'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COUKAHTT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
Zaterdag 28 Maart 1885
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
EL..
Kalender der Week.
'ifeutlleto^
a-
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
UitgeversBERKHOUT Co te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZCIDSTRA4T.
Aavertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
i ik
MAART, (Lentemaand), 31 dagen.
Opkomst der Zon -5 u. 45 m.
Onderg. 6 u. 28 m.
Zondag 29 Palm-Zondag.
Maandag 30 Volle Maan.
Dinsdag 31 Israël. Paaschfeest.
APRIL, (Grasmaand), 30 dagen.
Woensdag 1 Israël. Paaschfeest.
Donderdag 2 Witte Donderdag.
Vrijdag 3 Goede Vrijdag.
Zaterdag 4
NIEUWSTIJDINGEN."
HELDER, 27 Maart 1885.
In de zitting van den Raad dezer ge
meente, jl. Dinsdagavond gehouden, en waar
bij 16 leden tegenwoordig waren, werden
vastgesteld het voljaarskohier van den hoof-
delijken omslag voor den dienst van 1885,
tot een bedrag van f 29613,17 en het primi
tief kohier der belasting op de honden, voor
hetzelfde dienstjaar, bedragende f 1297.
Ter vervanging van den heer Ch. van Veen,
die bedankt beeft, werd gekozen tot lid der
Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs de heer F. 8. C. M. Wijs. Tot
onderwijzer aan de gemeenteschool no. 5
werd benoemd de heer D. van Zoonen, alhier.
Het 12 tegen 4 stemmen werd toegestaau
het verzoek van de gemeente ontvanger, den
heer A. J. de Jongh, om voor 't. vervolg zijn
borgtocht te stellen gedeeltelijk als lste hypo
theek op het door hem bewoond wordende
huis en gedeeltelijk iu inschrijving op het
Grootboek der Ned Nat. Werk. Schuld.
Door de Commissie voor de Gemeentewerken
werd bij schriftelijk rapport voorgesteld om
voorloopig geen gevolg te geven aan het voor
nemen om een lokaal voor den afslag van
zeevisch te bouwen naby den mond der haven
alhier. Over dit voorstel werd door de heer
H. Janzen het eerst het woord gevoerd. Spre
ker verzette zich tegen dit voorstel der Com
missie, hij wees op al de pogingen, die er wa
ren aangewend om toestemming te verkrijgen
een gebouw voor gemeld doel tc stichten en
gaf als zijne meening te kernen, dat de Bur
gemeester de plannen tot reorganisatie van
den vischafslag steeds tegenwerkte. Deze be
schuldiging gaf den voorzitter aanleiding om
een betuiging van goedkeuring zijner daden
uittelokken en die goedkeuring werd door 14
leden uitgesproken. De heeren Janzen en
Strikwerda velden een tegenovergesteld oor
deel. Nu werd de discussie over 't voorstel
om den bouw van 't vizchlokaul uit te stellen
voortgezet, en nadat de heer Strikwerda en
de voorzitter nog van gedaahten hadden ge-
wiiseld, werd dat voorstel in stemming ge
bracht. De stemmen staakten, zoodat in de
Een onverbiddelijke Vijand.
47.)
Vertaling
van GERRIT J.
Lottie raapte 't verrast op las 't adres en
wilde 't pakje losmaken, toen Kaspar buiten
kwam. Ze verbergde 't dadelijk en liep naar
haar oom. Na weinig tijd bereikten ze 't leger
der bende, waar Kaspar een langdurig ge
sprek met zijne moeder had. Toen hij weder
bij Lottie kwam zeide hij ontroerd:
„Ga bij haar, Lottie, ze wil je alleen spre
ken."
De oude vrouw lag op 't uitersteze reikte
hare kleindochter de hand en fluisterde:
„Kom nader, mijn kind."
Lottie gehoorzaamde.
