'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINTE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1262.
Zaterdag 21 Maart 1885
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
Atoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaax: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DTNSDAG8- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
BU dit No. behoort een
Büvoegsel, bevattende de
Acte van beschuldiging tegen de
Leidsche (ïiftraengster.
Aan onze geabon-
neerden buiten de ge
meente wordt verzocht
het bedrag der abonnementsgelden,
lste kwartaal 1885, te willen over
maken in postzegels of per postwissel,
vóór 6 April, zullende anders daar
over met 10 cents verbooging per
post beschikt worden.
DE UITGEVERS.
MAART, Lentemaand, 31 dagen.
Opkomit der Zon 6 u. 2 m.
Onderg.
Zendag 22
Maandag 23
Dinsdag 24
Woensdag 25
Donderdag 26
Vrijdag 27
Zaterdag 28
6 u. 15 m
Passie-Zondag.
Eerste Kwartier.
Maria Boodschap.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 20 Maart 1885.
Dinsdagavond werd in Tivoli,
door 't tooneelgezelschap van den
Parkschouwburg opgevoerd Denise".
Ons oordeel over Fransche tooneel-
producten, op Hollandscben bodem
overgebracht, hebben we reeds meer
malen gegeven. We hadden bij 't
publiek meer belangstelling verwacht,
bij de opvoering van een stuk, waarop
de tooneeldirectien als hongerige
wolven zijn aangevallen. De acteurs
kweten zich naar vermogen van
hunne taak en gaarne geven we
hun den verdienden lof. Maar dat
alles was niet voldoende om 't stuk
tot zijn recht te brengen, daar 't
hier haperde aan de hoofdrol, aan
Denise zelf. Dat stem en taille
mevrouw Westerhoven de Heer in
den weg staan, om de rol van een
jong meisje te spelen, kan de overigens
verdienstelijke actrice niet helpen,
't Geval was, dat de directie niet
anders kon en aan mevr. Westerhoven
de rol van Denise gaf, omdat hiemand
van 't personeel er beter voor geschikt
was; maar ze heeft zoodoende 't. succes
van 't tooneelstuk onmogelijk ge
maakt. Een compliment hebben we
gaarne over voor mejufïr. Scheepers
en wel bepaald voor de scène, die
ze in amazonenkostuum speelde tegen
over den graaf de Bardaunes.
De commandeur der zinkwer-
kers Meijer werd Dinsdag, terwijl hij
zich aan boord van de instructie
korvet »Urania" op 's Rykswerf alhier
bevond, door een uit het want val
lenden hamer zoodanig aan het hoofd
getroffen dat hij, zwaarverwond, naai
zij ne woning moest worden overge
bracht.
De namen van ben, die ge
rechtigd zijn leden te kiezen voor
de Tweede Kamer, Provinciale Sta
ten en andere lichamen, zijn voor
veertien dagen ter inzage gelegd ter
secretarie. Wij wijzen hierop in bet
bij zonder ben, die zich verongelijkt
meenen, wanneer er stemming zal
plaats hebben en zij 't mandaat,
dat bun recht tot stemming geeft,
missen. Bij de a. s. verkiezing in
Juli, van dit jaar, zal zich betzelfde
geval van spijtige lieden presenteeren,
wanneer ze nu niet van de gelegen
heid gebruik maken om te zien en
te informeeren of ze werkelijk tot
die catagorie mogen gerekend wor
den te bebooren.
De moord te Rotterdam.
Naar aanleiding van de zeer tegenstrij
dige berichten in de verschillende dagbladen
over den moord, in het Hotel de Hol lande
gepleegd, wordt nog het volgende uit Rot
terdam gemeld:
„De heer Sakurn.de had zich in het vreem-
delingcnboek van het hotel eigenhandig in
geschreven als Sarez, met aanduiding van
zijne qualiteit, maar in zeer onduidelijk
schrift. Ook deu naam van de vrouw, die
hem vergezelde, had hij zelf daaronder ge
voegd, maar mede onduidelijk en wel als
Molenbroek of Molenbeek eu achter dien
naam avec fille.
Waarschijnlijk echter is dit niet haHr
ware naam, maar heet zij Lorette. De
Japansche diplomaat zelf was, naar men
zegt, gewoon onder verschillende namen te
reizen, als hij op galante avonturen uitging.
