'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINTE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1263.
Woensdag 25 Maart 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Een Schijndood.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co, te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavertentlen
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
Aan onze geabon-
neerden buiten de ge
meente wordt verzocht
het bedrag der abonnementsgelden,
lste kwartaal 1885, te willen over
maken in postzegels of per postwissel,
fóór 5 April, zullende anders daar
over met 10 cents verhooging per
post beschikt worden.
DE UITGEVERS.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 24 Maart 1885.
Zaterdagmiddag werden onze
plaatsgenooten niet weinig opge
schrikt door het geruchtdat er
brand was uitgebroken in een per
ceel aan den Kanaalweg. Onze ijverige
brandweer was spoedig met twee
spuiten ter plaatse, waar 't gevaar
dreigde. Gelukkig was de brand
van weinig beteekenis. Dat de
beide bewoners, man en vrouw, van
het perceel, des morgens, enkele
uren na elkander gestorven waren,
verhoogde niet weinig de belang
stelling.
Zr.Ms. schroefstoomschip Atjeh,
onder bevel van den kapt. t. z. J.
A. Greve, is den 29 Januari jl. te
San Loando aangekomen en heeft
daarna de Congo- rivier en de West
kust van Afrika bezocht. Alles wel
aan boord.
Zr. Ms. schroefstoomschip 4de
kl. »Sorumelsdijk" wordt deze week
van Willemsoord te Amsterdam ver
wacht, om aldaar met 31 dezer buiten
dienst te worden gesteld. De be
manning gaat op het schroefstoom
schip 4de kl. »Aruba" over, dat
met 1° April d. a. v. wordt in dienst
gesteld.
Uit een particulier telegram
uit Atjeh verneemt men, dat Z. M.
schroefstoomschip der le kl. Leewar-
den aan den grond gevaren is, en
ondanks alle pogingen tot dusverre
niet weder vlot is gebracht.
Het schip wordt door andere sche
pen bewaakt.
Aan den bij het lste Reg.
Inf. benoemde majoor H. J, G. Ben
schop, wordt het bevel opgedragen
over het 5de Bataljon van dat. regi
ment te Helder.
De majoor H. van den Bosch,
te Helder, die tot luit.-kolonel is
benoemd bij het 5e reg inf., zal
worden belast met het bevel van
het 2e bat. van dat regiment, in
garnizoen te Nijmegen.
Vanwege het Departement van
Oorlog zou op Terschelling gisteren
een keuring van paarden voor het
leger plaats hebben. Men hoopt,
dat de uitslag van dit onderzoek
bevredigende resultaten hebbe of
moge leiden tot een gewensc-hte ver
edeling van het daar gekweekt wor
dende en reeds zeer gezochte paar
denras.
Men leest in de Haarl. Ct.
»In de vergadering van 17 Maart
11. van de afdeeling Haarlem en
Omstreken der »Ned. Maatschappij
t/b. der Geneeskunst," werd door
eenige leden mededeeling gedaan
van verscheiden gevallen van ver
giftiging, waarvan twee met doo-
delijken afloop," die in den laatsten
tijd voorgekomen waren door het
gebruik van Haarlemmerolie''. De
Afdeeling rekent het zich tot plicht,
dat in ruimeren kring bekend
te maken en er aan te her
inneren, dat Haarlemmer-olie" be-
standdeelen bevat, »die bij gebruik
gevaarlijke ziekten, ja, den dood
kunnen veroorzaken."
Zij meent derhalve, een ieder
het gebruik van Haarlemmer-olie
ten sterkste te moeten ontraden."
Namens de Afdeeling voornoemd
De Brouwer,
Voorzitter.
Dr. Van Linden v. d. Heuvell,
Secretaris.
^Haarlem, 19 Maart 1885."
Ten huize van den heer V. H.,
rijksontvanger te Amersfoort, deed
zich dezer dagen, volgens deN. R.Ct.,
een zeker niet alledaagsch geval van
brutaliteit voor.
