'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 1270.
Zaterdag 18 April 1885
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummer»2
UitgeversBEHKHOIJT Co te Helder.
Bnreanx: SPOORSTRAAT en ZÜIDSTR4AT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en YRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn.
APRIL, (Grasmaand), 80 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 58 m.
Onderg. 7 u. m.
Zondag 19
Maandag 20
Dinsdag 21 Eerste kwartier.
Woensdag 22
Donderdag 23
Vrijdag 24
Zaterdag 25
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 17 April 1885.
In het lokaal Tivoli alhier werd jl.
Dinsdagavond onder presidium van den
heer J. Schuijt, een vergadering gehouden
door de afdeeling Helder, der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw. Door de
heer Willeken» Mac Donald werd een on
derhoudende en leerrijke voordracht ge
houden over melk, boter en kaas. De eigen
schappen en bestanddeelen der koemelk
werden door spreker in het licht gesteld,
alsmede de groote waarde van dit voedings
middel voor menschen, vooral voor kinderen.
De bestanddeelen der melk werden door
spreker genoemd alspl. m. 87 pet. water,
5 pet. eiwitachtige stoffen, pet. vet, 4
pet. melksuiker en pet. verschillende
zouten. Spreker wees verder op al 't
geen strekken kan om de hoedanigheid der
melk te verbeteren of de goede hoedanig
heid van dit product te bevorderen, alsmede
op de schadelijke gevolgen, wanneer de
middelen tot verheffing dier hoedanigheid
worden veronachtzaamd. Met ernst werd
door spreker gewaarschuwd tegen het
overbrengen door melk van ziektekiemen
nit woningen waar epidemiëu heerschen.
Behartenswaardige wenken gaf spreker ver
volgens omtrent de bereiding van (natuur)
boter. De eigenschappen van den room
der melk werden door hem in 't licht ge
steld en goede middelen aan de hand ge
daan om het karnen op de beste wijze te
verrichtenspreker vergat niet hierbij te
wijzen op 't gebrnik van zeer koud water
en ijs en op dat van den thermometer.
Na de pauze besprak de heer Mac Donald
het kaas maken op dezelfde duidelijke en
bevattelijke wijze, die zijne voordracht
zoozeer aantrekkelijk maakte, 't Groote
belang eener goede bewerking bij de kaas
bereiding werd door spreker in 't helderste
licht gesteld. Aan 't einde spoorde hij
zijne hoorders aan om door onderlinge be
spreking en samenwerking de belangen
van 't landbouwbedrijf te bevorderen.
De notulen der vorige vergadering en
de rekening en verantwoording werden
achtereenvolgens goedgekeurdde keer
Oudenhoven werd bij acclamatie als secre
taris-penningmeester herkozen en ten slotte
werd een verloting gehouden van een 20tal
Noordhollandsche kaasjes. De heer Mac
Donald ontving, bij monde van den Voor
zitter, den dank der vergadering.
Een paar dagen geleden werden door
de Eerste Kamer der Staten-Generaal aan
genomen eenige wijzigingen in de Wet tot
regeling van den kleinhandel in sterken
drank tot beteugeling van openbare dron
kenschap. Nu de gewijzigde wet eerstdaags
in werking komt, verdient zeker wel onder
de aandacht der lezers van deze Courant
gebraoht te worden de herinnering, dat er
hier te lande eene Vereeniging bestaat, ge
naamd „Volksbond tot wering van 't mis
bruik van sterken drank". Van die Ver
eeniging was in der tijd de stichter wijlen
de heer L. P. Philippona, onder den naam
van „Multapatior" bekend door zijne be
langrijke artikelen in het Handelsblad.
