermoorden en geeft op niet te weten wat er in dien nacht met hem is voorgevallen. Als ver dediger is hem toegevoegd de advo caat rar. Th. Van Eijk Bijleveld. Uit Osch wordt aan de N. R. C. gemeld Zondagavond is hier een moord gepleegd. Eenige jongelieden, die een bezoek hadden gebracht aan het na burige Heesch, werden even buiten de gemeente zonder eenige aanleiding door enkele personen, met knuppels gewapend, aangevallen. Twee der aangevallenen wisten, ofschoon ge kwetst, te ontkomenmaar de derde, die bij den eersten slag ineenzakte, is Maandagochtend niet ver van zgne woning bewusteloos gevonden en heeft eenige uren daarna den geest gegeven, De verslagene, P. C., was een jonge ling van 23 jaren, werkzaam bij de registratie alhier, zeer gezien bij zij ne superieuren, en de zoon een er achtens waardige familie. De verslagenheid in het dorp is algemeendit is dan ook niet te ver wonderen, want dit is Teeds de derde moord binnen twee jaren, en bijna dagelijks hebben er aanrandingen en vechtpartijen plaats. Zondagavond vooral ging het er erg toe, en terwijl aan de eene zgde van het dorp een moord werd gepleegd, had aan den anderen kant eene bloedige snijpartg plaats. Maandagochtend werden en kele vechtersbazen gearresteerd, doch de gverige politie is klaarblijkelijk niet talrijk genoeg ora dit alles te voorkomen. Er heerscht een kekere ongerust heid onder de gegoede burgerij en velen wagen zich 's avonds niet meer op straat. Het is onbegrijpelijk, dat er in den tegen woofdigen tijd in ons land nog een plaats wordt gevonden, waar het zoo onveilig is, en het is te hopen dat de justitie spoedig en degelijke maatregelen zal nemen. Bij den storm van Dinsdagnacht zijn ten Oosten vau Domburg stukken wrakhout op het strand geworpen, die waarschijnlijk vau een stoomschip af komstig zgn. Omtrent een te Sittard gepleeg- den moord schrijft men nader van daar. In een leemgroeve, gelegen aan den weg, leidende van de stad naar het gehucht Overhoven, lag in een hoek het lijk van een onbekend mans persoon, op afschuwelijke wijze ver moord. De hals was als met vgf messneden doorgehakt, de neus lag naast het lijk. dat van een bloedplas omgeven was. De vermoorde is naar gissing 35 a 36 jaar oud, heeft zwart, kort ge knipt haar, ringbaard en knevelzgne kleeding bestaat uit zwarte jas, grgze broek en vest, wit boven- en flanellen onderhemd, zwarte das, waarover nog een gestreepte foulard, en manchetten met fantasieknoopen, waarin de on heilspellende woorden »la mauvaise journée" gegraveerd waren. Roofzucht schijnt de drijveer tot den moord te zijn geweest, althans het lijk was van horloge en geld (op 2 vijfcentimenstukken na) beroofd. De zakken waren het binnenste bui ten gekeerd. Op het lijk vond men verder een kaart, waarop een per soonsnaam ontbreekt en alleen de woorden »Rue de la blanchisseuse Bruxelles" te lezen staaneinde lijk nog een sigarenkoker, pijpewroeter, horlogesleutel en eenige lucifers. Vier halsboordjes lagen bij het lijk. De rechterhand hield een mes omklemd, hoewel naar de verklaring van den geneesheer, die de lijkschouwing hield, hier volstrekt niet aan zelfmoord te denken viel. De justitie van Maastricht heeft een onderzoek in loco ingesteld. Yan den dader of de daders is tot dusverre geen spoor ontdekt. Men schrijft nader uit Sittard: Aangaande den in den nacht van Maan dag op Dinsdag alhier gepleegden moord kan nader worden bericht De vermoorde is zekere Henri ErnstCaron, oud 37 jaar, gehuwd, doch sedert lang ge scheiden levende van zijne vrouw, die te Brussel woont. Hij zelf, die aan zinsver bijstering scheen te lijden, bevond zich eeni- gen tijd in een gesticht