Een als dame gekleede vrouw
schelde aan het woonhuis van den
heer V. H. aan, verzocht aan de
dienstbode hem te mogen spreken,
en werd daartoe in de ontvangkamer
binnengelaten.
Nog vóór de heer V. H.. gelegen
heid had, te vragen waaraan hij de
eer van het bezoek te danken had.
verzocht de dame hem aan haar
verantwoording te doen van de op
brengst der roerende goederen harer
moeder, die, wegens wanbetaling
van belasting, bij executie waren
verkocht. En toen de ontvanger
zeide, aan dat verzoek niet te kunnen
voldoen, volgde harerzijds de uit
drukkingen, dat hij een bloedzuiger,
een schurk was en een paar slagen
in het aangezicht, waarop mevrouw
V. H. tusschenbeiden kwam, en
men de dame(?) de kamer uitduwde.
Zij drong die echter weder binnen,
om, naar zij zeide, te zien of haar
toillet ook had geleden, doch wer
kelijk, zooals bleek om hare ver
bolgenheid te koelen aan een in
de nabijheid staande vaas, die zij
greep en aan gruizementen op den
grond deed terechtkomen.
Van een en ander is aangifte bij
de politie gedaan.
Op Zondag 8 Maart, zoo ver
haalt de D. C., zou des voor middags
in de kerk te Tholen als gewoonlijk
de derde collecte gehouden worden.
Eensklaps hield toen de predikant
op, om te gelasten dat deze derde
collecte zoude worden nagelaten. De
collectant meende evenwel te moeten
collecteeren. Nog een aanmaning
volgde, met de mededeeling dat de
dominé het houden dezer collecte
als verstoring van de godsdienstoefe
ning zou aanmerken, en ging de
collectant door, met het voortzetten
zijner rede zoude wachten tot deze
geëindigd had.
De collectant collecteerde intus-
schen op zijn doode gemak door.
Hoewel velen der aanwezigen zenuw
achtig werden en wegvluchtten, hij
ging bedaard voort, door den predi
kant van den predikstoel met arends-
blikken in al zijne bewegingen ge
volgd. Bijna tien minuten duurde
deze pauze, waarna de collectant na
geëindigden arbeid ging rusten en de
dominé, wel eenigszins geagiteerd,
zijné* rede vervolgde en ten einde
bracht. De predikant heeft tegen
den collectant een aanklacht inge
steld bij den strafrechter.
Iemand uit Neder weert die de
vorige week vijf dagen celstraf moest
ondergaan, had bij het verlaten der
gevangenis geen enkelen knoop meer
op zijn jas. Toen de cipier hem
naar de reden daarvan vroeg kwam
hij tot de bekentenis, dat hij als
een hartstochtelijk liefhebber van
pruimen", vóór hij naar de cel
was gegaan, stukjes roltabak met
zwarte stof had overtrokken, die
knoopen op ziju jas had gezet en
ze in de gevangenis achtereenvolgens
weder had afgesneden om de aldaar
verboden waar op deze wijze toch
te kunnen genieten.
Te Arnhem is gevankelijk bin
nengebracht zekere Regeling uit Aal
ten, die vermoed wordt een alleen
wonenden klompenmaker teWagenin-
gen vermoord te hebben. De ver
dachte heeft een veelbewogen leven
achter zichhij moet vroeger, ook
wegens moord, 6 jaren gevangenis
straf hebben ondergaan.
Nader wordt nog het volgende uit
Aalten gemeld:
Zooeven werd hier>door Rots, bode
ten gemeentehuize, aangehouden Wil
lem Regeling, oud 28 jaar, lang 1 84
cM., tamelijk gezet, gekleed als pol
derwerker en gewapend meteen schop.
Er was hier nl. per telegraaf bericht
gekomen, dat vermoedelijke dader van
den gepleegden moord met diefstal
van geldswaarde, van Doetichem
herwaarts op weg zou zijn, achter
volgd door brigadier der Rijksveld-
wacht van Zeveuaar Regeling be
kende den moord gepleegd, op den
Kruisberg gelogeerd en reeds vroe
ger een meisje om het leven te hebben
gebracht. De moordenaar had nog
bloed aan zijne bovenkleeren.