Sedert het in werking treden der draukwet
in 1881 zijn in onderscheidene plaatsen
der lands afdeelingen en correspondentschap
pen van dien Bond gevestigd. Hier ter
plaatse heeft zich, op uitnoodigir.g van den
Voorzitter, den heer mr. H. Goeman Bor-
gesius, lid van de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal, de heer T. Mooy met het cor
respondentschap belast. Bij hem zijn voor
ieder, die deze goede zaak stoffelijk of ze
delijk wil ondersteunen, de noodige inlich
tingen te verkrijgen. Wij herinneren bij
de vermelding hiervan, dat de Bond zich
geen afschaffing van 't gebruik
van sterken drank voorstelt, maar wering
van het m i s b r u i k. In art. 3 van het
Bondsreglement komt deze bepaling voor:
„Ieder, die bereid is door voorbeeld en
persoonlijke werkzaamheid het misbruik van
bedwelmende dranken te bestrijden, kan zich
voor het lidmaatschap van den Boud wenden
tot het Hoofdbestuur of tot den correspon
dent in zijne woonplaats".
Indertijd werden door den Voorsitter van
den Bond in een vlugschrift de aard en
het streven der Vereeniging in 't helderst
liebt gesteld; dat lezenswaardig geschrift
wordt door den plaatselijken correspondent,
den heer Mooy, op verlangen gaarne ter
lezing verstrekt.
Zr. Ms. gaffelschoener Argus",
commandant de luit.-ter-zee le kl.
W. M. E. Bervoets, is, na aan 's
Rijkswerf alhier te zijn schoonge
maakt en eenige herstellingen te
hebben ondergaan Dinsdag in de
haven gekomen, teneinde binnen
eenige dagen, ter uitoefening ran
politie-toezicht op de visscherij, naar
de Noordzee te vertrekken.
Tot brievengaarder te Oos
terend op Texel, is benoemd de heer
W. L. Bakker Lz. aldaar.
Men leest in het Hbld
Tot ons groot leedwezen verne
men wij dat ook de jonge advocaat
Van Oppen bezweken is aan de won
den, hem door den moordenaar Tim
mermans toegebracht. Hij was pas
zeer onlangs aan de Utrechtsehe hoo-
geschool gepromoveerd.
Onze Limburgsche correspondent
heeft reeds hulde gebracht aan de
nagedachtenis van den heer Van
Oppen Sr., die te Maastricht het al-
gemeene vertrouwen genoot, maar
het is ons behoefte nog eens de aan
dacht te vestigen op het edele, zelf
opofferende gedrag van zijn 19-jarige
dochter, die helaashaar vader niet
vermocht te redden, schoon ze hem
tot schild poogde te strekken.
Toen de ellendige moordenaar zich
op haar vader wierp, greep zij de
hand die den dolk omklemde. Toen
hij die had losgerukt, viel ze op de
knieën, den woesteling smeekende
haar te do oden doch haar vader tc
sparen, maar een dolksteek in haar
arm was zijn antwoord, waarop hij
haar vader met dolksteken in rug
en borst afmaakte.
Het edele meisje had waarschijn
lijk gered kunnen worden, indien de
arm onmiddellijk verbonden en dus
het bloeden belet was, maar aan hen
die loeschoten onbrak daartoe de
noodige tegenwoordigheid van geest.
Diepe verslagenheid heeft deze
smartelijke gebeurtenis, overal in ous
land gewekt, waar de zelfopofferende
liefde der jonge heldin niet licht ver
geten zal worden.
De zitting der arrondissements
rechtbank te Maastricht van 10 dezer
had een hoogst treurig aanzien. Op
de rol was een zaak, waarin getuigen
zouden gehoord worden en mr. Van
Oppen Sr. als procureur geoccupeerd
had. De Voorzitter opende de zitting
met de navolgende woorden
»Door eengruwelijken moord zullen
wij voortaan de voorlichting moeten
missen van een uwer, die met recht
een sieraad der Maastrichtsche balie
mocht genoemd worden, en wiens
buitengewone schranderheid, onge
evenaarde werkkracht en uiterst
nauwkeurige behandeling van zaken
niet minder dan zijne beschaafde
vormen en zich nooit verloochenende
wellevendheid, door de rechtbank
steeds in de hoogste mate werden
gewaardeerd. Mei innig leedwezen
over het treurig einde van mr. Eugene
van Oppen en diep medelijden met
zijne nagelaten betrekkingen, ver
klaar ik de zitting geopend."