te Reckheim (België), waaruit hij echter ontslagen is. Van toen af had hij zich metterwoon te Luik geves tigd. Maandagavond met den laatsten trein te Sittard aangekomen, waarschijnlijk om een bloedverwante te bezoeken, maakte hij kennis met den 22jarigen O., een alhier wonend daglooner, tegen wien zware ver moedens zijn gerezen, als zoude deze de bedrijver van de verschrikkelijke misdaad Eeuigen tijd na aankomst van den trein bevonden beiden zich namelijk in een her berg kort bij het terrein, waar de moord is gepleegd. Na dien tijd heeft men den verslagene niet meer gezien. O. daarente gen bezocht verschillende herbergen, waar hij groote borrels jenever verzwolg en zich zonderling gedroeg. In een der koffie huizen heeft men hem in 't bezit gezien van eene lederen portefeuille, die den volgenden ochtend op de Groote Markt terug werd gevonden en uit welks inhoud de identiteit van den verslagene werd bewezen. Te 2 uren 's nachts kwam O. beschonken te huis, nadat een uur te voren door den nachtwacht wegens openbare dronkenschap tegen hem was geverbaliseerd. Dinsdagnamiddag te 3 uren had het ge rechtelijk onderzoek plaats in het lijkenhuis op het kerkhof, waarheen men het lijk had vervoerd. O. werd omtrent ditzelfde uur in zijne woning, waar hij te bed lag, gearresteerd en terstond bij 't lijk gebracht om aldanr een voorloopig verhoor te ondergaan. Hij durfde nauwelijks zijn blik op den vermoorde te vestigen, omdat, zooals hij zeide, deze er zoo akelig uitzag. Hij verklaarde echter dat hij den verslagene nooit te voren had gezien, hoewel verschillende personen ge tuigen dat hij den avond te voren met hem te zamen in een koffiehuis was. In een andere herberg had O. tot den kastelein en diens vrouw gezegd, dat hem een Fransch- man naar een logement had gevraagd, doch dat hij hem had laten loopen, omdat de Franschman trakteeren wilde. Behalve de reeds genoemde, zijn er nog andere omstandigheden, zdó bezwarend voor O., dat aan zijne schuld bijna niet te twij felen valt. Of hij echter het gruwelstuk geheel alleen heeft uitgevoerd, is nog niet met zekerheid te zeggen. O. is inmiddels zwaar geboeid naar de gevangenis te Maas tricht overgebracht. Sedert eenige weken werd de wachtkamer 3de klasse in het Oos terstation te Antwerpen druk bezocht door een man, die een gesprek aan knoopte met reizigers, welke pakken of koffers droegen. Hg vroeg dan immer waar zij heengingen en wendde, na het autwoord verkregen te hebben, voor dat hij naar dezelfde plaats ging en bood zich aan als reisgezel. Dusdoende slaagde hg er in het vertrouwen van den reiziger te winnen en op een gegeven oogenblik waar schuwde hij hem, dat het tijd was om kaartjes te nemen. Hij zou onder wijl wel op de pakken passen. De reiziger verwijderde zich dan zonder wantrouwen, maar bij zgn terug komst was de andere met de pakken verdwenen. Ten gevolge van de aanhoudende klachten had men een bijzondere wacht in het station geplaatst, en eindelijk is 11. Dinsdag de dief aan gehouden op het oogenblik, dat bij zich weder met een koffer verwg derde. Hij beet Vergile Boedt en is smid van beroep. Bij een huis zoeking, ten zijnen huize ingesteld, vond men nog verscheiden voor werpen, afkomstig van diefstallen, begaan in voornoemde omstandig heden. Wie wèl beseffen wil wat oor log is of aan hen, die nog niet leefden toen de bladen dag aan dag de verschrikkingen van den Krim- oorlog vermeldden, daarvan een denk beeld geven wil, kan een levendigen indruk daarvan ontvangen, wanneer hij het volgende telegram uit St. Petersburg leest. »Het stoffelijk overschot van gene raal T o d 1 e b e n zal van Riga wor den overgebracht naar