Hij had een aanbevelingsbrief bij
zich voor werk aan het spoor alhier.
Een ander bericht meldt nog
De verdachte is een kerel als een
boom, goed gevoed en goedbespraakt
onschuldig natuurlijk! ofschoon hij
met een aanbeveling uit Zevenaar
om hier werk te vinden, per voerman
Klap de reis maakte van Doetinchem
naar hier, en aan dien voerman, op
diens vraag zijn naam, een anderen
naam (niet zijn werkelijken dus opgaf.
Toen men hem onderzocht, werd wel
zoo 't een en ander gevonden, doch
voor zoover bekend, niet het horloge,
dat het slachtoffer ontnomen is.
De 28-jarige vent heeft op den
Kruisberg een straftijd doorgebracht,
terwijl men hem verdenkt van voor
eenige jaren een meisje of vrouw te
hebben vermoord.
Uit Amsterdam wordt het vol
gende gemeld:
Op den hoek van Gravenstraat en
gedempten Voorburgwal werd Zater
dag te 12 precies een sigarenwinkel
geopend, welks eigenaar had bekend
gemaakt, dat de eerste tien personen,
die voor een dubbeltje of meer si
garen bij hem kochten, een kistje
met 100 sigaren cadeau zouden ont
vangen. Gelijk te wachten was, ston
den er reeds te 11 uren honderden
te wachten. De politie moest in vrij
aanzienlijken getale de orde hand
haven. Daar speelt het op den Dam-
toren 12 uur, en denkt de schare
binnen te dringen, doch heel leuk
wordt zij door de politie tegenge
houden, die allereerst zelf van het
snufje profiteerde en daarna aan een
paar personen met phantasie-koeden
toegang verleende, die triomphante-
lijk met een kistje sigaren uit den
winkel terugkvvamen.
Terwijl de kantonrechter te
Gent zich in een sterfhuis bevond
otn te verzegelen, voegden nog een
advocaat en een der zoons van het
huis zich bij hem. Plotseling ging
de deur open en de oudste zoon, met
een revolver gewapend, wierp zich
op den advocaat en riep hem toe:
»ga weg van hier, je hebt mijn moe
der vermoord." De advocaat en de
andere aanwezigen, behalve de kan
tonrechter, gingen op den loopde
laatste echter wist zich van den re
volver meester te maken, die geheel
geladen bleek te zijn. Een oude wrok
en de overspanning van het oogen
blik schijnen tot dezen m>
te hebben samengewerkt.
In 1879 stierf te St-Josse-ten-
Noode, een der voorsteden van Brussel,
een jong meisje tengevolge van de
hevigste gewetenswroeging, waaraan
zij ten prooi was. In hare laatste
oogenblikkén bekende zij aan bare
bloedverwanten aan kindermoord
schuldig te zijn. Hierin had zij den raad
van een deurwaarder gevolgd, en tot
heden kreeg door het stilzwijgen der
bloedverwanten van de overledene
de justitie van de gepleegde misdaad
geen kennis. Dezer dagen echter
bracht een ongeteekende brief alles
aan bet licht. De schuld van den
deurwaarder was spoedig gebleken
Hij werd gearresteerd op het oogen-
blik dat hij in het huwelijk zou treden.
L'Etoile Beige deelt enkele bij
zonderheden mede omtrent Jeanne
Lorette en haar slachtoffer. Toen zij
nauwelijks twaalf jaar was, werd zij
zelve het slachtoffer eener aanranding,
waarover destijds veel gesproken is.
Yan de Arcadische verhalen in som
mige bladen omtrent de verhouding
van Jeanne Lorette tot den Japan-
schen diplomaat, blijft, zoo schrijft
de Haagsehe Ct., niet veel over, wan
neer men verneemt dat gebleken is,
dat de overledene tot afwikkeling van
zijn liaison met de Brusselsche schoone
haar kort voor zijn dood een af-
van f3000 had uitbetaald.
der vermelding waard is.