Mr. Gustave Tripels bekwam daarop
het woord, en sprak ongeveer als
volgt
Vergun Mijne Heeren, aan mij,
die reeds gedurende zeventieu jaren
in deze pleitzaal gestreden heb voor
recht en waarheid, ook een woord
van diep medelijden uit te spreken
over hem die zoo vaak mijn tegen
stander was, doch wiens plaats daar
ledig staat, nu hij door de wreede
hand van een koelen moordenaar
op zoo onmenschlijke wijze van het
leven beroofd is. Welke ramp M. H.,
welke ontzetting voor ons allen
Niet alleen een geheele familie in
den diepsten rouw gedompeld, niet
alleen uwe rechtbanken en onze
balie van een harer kundigste leden
beroofd, een onschuldig meisje, een
knap en kundig jonkman, wien de
schoonste toekomst toelachte, mochten
aan het moordtuig niet ontsnappen
en dat alles in weinige seconden
-Het drama is nog te levendig,
onze indrukken zijn nog te versch,
om het onmetelijke van den aan-
r te kunnen overzien, doch weest
overtuigd, M. H., dat ook wij alles
wat door den Voorzitter gezegd is
ten volle beamen en beseffen welk
verlies geleden is door de balie
Na deze woorden werd de zaak
opgeroepen en tengevolge van het
overlijden van mr. Eug. van Oppen Sr.
geschorst verklaard.
Maandag ontving de justitie
te Maastricht een telegram uit Heerlen,
houdende dat de zoon van Tim
mermans gewapend naar Maastricht
was vertrokken, om evenals zijn
vader moord te plegen.
Onmiddellijk werden daarop door
justitie en politie de noodige raaat-
regeleu getroffen om dezen persoon,
die aan verstandsverbijstering lijdt,
bij zijne komst onschadelijk te maken
Hoewel men beweert, dat hij in de
stad en na afloop der begrafenis
ook te Amby is gezien, heeft men
hem toch niet kunnen opsporen.
Hij schijnt denzelfden dag naarSittard
te zijn teruggekeerd, waar hij nu
wel in het oog gehouden zal worden.
Timmermans wordt in de gevan
genis te Maastricht dag en nacht
streng bewaakt, uit vrees dat hij
een einde aan zijn leven zal maken.
Men schrijft uit Wormerveer
Het bericht van een aanranding op
den weg tusschen Wormerveer
Knollendam, dat thans de ronde doet
door de dagbladen, moet tegen ge
sproken worden. De zaak heeft zich
aldus toegedragen:
Een juffrouw van Wormerveer gaat
haarzuster, die te Knollendam woont,
een bezoek brengen. Een jeugdig
smidsgezel komt haar op den weg
tegen en zeker verrukt over de bekoor
lijkheid dier jonge dame, valt hij
haar, zonder verlof daartoe gevraagd
of bekomen te hebben, om den hals
en geeft haar een zoen, waarop hij,
als schrikt hij van zijn eigen stou
tigheid, terstond aan den haal gaat.
De Burgemeester, die natuurlijk
van deze zaak in kennis werd ge
steld, heeft den zoenlustigen jongeling
aan het verstand gebracht, dat kussen
op den openbaren weg, vooral wan
neer dat niet geschiedt met toestem
ming van beide partijen, niet zoo'n
onschuldig werk is als hij wel scheen
te denken. Nadat hij zijne wets-
kennis op deze wijze eenigszins had
vermeerderd en beloofd had voortaan
geen niet-gevraagde kussen uit te
deelen, is de dienaar van den vurigen
Vulcaan weder aan zijn werk ge
togen.
