'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL No. 1259. Woensdag 11 Maart 1885. Dertiende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 UitgeversBERKHOUT Co., te Helder. BareauiSPOORSTRAAT en ZCIDSTRAAT. Ad-vertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 1 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 10 Maart 1885. De volksbijeenkomst, Vrijdag avond in Tivoli gehouden, werd druk bezocht. De beer Uurbanus trad als spreker op met de lezing van bet bekende schoone stuk uit de Camera Obscura van Hildebrand, »Onze Jongens" en Kinderrampen." Aan het gelezen e wist de spreker behar- tigingswaardige wenken vast te knoopen, op het gebied van op voeding De heer H. C. Kroon, uit Amsterdam, droeg verdienstelijk voor »Arme vissehers," van de Geuestet. Ten slotte voerden eenige leden van Ernst en Scherts ten tooneele »De twee Vrienden." 't Werkelijk goede spel vond bijval en waardeering bij de bezoekers en meermalen klonk een hartelijk lachen door de zaal. Tot 2e luits. a la suite bij de dd. Artillerie-Schutterij alhier, zijn benoemd de heeren A. van Dissel, J. C. Slis en D. A. G. Vastenou. De heer P. Maats, burgemees ter van Wieringen, zal, naar men ons mededeelt, in het begin van April zijn 25-jarig jubilé als zoo danig vieren. Te Callantsoog is Zaterdag in den vroegen ochtend afgebrand de in het midden van het dorp staande boerenwoning van Jan Vos. Van den inboedel is niets gered kunnen worden. Zelfs een koe, een paard en twee kalveren heeft men niet kunnen redden. Gelukkig was het stil weder, zoodat men den brand bij dit ééne perceel beeft kunnen bepalen. Het daarnaast staande raadhuis heeft weinig geleden. Terwijl de moeder het huis ver laten bad en de kinderen alleen bad achtergelaten, trok te Zandvoort een meisje van 2i jaar, in een kinder stoel gezeten, een schaar onder een brandende petroleumlamp vandaan, waardoor deze op het kind neerviel. Hoewel de buren spoedig ter bulpe toesnelden, had de arme kleine ech ter reeds zulke brandwonden gekre gen, dat bet na een lijden van twee dagen bezweek. Een treffend ongeluk bad Vrij dagmiddag in bet Centraal-Station te Amsterdam plaats. Een R.-C. geestelijke, pater C. Overmars, die met den trein van 3.45 uur naar 's-Bosch wilde vertrekken, bleef in de wachtkamer le klasse plotseling dood. Het ontzielde lichaam werd naar de Boompjeskerk op het Rokin ge bracht. Uit Aardswoud schrijft men Als een bewijs van de ongunst der tijden moge dienen, dat een herberg alhier, waarvoor 10 a 11 jaar geleden vergeefs f 11.000 werd geboden, die voor vier jaar ruim f 8000 opbracht, die voor 2 jaar werd te koop gepresenteerd, doch opgehouden omdat geen hooger bod werd gedaan dan f 4500, dezer dagen werd geveild voor f 2800. Het ziet er in bet noorderkwartier van Noord-Holland met den boeren stand ook niet rooskleurig uit. Een algemeene malaise beerscbt er ten gevolge der lage kaasprijzenvooral de 2de en 3de soort kaas wordt weinig gevraagd. Terwijl men voor heen p. m. f 30 per 50 kilo kon be dingen, is men nu reeds niet onge lukkig wanneer men f 20 kan beko men. Er zijn er die met f 12 tevreden moeten zijn. Als men daarbij in aanmerking neemt, dat de kaas pakhuizen vol zijn, en vele boeren hun kaas op de zolders geborgen hebben, omdat zij tot dien lagen prijs niet willen verkoopen, is 't gemakkelijk te voorzien, dat er in den eersten tijd van hoogere prijzen geen sprake zal zijn. Een huisknecht te Arnhem ging Donderdkg, om zijne verliefde bui te verzetten, aan het drinken. Te huis komende, nam hij den revolver van zijn meester en loste daarmede in diens huis een schot, zonder echter iemand te raken. Hierop trok hij naar de woning zijner geliefde, waar hij in de keuken vijf schoten loste, niet op zijn meisje maar op het keu- kenplafond. Daar stoorde men ech ter spoedig zijn schietoefeningen door hem buiten de deur te zetten. Eenigen tijd geleden, zoo ver haalt de »Maasb.," werd door een lid van den gemeenteraad van Breda, toen gelden aangevraagd werden voor het aanschaffen van zoogen. Amerikaansche schoolbanken, ge vraagd of die schoolbanken niet iu de plaats zelf konden worden ver vaardigd. De Voorzitter beantwoordde die vraag