'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL. No. 1242 Zaterdag 10 Januari 1885. Dertiende Jaargang. Verscüijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per poat75 Afzonderlijke nnmmers2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. RarcaniSPOORSTRAAT en ZlIIDSTRAAT. Aavertentien ran 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJ DAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. JANUARI, Louwmaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 8 u. 10 m. Onderg. Zondag 11 Maandag 12 Dinsdag 13 Woensdag 14 Donderdag 15 Vrijdag 16 Zaterdag 17 4 u. 4 Nieuwe Maas. NIEU WSTIJ DINGEN HELDER, 9 Jan. 1885. Naar aanleiding der in dit nummer voorkomende annonce, ves tigen we de aandacht onzer lezers op de voorstelling, Zondagavond in het lokaal »Diligentia" te geven, waar door het gunstig bekende gezelschap Aurora" zal worden opgevoerd De familie Morand of de stormen des levens." Aan den conciërge van het Kon. Instituut voor de marine te Willemsoord F. C. H. Schlahmilcb is bij beschikking van den Minister van marine, de rang toegekend van adjudant-onderofficier. Naar men schrijft, zal de Barents dit jaar geen reis naar de Noord poolgewesten ondernemen. Iuhet Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over Hoofdstuk VI Marine wordt inlichting gevraagd aangaande het pas ge bouwde stoomschip „Sommelsdijk," en of het waar is, „dat een Engelsch ingenieur, de heer Read, door den Minister is ont boden om een onderzoek in te stellen naar den toestand van het materieel onzer zeemacht. In afwachting van het antwoord des Ministers hebben wij een en ander mede te deelen, dat op het beleid van zaken bij onze marine, helaas geen gunstig licht werpt. Op de werf te Amsterdam wordt een ijzeren zeilkorvet (Nautilus), bestemd voor opleidings-vaartnig, gebouwd. Over de ge schiktheid van dit vaartuig is twijfel gerezen waarom de beroemde Engelsche scheeps bouwmeester 8ir Edw. Reed (niet Read), lid van het Parlement, door den Minister is nitgenoodigd om rapport te komen uit brengen. De heer Reed is in December eenige dagen hier geweest en moet ver klaard hebben, dat de „Nautilus" van een zonderlinge constructie was, doch hem niet onzeewaardig voorkwam. Om welke redenen is ons onbekend, maar dezer dagen is de heer Hndson, een der ingenieurs van Sir Edward, hier geweest, om nadere opmetingen en aanwijzingen te doen. Inmiddels had de Minister gelast den houw van het schip zooveel mogelijk te vertragen. De „Sommelsdijk" is te Hellevoetsluis in dienst gesteld, met bestemming voor We8t-Jndië. Eerst had men moeilijkheden met de plaatsing der kompassen. Ver- volgens is het schip te Nienwediep onzee waardig bevonden. Equipage en état-major zijn toen overgegaan op de „Bonaire," welk schip in zijne plaats naar de West is gestevend. Men zegt, dat de „Sommels dijk" nu naar Engeland moet, om daar onder handen te worden genomen. Voor ons goede geld schepen gebouwd, die onzeewaardig blijkenEngelsche inge nieurs geroepen, om de Regeering in te lichten over het werk onzer ingenieurs knoeiwerk van onze werven naar Engeland gesleept om daar, zoo mogelijk terecht gebracht te worden is het ook erg? en hapert er ook iets aan het beleid van zakenP Zaterdagavond hadden te Goes twee jonge dochters ieder een stoof, waarin een glimmende briquet-kool was, naar hare slaapkamer medege nomen en bij het naar bed gaan de onvoorzichtigheid gehad de deur der kamer dicht te doen, met het gevolg, dat zij Zondagmorgen bijna gestikt op haar bed werden gevonden. Omtrent den moord te Assen, gemeente Ruinen, worden de vol gende nadere bijzonderheden mede gedeeld Een verschrikkelijk voorval heeft hier plaats gehad in den naeht van den lsten op den 2den Januari. De landbouwer J. L. Mulder is met twee revolverschoten om het leven gebracht. De moordenaars zijn gevat. De een, zekere Hendrik W., boere- kuecht bij den landbouwer J. P. F., stond reeds lang bekend als een woest- aard van de ergste soort. Roeds meermalen is hij in handen van de justitie geweest, wegens mishandeling, gewoonlijk met messen, en ook reeds herhaaldelijk deswege veroordeeld. De ander, een ordentlgk maar lichtzinnig jongeling, Jaus Br. geheeten, schijnt door bedreigingen van W. te zijn meegesleept. In den loop van den nieuwjaarsdag had W. in het huis van den verslagene den gebruikelijken