'T VLIEGEND BLAADJE
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL.
No. 1224.
Zaterdag 8 November 1884.
Twaalfde Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nnmmers2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
BirraiuSPOORSTRAAT ei ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlyk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
NOVEMBER, 81achtmaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 13 m.
Onderg. 4 n. 14 m.
Zondag 9 Laatste kwartier.
Maandag 10
Dinsdag 11
Woensdag 12
Donderdag 13
Vrijdag 14
Zaterdag 15
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 7 Nov. 1884.
Wanneer we 't bekende spreekwoord
„Celui qui rit est désarmé" in verband
wilden brengen met de voorstelling, Dins
dagavond door 't gezelschap onder directie
van Bamberg en Charlier in Tivoli gegeven,
zouden we zwijgen, maar met 'toogop onze
lezers kunnen wij dit niet. 't Opgevoerde stuk
„Een bruidspartij met hindernissen" is,
hoezeer we ook ingenomen zijn met 't spel
en de coupletten van den ouden heer Bam
berg, niet geschikt voor 't publiek, dat
hier ter plaatse gewoonlijk den schouwburg
bezoekt. Dat publiek is ontwikkeld genoeg
tot 't maken van critiek en verlangt
voor zijn geld iets beters dan een stuk,
dat er tijdens een kermis, op een drukken
avond, mee door zou kunnen.
Daar we grond vermeenen te hebben
van de directie iets beters te mogen ver
wachten, geven we onze opmerkingen ten
beste, die, als vriendenraad aangenomen,
bovengenoemd gezelschap slechts tot voor
deel kunnen strekken. Aangenaam zal 't
ons zijn, wanneer wij bij een volgende ge
legenheid een meer gunstig oordeel mogen
vellen.
Bij vonnis van den zeekrijgsraad
a/b Zr. Ms. wachtschip te Willems
oord is de marinier Be kl. J. v. A.
schuldig verklaard aandiefstal in
loontrekkenden dienst, veroordeeld tot
2 jaren correctioneele gevangenisstraf,
te ondergaan in een jaar eenzame
opsluiting, met verbeurte van het
recht om bij de gewapende macht of
als militair geëmplooieerde te dienen
gedurende den tijd van 5 jarenen
de matroos 3e klasse A. v. d. G.
schuldig aan le desertie van zijnen
post als schildwacht in tijd van vrede
2e verkoopen van militaire kleediög-
stukken, 3e het zich bevinden in
kennelijken staat van dronkenschap
op den openbaren weg, veroordeeld
tot 12 maanden militaire detentie, te
ondergaan in 6 maanden eenzame
opsluiting en een boete van één
gulden.
Naar men verneemt, bestaat het
voornemen alle schroefstoomschepen
le kl. bij de directie der marine al
hier in reserve op te nemen.
Bij Zr. Ms. besluit van 28 Oc-
tober jl. No. 37 is bepaald:
1°. met wijziging van het vastge
stelde bij besluit van 7 Juni 1876
No. 7, dat personen aan wie een
militair pensioen is verleend eu die
als mindere^ geëmplooieerden, werk
lieden of bedienden op 's rijks werven
of andere maritieme inrichtingen en
op 's rijks werkvaartuigen zijn of
zullen worden te werk gesteld in be
trekkingen, waaraan geen uitzicht op
burgerlijk pensioen is verbonden, hun
militair pensioen in zijn geheel zullen
genieten, met het daggeld of de toe
lage, hun in die betrekkingen toege
kend, mits dat daggeld of die toelage
het bedrag van f 1.80 per dag niet
te boven gaat;
2°. dat alleen wegens het bedrag
dat boven deze fl.80 als daggeld of
als toelage wordt genoten, de voorge
schreven korting op het pensioen is
toe te passen
3°. dat het onder 1°. en 2°. bepaalde
zal ingaan met 1 November 1884.
De mailbooten van de maat
schappij Nederland" en van de
Rotterdarasche »Lloyd" zullen thans
Marseille weder aandoendaar de
cholera aldaar als geweken is ver
klaard.
Een portefeuille met ongeveer
f2600 geldswaarde, welke Vrijdag
jl. in het Amstelhótel te Amsterdam
door den Russischen generaal Peters
werd verloren, is hem Maandag met
den onaangeroerden inhoud door eene
behoeftige vrouw teruggebracht, waar
voor de eigenaar haar beloonde met
een geschenk van f250.
Voor het gerechtshof te Am
sterdam stond Dinsdag terecht de
persoon van Kohier, koffiehuishouder
in de Raamskooi aldaar, beschuldigd
van brandstichting in het door hem
bewoonde perseel. De eisch is vijf
jaren tuchthuisstraf.