ontkennend, wijl er niet tegen het Amerikaansche fabrikaat te concurreeren viel. Het geld werd toegestaan en de banken werden elders besteld En wat blijkt nu Een firma te Breda krijgt eenige dagen geleden van een Amsterdamscb huis de op dracht, om ten spoedigste eenige honderden Amerikaansche school banken te fabriceeren, waarvan er eenige moeten dienen voor een nieuwe school te Breda Te Deventer kreeg Donderdag een schipper met zijn knecht hevige twistde schipper riep de hulp der politie in om den knecht van boord te doen verwijderen^ Nauwelijks was de politieagent op het schip gekomen, of de schippersknecht ging naar hem toe en duwde hem over boord, waardoor bij in het Over- ijselsche kanaal viel. Hij werd er spoedig uitgehaald en in een naburige loods gebracht, waar hij verpleegd werd. In dien tijd bracht men den woestaard achter slot en grendel. Liverpool, 3 Maart. Door het st. Lake Winepeg, werden hier geland 6 overgeblevenen der equipage van bet barkschip Surrey, hetwelk den 15den Febr. bij de kust van New- foundland plat op zijde viel. Allen die zich op dek bevonden, werden in zee geslingerd, terwijl drie man, die zich onder dek bevonden, ver dronken. Eenigen gelukte bet zich aan bet plat op zijde liggende schip vast te binden, doch de gezagvoer der en drie matrozen verdronken. Het lot der overlevenden was ver schrikkelijk. De zee sloeg voortdu rend over hen heen en de stuurman bezweek spoedig door uitputting. Twee matrozen, die het niet langer konden doorstaan, sprongen in zee en vonden hun dood in de golven Des avonds stierf nog een matroos. Van de 17 man der equipage waren nu nog 6 over. Des nachts richtte het schip zich weder op en klommen de schipbreukelingen in het want. Van dek was alles weggeslagen, ook de proviand was over boord en men leed verschrikkelijk door de koude. Nadat zij drie dagen in het want hadden doorgebracht, zonder eenige lafenis, kwam het stoomschip Lake Wiunepeg in het gezicht. Niette genstaande het hevig stormde, werd eene boot naar het wrak gezonden, welk met groot gevaar de schip breukelingen aan boord kreeg en op de Lake Winnepeg bracht. Den lsten dezer arriveerde het stoomschip te Liverpoolen werden twee der gered den naar bet hospitaal ter verpleging gezonden. Een tweede brandkast gestolen. Nauwelijks bekoort de brutale diefstal te Amsterdam in de Haarlemmer Houttuinen tot de geschiedenis, of wederom ontsnapt eene welberaamde diefstal van een brand kast, zonder overhaasting gepleegd, het oog der Amsterdamsche politie. Zaterdagnacht tusscben half vier en vier uur hebben drie of vier dieven zich mees ter gemaakt van de brandkast der Stoom- koffiepellerij en verlezerij Java op de Rea lengracht No. 8 aldaar. Zie hier, wat de heeren hebben moeten verrichten, voordat zij zich ongehinderd met den buit konden verwijderen. Zij hebben allereerst de afsluiting der buitendeur weten te verbreken, door bet uithakken van een stuk hardsteen, breed 3 en dik 4 centimeters, waardoor de schoot van het slot vrij kwam. Langs een trap van zeventien treden zijn zij gekomen op de verdieping, waar de brandkast stond. Waarschijnlijk hebben de dieven zich daar in een deur vergistteu minste de toegang tot de machinekamer was verbroken dcor het vernielen vau een zwaar grendelslot. Daar evenwel hier niet veel te stelen viel, zijn zij er toe overgegaan, met een ijzeren koevoet (die later gevonden is) de kantoor deur open te breken. Daar was allemans gading: drie lessenaars, een notenhouten schrijftafel eneen brandkast. De lessenaars en de schrijftafel zijn open gebroken en zwaar beschadigd. Er kan echter niet meer dan een bedrag van fll uit gestolen zijn, daar de heeren, na het gebeurde in de Haarl. Houttuinen en na den dezer dagen in dezelfde buurt gepleeg- den suikerdiefstal, zelden veel waarde op het onbewoond kantoor achterlieten. De brandkast, die een hoogte had van 73 oM., bij een breedte van 83 en een diepte van 48 cM., was echter het voor werp va n der dieven bijzondere zorgen. Maar eilacy, slechts een groen mandje met f 10 aan dubbeltjes en centen zou hunne moeite beloonenwant de diefstal der voor naamste kantoorboeken en van een pak waardelooze wissels veroorzaakt