'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 1226.
Woensdag 12 November 1884,
Twaalfde Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
BsreauSPOORSTRAAT ea ZUIDSTRAAT.
Advertentien
ran 1 tot 5 regels.25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 11 Nov. 1884.
De bezoekers die in Musis 8acrum Zon
dagavond '1 gezelschnp uit den Parkschouw
burg (Plantage Amsterdam) dachten te zien
optreden, zagen zich teleurgesteld. Tot wel
ken Parkschouwburg 't behoort willen we
niet onderzoeken, maaar allen constateeren
dat hier niet moet gedacht worden aan de
artisteu, die eenige dagen geleden in Tivoli
„De Zoon van Coralie" opvoerden. Waar
schijnlijk hadden velen die kneep gevat en
waren daarom weggebleven. Toch hebben
ze ongelijk gehad, want ze zouden zich hun
geld niet beklaagd hebben. Zelden toch zagen
we bij een treurspel zulk een opgewekte vroo-
lijkheid, zich uitende in een homerisch ge
lach. Aan applaus geen gebrek. We bewon
derden de bescheidenheid der acteurs, die bij
zulke bravoos 't publiek de eer hnnner weder
verschijning niet gunden. Iemand die de
dialecten der groote steden in ons vaderland
kent, kon al spoedig ontdekken dat de mreste
acteurs Amsterdam tot hun geboorteplaats
hadden, 8ommige hunner schenen wat zwak
in de knieën en stonden daarom onder 't
spelen krom. De marqué speelde nog val-
scher dan Veltman, om nu eens de woorden
van Justus van Maurik te gebruiken. (Zie
„Een avond vol kunstgenot") en liep daarom
zijn doel meermalen voorbij. Of die costumes
in den tijd van „Der alter Fritz" gedragen
werden kunnen we niet met zekerheid zeg
gen, maar we gelooven 't niet. 't Gewaad
van Amalia deed denken aan een dame uit
den harem van drneen of anderen Turkschen
pacha en was zeker niet de kleeding van een
Duitsche fraulein. Waarom, vragen we, wa
gen pas ontluikende talenten zich aan Schil
lers RaubcrP Misschien hadden ze satis
factie gehad met de opvoering van „De erf
genamen vanBiesterhosch" of dergelijke stuk
ken. Voor 't drama wordt meer talent en
meer oefening vereischt. Gezelschappen die
't publiek van Helder onbekwaam achten tot
critiseeren zullen tot hun nadeel dat anders
gewaarworden. Men stelt aan 't tooneel hier
billijke eischen en menigeen der bezoekers
zou een blos op de wangen gekregen hebben,
wanneer de schim van von Schiller onver
wachts in de zaal verschenen wus om protest
aan te teekenen tegen de mishandeling van
't ondoordachte gewrocht zijner jeugdige fan-
taisie.
Tot schadevergoeding was de muziek uit
muntend.
Zoudagavond gaf de Korporaals-
yereeniging van Land- en Zeemacht
Eendracht maakt macht" in Ti voli
haar tweede uitvoering. Voor de
tweede maal werd »De Vrek" van
Molière opgevoerd. Ook nu mochten
de spelers er in slagen het publiek
te bevredigen. Proeven van kracht
aan rekstok en ringen werden tot
slot der voorstelling herhaaldelijk
toegejuicht.
- Omtrent het adres van het
zeemanscollege Goede Bedoeling"
alhier toegevoegd aan een verzoek
schrift van den heer A. J. Leger
aan den gemeenteraad, ter bestendi
ging der zeevaartkundige school in
deze gemeente, zijn wij in de gelegen
heid gesteld eenige punten aan te
stippen die gemeld college bewoog
om het adres van den heer L. te
ondersteunen en die wij meenen dat
van publiek belang zijn.