In het hotol hield men hem voor een Japan-
sclien prins.
Het schijnt, dat toen hij uit Den Huag
vertrok, liet zijn voornemen niet was om te
Rotterdam in gezelschap van zijne minnares
te zijn, maar dat zij zich aan het station
bij hem gevoeg! heeft, en dat hij toen, een
goed gezicht bij een kwade zaak zettende,
haar medegenomen heeft.
De inlichtingen, uit de beste bronnen in
gewonnen omtrent hetgeen er in den be-
wusten nacht onmiddellijk «an den moord
is voorafgegaan, zijn eeuigszins verward, wat
geen bevreemding kan wekken, daar men in
een druk hotel niet altijd op het gaan en
komen vad de gasten kan letten, vooral niet
in het holle van den nacht. De meest
waarschijnlijke lezing is echter, dat Sakurade
alleen is uitgegaan en het gemaskerd bul
in het Feestgebouw heeft bezocht (wat den
kelijk het doel van zijn komst was), en dat
hij, van daar terugkomende, het slachtoffer
werd van den moordaanslag. Dat deze in-
tnsschen vooruit beraamd was, sohijut vrij
zeker, of men moet aannemen dat ecu ge
laden revolver en een dolk tot hare vaste
reisgezellen behoorden. Maar men verklaart
de zaak aldus, dat de vrouw uit achterdocht
de gangen van haren minnaar is nagegaan
met de bedoeling wraak te nemen, zoo er
voor haren minnenijd redenen bleken te zijn
dat daarop een verzoening is gevolgd, maar
dat, toen hij des nachts alleen uitging, het
moordplan weer bij haar Koven gekomen is.
De bijzonderheden, elders verhaald, waaruit
men zou moeten opmaken dat de jonge vrouw
ook na het bedrijven van de misdaad zeld
zame koelbloedigheid aan dcu dag legde en
meer aan haar uiterlijk dacht dan aan haar
slachtoffer, zijn volkomen onjuist. Zij was
integendeel hevig ontdaan. Ook een ander
verhaal, waarbij zij voorgesteld wordt als
een onschuldige duif eu slachtoffer eener
laaghartige misleiding, is met inlichtingen,
uit zeer goede bronnen ingewonnen, geheel
in strijd.
Sakurade was in Japan getrouwd, maar
leidde hier en in Brussel, waar hij mede
den Mikado vertegenwoordigde na het ver
trek van den gezant Siuzo Aoki, een leven
van vrijgezel.
Het Rott. Nieuwsbl. meldt nog het
volgende
In den Haag was de moordenares wel
bekend; zij reed dikwijls paard met haar
slachtoffer, cn had het vrije gebruik over
diens equipage. De inrichting harer woning
was zeer weelderig. Zij schijnt een goede
opvoeding gehad te hebben, althans zij speelt
piano eu zingt vrij goed.
Thans is hare- woning verzegeld; haar
vader, broeder en zuster, die zich aldaar
Zondagavond aanmeldden, werden niet toege
laten. Behalve de prachtige meubelen werden
gccne kostbaarheden in hare woning gevondeu;
slechts enkele kleinoodiën en eenige Antwerp-
sche loten, 't Is nutuurlijk niet zeker, dat de
aangeteekende brief, dien zij Zaterdagmiddug
verzond, werkelijk 1900 franken inhield, al
stond dit ook buitenop. Hoogstwaarschijnlijk
kan echter die brief, welken de politie zeker
'el recd3 zul hebben opgespoord en in beslag
laten nemen, nadere inlichtingen verstrekken
omtrent de plauuen en bedoelingen der dade-
res, of anders omtrent haren aard en hanr ont
wikkeling.
Dat de verslrfgene zich prins liet noemen,
hoewel die titel hem officieel niet wordt ge
geven, is omdat hij ongeveer den rang van
prius heeft. Hij volgde in deze de gebruiken
zijner laudgenooten, die in Eu-opa zich de ti
tels toeëigeneu, die zij dragen zouden, wanneer
zij van Europeesche afkomst waren. Daar de
heer Sakurade inderdaad van Vorstelijken
bloede was, liet bij zich dus kortweg prins
noemen. Omtrent zijn ouderdom loopen onze
kere berichten; op het oog echter zag hij er
niet ouder dan 35 uit. Uit de opgaven van
den burgerlijken stand, zien wij daarjuist dat
de .verslagcne inderdaad reeds 48 jaren oud
was.