den be stolene meer ongerief dan voordeel aan de dieven. Het besluit schijnt toen genomen te zijn, om een tweede bewerking te leveren van bet kunststuk iu de Houttuiueu. Men heeft denkelijk de kast voorover geworpen er is ten minste een gat in den vloer en toen langs de trap van zeventien treden laten afzakken. De sporen daarvan dragen de beschadig de treden en een diepe kuil in het beneden- portaal. Men heeft daarna het „geelgeschilderde" meubel op een handkar geladen en waar schijnlijk later in een schuitje weggevoerd. Er wordt tenminste in de buurt een schuitje vermist. De grenzelooze brutaliteit, waarmede dit schelmstuk is volvoerd, wordt alleen over troffen door de kalmte, die den daders tot het einde toe schijnt bijgebleven te zijn. Een porster toch bemerkte leven op dat gedeelte der gracht en zag uit de verte, hoe de kast op de kar werd geladen. Een der dieven, die haar in 't oog had gekre gen, kwam op haar af, om in een vreemde taal te vragen, hoe laat het was. Ver trouwend op de kracht van haren porstok, meer dan op de mogelijke nabijheid van de politie, daar trouwens blijkbaar geen alledaagsche verschijning, gaf zij hem be daard antwoord doch achtte het geraden, zich d/tarna uit de voeten te maken. Zater dagmorgen heeft zij echter op het politie bureau voor den commissaris Steenbergen volledig verslag gedaan van wat zij gezien heeft. De handkar en de ijzeren koevoet zijn in de buurt gevonden. Het goed recht der burgerij op zoo vol doend mogelijke bewaking vau haren eigen dom mag niet worden betwijfeld. Alomte genwoordigheid van de politie, om haar die bewaking te verzekeren, kan niemand vor- FEUILLETON. Een onverbiddelijke Vijand. V ertaling 43.) van GERRIT J. De oude vrouw vertrok. Marie snelde aan stonds naar 't venster, om te zien of er kans was te ontvlnchtenmaar 't venster lag wel zestig voet boven den grond en beneden was een gracht, die 't huis omringde. Ze snelde naar de deur om die te openen, maar te ver geefs. Ze was een gevangene. Een half uur later kmam de oude vrouw met 't ontbijt bin nen. Marie, die medelijden bij haar meende te bespeuren, deed haar verwijten over die ge vangenschap. „Dat is mijne schuld niet," zeide vrouw Jordan, zooals ze zich noemde. Ik kan en mag u niets zeggen of 't zou me 't leven kos ten maar dit beloof ik u, er zal u geen leed geschieden, als ik 't verhinderen kan. Nadat Marie ontbeten had, voerde de oude vrouw haar in een rijk gemeubeleerde slaapkamer, waar 't meisje niet alleen fraaie kleederen, maar ook keurig lijn linnengoed vond. „Dat is voor u bestemd," zeide ze. „Maar wien behoort dat alles f" „Hem, juffrouw Rita. „Uw vriend! Maar die kleederen zullen me niet passen." De vrouw overtuigde haar van 't tegendeel. „Ach," zuchtte Marie, ik ben door gehei men omringd en moet er me wel in schikken. „Uw leven is ten minste veilig," troostte vrouw Jordan," en voor nw gemak is gezorgd. Den eersten nacht ging Marie niet slapen zonder onderzocht te hebben of niet hier of daar een geheime deur was, waardoor men hare kamer kon betreden. Den volgenden dag kon ze niets naders van hare oppasseres ver nemen. Wanneer deze binnentrad, sloot ze de deur weer zorgvuldig Rcbter zich. Wie 'zou haar hier opgesloten houden P In 't eerst dacht ze aan baron Hellwigmaar zoo'n daad was voor een bejaarden minnaar in 't laatst der negentiende eeuw wat ai te romautisch. Later dacht ze aan een bloedverwant, die haar "reosde, misschien wel dezelfde, die haar aan de vissehers had ovrrgegeven. Misschien had den Kurts nasporingen bem haar verblijf plaats verraden en had hij haar laten ontvoe ren. Terwijl die gedachten haar door 't hoofd woelden, klonk de huisbel. Men liep door gangen en kamers en ook voorbij bare deur. „Wat een akelige plaatszeide een vrou- westemhad ik dat vooraf geweten, ik was hier niet gekomen." Marie hoorde die woorden duidelijk en her kende de stem. Ze bonsde op de deur en riep „Juffrouw Neumann Juffrouw Neumann Ik ben hier, MarieMen houdt me hier ge vangen! Help! Help! Er volgde geen antwoord. XXXI. De smart en vertwijfeling van mevrouw vou Hoitzondorff waren groot, toen Emma onver richter zaken terugkwam, en ze vermeerder den nog, toen