'T VLIEGEND BLAADJE
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. MIEUWEOIEP EN TEXEL.
No. 1247.
Woensdag 2H Januari 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Atoonnoment
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
Barrat»: 8POORSTKAAT ea ZCID8TKAAT.
Aavertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlyk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10uur aan de Bureaux bezorgd ziin.
NIISU WSTIJDINGEN.
HELDER, 27 Jan. 1885.
De aangekondigde hardrijderij op
schaatsen, uitgegaan van de IJsclub „West-
Frisia," had Zaterdag, onder begunstiging
van het heerlijkste winterweerplaats.
Prachtig scheen de zon aan den helder
blauwen hemel, terwijl de oostenwind juist
hard genoeg blies om de rijders, wier bloed
door de forsche beweging het lichaam een
buitengewone warmte gaf, wat af te koelen,
't Doel was, onvermogenden een tegemoet
koming te geven in een winter, die, hoe
aangenaam en opwekkend ook voor hen,
die zich de aangenaamheden des levens
kunnen verschaffen, den armen dikwijls fel
kan nijpen.
Ter bestemder tijde bevonden zich de
deelnemers, 200 man sterk, op de ijsbaan,
bij de tribune. Onder hen zag men ook
vrijwilligers, die ten behoeve van armen,
welke niet in staat waren zelf te rijden,
hunne krachten wilden beproeven. De
baan en wat daarbij behoort, was door de
goede zorgen der h.h. Klein uitmuntend
ingericht.
Daar klonk het sein tot opening van
den wedstrijd, waarvan honderden toe
schouwers getuigen waren. Potsierlijke too-
neelen kwamen er voor van rijders die door
goeden wil trachtten aan te vullen wat hun
aan bekwaamheid ontbrak. Arme lieden
Hoewel menigeen moest lachen om uwe
pogingen, er waren onder de toeschouwers
ook, die er anders over dachten. Maar er
waren ook stoute en bekwame rijders, op
de baan, en niet het minst onder de vrij
willigers. Door een som van 500 gulden,
in een enkelen dag door de leden der
commissie van liefdadige burgers ontvan
gen, kon men denken „Finis coronat
opus" en deelen aan eiken rijder uit
1 Roggebrood, 2 Tarwebrooden, 2 liter
Erwten, 1 K.G. Spek en 1 H.L. Steenkolen.
De winners, J. de Groot, van Veendam,
en G. Lunenberg, van Grauw, ontvingen
als prijs elk een wollen deken, benevens
een ruimere portie levensmiddelende 1ste
had voor den ouden blinden Berloo en de
ander voor de behoeftige weduwe van Leeu
wen gereden. Beide mannenschippers,
hebben een goede daad verricht en gaarne
zien we ze heden weer op de baan ver
schijnen. De premiewinners, de gebr. Snip,
verdienen niet minder een woord van lof,
daar de premiegelden, f 3 voor elk, bestemd
waren voor behoeftige weduwen. Met een
woord van dank aan allen, die door hulp
en bijdragen „West-Frisia" in staat hebben
gesteld een goed werk te doen, reikte de
voorzitter, de heer G. T. von Óterendorp,
de behaalde prijzen nit.
We vestigen de aandacht onzer
lezers op de voorstelling, Donderdag
avond in 't lokaal Tivoli te geven
door de N. R. Schouwburgmaat-
schappjj, onder directie van Alex.
Faassen Opgevoerd zal worden »De
Salon-Tyroler," door G. von Moser.
Yolgens de couranten valt dit her
haalde malen opgevoerd blijspel zeer
in den smaak van 't publiek. Daar
de gelegenheid een goed gezelschap
te zien optreden, naar we van goeder
hand vernamen, niet veel meer in
dit seizoen zal voorkomen, verwachten
we bij deze voorstelling een ruime
opkomst vau 't publiek.