Die barbaarsche sliedjesverkooper"
blijkt dus een vrij onschuldigen
knaap te zijn.
Een der postboden te Venloo,
die reeds 34 dienstjaren telt en sedert
eenigen tijd geschorst is, wordt ver
dacht van postzegels, die ongestem
peld op de kennisgevingen in de
brievenbus te Klerik gevonden werden,
daarvan verwijderd en gebruikte
daarop gedaan te hebben.
Deze kennisgevingen betroffen
adressanten, die in de gemeente
Maasbrée wonen en te ver van de
lijn verwijderd zijn om, door de
geëmploieerden van het Staatsspoor
te kunnen bezorgd worden, zoodat
men tot de post zyn toevlucht nam,
waarop dan de geadresseerden hunne
goederen kwamen afhalen. Van
het jaar 1881 af zijn bewijzen van
dusdanige vervalschiug voorhanden,
doch zal mem moeielijk kunnen zeggen
wie eigenlijk de vervalscher is.
Vier dagen geleden bleef de
landbouwer Van den Bremel uit Soest
dood onder een boom zitten. Zijn broe
der, die Maandag van de begrafenis
huiswaarts keerde, viel ter hoogte van
deProt. kerk dood neer. Beiden waren
gehuwde lieden.
FEUILLETON.
Een onverbiddelijke Vijand.
Vertaling
53.) Tan GERRIT J.
XXXVIII.
Na 't vertrek van Kurt geroeide Emma
zich niet op haar gemak en mevrouw von
Holtzendorff evenmin. Ze wisten niet welko
gevaren hij en Weber kouden loopen. Den
volgenden avond zaten re bij 't vuur en be
spraken 't geheimvolle telegram, toen Johann
binnentrad en berichtte, dat een Zigeuner-
knaap buiten stond en de dames wenschte te
spreken
,,'t Is de jongen, die 't telegram bezorgd
heeft", voegde bij er bij.
„Laat hem dadelijk hier komen, Johann,"
beval de oude dame.
Na eenige oogenblikken trad de jonge
Zigeuner barrevoets maar overigens knap ge
kleed, de kamer in. Johann verwijderde zich.
„Jij hebt't telegram bezorgd, zegje; heb
je juffrouw Trouville gesproken t" vraagde
Emma driftig.
„Ik ken geen juffrouWv Trouville, schoone
dame, Lottie beeft me gestuurd."
Haar grootmoeder is gestorven, daarom
kon ze zelf niet gaan en beval ze mij 't tele
gram te bezorgen en'dan naar den heer We
ber te gaan, om hem te zeggen, dat hij dade
lijk moest komen, want dat ze hem wat be
langrijks ta zeggen had. Ze voegde erbij,
dat de menschen die 't telegram zouden ont
vangen, me rijkelijk zouden beloonen. Ik ging
alzoo naar Hamburg en hoorde aldaar dat de
beer Wcber naar Eicbenhorst vertrokken was,
terwijl een inspecteur van politie me den
raad gaf dadelijk hierheen te gaan, waartoe
hij me van reisgeld voorzag."
„Waar is Lottie?" vraagde mevrouw von
Holtzendorff.
„In de noordelijke wouden, nabij de beide,
genadige vrouw."
„Hoe kon ze dan aan dien brief komen
en telegrafeeren P" riep Emma.
„Wel, freule, ze was twee dagen geleden
naar 't oude jachtslot gegaan, om haar oom
te halen. Misschien kreeg ze hem daar."
„Zeker, grootmoedertje, dat hadden we
wel kunnen raden, maar wat zullen we nu
doen P"
„Weet je, wat Lottie den heer Weber te
zeggen had P" vraagde mevrouw den jongen.
„Neen, genadige vrouw, ze beeft het me
niet verteld. Ik weet niet meer dau ik u
gezegd heb."