„Dat de Leden van het college „Goede
Bedoeling" bijna allen gezagvoerders of
stuurlieden zijn en hier woonachtig en
van het zeevaartkundig onderwijs onder
de uitstekende leiding van den heer Leijer
steeds de beste resultaten hebben onder
vonden, maar het betreuren dat ondanks
die goede uitkomsten, die school in kwij
nenden toestand verkeert, zoo zelfs dat een
opheffing van dat onderwijs aanstaande
schijnt. De oorzaak dezer min gunstige
toestand schrijven zij toe aan de lioogere
kosten van het onderwijs aan deze niet
gesuhsieerde school. Waren die gelijk aan
dezelfde inrichtingen te Vlieland, Terschel
ling, Schiermonnikoog, Amsterdam en elders,
velen jonge zeelieden zouden alsdan meer
gebruik kannen maken van de lessen, wat
voor de toekomst van hen zeker van het
hoogste belang is, ook zouden die jonge
lieden gebruik van de school maken, die
nu om gemelde reden naar elders gaan
om zich te bekwamen".
Het college spreekt hier duidelijk,
zg wenschen voor hunne zonen eu
pupillen, die eerlang ter zee zullen
gaan, onderwgs en helpen daarom
een plan steunen, dat ten doel heeft
een school, die blijk geeft aan de
eischen te voldoen, maar kwijnt, te
doen bloeien of liever gezegd de
eenige gelegenheid daarvoor te doen
blijven bestaan, een begeerte die met
het oog op het groot aaDtal personen
ter dezer plaatse, die het beroep van
zeeman kiezen, hoogst billijk mag
genoemd worden, niet minder vooral
ook, omdat zij die muziek willen
leeren een gesubsidieerden leeraar be
zitten eu die welke teekeneu leeren, 't
zelfde voorrecht genieten. De Navi
gatie" vraagt met niet minder recht
In eenige genieenten waar zee
vaartkundige scholen zijn worden
deze gesubsidieerd als volgt: Schier
monnikoog f900.Terschelling
f600.—, Vlieland f500.-, Delfzgl
f500.Harliugen f600.
Die cijfers spreken voor het belang
der zaak in onze gemeente.
Zooals wij in een vorig Dommer
mededeelden is het verzoekschrift van
den heer A. J. Leger c. s. gewezen
van de hand, met verwijzing naar
den minister door hem zelf. Met
hetgeen hierboven gezegd is mag
men dezen afloop betreuren en zich
verwonderen tevens dat geen disens-
siën over die zoo gewichtige zaak
tot een ander resultaat geleid hebben.
Met 1 Mei zal het garnizoen
alhier vermeerderd worden met twee
compagniën vesting-artilierie, naml.
1 comp. uit Willemstad en 1 uit
Gorinchem.
Zr. Ms, schroefstoomschip Som-
melsdgk, onder bevel v/d kapt luit.
ter zee Van Hogendorp, kwam Vrij
dag namiddag ter reede Tessel ten
anker. Naar men nader vermeent,
zal de equipage van dat schip op
Zr. Ms. stoomschip Bonaire overgaan,
dat is aangewezen den tocht naar West-
Indie te aanvaarden.
Bij de Nederl.-Indische marine
dreigt (volgens de »Java-Bode)" het
zwaarste en sterkste schip, juist dat
hetwelk bij een aanval door nieuwere
Europeesche schepen nog eenige kans
had, met goed gevolg op te treden, ge
heel waardeloos te worden. Onlangs
toch is bericht, dat de Koning der
Nederlanden" door de witte mieren
zoozeer is aangetast, dat masten enz.
vernieuwd, kajuiten en andere betim
mering geheel uitgebroken moesten
worden, en dat men nog niet eens
weet, of deze kostbare bodem daar
mede voor goed gered is.