nieuwjaarsgroet gebracht en werd bij die gelegenheid onthaald. Daar hij reeds meer dan genoeg drank gebruikt had, zocht hg, naar zijne gewoonte, ruzie. De zoon en de schoonzoon van Mulder trachtten hem te verwijderen, waarop hg tafel en stoelen verbrijzelde en onder vree- selgke bedreigingen vau moord het huis verliet. Het huisgezin van Mulder begaf zich rustig te bed, doch werd niet lang na middernacht ge wekt door rumoer op het erf, waarop weldra een schot volgde, dat een glasruit boven de deur verbrijzelde. Mulder stond op, begaf zich naar de deur, doch had die nauwelijks geopend, of hij werd getroffen door twee re volverschoten, waarvan het eerste hem trof even beneden de linkerborst en het andere in den rechter bovenarm. De man overleed den volgeuden nacht onder de vreeselgkste pijnen. Dinsdag arriveerden hier de heeren rechter commissaris, de officier van justitie, de griffier, allen van de rechtbank te Assen, met eenige justitie- en politie-beambteu. W. was reeds Maan dag gearresteerd en naar Assen getransporteerd. Br. werd Dinsdag morgen in verzekerde bewaring ge nomen. De geneesheeren De Koe en Meijeringh, beiden van Hooge- veen, verrichtten het visum repertum. De deelneming in het ongeluk, dat de familie Mulder heeft getroffen, is algemeen. Van alles is weêr de grootste schuld aan den drankduivel te wijten. Op een dag, waarop iedei heil en zegen toewenscht, moest zulk een onheil een onschuldige familie treffen De verslagene was 60 jaren oud. Bij hem waren inwonende de zuster zijner overleden vrouw, zijn zoon en de gehuwde dochter met haren man. (P. G. C Nog verneemt men dat de officier van justitie geen termen heeft ge vonden, de in hechtenishouding van Wever aan te vragen, zoodat deze Maandagmiddag is vrijgelaten. Bruins echter is gevankelijk hier binnen gebracht. Vermoedelijk is deze dus de hoofd of alleen schuldige. Maandag heeft te Berlijn in het Grünewald een duel plaats gehad, waarbij een der partijen, de student in de medicijnen Holzapfel, zoon eener weduwe, doodgeschoten werd De kogel was den jongen man door het hart gegaan. Bijzonderheden aangaande den tegenstander en de aanleiding tot het rampzalig gevecht ontbreken nog. De aardschokken in Spauje zijn nog niet geëindigdeen nieuwe ramp zijn thans de sneei wstormen, die in hevigheid toeneti en. Twee dagen lang heeft een ti sin inge sneeuwd gestaan dicht bg Alsasua. Slechts met de grootste moeite kon men den reizigers eenig voedsel be zorgen bergen van sneeuw waren aan alle zijden rondom heu opge hoopt. De koude op 3 eu 4 Jan. gevoeld, was zonder voorbeeld in Spauje. Het ministerie van oorlog heeft tenten naar Andalusië gezonden, waaronder thans 10.000 personen kampeeren. Een zonderling geval heeft zich te Shephard's-Bush, een der westelijkste voor steden van Londen, verleden week voorge daan. Een jong kindermeisje heeft, zonder andere reden dan een onbeduidende wrijving met hare meesteres, twee haar toevertrouwde wichten in de Theems geworpen, waarna zij zelve in den stroom gesprongen is. Alle drie werden met grootste moeite opgevischt. In derdaad was hare redding even toevallig als wonderbaarlijk. Het genoemde kindermeisje, Emily Red- ston genaamd en even zestien jaren oud, was in dienst bij eene mevrouw Pritchard, in den Percy-Road. Deze had eenen neef en eene nicht uit Amerika, den heer en mevrouw VVeir, bij zich te logeeren, en het waren twee kinderen, twee meisjes, der laatstgenoemden, Amy en Maud, die respectievelijk den zeven en vijf jarigen leeftijd hadden bereikt, op wie Emily Redston haren bijkans noodlottigen aanslag pleegde. Dit gebeurde Woensdag. Kortelijk na één uur in den namiddag gingen de twee dames uit om boodschappen te doen. Emily Red ston bleef alleen met de kinderen in huis. Nauwelijks waren de dames vertrokken, of, tegen hare orders in, kleedde Emily de beide meisjes aan en zond ze de straat op, met de boodschap, dat zij moesten wachten tot zij kwam: dan zouden zij samen gaan wande len. Toen Amy en Maud .zich een eind weegs verwijderd hadden, sloot Emily zich in de woning op, en hier begon zij nu eene reeks verwoestingen onder de meubelen en siera den, gelijk geen vrouwelijke Vandaal haar hadde kunnen verbeteren. In de kamers rukte zij de schilderijen en platen van de wanden, en wierp ze verscheurd op deptgrond. In de keuken voer zij rond als een bezetene, en