er den volgenden dag geen tij ding van Marie kwam. Tegen den avond kwam Kurt aan, vol angst en droefheid. „Heb je naricht van haar P" vraagde Em ma driftig, toen ze hem in 't portaal tegemoet kwam. „Helaas, neen! „O, Kurt, ik ben zoo blij, datje hier bent!" riep zijne grootmoeder, terwijl ze hem om armde. Emma deed er verstandig aan, je te telegrafeeren." „Emma handelt aitrjd verstandig en goed," zeide hij, een liefdevollen blik op haar slaan de. ,,'t Is verschrikkelijk, nietwaar grootmoe dertje P" „Vreeselijk, Kurt! Geloof je, kan je ge- looven, dat Robert hierin de hand zou heb ben?" vraagde ze in angstige spanning. „Hij zelf is in Hamburg," antwoordde Kurt. Ik bezocht hem en vond hem ziek te bed liggen, te pijnlijk om zich te kunnen roe ren. De dokter zeide me, dat hij voor rhuma- tieke koortsen vreesde. Zijn schurkachtige agenten kunnen echtar voor hem gehandeld hebben. Ik heb omtrent Marie in Trouville veel nagespoord en meende reeds een aan vangspunt gevonden te hebben. Mijne na- vorschingen zullen misschien angst veroor zaakt hebben. Een diDg is zeker, dat ik op een raadselachtige manier bestolen ben." „Bestolen!" riep Emma. „Ja, men is in mijne kamer geslopen en heeft mijn diamanten ring gestolen. Ik ben blij, dat 't niet Marie's kruis was, dat ze me toevertrouwde en aan een ketting om raiju bals hing. Eenig gedruisch in mijn slaap kamer deed me ontwaken; ik richtte me in bed op met den revolver in de hand en riep werdaAntwoord, of ik schiet Daar ritselde 't bij de de deur. Ik sprong op en vervolgde den dief, zonder bem echter te kunnen grijpen. Ik schelde en vermiste mijn diamanten ring, terwijl mijn horloge en beurs er nog lagen. De dief had mijne goede ren doorsnuffeld en ergens naar gezocht, maar 't kruis, deuk ik. Mijne jaszakken wa ren omgekeerd en de kasten doorsnuffeld." ,,'t Kan een gewone diefstal geweest zijn," merkte de oude dame aan. Laten we liever aan die arme Marie denken." Kurt zuchtte diep en zeide op vasten toon „Ik vind haar, dat zweer ik, grootmoedertje, want mijne lafheid is de oorzaak van alles. Ik bemin haar, maar daar ik den moed niet had u een kleindochter in de armen te voeren zonder naam, ging ik uit om hare afkomst op te sporen mijne navorschingen hebben haar doodsvijand verschrikt cn zoo heb ik mijn lam aan de wolven prijsgegeven. „Jij bemint Marie Liefste jongen, hoe is dat mogelijk P" „U is ontevreden 't kwelt u," zeide hij treurig. „Neen, o neenWel koesterde ik andere wenschen maar, dat arme meisje! Ach, haar verlies treft me nu dubbel." Zij trok Kurt ter zijde en fluisterde hem in „Acht je 't mogelijk dat Robert haar ge schaakt heeft?" „Dat dacht ik eerBt; maar hij zou zich om een vrouw zoo niet willen compromitteeren." „Ik denk toch van wel. Hij is zoo doordrij vend, dat hij met geweld zijne begeerten door zet. 't Kau echter ook door hare bloedver wanten gedaan ziju. Wie ziju dat en wie is zij? Met een luiden kreet voegde zij er bij „Kurt, wanneer het de kleine Rita eens geweest wasP" „Ik heb aan die mogelijkheid gedachten was bezig een kerel op te zoeken, die met de vissehers was meegegaan, toen ik Emma's tegelegram ontving. „Heb je 't kruis bij je, dat Marie je gege ven heeft P" „Ja, hier is 't." „Kurt, 't is hetzelfde kruis, dat ik Rita om hing, toen we haar naar mevronw Kransi brachten." De dame drnkte op een bloem, waarop een plaatje zichtbaar met de letters J. M. K. 't Is 'thare! Marie en Rita zijn één! Do voorzie nigheid deed haar andermaal een schuilplaats onder ons dak vinden." Kurt was te ontroerd om te spreken. Em ma legde hare band op zijn arm, en fluisterde „Deuk eens, hoe kapitein von Renken zich verheugen zal!" Kurt slaakte een angstkreet en riep: „Maar ze is verloren ik moet haar dade lijk opsporen." „Niet zonder eerst voedsel en rust gehad te hebben," zeide mevrouw von Holtzendorff. Eet eerst met ons en vertrek dan met den laatsten trein naar Hamburg. De hulp des hemels zal je niet ontbreken." Onder den maaltijn zeide Kurt „Er is niet meer aan te twijfelen, dat Robert Marie heeft laten ontvoeren minder uit liefde dan wel uit hebzucht. Huwt hij haar,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1885 | | pagina 1