Schipper C. Bal, voerende de
Sailorshorae van den reeder A. Mos
Jr., te Scheveniugen aangekomen,
heeft bij den waterschout aangifte
gedaan, dat hem op den 16 October
1.1., bij goed weder, des middags te 2
uren, in de Noordzee zijn afgehakt
zeven netten met touwwerk, door
de Ostendensche sloep No. 139.
Hg had den schipper van dat vaar
tuig nog verwittigd en zelfs de vlag
opgezet, doch niets hielp; in koelen
bloede werden de netten afgehakt eu
aan de zee prijsgegeven. Later had
schipper Bal het geluk 5 van de
netten terug te vindeu, doch ontdaan
van al het touwwerk. Hij veronder
stelt, dat dit bij No. 139 aan
boord is.
In den nacht van 6 op 7 Nov.
zijn te Rotterdam aan de Kruiskade,
uit een schrijftafel in eene woning
(eerste verdieping), door middel van
braak ontvreemd
1 bankbiljet van f1000, 3 bank
biljetten van f 300, 7 dito van f 200,
6 dito van f60, 8 dito van f40,
15 dito van f25, 39 muntbiljetten
f 10. Sommige bankbiljetten zijn
gestempeld sDroogleever Fortuiju"
en een vermoedelijk »Van der Pot,"
met een hek. De commissaris van
politie der 1ste afdeeling aldaar ver
zoekt opsporing en bericht.
Rotterdam, 9 November.
Omtrent het verongelukken van
het stoomschip »Bessel," van Riga
naar Schiedam, zijn thans de volgende
bijzonderheden bekeud geworden
Van het begiu der reis af had men
met zwaar weder en hooge zee te
kampen. Alles ging goed tot op
den 26sten October, toen het schip
eensklaps door een zware stortzee
werd beloopen, die het roer en alles,
wat aan dek waslos en overboord
sloeg en een vreeselgke verwoesting
aanrichtte. Nadat men vervolgeus
nog drie dagen tijdens stormweder
reddeloos had rondgedreven, werd
door de bemanning besloten 't schip
te verlaten. De groote boot werd
klaar gemaakt, om te strijken eu van
proviand en water voorzien. Op het
oogenblik, dat men deze wilde te
water laten, werd zij echter door
een hooge zee over boord en ver
van het schip geslagen, zoodat men
zijne toevlucht tot de kleine boot
moest nemen. Deze kreeg men met
goed gevolg te water. Terwijl echter
de beide personen, de kok Reerns en
de lichtmatroos Schmidt, die zich in
de boot bevondende takels wilden
uithoeken, kwam een zware stortzee
aanloopen, die de stoomboot geheel
bedolf. De vanglgu van de boot brak
door het geweld van de zee en de
boot zelf werd een eind van 't schip
weggeslagen. Toen de beide personen,
die er zich in bevonden, weder tot
bezinning kwamen, zagen zg onder
een enkele noodkreet de sBessel"
snel wegzinken. Daarna was alles
stil en was er noch schip, noch van
de bemanning, verder iets te ontdek
ken. De geheele equipage vond, met
uitzondering van genoemde 2 man,
hun graf in de golven. De kok nam
voorts het roer van de boot en de
lichtmatroos ging op de riemen en
zoo kwamen zg vervolgens 8 uren
later, na een gevaarvolle en afmat
tende worsteling, in uitgeputten
toestand te Lemvig aan.
Zondagochtend ten omstreeks
5 ure is een geladen vaartuig, lig
gende aan de Delftsche vaart, waarop
zich man, vrouw en vijf kinderen
bevonden, plotseling gezonken. Een
7-jarig meisje is daarbg verdronken,
terwijl de overigenna zeer veel
moeite, door werklieden uit de brou
werij »de Oranjeboom" zijn gered en
voorloopig aldaar zgn opgenomen.
Een jonge dame, die dezer dagen
een kaartlegster te Amsterdam een
bezoek had gebracht, en over het re-
sultaatdaarvan wanhopig werd, sprong
in het water.