„Hier," zeide de stervende, terwijl ze een
k pakket, in een rooden doek gewikkeld, van
onder haar kassen te voorschijn haalde, ,,ik
wilde je dat geven 't is je bruidschat. Ik
vond, ruim dertien jasr geleden, den inbond
vsn dit pakje bij een eik, dicht bij Eicben-
3 horrt. De papieren zijn van waarde, want men
heeft er onderzoek naar gedaanik durfde ze,
ondanks de uitgeloofde belooning, niet ver-
toonen, omdat ik Kaspar had voorgelogen
door te zeggen, dat ik ze niet gevonden had,
en kij me zou doodgeslagen hebben, wanneer
hij er achter was gekomen. Met afgebroken
stem verhaalde ze, hoe ze de zilveren doos ge
vonden, geopend, geledigd en weer begraven
had hoe de groote lui op 't kasteel er naar
volgende zitting over dit voorstel opnieuw
moet worden gestemd. Aan het einde der
zitting werd door den heer Jauzeu namens de
Commissie in zake het samenstellen van een
reglement voor de wijkmeesters in deze ge
meente, een concept-regiem ent voorgelezen,
dat, na gedrukt en rondgedeeld te zijn, in
eene volgende zitfing in behandeling zal wor
den genomen.
Mej. M. C. Torré, van hier,
heeft niet goed gevolg examen in
nuttige handwerken afgelegd te 's
Gravenhage.
Bij koninklijk besluit van 23
dezer is, met ingang van 1 Juli
1885, aau G. Bouricius, commies
der posterijen van de 4de kl., op
grond van lichaamsgebreken, eervol
ontslag uit die betrekking verleend.
Twee torpedobooten, onder bevel
van de luit. ter zee le kl. P. Zegers
Veeckens en B. de Groot, zullen
van Nieuwediep naar Engeland wor
den overgebracht, ten einde aldaar
gewijzigd te worden voor de White
Head torpedo's.
Een duistere zaak.
De 20-jarige J. F. Van W., van
beroep diamantslijper, bad Zaterdag
avond en nacht verschillende her
bergen in de nabijheid zijr.er woning,
aan de Nieuwe Achtergracht te Am
sterdam bezocht, waar hij met zpue
kameraden verteringen had gemaakt,
zonder echter met hen in twist of
onaangenaamheden te geraken. Al
léén naar huis gegaan, werd hij
door zijne zuster 's morgens om
vijf uur in het portaal gevonden,
beneden den trap met een gapende
wonde aan het achterhoofd en be
wusteloos door bloedverlies. Men
bemerkte toen, dat hij beroofd was
van zijn gouden horloge en ketting
en vijf-en-veertig gulden aan geld.
Natuurlijk werd hier het eerst
aan manslag gedacht. Bij onder
zoek is het echter waarschijnlijk
voorgekomen, dat Van W., dooi
den drank bedwelmd, in het portaal
is gevallen met het achterhoofd op
de steenen van het portaal en aldus
het ongeluk heeft gekregenmen
vond ten minste nergens sporen
van bloed dan onder het hoofd van
den ongelukkige. Het gemis van
horloge en geld wordt hierdoor
Verklaard, dat een voorbijganger op
die gewoonlijk stille gracht, in den
bewusteloozen jonkman waarschijn
lijk een slapende beschonkene heeft
vermoed en van die gelegenheid heeft
gebruik gemaakt om hem van sie
raden en geld te berooven.
De ongelukkige toch was een
oppassend mensch, had geen vijanden
en den nacht vreedzaam doorge
bracht Hij kwam niet weder tot
bewustzijn, kon dus geen inlichtin
gen geven en stierf in den loop
van den dag.
De politie doet onderzoek naar
den dief van horloge, ketting en geld.
Bij een metselaar, met zijne
vrouw wonende op de lste verdieping
van een perceel in de Dijkstraat te
Amsterdam, is Maandagavond, ter
wijl de bewoners naar den schouw
burg gegaan waren, op onverklaar
bare wijze brand ontstaan. Toen
de brandweer, tijdig gewaarschuwd,
ter plaatse kwam, had men den
brand al spoedig onder den voet
De vertrekken zijn echter nagenoeg
geheel uitgebrand. Toen de bewoners
tc huis kwamen, werdoii zij opge
wacht door een paar rechercheurs
eu naar het naastbijzijnde politie
bureau gebracht.