Aan het strand te Ameland is
aangespoeld het lijk van een onbe
kend manspersoon, naar gissing tus-
schen 30 en 40 jaren oud, van ge
middelde lengte, zwaar van postuur,
zonder eenig kleedingstuk. Wegens
don vergevorderden staat van ont
binding, waarin het lijk verkeerde,
was er verder niets aan te herkennen.
Het is op de algemeene begraafplaats
te Nes ter aarde besteld.
Omtrent het sneuvelen van
luitenant du Monceau schrijft een
correspondent van het Soer. Hb. uit
Atjeh
Nauwelijks was in den vroegen
morgen van den 5den de 2de luitenant
der artillerie F. F. R. graaf Du Mon
ceau te Lampennej met een kanon
van 8 cM. aangekomen en bezig dit
op het nieuw gebouwde bastion in
batterij te brengen, waarbij de Atjehers
uit hunne gedekte opstellingen in
de Lingabcek (kroeng Lingkar) voort
durend vuurden, toen een kogel hem
achter het eene oor trof, vervolgens
de kleine hersens omliep om bij het
andere oor het hoofd te verlaten.
Onder den uitroep »o God!" werd
hij door den nabijzijnden onderofficier
opgevangen en was onmiddellijk dood.
Eerst sedert een drietal maanden
was hij op Atjeh. In een zijner
zakken werd een brief gevonden, die
als een laatste wilsbeschikking bij
zijn dood geopend moest worden.
Een ware aéveine scheen hem dien
dag te vervolgen. Vooreerst had
niet hij, doch een zijner kameraden
den vuurmond moeten transporteeren
naar Lampennej, doch had hij moeten
invallen voor den collega, die op
last van den officier van gezondheid
niet mocht rijden. Verder brak door
een ongelukkig toeval bij deuafmarsch
een affuitrad, nog voor dat de kraton
verlaten wasterwijl hij ten slotte
den vuurmond had moeten afgeven
te Lampennej aan den commandant
der artillerie in de XXII Moekims,
doch daar deze kapitein den last
zich daar te bevinden nog niet ont
vangen had en zich dientengevolge
nog te Lambaroe ophield, begon
Du Moncean zelf vol ijver het stuk
onder het vijandelijk vuur in batterij
te brengen, in de hoop daarmede
den sloebers eens geducht er van
langs te geven, hetgeen evenwel zoo
treurig voor hem zelf afliep.
Niet minder dan 14 personen
hebben den dood gevonden, bij de
paniek in een café-concert, genaamd
Startheatre, te Glasgow. Bovendien
zijn ongeveer 30 personen gekwetst.
De zaal, die 3000 personen kan be
vatten, was door ongeveer 2000 per
sonen bezet, Er ziju twee galerijen
en een ruim parterre benevens balkon
en loges. Uit alle rangen geschiedde
de ontruiming na bet hooren van
de kreetBrand Brand zeer ge
leidelijk, en niemand zou zijn om
gekomen, wanneer niet even buiten
den parterre-uitgang, drie treden
waren, waar de vluchtende menigte
uit het parterre in botsing kwam
met hen die van de galerijen stormden
en iemand het ongeluk had gehad
te vallen. In de verwarring vielen
andereu over den ongelukkige eu
hier herhaalde zich het wat op zoo
vele plaatsen de grootste ramp werd,
nl. het vormen van een kluwen van
menschen, waaromheen zich de be
vreesde menigte naar buiten bleef
spoeden. Het publiek, dat in het
parterre had plaats geuomen, werd
vergroot door vele kuapen, die van
de galerij sprongen in het net, dat
door de zaal was gespannen voor
accrobaten, die juist aau den arbeid
waren, en uit het net in de parterre
van daar een uitgang zochten.
De zaal was nog niet geheel ont
ruimd, toen men tot het besef kwam
dat het alarm valsch was geweest
van het tooneel riepen de beambten
dat men toch kalm zou blijven,
want dat er niets gaande was en
bedaard kon worden overgegaan tot
het overzien van het in enkele
ruimten zoo groot geworden onheil.
Ook op de galerijtrap was bijna een
menschenkluwen ontstaan, maar ge
lukkig hield de aandrang op, juist
toen een aantal vrouwen op de trap
bewusteloos van schrik neêrzegeu.
Voor het parterre werden zeven
personen dood gevonden eu zeven
bezweken kort na hun komst in het
hospitaal.
Des avonds werd een man in
hechtenis genomen, een sedert kort
ontslagen bediende van de inrichting,
die van de schurkenstreek wordt
verdacht.
De Engelsche dagbladen melden,
dat sir Moses Montefiore, wiens hon
derdste verjaardag pas in de gelieele
wereld gevierd werd, ernstig ziek is.
De Koningin heeft per telegraaf naar
zijne toestand laten vernemen, en
dr. Woodman antwoordde dat Mon
tefiore zeer zwak is.