Met veel moeite werd zij gered.
Eene 72jarige vrouw te Ijlst
gevoelde zich onwel. Zij besloot tot
het innemen van zoogenaamde haar
lemmerolie op raad van anderen nam
zij gedurende vier dagen iederen avoud
72 droppels van genoemd knoeimid-
del in, namelijk voor ieder jaar één
droppel, naar het aldaar bestaande
voorschrift. Dientengevolge is zg
lijdende aan een hevige ingewauds-
ontsteking, die haar toestand zeer
bedenkelgk maakt.
Een vermakelijke ontdekking werd, n»ar
het Nbl. v. Ned. verhaalt, Vrijdag ten huize
van iemand gedaan. Ofschoon aanvankelijk
door die ontdekking niet zesr gesticht, was
de vrouw des huizes toch te verstandig om
er niet ipocdig mede om te lachen en gaf
zij ons vergunning, cm het grappige voor
val mede te deelen aan onte lezers, die er
zich zeker even kostelijk mede zullen amu
seeren als wij.
„Maxr in 's hemelsnaam geen namen of
geen voorletters in de krant!"
Nu, dat beloofden wij gaarne, de naam
doet er dan ook niets toe. Zie hier wat de
zaak is:
Mevrouw ging zich tegen den middag klee-
den om uit te gaan en daar zij bezoeken
had af te leggen, trok zij een harer beste
japonnen aan. Terwijl zij om haar beurjje
en eenige verdere kleinigheden te bergen,
de hand in den zak steekt, vindt zij in dien
zakeen kwast, zooals de sergeauten
aan hun sabel dragen.
Eerst begreep zij niet recht wat het was
maar nog minder begreep zij hoe dat ding
in haar zakkwain. Mijnheer echter, die zich
gereed maakte om naar de Benrs te gaan,
kende het voorwerp terstond en vroeg lachend,
of zijn eg* bij geval ook pandverbeuren met
ten onderofficier had gespeeld.
Een verontwaardigde blik van mevrouw was
Liet antwoord.
Maar daarmede was het raadsel niet opge
lost, hoa de sabelkwast van een onderofficier
in den zak van een der beste japonnen van me
vrouw kon komen.
Daar worJt aan de -deur der kamer ge
klopt.
„BinnenAnna, de meid, een aardige
deern van even twintig jaar, komt met een
boodschap. Nauwelijks heeftze echter een blik
op de tafel geworpen, waarop mevrouw het
corpus delicti heeft neergesmeten, of ze on
derdrukt niet moeite een gil en bijt zich ver
legen op de lip.
Daar gaat mijnheer een licht op.
„Zeg Anna, heb je al een vrijer?" vraagt
hij leukweg.
„Gut, nee mcheer, hoe zou ik een vrijer
hebben?"
„Zoo, en wie was dan die onderofficier, met
wien je eergisterenavond liep, toen je een
avondje bad om nuar je moeder te gaan
Anna: (blozend). „O, dat was mijn neef
mijnbeer, uit Kampen, die over is met
verlof
Mijnbeer: „En heb je lang met je neef ge
wandeld P"
Anna„Wel neen, mijnheer, oven een bood
schap maar."
Mijnheer: „Een boodschapP Zoo: was er
geen feest van de onderofficieren in de Konings
kroon
Anna: „O meheer!Waarom vraagt
u het dan als u het al weet." (Anna doet haar
best om brutaal te kijken
Mijnheer: „Ja, zie je, omdat ik vrees, dat
je neef erg verlegen zal zijn om zijn sabel
kwast, die losgetornd schijnt te zijn, en die
jij voor hem in je zak gestoken heb om hem te
bewaren. Uier is hij Ik zou hem maar
ganw terug bezorgen, want anders krijgt de
arme jongen er misschien nog moeite mee.
Maar eerst moet je me even vertellen, hoe
je er toekomt, om dat ding later uit jou
zak in den zak van mevronws japon over te
steken?"