Het hof te Amsterdam deed
Dinsdag uitspraak in de zaak van
W., den trouweloozen bediende, die
zijn meester, den heer S., ontvanger
te Heiloo bestal, en veroordeelde hem
tot twee jaar celstraf
De Amerikaan, die in April
1884 tijdelijk te Purmerende woon
achtig was en aldaar in de omstreken
veel vee kocht, is thans te Phila-
delphia bij zijne familie terugge
keerd. Het vermoeden dat hij ver
moord zou zijn, dat indertijd be
stond en waarnaar de nauwkeurigste
onderzoekingen in het werk werden
gesteld, is dus niet bewaarheid. Be
doelde Amerikaan had zich een
som van f 30,000 op twee door zijn
principaal getrokken wissels
eigend, met welk geld hij zich naar
Monte-Carlo begaf en liet aldaar
bij het spel verloor. Het laatste
gedeelte van zijn reis, nl. van Havre
naar New-York, moest hij als matroos
doen.
Voor liet hof te Amsterdam verscheen
Dinsdag John Nooter, oud 17 jaar, van
beroep schillenboer, geboren en wonende
te Amsterdam, beschuldigd van moed wil
ligen doodslag. In den namiddag van 20
December jl. begaf besch. zich naar de
woning zijner moeder, ten einde aldaar
schoon linnen te halen. Zijne .moedor nu
lerfde buiten echt met zekere Jan Adolf
Engel, dien hij op dien middag daar aan
trof. Engel dus gaf de besch op
verweet hem dat hij reeds lang voor hem
gewerkt had en andere liefelijkheden van
dien aard. Besch. ging daarop naar een
tapperij, dronk er een borrel en begaf
zich toen weder naar de woning zijner
moeder, waar Engel nog aanwezig was.
Op de vraagof hij eten wilde, ant
woordde besch. „dankje, want anders zou
hij nog maar denken, dat ik van hem
vrat." Engel scheen op dit gezegde boos
te worden, schoof zijn stoel achteruit en
greep den besch. bij de borst, onder uit-
noodiging met hem te gaan vechten. Be
schaldigde greep alstoen een op de tafel
liggend mes, waarmede hij Engel tot twee
malen toe een steek toebracht. Een dier
steken trof Engel in de borst, welke dien-
tengevo'g-s in het gasthuis overleed. Aldus
zoude de zaak zioh, volgens de verklaring
van besch., hebben toegedragen. Verschil
lende getuigen werden ter terechtzitting
gehoord.
Zoo verklaarde get. v. Vessem dat zij,
op den bewusten dag op de kamer van
vrouw Nooter gekomeu, wel hoorde dat er
tusscheu haar zoon en Engel onaangename
woorden werden gewisseld, maar niet dat
er ruzie was ontstaan. Na het vertrek
van besch. verwijderde getuige zich om
een boodschap te doen. Terugkomende
en de trap opgaande, hoorde zij „moord"
roepen door een kinderstem op de kamer
van dc wed. Nooter komende, zag zij dat
Engel zich voor- en achterover keerde en
eindelijk onder het uiten van de woorden
„wraak, wraak" op den vloer in elkander
zakte, terwijl een groote hoeveelheid bloed
zich vertoonde.
Tot toelichting der zaak werden ook ge
boord de beide zusters van besch., die
eenstemmig verklaarden dat de verslagene
een zeer wreedaardig en gemeen persoon
was, die het er op toelegde de kinderen
der weduwe, met wie hij leefde, het huis
uit te jagen, die veel sterken drank dronk
en in zijn veelvuldige dronkenschap het
mes spoedig ter hand nam.
Het O. M., waargsnomen door den Adv.-
Gen mr Jolles, was van meening dat de
doodslag bewezen is door de bekentenis
van beschuldigde, versterkt door aanwij
zingen, verder meende spr dat hier geen
provocatie (art. 321 C. P.) had plaats
gehad, zoodat er nog veel minder nood
weer bestond. Maar in den drift en den
jeugdigen leeftijd van besch. vond het
O. M. verzachtende omstandigheden en
daarom reqnireerde mr. Jolles een celstraf
van 1 jaar en 6 maanden tegen den be
schuldigde.