Sebastopol, om daar begraven te worden in het kerkhof, dat den naam draagt van het graf der honderdduizend." In dien akker werden tijdens het beleg 100,514 soldaten begraven. Uit Roblingen in Wurtemburg, is dezer dagen spoorloos verdwenen de gerechtsdienaar Friedrich Sterzer, die zich vermoedelijk aan een vrij belangrijken diefstal heeft schuldig gemaakt. Door de Duitsche autori teiten wordt zgn opsporing gevraagd. Londen, 15 October Een speciaal correspondent van de Standard heeft de overblijvenden van de equipage der Nisero, op hun reis naar Europa te Suez geïnterviewd. Hun verhaal kwam hierop neer Onmiddellijk nadat wij aan land gekomen waren, namen de inboor lingen ons gevangen en brachten ons voor den radjah, die ons onder vroeg, en wien het genoegen scheen te doen te vernemen, dat wg En- gelschen en geen Hollanders waren. Den 13den December deed de Hol- landsche resident ons in bet geheim een brief toekomen, waarin hij ons vroeg of het niet mogelijk was een overrompeling te wagen. Wij durfden niet te antwoorden. Toen de Hol landers Tenom bombardeerden, was de Radjah woedend en liet ons honger lijden, zeggende dat thans alle hoop verdwenen was op het verkrijgen van Engelands bescherming en vrijen handel zonder inmenging der Hol landers. Toen wij vertrokken, zeide de Radjah tot den heer Maxwell»Ik geef u uwe landgenooten terug, voor welke ik zorg gedragen heb." Maxwell bleef in het kamp, tot het losgeld bij den Radjah aange komen was. De grootste stoomboot der wereld, behalve de ongelukkige Great Eastern, de Umbria van de Cuuard- lgn, heeft Zaterdag haar proeftocht afgelegd. Zg bereikte de ongekende snelheid van 21 knoopen per uur, en zal dus nog sneller varen dan de Oregon. Zij bezit machines van 13,500 paardenkracht, is 520 voet lang, 57 voet breed, 41 voet diep en heeft een bruto-tonnenmaat van 8000 Engelsche ton. De Umbria zal, te oordeelen naar den proeftocht, de reis van Queen- stown naar New-York binnen de 6 dagen afleggen. De president der Cunard-Company deelde aan het feestmaal, hetwelk na den proeftocht aan boord plaats had, mede, dat hij hoopte in zeer korten tgd van de werf van John Elder Co. te water te zien loopen een voor zgn maat schappij gebouwde boot, die het lang verwachte ideaal bereiken zou, van in vgf dagen naar New-York te stoomen. De „Christian" bevat een mededeeling nit Rijsel, dat een Engelschman, wiens gangen door twee detectives werden nagegaan, eenige weken geleden in die stad arriveerde. Hij begaf zich naar een hotel en de po litiemannen namen er evenzeer hun intrek en wisten kamers te krijgen die naast zijn vertrek gelegen waren. Den volgenden morgen vroeg nam hij een rijtuig en reed spoorslags door Rijsel, gevolgd door de detectives, die den ge- heelen nacht gewaakt hadden en het rijtuig niet konden hijhonden, maar van de ver volgingsplannen ook voorloopig afzagen, toen zij er door verschillende omstandig heden achter waren gekomen, wat de eigen lijke plannen van den man waren. lederen morgen verlaat een groote wagen de gevangenis, die twee groote manden met door de gevangenen vervaardigde pan toffels en schoenen bevat en op den ochtend dat ons verhaal voorviel, kwamen de beide detectives met twee man van de geheime politie, allen als ambachtslieden vermomd, in de nabijheid der gevangenis bijeen en waohtten de verschijning van den wagen af. Toen het voertuig de gevangenis zonde verlaten, werd het plotseling tegengehouden, de manden werden geopend en er kwamen twee Engelscheu uit te voorschijn die, doordien gevangenisbewakers en koetsier vermoedelijk omgekocht waren, zich daarin

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1