Wij vernemen nader nog, dat het lijk van
den heer Sakurade naar Ycdo, in Japan, zal
worden overgebracht. De bewering, dat de
moordenares gepoogd zou hebben, om aau
zelfmoord van het slachtoffer te doen denken,
is volkomen ongegrond. Zij heeft niet één
oogenblik getracht van het gebeurde een
verkeerde voorstelling te geven. Blijkbaar
handelde zij onder den indruk van een
haar kwellende gedachte en niet dan na reeds
gernimen tijd te bed gelegen eu wellicht ook
geslapen te hebben.
Het slachtoffer, althans sliep toen de kogel
hem trof, en het bed, rechts van de kamer
deur het slachtoffer sliep in een ledekant
dat links van de deur stond toonde dat
ook zij zich aanvankelijk ter ruste had be
geven. Wie zal zeggen, welke droomen de
vrouw van elf tot drie uren in den nacht
't was half vier toen zij de daad pleegde
hebben verontrust. Natuurlijk wa3 zij op de
been, toen de hotelknecht op het rumoer
toeschoot; zij was toen zeer opgewonden en
blijkbaar verlichtte het haar, dat zij niet langer
alleen was.
Haar broer, die mede opgeschrikt was in
zijn slaap, had een kamer naast de hare
trokken. Overigens is geen der reizigers in
het hotel iets gewaar geworden en bet pleit
voor de goede zorgen en de tegenwoordig
heid van geest der hotelbedienden, dat
zonder rumoer of spektabel de vereischte
hulp en de politie zoo spoedig ontboden
waren.
Het verleden der daderes wenschtde politi,
nog niet bekend te maken; baar naam is
Jeanue Lorette; ten onrechte werd zij Molen
broek genoemd. Zij is geboren te Molenbeek
St. Jean en men heeft den naam harer geboor
teplaats als den hare opgenomen. Het lijk
blijft voorloopig in het ziekenhuis om dan naar
den Haag overgebracht te worden, waar het
door de zorgen van de leden der Japan
sche legatie gebalsemd en tijdelijk op de
begraafplaats bijgezet zal worden, in af
wachting van een geschikte gelegenheid om
het naar Yedo te vervoeren. De daderes blijft
voorloopig in het huis van arrest aan de
Korte Hoogstraat, waar zij zich zeer kalm en
rustig gedraagt.
Zij heeft berouw, maar erg verontrust haar
de daad ook weer niet. 't Is of zij weinig
besef vau de beteekeuis harer daad heeft.
Aan haar toilet blijft zij de noodige zorg be
steden; hedenmorgen nog werd op haar ver
zoek eeu boodschap naar 't hotel gezonden
met de vraag of haar haarborstel daar ook
gevonden was. Zij miste dien en had hem
noodig
Nog enkele bijzonderheden worden gemeld
omtrent de personen, bij den moord te
Rotterdam betrokken
,De jonge vrouw, die hem om het leven
bracht, was vroeger zangeres en het was
in een café chantant te Brussel, dat de
Japausche diplomaat haar had leeren kennen.
„De aau een ander blad ontleende bij
zonderheid, dat de vrouw, toen zij naar
het politiebureau zou worden gevoerd, om
poudre de riz, vroeg, hoeft eeu geheel
andere beteekenis dan daar werd opgegeven.
De gemoedstoestand, waarin zij in die ver
schrikkelijke oogenblikken verkeerde, sluit
alle gedachte aan behaagzucht uitmaar
de zaak is eenvoudig deze, dat zij in de
meening verkeerde, dat zij over de straat
zou worden vervoerd, en daar nu haar gelaat
geheel met bloed bespat was, vreesde zij
de blikken van het publiek, als aldus de
sporen van hare misdaad zichtbaar waren.
Daarom wilde zij de bloedvlekken met
poudre de riz bedekken. Schaamte dus,
en niet ijdelheid was de drijfveer.