Langs Tesselstroom drijven tus-
schen het ijs vele tonnen en bakens
voorbij, die van de zandbanken zijn
weggesleurd. Tal van bakens gaan
op die wijze verloren, doordien ze met
het ijs naar de Noordzee worden ge
voerd. De gemeenschap met den
vaston wal wordt door de postvlet
onderhouden.
Het volgende wrrdt uit Ter
schelling i. d. 22 Jan. aan het Han
delsblad geschre en Met bijzondere
ingenomenheid melden wjj, dat het
Eng. gouvernement onzen schipper
Tjirk de Haau, die met zijn volk in
December 1884 de bemanning, be
staande nit 26 koppen, van het Eng.
stoomschip uit de Buitengronden
van Terschelling redde, een flinke
belooning in geldheeftdoen toekomen,
alsmede aan zijne equipage, bestaande
uit de volgende zeelieden: W.de Haan,
J. Spits, B. H. de Haan, J. Starreu-
burg, J. Stobbe en J. J. Spits. De
schipper ontving 36 gulden en de
overigen ieder 18 gulden. Luide
gaveu alle zeelieden hunne vreugde
te kennen over deze goedgunstige
beschikking van de Engelsche Re
geering en is het al waar, dat een
Terschelliuger zeeman geene redding
vau menschenlevens beproeft, om
daarvoor met goud beloond te worden
het doet het zeemanshart toch
waarlijk goed, te ondervinden, dat
daden van zelfopoffering, gelijk hier
zoo vaak bedreven worden, ook in
't buitenland naar waarde geschat
worden. Eer zoowel in dit geval
hun, die wisten te beloonen als hun,
die hun leven durfden wagen voor
hunne ongelukkige uatuurgeuooten.
In 't geheel zijn door onzen schipper,
Broeder van de orde van den Nederl.
Leeuw, reeds acht equipages, samen
126 man, van een anders wissen
dood gered.
Terwijl de gelukkige tijding, De
Haan en zijne bemanning betreffende,
hier aankwam, was de stoute zeeman
met zijn botter in de Noordzee bezig
te viaschen met zijn neef T. Krul,
den schipper op de »Yoorlooper,"
een stevige tweemast visschuit. Tegen
halfzes komt er in den dikken mist
een stoomboot opdagenvan alle
kanten worden seinen met de mist
horens gegeven, doch de s> Voorlooper"
wordt aangevaren en zinkt onmid
dellijk. De bemanning, zes personen
sterk, waaronder vau zware huisge
zinnen, wordt met moeite door de
stoomboot gered en is te Cuxhaven
binnengebracht. Maar wie beschrijft
de tooneelen vau wanhoop, toen
schipper De Haan binnenkwam en
de tijding van 't ongeluk bracht en
niet wist te zeggen waar de beman
ning der schnit was
't Duurde eeuige uren vóór de
tijding van behouden aankomst hier
arriveerde, maar die uren schenen geen
einde te zullen nemen. En nu hobben
die arme luidjes hun plunje verspeeld,
zijn zonder broodwinning en hebben
in den afgeloopeu herfst en winter nau
welijks droog brood verdiend, waarlijk
zij verkeeren in beklagenswaardigen
toestand. Zoo is 't zeeleven. De een
overgelukkig haast, en de andere
deerniswekkend.
Een wetsontwerp, houdende een
nieuwe wijziging vau de wet op den
kleinhandel in sterken drank, is door
de Regeering aan den Raad van
State verzonden.
Bij een brand op de Laurier
gracht te Amsterdam werden de be
woonsters met moeite gered. Zij waren
eerst nog naar boven gegaan om haar
kat en kanarievogeltjes in veiligheid
te brengen.
Aan de Handelskade te Amster
dam is een tot nog toe onbekend
jongmensch door het ijs gezakt en
in de diepte vewenen. Zijn lijk is
nog niet gevonden.