Als verdediger trad op mr. T. Nuyens,
advocaat alhier. PI. betoogde, dat de
besch. had gehandeld uit noodweer. De
overledene was een gemeen individu, op
vliegend en driftig, tot alles in staat. De
politie wist daarvan te vertellen. Toen
dus de overledene den besch. aangreep,
had deze geen andere keus dan het mes,
dat op tafel lag; hij verdedigde zich daar
mede anders had de verslagene het op
genomen. Op dien grond concludeerde
PI. tot ontslag van rechtsvervolging.
Zondag jl. woedde te Londen
een hevige sneeuwstorm uit het Noord
westen. 's Morgens om acht uur wa
ren de straten en pleinen reeds met
een vrij dikke sneeuwlaag bedekt.
Het verkeer werd zeer belemmerd,
maar 's middags, toen de zon te voor
schijn kwam, veranderde de witte
sneeuw weldra iu modder, 's Mid
dags, toen het leger des Heils door
de stad trok, gaf de trompet terstond
het sein tot een algemeen bombar
dement met sneeuwballen. De straat-
jongefrs, die geen gebrek aan ammu
nitie hadden, volgden den optocht,
en ondanks alle pogingen der mannen
werd het vrouwelijk deel vau den
stoet door de vuile sneeuw geducht
geteisterd. Ook iu de omstreken der
stad viel veel sneeuw, en eveneens
te Dover. De telegraphische ge
meenschap werd in het westen van
Engeland door den storm geheel ver
broken, terwijl de Noorsche bark At
lantic op het strand werd gedreven.
De admiraliteit heeft naar De-
vonport, Chatham en Portsmouth be
vel gezonden om alle daar aanwezige
oorlogsschepen zoo spoedig mogelijk
gezocht hadden en ze, uit vrees voor Kaspar,
de «aak geheim gehouden had.
„Maar jij," eindigde ze, moet de papieren
aan mijnheer Weber geven, die wel zal zor
gen, dat je een belooning daarvoor krijgt. Hij
was altijd goed voor ons en je kunt hem ver
trouwen."
„Lottie kuste hare grootmoeder, bedankte
haar en beloofde te handelen, zooals haar was
voorgezegd."
„Zeg ar Kaspar niets van," kermde de
stervende. „Stuur hem bij me. De Zigeuner
kwam oogenblikkelijk."
„Kaspar", smeekte ze, wees goed voor de
arme Lottie; ik wenschte dat je beter
beter mocht worden zooals je voorva
deren. Vermijd dien ander of 't loopt
slecht met je af."
De adem bleef haar in de keel steken.
Lottie hield de gestorvene in haar arm en
Kaspai gaf haar een laatsten kas.
,,'t Is voorbij, arme moeder," zeide hij; je
zult haar missen, kind.'*
Daarna snelde hij de tent uit. De vrouwen
der bende waren weldra in de weer met de
doode en trachtten Lottie te troosten.
't Meisje weende bitter en zocht tegen 't
aanbreken van den dag de eenzaamheid on
der een dikken eik. 't Schoot haar te binnen,
dat ze een pakket had ontvangen en ook nog
iets had opgeraapt. Spoedig was de brief ge
lezen.
„Ha!" riep ze, 't was dus juffrouw Trou-
ville, die ik in dat afschuwelijk nuis zag. Hoe
vreeselijkWat kan ik doen om haar te hel
pen? Eer grootmoeder begraven is, kan ik
niet weg. Ach, mijn God!"
Een oogenblik stond ze in gedachten ver
zonken; daarna wond ze 't Jkluwen los en
nam 't geld er uit.
,,'t Zal gebeuren!" zeide ze vastbesloten,
en liet daarop een schel gefluit hooren. Een
jonge Zigeuner van veertien jaren snelde op
haar toe.
„Jacob," zeide ze, jon moet ik juist hebben;
wil je een boodschap voor me doen, dan krijg
je dit geld.'
Ze hield hem een der kleine muntstukken
voor.
„Natuurlijk wil ik, Lottie. Wat moet ik
doen?"
Lottie werd door de jonge knapen van baar
stam zeer bemind en ieder zou haar gaarne
dienst bewijzen.