„In de eerste oogenblikken na het plegen
van de misdaad verkeerde zij in een toe-
staud van geweldige opgewondenheid cn
zenuwachtigheid. Daarna werd zij neer
slachtig, en die neerslachtigheid heeft haar
nog geeu oogeublik verlaten. Bij de ver-
hooreu, die zij ondergaan heeft, maakte
hare houding geeu ongunstigen indruk.
Zij geeft blijk het volle bewustzijn van
hare schuld te hebben, en beeft ook geen
oogenblik beproefd om (zooals elders be
weerd is) aan een zelfmoord van Sakurade
te doen denken.
„De rechtsingang, tegen haar verleend,
met bevel tot gevangenishouding, is gegrond
FEUILLETON.
Een onverbiddelijke Vijand.
Vertaling
46.) van GERRIT J.
Toen vrouw Jordan 't avondeten binnen
bracht, fluisterde ze Marie toe
„De heer baron is erg ziek. Huichel tegen
hem. De Franschman is uw gunstig gezind
en hij raadt 't u aan."
,,'t Spijt me dat de baron ziek is; vraag of
ik iets voor hem kan doen."
De vrouw grimlachte, ging heen en kwam
een oogenblik later vragen: ofMariebijde
half geopende deur van des barons kamer iets
wilde zingen.
Marie ging met haar mee. In de gang ge
komen, zag ze, dat die met een zware eiken
houten deur gesloten was. Er stond een deur
half open en daarnevens een stoel. Marie
ging zitten an zong zacht een Franach wiege
lied. Toen 't geëindigd was riep een stem:
„Ik dank u; ach, zing nog niets."
„Als 't u hindert, zeg 't dan," riep ze en
tong verderder, totdat ze er meedc van was.
Toen kwam de Fransche knecht, legde den
vinger op den mond en voerde haar naar hare
kamer terng.
„Mijnheer slaapt, juffrouw!" zeide hij.
„O juffrouw dat zoete wiegelied heeft mijne
moeder me ook voorgezongen, als ze me te
bed bracht."
„Is de baron wat beterP"
„Slapen is goed voor hem; de juffrouw is
vol goedheid."
Met een diepe buiging verwijderde de man
zich.
Den volgenden dag antwoordde vrouw
Jordan op Marie's vraag naar den toestand
van den baron
„Slecht, zeer slechtHij sliep twee nren
entoen begonnen zijne felle pijnen opnieuw.
Frans bleef bij hem en Karl reed uit om den
dokter."
„Was de dokter hierP Is hij hier nog?"
vraagde Marie met inspanning.
„Hij was hier en is weer vertrokken. Hij
zegt dat 't rhumatische koorts is. Baron Heli-
wig is opgewonden omdat hij te bed moet blij
ven; daarvan komt 't."
„Hij is dus heel ergP"
„Erger dan hij zelf begrijpt. De dokter
zegt, er is gevaar bij."
Baron Hellwig verkeerde werkelijk in ge
vaar, daar zijn toestand door een hartkwaal
verslimmerd was en dat maakte 't dienstper
soneel zeer ongerust. Juffrouw Neumann
moest den zieke verplegen. Ze weigerde 't
maar Karl dreigde haar zoozeer, dat ze tegen
wil en dank moest toegeven.
Karl was hoogst ongerust. De baron had
zijn schurkachtigen dienaar nog iets in zijn
testament vermaakt, anders zou de dood van
zijn heer hem vrij onverschillig geweest zijn.
Daarbij bedacht hij, dat juffrouw Trouville in
huis was. Wat zon hij met haar beginnen als
zijn heer kwam te sterven P Zijne medeplich
tigheid aan hare ontvoering zou uitkomen, en
had de rechter hem eenmaal in handen, dan
kon er nog wel meer ontdekt worden.
Daarover nadenkende, besloot bij den
Zigeuner op te zoeken en hem om raad te
vragenmaar de man was nergens te vinden.
Vloekend ging hij naar de keuken, waar zijne
moeder zat, en vraagde
„Waar is StangeP"
„Naar zijn volk terug!"
„Duivels, ghij wist dat ik hem hier noodig
heb Waarom ging hij heen P"
„Zijne nicht, dat schoone Zigeunermeisje,
haalde hem den vorigen nacht. Zijne moeder
licht op sterven. Hij toont meer gevoel dan
sommige christenen, die ik ken, en zoo ging
de arme vent zonder verwijl naar zijne moe
der."