Men schrijft van Zaterdag uit
Hoorn
Heden vertrekt een gedeelte van
het hier in garnizoen liggend batal
jon, onder aanvoering vau een kapi
tein en drie luitenants naar Yoien-
dam, om de visschers, die reeds al
te lang met justitie en politie op de
ergerlijkste wijze gespot hebben, iu
hechtenis te helpen nemen. Wij
juichen dezen maatregel van ganscher
harte toe; maar kunnen de vraag niet
achterhouden, waarom niet eerder
daartoe overgegaan Want waar moet
het heen, indien overheidspersonen
weken lang, door overmacht van on-
willigen, tot machteloosheid gedoemd
zijn in het volvoeren van hun plicht?
Omstreeks zestig Volendammers zijn
door de infanterie en de rijksveld-
wachters in arrest genomen. Er was
geen ernstig verzet.
Door mevrouw de wed. Berk-
hoff, geb. Harderwijk, is aan het Von
delpark te Amsterdan een legaat be
sproken van f 5000.
Een kastelein stond op de
vaart te Blesse met een fleseh en
glaasje gewapend, om aan een zes
tiental jongens e» meisjes, in een
kring om hem heen geschaard, een
borreltje te schenken, dat door een
persoon betaald zou worden, die met
geopende beurs gereed stond. Eei: -
klaps begaf zich het ijs en allen
zakten naar beneden, tot den kas
telein incluis, in bet water. Som
migen tot den hals, anderen minder
diep. Met een nat pakje kwamen
ze allen weer op het droge.
Monnikendam, 23 Jan.
Een aantrekkelijk, voor duizenden
onbekend schouwspel, biedt thans de
ijsvlakte tusschen het eiland Marken
en Monnikendam aan. De zeilschui-
teu vliegen over de gladde baan, alsof
ze gevleugeld waren. Om zich een
denkbeeld te vormen van de verba
zende snelheid, waarmede die ijsvaar-
tuigen zich bewegen, wete men, dat
de afstand tusschen Marken en Mon
nikendam, die ruim een uur bedraagt
bij sterkeu wind in 3 minuten werd
afgelegd. Bij zulk een snelle vaart
kan de stuurman bijna niets anders
zien dan zijn eigen boot. Hij ver
neemt niets dan een aanhoudend ge
fluit en gesis, welk geluid nog over
stemd wordt door het donderend ge
raas der over de oneffenheden der
baan voortvliegeude vaartuigen.
De wedstrijd met zeilschuiten, die
a.s. Donderdag zal plaats hebben (hier
alleen zijn er een veertiental( wordt
mot belangstelling tegemoet gezien.
Men meldt uit Groningen
Er doet zich hier het curieuse en
merkwaardige feit voor, dat als in
den nieuwen schouwburg gespeeld
wordt, er steeds plaatsen te kort
komen, als het publiek onderstelt,
dat er iets goeds zal worden vertoond.
De schouwburg is pas gebouwd, eu
veel te klein, zooala van den aan
vang af reeds bleek. Het Weener
brandongeluk heeft gemaakt, dat de
schouwburg, die toch reeds niet groot
zou worden, onder het bouwen nog
met eenige honderd zitplaatsen, om
der veiligheidswille, moest verkleind
worden. En wat is nu het curieuse
van 't geval Dit, dat thans het
bureau wordt belegerd een dag en
eei. nacht vóórdat het wordt geopend,
door mannen en jongens, die vau
het opkoopen van plaatsen werk
maken, of voor rekening van derden
een aantal plaatsen nemen en een
broodje maken van dat dienstbetoon.