„Mijnheer Weber is met mijnheer Hagen
naar het jachtslot gegaan. Zal hij Lottie
daar vinden P"
„Dat weet ik niet, genadige vrouwhet
kan zijn, maar haar oomonze tegenwoor
dige hoofdman, heeft niet gaarne dat ze er
heen gaat."
„Goed," zeidc mevrouw, „je kunt van
avond hier eten en blijven slapenmorgen
zullen we je een belooniug geven en dan
kan je naar Lottie terugkeeren. Je kunt
zeggen, dat de heeren Hagen en Weber
op het jachtslot zijnmisschien zoekt
ze hem daar wel op."
De oogen van den knaap begonnen vroo-
lijk te fonkelen. Met natuurlijke bevallig
heid dankte hij de dames en volgde Johann
opgeruimd naar de dienstbodenkamer. De
dames waren, zoo mogelijk, nog angstiger
geworden. Wat had Lottie Weber te zeg
gen P Mevrouw von Holtzendorff sidderde
bij de gedachte, dat er ontdekkingen gedaan
konden worden, die schande over haar fa
milie zouden brengen. Zwijgend aten ze
en gevoelden een gejaagdheid, die nog ver
meerderde door het gieren vaa den wind,
toen ze daarna bij het haardvuur zaten.
„Wat hebben we al stormea gehad, sedert
het vertrek van kapitein von Renken,"
zuchte Emma.
„Hoor eens, het lijkt wel, dat er een
wagen 't voorplein oprijdt," zeide mevrouw
von Holtzendorff, terwijl ze haar breiwerk
ter zijde legde.
„Ja," zeide Emma, „het is eon rijtuig;
misschien wel Kurt en MarieZe stond
op en snelde naar de vestibule.
't Rijtuig bield stilde scuel klonk en
eeu oogenblik later stond Eilip voor haar.
Met een kreet van blijdschap reikte ze hem
de hand, die bij haastig gTeep en innig
drukte.
„Lieve freule Emma," zeide hij, „denkt
u dat mevrouw von Holtzendorff een armen
schipbreukeling een schuilplaats zal ver-
leenen
„Een schipbreukeling P" vraagde ze ver-
bleckend. „Ach, kapitein von Renken, den
hemel zij dank, dat je gered bent. Groot
moeder zal blij zijn u te zien. Grootmoe
dertje riep ze den salon binnensnellende,
„daar is Eilipkapitein von Renken
verbeterde ze.
„Duizendmaal welkom, beste jongen!"
zeide de oude dame, toen hij binnentrad.
„Ik verlangde juist, dat je hier waart
„De storm heeft uw wensch vervuld,
beste mevrouwik Btrandde op de Engel-
sche kust, maar de manschap is gered en
door mc behouden naar Hamburg gebracht.
We zijn vandaag aangekomen en ik heb me
aanstonds hierheen begeven, wetende dat ik
in Kichenhorat een beschuttend dak zou
vinden."
„We zijn den hemel dankbaar. Heeft u
al gegeten vraagde Emma.
„Ja, ik dank uwe hebben gegeten acn
boord van het stoomschip, dat ous beeft
gered. Een kop thee zal ik gaarne met de
dames drinken. Johann moet den koetsier
maar betalen, want ik ben ronder geld en
zonder kleederen, zooals gewoonlijk, wanneer
ik hier kom."
„Dat maakt nieta uit. Ga zitten, Eilip
en verhaal ons iets van je schipbreuk."
Filip voldeed aan het geuite verlangen
en vond aandachtige toehoorstera. Hij kon
niet langer twijfelen aan Emma's liefde,
want die straalde hem uit hare oogen te
gemoet, en zelfs mevrouw von Holtzen
dorff begon iets te vermoeden, toen haar
blik op het verheugde gelaat van 't meisje
viel. De storm daarbuiten deed den -chip-
breukeüng het huisvertrek nog gezelliger
voorkomen.
(Wordt vervolgd.)