Met een vloek zei Karl
„En juist nu ik hem noodig hebKwam 't
meisje hier in huisP"
„Neen, zeker niet; ze trof hem in 't moe
ras aan. Hij kwam een oogenblik binnen om
't me te zeggen. Zoodra zijne moeder begra
ven is, komt hij terug.
„Karl was over de afwezigheid van zijn
kameraad erg uit zijn humeur en pruttelde
totdat Fraus kwam, om met hem 't avondmaal
te houden.
„De kamerdienaar vertelde hem, dat de
baron erg ziek was en verschrikkelijk ijlde.
„Isjuffrouw Neumann bij hem?" vraagde
Karl ongerust.
„Nu hij slaapt niet; iedere minuut, waarin
haar dienst niet gevorderd wordt verwijdert
ze zich. Zoo'n zelfzuchtig schepsel heb ik nog
nooit gezien. Dan is mijne landgenoote, die
juffrouw Trouville anders; ze laat alles staan
om den zieke te helpen en te troosten. Als de
baron met haar trouwt, wordt hij misschien
nog een braaf mensch."
Dat denkbeeld scheen Karl niet te bevallen,
want hij lachte valsch en zeide:
„Ik denk niet, dat ze met hem zal trouwen,
als ik er ten minste wat aan doen kan."
Frans zag hem schuin aan en scheen na te
denken.
„Waak jij van nacht bij den baron vraag
de Karl na een poos."
„Ja. Ik heb van middag wat geslapen en
kan dus best van nacht wat wakker blijven."
De Franschman legde, toen hij zijn post als
waker begon waar te nemen, twee pistolen
naast zich op de tafel. Hij behoefde echter
voor 't leven van zijn heer of zijn eigen leven
niet bevreesd te zijn, want Karl had nog be
lang bij 't eerste eu 't laatste was hem onver
schillig. Marie werd niet weer verzocht te
ziugen. Terwijl ze er over nadacht welke plot
selinge verandoring er door de ziekte van den
baron was ontstaau, kreeg ze een tegenzin
om naar bed te gaan. Middernacht was reeds
geslagen, toen ze zacht aan de deur hoorde
kloppen. Verschrikt sprong ze op, en toen ze
langzaam naar de deur liep, zag ze er een pa
pier onderdoor schuiven. Ze las't volgende,
in 't Frausch geschreven
J uffrouw
Vrees niets ik waak over u.
Uw dienaar,
Frans.
Verbrand dit papier."
Marie wierp 't briefje in 't vuur. Getroost
door deze verzekering, ging ze in hare slaap
kamer, legde zich te bed en sliep zacht, te
Idden van dc onrast, die haar omringde en
zonder te gissen welk gevaar haar bedreigde
van den kant van den ellendeling, die beslo
ten had haar te vermoorden, om zijne eigene
veiligheid te verzekeren, zelf al mocht de ba
ron herstellen. En ach, de tijd snelde voort
cn geen hulp van buiten daagde op, ofschoon
't gevaar met iederen klokslag grooter werd.
XXXIV.
De bal, door Marie over den tuinmuur ge
worpen, was opgeraapt door Lottie, 't Zigeu
nermeisje.
Daar 't voor Kasper, den Zigeuner, niet
raadzaam was langer in de nabijheid vau 't
kasteel Eichenhorst te vertoeven, nadat hij
op Filip bad wiilen schieten en Kurt geraakt
had, was bij met zijn gezin en zijne bende
noordwaarts, naar 't moerasland getrokken,
dat 't oude jachtslot omgaf en daar op verlan
gen van Nuszler een geruimen tijd gebleven.
Zijne hoogbejaarde moeder was zwaar ziek
geworden en wenschte baar zoon nogeens te
spreken, daar ze haar einde voelde naderen.
Lottie werd daarom naar hem heengezonden
en Kaspar besloot dadelijk te vertrekken. Hij
liet Lottie buiten wachten, die 't gebouw
oraloopeude, den toren in 't oog kreeg, waar
voor een enkel venster een licht brandde.
Eensklaps zag ze een vrouwelijke gestalte
voor 't opeu venster verschijuen en een oogen
blik later viel er iets voor hare voeten.
Wordt vervolgd.