Men kan zelfs nu, bij de strenge
koude, die er heerscht, die manneu
's nachts vóór den schouwburg zien
op en neer loopen, wachtende op
het openen van het bureau en zóó
doende zorg dragende, dat op het
verbeide oogenblik niemand hen vóór
is Den 22 dezer 's avonds zou Le
Gras er zijn tooneelfeest vieren en
uu is 't gebeurd, dat van den 20en
's namiddags 4 uur tot den 22en
des voormiddags te li1/* uur, 5
menschen, vau den 21en, 's morgeus
te 6 uur tot gezegden voormiddag
nog 5, en later nog 3 personen den
schouwburg hebben belegerd, dus
gedurende 2 dagen en 2 nachten de
eerste 5 en de anderen wat korter,
steeds in de open lucht! Hetschgnt
dus wel tijd te worden, dat in het
te Groningen ingevoerde plaatsbe-
sprekiugsstelsel een verandering worde
gebracht. Meuschenlevens verder op
de geschetste manier bloot te stellen,
gaat toch inderdaad niet
Sedert eenige weken werden de
kooplieden en winkeliers in de voor
steden Saint-Denis en St. Vincent de
Paul te Parijs met ongewone verme
telheid bestolen, en ondanks de ijve
rigste nasporingen kon men de blijk
baar talrijke dieven niet betrappen,
totdat verleden Zaterdag zekere Louis
B. op het oogeublik, dat hij in een
onbewoond huis braak pleegde, werd
gevat. Deze bracht bij het verhoor
aan het licht, dat de bende den agent
Charles S. tot aanvoerder had. Deze
was door zijne betrekking niet alleen
iu staat om zijnen mannen de noo-
dige aanwijzingen voor hunne nach
telijke »operatiën" te verstrekken,
maar hij waakte ook voor hunne vei
ligheid door in zijne uniform voor
het huis, waar zij bezig waren, op
en neêr te stappen. S., terstond met
vier auderen gegrepeu, heeft bekend
zich aau meer dan vijftig diefstallen
medeplichtig te hebben gemaakt.
Nadere berichten over den veldslag
der Engelschen in Egypte.
De strijd heeft den 18en plaats gevonden
nabij de bronnen van Aboe Klea, de voor
laatste alvorens men Mettemneh aan den
Nijl, tegenover Sjendi, bereikt, en een twin
tigtal mijlen van eerstgemelde plaats, bet
voorioopige einddoel der Engelscben, gele
gen. Lord Wolseley raamt het getal Arabie
ren, waarmede de kolonne <ks generaals Ste-
wart te worstelen bad, op nagenoeg tien dui
zend. Is deze raming juist, dan moet de
Mahdi over veel aanzienlijker strijdkrachten
beschikken, dan tot dusverre werd opgege
ven. Immers, terwij de 10,000 zoogenaamde
rebellen streden in de zandvlakten van Aboe
Klea, hielden andere duizenden Khartoem
omkneld, al moge het waar zijn dat de val
van het langbelegerde Omdoermun (tegen
over Khartoem) eens gedeeltelijke vrijma
king der Arabische legerscharen veroor
loofde.
Den 16den in den namiddag stiet de En
gelsche voorhoede op de Arabieren, welke
een stelling aan deze zijde der bronnen van
Aboe Klea bezet hielden. Het was toen te
laat geworden om den vijand nog aan te
tasten. Voor den nacht kampeerden alzoo
de Britten in het gezicht der vijandelijke
drommen, die tot den volgenden ochtend een
onophoudelijk, doch vrij onschuldig vuur op
de Engelschen onderhielden. Denl7denin
den morgen trachtten deze aanvankelijk te
vergeefs de Arabieren in eenen strijd te lok
ken. Daarop beval Stewart zijnen manschap
pen uit den zadel te stijgen. De kameelen en
de bagage bleven achter onder geleide, en de
Engelschen begonnen nn in carré tegen den
vijand op te rukken. Op de linker flank der
Arabische strijdmacht voerden zij een om
trekkende beweging nit, welke haar in den
rag bedreigde en haar dus tot een gevecht
noopte. De Arabieren begonnen toen te
ehargeeren. In weerwil van het verplette
rende vuur der Engelschen, genaakten hunne
drommen het carré meer dan éénmaal, en op
een zeker oogenblik gelukte het hnn, dit, met
hunne ontembare woestheid en doodsverach
ting, te doorbreken. In het carré ontstond
nu een strijd man tegen man, waarbij van
weerskanten talrijke blijke van onverschrok
kenheid gegeven werden. Eindelijk zegevier
de de meerderheid der Engelschen in tucht en
wapenen: de Arabieren werden teruggedre
ven, maar niet alvorens zij den vreemden
indringers aanmerkelijke verliezen hadden
toegebracht in officieren en manschappen.