„Loop, zoo snel je kunt naar stad, ga naar
't telegraafbureau en verzoek den beambte
dit briefje te telegrafeeren. Betaal met dit
goudstuk, en als je geld terug krijgt is 't voor
jou. Vertrek di»n naar Hamburg, 't Reisgeld
zal ik wel betalen, en zoek den heer Weber
op, den politie-besmbte. Je vindt hem zeker
in zijn huis. Zeg hem, dat ik bern zoo spoe
dig mogelijk over belangrijke zaken moet
spreken. Doe je de boodschap goed, dan zal
je ruim beloond worden. Voor alles spoed;
was mijne grootmoeder niet gestorven, ik zou
zelf gegaan zijn, want leven en dood kan er
van afhangen.
„Solirei niet, Lottie," sprak de knaap, ter
wijl hij den brief en 't geld aannam, ik loop
zoo snel ik kan.
Intusschen bleven de bemoeiingen van
Kurt en Weber vrachteloos. Nn cenige
dagen keerden beiden naar Eichenhorst terug,
afgemat en teneergeslagen. Groot was Korts
verwondering, toen hij, even voor 't diner,
de telegram van Marie ontving. De brief was
in zijn geheel overgeseind. Emma sprong op
bij den kreet, dien hij uitstiet.
„Robcrt is de schurk! riep hij, na de tele
gram gelezen te hebben. „Waar ligt dat oude
jachtslot?"
,,'t Was de eenigc bezitting van den ouden
Hellwig en ligt tusschen moerassen en hei
velden, zeiie mevrouw Holtsendorff.
Kurt schelde.
„Verzook mijnheer Weber hier te komen!"
beval hij.
Deze kwam en was niet minder verwon
derd dan verheugd.
„Er is geen tijd te verliezen, mijnheer,"
zeido hij, „wanneer we de dame willen red
den." U gaat toch dadelijk op reis P
„Natuurlij t! Terwijl we dinccren, laat ik
mijn koffer pakken en zal miine pistolen niet
vergeten."
„Laat me meegaan!" verzocht Emma."
„Neenmijn beste. Jij blijft bij groot
moeder, om haar wat op te vroolijken. Je
ziet, ze is er bleek van."
Met een bezwaard hart nam mevrouw
von Holtzendorff afscheid van haar kleiu-
zoon. Met koortsachtig ongeduld reisde
Kurt heen en zelfs de sneltrein ging hem
niet vlug genoeg.
Baron Hellwig ging steeds achteruit, bet
geen Nuszler voortdurend onrustiger maakte.
Zijne vooruitziehteu waren ongunstig. Stierf
de baron, dan werd het huis doorzocht, men
zou juffrouw Trouviile vinden, die hem zou
aanklagen als haar ontvoerder. Bleef de
baron in het leven en huwde hij baar, dac
zou ze voor Nuszler een bittere vijandin
worden. Hij herinnerde zich dat hij van den
Zigeuner een plantaardig gif gekocht had,
dat geen sporen naliet. Hij nam een be
sluit. Tot heden was hij niet vriendelijk
tegen den kamerdienaar geweest, maar nu
werd bij eensklaps voorkomend, zette zwa-
ren wijn op tafel en maakte den Fransch-
man complimenten over de kookkunst in zijn
vaderland.
„Nergens kan men beter koffie zetten
dan bij u, mijnheer Frans," zeide hij. Meer
malen heb ik naar zulk een kop koffie ver
langd."
„Met allo genoegen wil ik koffie voor u
zetten," zeide Frans beleefdterwijl hij
dacht„wat zou hij in zin hebben F"
„Nu, vandaag dan," zeide Kar! haastig.
Op den bepaalden tijd verscheen Frans
in de kenken, met een kleine koffiekan.
„Ik heb mijne benoodigdheden zelf mee
gebracht," zeide hij, „op suiker en melk
na, anders kan ik voor de goede bereiding
niet instaan, 't Is echte Mokka, die door
den baron zeer geroemd wordt."
Hij ging aan het werk. Karl sloeg voor,
meteen voor juffrouw Neumann en de arme
juffrouw Rita koffie te zetten.
Frans stemde er in toe.
Wordt vtrvolgd.