Een Nederlantlsche kustwacht.
Door de heeren E. N. Rahusen,
P. E. Tegelberg, H. D. Guyot, J. W.
H. Rutgers van Rozenburg, W. Blom,
J. Boissevain, J. C. van de Poll,
Henri Plate Jr., J. V. Wierdsma,
D. 0. Rietbergen, A. de Bruyne, H.
Rutters, P. Goedkoop Dzn., P. H.
Kiewit en W. van Hasselt, is aan de
Ministers van Marine en van Water
staat een belangrijk voorstel inge
diend.
Het strekt tot oprichting eener kust
wacht langs onze Noordzeekust.
Den 18en November 1883 strandde nabij
het uiteinde van het Noorderhoofd te Ymui
den het Engelsche stoomschip „Condor,"
waarbij van de 21 opvarenden 13 het leven
verloren.
Het was dit ongeval, waarbij de moeilijk
heid, om onder de gegeven omstandigheden
hulp te verleenen, duidelijk was gebleken,
hetwelk de heeren: mr. E. N. Rahusen,
W. Blom, J. Boissevain, P. Goedkoop Dz.
P. H. Kiewit, H. Plate, J. C. van de Poll,
H. Rutters, P. E. Tegelberg, J. V. Wierdsma
en W. van Hasselt, deed te zamen komen
op den 14den December 1883, ten einde
te overwegen wat gedaan zoude kunnen wor
den ter voorkoming van zeerampen als
deze.
Wat het te Ymuiden plaats gehad heb
bende feit betreft, werd samenspreking met
het bestuur der Noord- en Zuid-Holl. Red
ding-Maatschappij wenschelijk geacht. Met
bereidwilligheid voldeed dit bestuur aan een
uitnoodiging om deze zaak gezamenlijk te
overwegen en den lOden Januari 1884 werd
met dat bestuur een vergadering gehouden,
waarhij de toestand der reddingsmiddelen
werd besproken en waarbij tevens bleek dat
het bieden van hulp aau schepen, die op
de hoofden van Ymuiden bezet raken, een
voor beslissing nog niet rijp vraagstuk is.
Gedurende de gehouden besprekingen was
duidelijk aan het licht gekomen, dat in het
Reddingswezen hier te lande een groote
leemte bestaat, nl. het gemis eener kustbe
waking of kustwacht.
Wanneer een in nood verkeerend schip
zich in 't gezicht onzer kusten bevindt, dan is
het mogelijk dat het wordt opgemerkt en
dat toch de noodige hulp achterwege blijft,
omdat bij ons de zaak der kustwacht niet
is geregeld.
Wel is in den zomer van het jaar 1883
het houden van uitkijk en het rapporteeren
van in nood verkeerende schepen aan het
personeel der kustverliohting opgedragen,
doch slechts in zooverre als de belangen
van den dienst medebrengen. Bij de bestaan
de sterkte van het personeel kan van het
uitkijken weinig verwacht worden.
Indien er een kustwacht bestaan had,
ware de „Adder" wellicht niet vergaan, en
in ieder geval waarschijnlijk de bemanning
althans grootendeels gered.
Den llden Maart 1884, werd een com
missie benoemd, aan welke werd opgedragen
een plan te ontwerpen voor een kustwacht
langs de Noordzeekusten van ous Rijk.
Den 16den April 1884 hield zij hare eerste
bijeenkomst, waarbij algemeen het gevoelen
werd gedeeld, dat de lichttoren eigenaardig
uitmaakt de basis van het veld van
operatie.
De commissie was van oordeel, dat de
Staat zich met de inrichting en behartiging
der kustwacht behoort te belasten, zoowel
om de voorgestelde vereeniging met de
kustverlichting, als wegens het groote
belang, dat de Staat hij het bestaan en
de goede organisatie van zulk een kust
wacht heeft in tijd van oorlog.
Door de commissie werd teven3 een
regeling ontworpen, volgens welke de kust
wacht zou worden ingericht aan 14 punten
op de kust (West-Kapelle, West-Schouwen,
Noord-Schouwen, Goedercede, Hoek van
Holland, Scheveningen, IJmuiden. Egmond,
Kijkduin, Eijerland, Vlieland, Terschelling,
Ameland en Schiermonnikoog.)
De Staat zal aan uitgaven voor ééns
(nl. voor woningen der lichtwachters, in
richting van den semaphoredienst en voor
telephonische aansluitingen)slechts f135.000
hebben uit te geven. En de jaarlijks te-
rugkeerende uitgaven zullen voor 24 wachters
ad f400, verder voor verhooging van f150
voor elk der 12 opzichters en voor onder
houd, te zamen niet meer dan f14,800
bedragen.