Wederom avanceerden de Engelschen,
ditmaal zonder verzet, en de huzaren namen
de kloek verdedigde bronnen tegen vijf uur
in bezit. Achthonderd Arabische lijken, rond
om het carré verstrooid, getuigden van den
heldenmoed der „rebellen", maar ook van de
moorddadigheid der Britschen snaphanen.
De berichtgever der „Morning Post" geeft
de uitvoerigste schildering van het verbreken
van het carré der Britten. Het was een her
haling der vroegere ongevallen van denzelf
den aard. De onstuimige aanval der Arabie
ren verbrak de dicht aaneengesloten rangen
der indringers. Dezen werden als het ware
door het aantal der als een lawine neerstor
tende Arabieren tijdelijk overmand Nadat
het carré verbroken was, heerschte er natuur
lijk daarbinnen da grootste verwarring. De
Engelschen en de Arabieren kampten man
voor man en man tegen man, tusschen steige
rende paarden en gewonde kameelen. Hier
leden de Engelschen, tijdens den genadeloo-
zen strijd, hunne zwaarste verliezen, hoewel
hij slechts tien minuten aanhield. Hier vie
len ettelijken hunner aanvoerders, en onder
dezen Fred. Burnaby, de populaire, de be
roemde kapitein, die hier als kolonel mede-
streed en eene doodelijke halswonde ontving.
Het paard van generaal Stewart werd onder
hem doodgeschoten, en hij viel ter aarde,
maar stond dra weer op, om zijnen manschap
pen moed in te spreken.
Binnen het carré hadden de Engelschen
eene sterke overmaoht, want het was sleohts
een handvol Arabieren, die, spijt hunne kogels
en bajonetten, ingebroken waren. Hier kon
de uitslag derhalve slechts een qnaestie van
tijd zijn, waar geen versterkingen voor de
„rebellen" kwamen opdagen. Debinnenge-
drongenen warden tot den laatsten man afge
maakt, waarna de Britten, onder drie ver
vaarlijke hnrrahs, hnn carré herstelden en
voorwaarts rukten naar de langzaam en on
gaarne terugtrekkende woestijnbewonera, die
tallooze dooden en gewonden, alsook vaan
dels, op het veld achterlieten. Gevangenen
werden haast niet gemaakt.
De hitte was ontzettend geweest, en de
Engelschen waren blijde toen zij hunnen
dorst konden lesschen met het heerlijke water
van Aboe-Klea. Den bodem beschrijft de cor
respondent der „Daily News" als rotsachtig
en woest, zonder veel plantengroei. Diepe,
sombere, steenachtige ravijnen scheiden barre
heuvelen aan weerszijden van den woestijn
weg.
Zaterdag jl. is voor het hof van
gezworenen te Amberg (Beieren) ge
bleken, dat de daglooner Steinmann
onschuldig was aan een misdaad,
waarvoor hg in 1876 tot tuchthuis
straf veroordeeld was. Hg had in
dat jaar zich bij een twist in een
herberg als een woesteling gedragen,
allen met den dood bedreigd en met
zijn mes om zich heen gezwaaid.
Daarom wilde men hem en zgn vrien
den verwijderen, en bg de pogingen
daartoe kreeg een der aanwezigen
een mess teek, die hem binnen eenige
dagen in het graf bracht. Toen
Steinmann dat vernam, nam hg de