sloeg alles, wat haar onder het oog kwam, kort en klein. De scherven en brokken be dekten den vloer in alle richtingen. Daarna sloeg zij de handen aan de kleeden en tapij ten, op de trap en in de kamers. Zij nam die met geweld op en duwde brokken er van hier en daar in een hoek. In het salon leegde zij een secretaire, bezaaide den vloer met brie- en papieren, en bezoedelde dezen met den inhoud van eenen inktpot. Van den schoorsteenmantel kwakte zij de sieraden tegen den grond. Na alzoo aan de vernielzucht, die in haar woedde, te hebben botgevierd, plaatste zij hare eigen kleerenkist in den kelder, reet hare katoenen jurk aan flarden, trok hare zondagsjapon aan en ging bedaard met de kinderen wandelen, na de huisdeur op slot te hebben gedaan. Kort daarop kwam de heer Weir terug, maar kon zich geen toegang verschaffen. Hij bleef véér het huis heen en weer wandelen, tot de dames terugkeerden, aan wie hij de omstandigheid mededeelde. Na nog eene poos te hebben gewacht, besloot de heer Weir een poging te doen om het achterhuis binnen te dringen. Hij slaagde daarin echter niet zon der over eene heining te zijn geklauterd. De dames werden vervolgens binnengelaten. Het tooneel der verwoesting, dat zich allengs voor hunne oogen ontrolde, boezemde hnn niet weinig schrik in. Zij meenden dat boosdoeners inbraak gppleegd en de kinde ren, alsmede Emily Redston, vermoord had den. Die waren echter spoorloos verdwenen. Eluks werd nu de politie in den arm ge nomen. Men liep de nabuurschap af niets! Nog bezig met den speurtocht in eenen stikdonkeren avond, werden de schier wan hopige ouders verrast door een telegram, het welk hnn meldde dat Emily Redston, met de beide kinderen, bewusteloos was opgevischt uit de Theems nabij Chiswick. Uit het verhaal van het oudste meisje, Amy, blijkt, dat Amily, na den Peroy Road te hebben verlaten, een lange wandeling deed. Zij ging met de kinderen naar dei plantentuin te Kew, waar zij geruimen tijd bleven. Daarna volgde het drietal den oever der Theems. Het gedrag van Emily had, volgens Amy, niets buitengewoonszij praat te en lachte. Maar nadat men de spoorweg brug te Kew achter zich gelaten had, riep zij plotseling uit: „Naar huis kan ik niet terug, waut ik heb al de schotels kapot gemaakt met een pook." Een eindweegs verder wees zij twee man nen aan, die men in het duister nauwelijks onderkennen kon. „Dat", gilde ze, „zijn roovers. en nu zal ik jelui in het water smij ten." De daad voegende bij het woord, greep zij Amy en wierp haar in de Theems. Het kind schreeuwde „Mama" en DorCtmaar werd spoedig door den snellen stroom mede- gesleept. Emily bejegende het zusje op de zelfde manier en begaf zich vervolgens zelve te water. Gelukkig werden de noodkreten der kin deren vernomen door de twee bovenbedoelde mannen, die zich aan den overkant der rivier bevonden en, met groote tegenwoordigheid van geest, in eene sloep sprongen en naar de plek roeiden. Ilier was het doodstil, en in de duisternis kon men ternauwernood iets ont waren. Plotseling zagen zij een zwart voor werp den stroom afdrijven. Het bleek een jonge vrouw te zijn, die geheel bewusteloos was. Fluks haalde men haar binnen, hetgeen met levensgevaar gepaard ging. Nauwelijks was zulks geschied, of Amy Weir kwam aan- dobberen, eveneens bewusteloos. Ook zij werd nu opgevischt. Daarop wilden de man nen terug, toen zij, heel bij toeval, de kleine Maud zagen ronddrijven. De drie drenkelingen bevonden zich allen in diep water, en zouden onfeilbaar verdron ken zijn, zonder de hulp, welke juist nog te goeder tijd kwam opdagen. Zij schenen leeds herhaaldelijk gezonken te zijn in den kouden vloed, want eerst na langen tijd slaagde geneeskundige hulp er in, de schier uitgebluschte levensgeesten weder op te wekken. Emily Redston wordt nu vervolgd wegens poging tot Moord op Amy en Maud Weir, alsook wegens beproefden zelfmoord. Zij ver keert .in eenen deerniswaardigen toestand, schreit veel en eet zeer weinig. Haar geval gelijkt wel ietwat op dat der Fransche meid, die, eenige jaren geleden, de haar toevertrouwde kinderen zonder reden vermoordde, onder den invloed eener tijde lijke en onbedwingbare moordzucht. Even als Emily Redston had zij de schepseltjes lief, en zou zij die vermoedelijk, eenige oogen- blikken vódr den moord, tegen eenen moor denaar hebben verdedigd. Bij Emily