Ziedaar den hoofdinhoud van het be
langrijk adres, dat sl de bovengenoemde
heeren in de vorige maand aan de ministers
van marine en van waterstaat enz. hebben
gezonden. Met groote belaugstelling zal
ons volk zeker van dezen uitmuntenden
arbeid kennis nemen en zal wel geen ver
schil van gevoelen bestaan over de wen-
schelijkheid, ja de noodzakelijkheid om een
kustwacht in te richten, als in het adres
wordt gevraagd.
(Overgenomen uit het Hbl. en De Amst.)
Vergadering- der Kiesvereniging
„Helder."
Woensdagavond hield de Kies vereeni
ging „Helder" een vergadering in Tivoli.
De voorzitter, mr. Lasonder, opent de
bijeenkomst met de mededeeling, dat op de
laatste bestuursvergadering is besloten te
publiceeren
De K. H. beveelt aan als candidaat voor
de Tweede Kamer den heer de Bruyn Kops.
Verder deelde spreker mede, dat voor
taan art. 9 van 't reglement, waarbij bepaald
is dat men twee maanden lid der K. H.
moet zijn om stem te mogen uitbrengen,
streng zal gehandhaafd worden;
dat 't bestuur bij de directie der Holl.
IJz. Spoorw.-Maatschappij zal trachten te
bewerken, dat er nog een trein loopt, die
des middags ten 4 ure alhier aankomt.
Op de rondvraag wie iets had mee te
deelen, nam de heer Vries 't woord en
zeide
„Ik had verwacht, dat de candidatnur
van den heer Beaufort krachtiger was ge
steund, maar heb met leedwezen gezien, dat
er bij een gedeelte van't bestuur tegenwer
king was, en 't zou me aangenaam wezen,
te weten, hoe 't bestuur voortaan zal han
delen.
De heer Beijerinck leest daar op de no
tulen der voor de verkiezing gehouden be
stuursvergadering, waarop de hr. Lasonder
niet tegenwoordig was geweest. Deze had
de candidatuur van den heer de Beaufort
voorgestaan. De minderheid heeft zich niet
aan de meerderheid onderworpen.
De heer Vries. De vergadering was
voor de Beaufort, dus moest 't bestuur
diens candidatuur bevorderen.
De heer Beijerinck. 't Bestuur had eeu
anderen candidaat gesteld.
De heer Vries, 't Bestnur moet uitvoe
ring geven aan de besluiten der vereeniging.
De heer Mooy. Dat is gedaan. Zelfs een
advertentie, die te laat voor de Held. Crt.
was ingezonden, is door mijne bemiddeling
nog geplaatst. Verder wensch ik niet in
bijzonderheden te treden over hetgeen
door mij met enkele vrienden gesproken is
over dit onderwerpals zijnde dit van
confidentiëelen aard.
De heer Lasonder. Hoewel de meerder
heid van 't bestuur voor den heer de Bruyn
Kops was, is de candidaat der vereeniging
op de meeting te Schagen krachtig aan
bevolen.
De heer Brücken Fock. De meerder
heid der kiezers in Noordholland heeft zich
tegen de Kappeyniaansche fractie getoond.
Ik stel de volgende motie voor:
De Kiesvereeniging „Helder", hoewel met
de dezer dagen duidelijk uitgesproken mee
ning der liberale kiezers, van oordeel blij
vende, dat 't tot de bevordering van de
eenheid onder de liberalen in 't algemeen,
niet wenschelijk is, leden der zoogenaamde
Kappeyniaansche fractie naar de 2e Kamer
af te vaardigen, besluit thans, nu het iu
de eerste plaats de bestrijding van 't cle-
ricalisme betreft, de verkiezing van den heer
de Bruyn Kops tegenover den heer Bos uit
al hare macht voor te staan.
Deze motie werd door de K. H. met
bijna algemeene stemmen aangenomen.
De heer Haremaker. Welke verhouding
bestaat er tusschen de K. H. en de Cen
trale Kiesvereeniging P
De heer Lasonder leest ter beantwoor
ding dier vraag een brief voor van den hr.
Heringa en zegt, dat door middel van een
circulaire de denkbeelden daaromtrent zul
len worden openbaar gemaakt en deelt mede,
dat de heer Bouricius, door familieomstan
digheden zijne betrekking als bestuurslid,
nederlegt.
De heer van Voornveld. Willen de be
sturen der kies ver eenigingen zich onderling
in betrekking stellen?
De heer Lasonder. Ik ben nog niet ge
noeg op de hoogte der zaak om hierop be
slissend te antwoorden.
De heer Arkenbout Schokker. Welke
verhouding bestaat er tusschen 't bestnur
der K. H. en de leden? Ook ik acht de
candidatuur van de Beaufort niet krachtig
genoeg bevorderd.
De heer Lasonder. Daar de debatten
hier te personeel zonden worden, stel ik