Verscheiden personen bevonden
zich in het brandende huis, maar
terwijl aan de eene zijde er van
reddingsladders tot aan de vensters
reikten, ontbraken de ladders aan
de andere zijde.
Eensklaps verscheen een twaalf
jarig meisje aan een venster der
derde verdieping; de vlammen tastten
.hare kleederen bijna aan; het onge
lukkige kind riep op wanhopige
wijze om hulp.
De toegesnelde menigte zag met
verbijstering naar het vreeselijk
schouwspel, dat slechts door den
dood een ontknooping scheen te
kunnen vinden. Eensklaps riep een
jonge mau, zekere Cadet-Gauyac,
wien een reusachtige afstand van
het meisje scheidde: spring naar
beueden, ik zal je opvangen, wees
niet bang.
Het kind scheen het dreigend
gevaar te overwegen »neen", riep
zij toen en onmiddellijk daarop
schreeuwde zijsik sta in brand
Werkelijk zag men de vlammen
over haar hoofd heenslaan.
Spring!" kreet Gauyac, »ik zal
je opvangen." Het kind, welks
handen op het reeds brandende
kozijn rassten, waagde eindelijk
werkelijk den ontzettenden sprong.
Gauyac ving haar werkelijk op;
zijn lichaam boog door het gewicht
van den last, maar onmiddellijk
spanden zijne stalen spieren zich
en triomfantelijk hield hij het arme
deerntje in de armen omhoog, dat
hoegenaamd geen letsel door den
val had bekomen.
Luide toejuichingen weerklonken
voor den dapperen redder, die naar
de »Republicain Bayonnais" vertelt,
reeds herhaaldelijk bewijzen van
zelfopoffering en menschenliefde heeft
gegeven.
Na den veldslag bij Friedland
(in 1807) vond Napoleon I een jongen
luitenant zwaar gewond en oogen-
schijnlijk stervende, op het slagveld
liggen.
De jonge man weende en de keizer
vroeg hem naar de oorzaak zijner
tranen; »ik ween", luidde het ant
woord, somdat ik moet sterven, al
vorens ik kapitein ben geworden."
»Ten einde de laatste oogenblik-
ken van den stervende te verzachten,
bevorderde Napoleon hem onmid
dellijk tot kapitein.
Die laatste oogenblikken hebben
echter vrij lang geduurd en wel
zeven en zeventig jaren, want de
jonge luitenant is niemand anders
dan generaal Schramm, die nog in
leven en thans zeven-en-negentig
jaar is.
Bij een zwaren brand, die dezq
dagen te Bayonne plaats vond, wen
een moedig feit verricht, dat zeer
Een vrek, die haast te gierig was
Om kolen op te doen,
En bij een koude kachel zat,
Hoe fel de vorst mocht woen,
Werd door de ontbering ernstig ziek.
Geen dokter wilde hij.
„Geef mij maar water," sprak de vent,
„Goedkouper artsenij
Bestaat er niet." Zoo tobde hij
Een heele poos nog voort,
Maar eindlijk lag hij stijf en stom,
En sprak geen enkel woord
Meer tot zijn erven, om zijn bed
Schier dagelijks geschaard.
In stilte zegenden zij hem
Hij had voor hen gespaard.
,,'t Is afgeloopen," zoo sprak de een,
Eu de ander zei,,'t Is uit,
De vent is dood; straks deelen wij
Zijn geld. Een flinke kluit
Heeft hij secuur voor ons bijeen."
„Maar," merkt er iemand aan
„Als oom eens schijndood was,
Dan ging het deelen niet zoo vlug,
„Althans zoo hij genas."
„Wat schijndood riep een ander weêr,
„Daarvoor bestaat geen nood
Hij ligt daar stokstijf in de kist,
En als een pier zoo dood."
Daar belde eensklaps een schuld'naar
(aan,
Een heel fatsoenlijk heer,
En zei: „lk leende hier eens geld;
Dat breng ik heden weer."
„Watbreng je geld P"zoo klonk
(het luid
De kist uit, door een kier
Van 't deksel, „Kom, dat is patent;
Geef asjeblieft maar hier!