uitte zich echter de manie eenigszins anders. Bij haar was er wel geen sprake van eene plot selinge opwelling, daar de wandeling langs de Theems op voorbedachten rade schijnt te doelen. Kindermoord. Een zeer treurige zaak had het Ge rechtshof te Amsterdam, kamer van crimi- neele zaken, Woensdag te behandelen. De 20 jarige dienstbode van den heer B win kelier in de A rastelstraat aldaar, had zich te verantwoorden onder de zware beschul diging vankindermoord voor de eerste maal door de ongehuwde moeder gepleegd. Van het oogenblik af, dat het meisje in dienst was getreden, had hare meesteres argwaan opgevat, dat zij zwanger was, maar zij ontkende steeds, en zocht zekere ver schijnselen, die op zwangerschap schenen te wijzen, natuurlijk te verklaren. Zoo brak de 3de October aan. Het meisje klaagde over kiespijn, en kreeg daar om verlof om naar bed te gaan, maar werd spoedig weer door den heer B. naar bene den geroepen. Bij het verrichten van eeni ge werkzaamheden, gevoelde zij plotseling, toen zij alleen in de keuken was, dat zij beviel van een kind, en heeft toen het kind in een vuilnisbak gedaan. Een klein poosje later vond de meesteres het kind levenloos in dien bak, en bespeurde evenals haar in middels toegesnelde man, dat het kind een bandje om den hals had. Dr. Coster, die spoedig geroepen werd constateerde hetzelfde en liet de dienstbode, die uiterlijk zeer koel en kalm was, met het lijkje naar het zie kenhuis vervoeren. De schouwing, den vol genden dag in en uitwendig gehouden, wees op deu dood door verstikking. Besch., die zeer ontroerd is en onophou delijk weent, erkent het haar ten laste ge legde ofschoon zij enkele bijzonderheden niet wil toegeven. Als getuigen worden gehoordde beide deskundigen, die het lijkje geschouwd heb ben, de heeren J. J. F. H. T. Merkens van Doornik en A. Boom, geneesheeren, die bij hunne conclusiën volharden. Vervol gens wordt gehoord dr. D. J. Coster die op den bewusten 3en October werd gehaald onmiddellijk na het voorgevallene. De meesteres, juffrouw B., en haar echtgenoot leggen daarna verklaringen af omtrent het gebeurde, die hoofdzakelijk op het boven genoemde neerkomen, en voegen er bij dat besch. zachtaardig, fatsoenlijk en voorko mend was, en zij met haar zeer tevreden waren. De vrouw had haar hij het ont dekken van het lijkje toegevoegd de woor den wat heb je gedaan „schaam je, een beest past beter op dan jij!" waarop besch. riep: maak me niet ongelukkig! Vervolgens verschijnen nog twee getuigen voor het Hof, de doctorandus in de medi- cijnen, die in het ziekenhuis besch. heeft geholpen, en de vader van dat gesticht. De adv. gen., mr. Op teu Noort, eischte voor beschuldigde twee jaren celstraf. Te Weenen ging een blinde vrouw, die betere dagen gekend moest hebben, bg de kantoren der bankiers en voornamere kooplieden rond, om ondersteuning te vragen. Zij werd begeleid door een even zedig als lief tallig meisje en kwam als de weduwe van een voor het vaderland gesneu velden majoor, die door bedriegelijke handelingen van bloedverwanten atles verloren had, zelfs haar klein pensi oen, uit verdriet het gezicht verloren had en nu de hulp van liefdadige burgers moest inroepen. Weinigen slechts weigerden een gift aan de ongelukkige vrouw, die zoo beschaafd sprak, haar leed zoo voorbeeldig droeg en meestal deed men haar eerbiedig uit geleide tot de huisdeur. Omstreeks denzelfden tijd, dat de blinde dame rondging, leerde een jongmensch, die te Weenen in den handel was, in een restauratie een echtpaar met hunne dochter kennen, welk meisje op hem diepen indruk maakte. Hg werd ten huize van dat echtpaar genoodigd, vond daar een zeer goede tafel en weelderige in richting en vroeg de dochter ten hu- welgk. Er waren tegen dat aanzoek geen bezwaren, behalve dit, dat hij nog geene vaste aanstelling had. Daarom wilde hg nog geene melding maken van de plaats, die hem op een bankierskantoor was toegezegd, voor dat zijn proef tgd aldaar verstreken was. Hem was op dat kantoor de kleine kas toevertrouwd en op zekeren dag ontvangt hg order een som uit te betalen aan eene dame, die evt te voren bg zijn chef was toegelaten. Hij wil aan die order voldoen en ziet zijne aanstaande schoonmoe der met zijne bruid voor zich staan. Wie van de drie het meest ontstelde,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1885 | | pagina 1