Ook mevrouw ruikt thans lont.
Anna kijkt nog een poosje verlegen voor
zich en frommelt haar schoot in elkaar, tot
eindelijk van spijt en schaamte de tranen
haar in de oouen springen en schreiend en
blozend hekent zij nn, dat zij al zoolang op
dat feestin de Koningskroon had gevlast en dat
ze er een nieuwe japon voor had laten maken,
maar dat de naaister (dat nare menschkwam
er nog even tusschen door) haar had laten
zitten. Ten einde raad, had zij toen een
japon van mevrouw voor dien avond geleend
maar zij was er erg voorzichtig mee geweest;
mevrouw zou het niet eens bemerkt hebben,
als het niet was door „dien mallen kwast van
haar neef!"
Mijnheer proestte het uit van het lachen en
mevrouw zond Anna de kamer uitom
haar niet te laten zien, dat zij zelve mede
lachte. Daar uit een verder onderzoek bleek,
dut de „neef" werkelijk een neef was en dat
Anna's moeder van de partij in de Konings
kroon afwist, liep het voor ditmaal nog al goed
af; maar mevrouw neemt zich stelligvoor, den
sleutel van de kleerkast voortaan bij zioh
te dragen.
Een voorname Berlgnsche dame,
die eerst kortelings een jongen wereld
burger het levenslicht had doen aan
schouwen, viel den beroemden dokter
Heim onophoudelijk lastig met vragen
naar dit of dat wat baar jeugdigen
kleine van nut zou kunnen zgn. >En
dokter, vroeg zij eindelgk, wat zegt ge
van ezelinnemelk? Zou ezolinnemelk
niet uitstekend zgn?" »Ezelinne-
melk, mevrouw, antwoordde »deralte
Heim," terwgl hg zijn hoed greep en
vertrok, is ten allen tijde het allerbest
geweest voor jonge ezeltjes."
De cholera, die nu ook te Pargs
epidemisch is opgetreden, heeft haar
hoofdzetel in de rue Sainte-Margue-
rite, die tot de onzindelgkste straten
van geheel Pargs behoort. De straat
behoort tot de wgk, waar de vodden
rapers in de grootste onreinheid te
midden van allerlei afval en lompen
leven. De prefect van politie Cames-
casse heeft de aangetaste wijken be
zocht en terstond last gegeven, dat het
geheele kwartier zooveel mogelgk
worde gezuiverd. Terstond is door den
prefect ook de zoogenaamde veilig
heidsbrigade in dienst gesteld, die na
Liet uitbreken der ziekte te Toulon en
Marseille werd ingesteld. De zieken
worden door deze afdeeling met den
raeesten spoed naar de gasthuizen ge
bracht, zoodat een patiënt een aur, na
dat er aangifte van het ziektegeval is
gedaan, reeds geneeskundige hulp eu
verpleging kan vinden, terwgl ook on
middellijk zgn woning ontsmet wordt.
Sedert de epidemie zich heeft ge
openbaard, hebben zich volgens de
officieele opgaven in het geheel 24
ziektegevallen voorgedaan.
De Amerikanen verbruiken jaar
lijks aan bier, wgn en sterken drank
tot een geraamd bedrag van 800 mil-
lioen dollars d. i. 2000 millioen gul
dens. De bevolking der Vereenigde
Staten is thans drie maal grooter dan
voor veertig jaren, maar de aanwas
der bevolking heeft op verre na geen
gelijken tred gehouden met het ver
bazend gebruik van alcohol. In cg
fers van gallons staat de verhouding
ale volgt: in 1840, 71 millioen; in
1850, 34 millioen; in 1860, 202 mil
lioen; in 1870, 293 millioen; in
1880, 506 millioen, en in het afge-
loopen jaar 655 millioen, dus een
bestendige toeneming in de laatste
veertig jaren!