'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. Wbensdag 29 April 1885. Dertiende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. J"! Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 UitgeversB K li K Ei IJ T Sc Co., te Helder. Bureanx: SPOORSTRAAT en ZÜIDSTRAAT. AdLvertentlën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DTNSDAGS- en VRIJDAG8MOBGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. on- 50 NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 28 April 1885. Bij de directie der marine alhier is toegekend de gouden medail le met f100 gartificatie aan A. Wonderigem, bewaarder der reserve magazijnen. en J. Krieger gewezen portierde zilveren medaille met f50 gratificatie aan H. Heijman, J. de Vries. J. J. Beckers, scheepstim merlieden, M. Swennen, werktuig- "J maker, C. J. F. Sariemijn, W. J. Reus, vuurwerkers, J. Barge, voor rijn] slager, J. Hon, sluiswachter en J. r J Koster, bewaarder, respectievelijk 's voor 36 en 24 jaren trouwen dienst. Zondagmiddag viel een knaap- je van 7 jaren in de buitenhaven i alhier. Het mocht aan den jongeling ien- yan Driel, die geheel gekleed in de eni haven sprong, gelukken, het kind van "H een wissen dood te redden. Bij de directie der marine te Amsterdam hebben de machinisten der tweede klasse bij de zeemacht J G. Brakke, J. Kooman en J. J. Jobsis, met gunstig gevolg bet exa- men afgelegd voor machinist der x eerste klasse. I i De ingezetenen te Burg op Tessel, die zeer veel belang stellen in 'tin stand blijven der Algemeene Be waarschool, hebben voor een jaar- ~j lijksch bedrag van f 400 aan vrij- r willige giften ingeteekend. De be- waarschool bewijst uitstekende dien sten en de onderwijzeres is uitmuntend itjei voor hare taak berekend. 1 eN Een niet alledaagscb plekje om bet nest te bouwen, werd onlangs op Texel door een spreeuwenpaar gekozen, nl. een borstbeeld van Ijjjjj Koning Willem III, hetwelk sedert de Meifeesten van 1874 een plaats 0« had gekregen op de scheepstimmer werf van den heer Zwanenburg. Een gat in bet achterhoofd van bet beeld I geeft aan de vogels gelegenheid in en uit te vliegen. Het nest zelf is *n het hoofd gemaakt. Een man, die zich bezwaard P. gevoelde wegens een voor 2 jaren ge pleegde misdaad, meldde zich Vrij dag te Amsterdam bij de politie aan. Hij bekende toen der tijd een kor poraal der infanterie achter de ka zerne van dat wapen te hebben verdronken. De man is in hechtenis en een on derzoek is bevolen. Het getuigenverhoor in de zaak van de Leidsche giftmengster is Vrijdag afgeloopen. Adv. Gen. requireert schuldigver klaring aan vergiftiging driemaal gepleegd en veroordeeliug tot le venslange tuchthuisstraf." In het pleidooi door den haar toegevoegden advocaat Mr. C. A. Vail- lant, lezen we o. a. Deze besch. heeft geen 4 acute gevallen van vergiftiging gepleegd, maar we staan bier voor een pluraliteit van gevallen, voor jaren lange giftmengerij, om allerlei redenen gepleegd, zoowel om de verschrik kelijkste als de geringste redenen. Deze vrouw heeft niet 4 vergiftigingen gepleegd maar 23 met doodelijken afloop en 42 die ziekten hebben veroorzaakt. .Reeds in 1869 deed zij een poging om te vergiftigen. Een overbuurman mishandelde een stiefkind en zij raadt de bewaakster van het kind aan ditte vergiftigen cn toen deze met afschuw weigert, stuurt zij aan de waakster en den stiefvader spijzen, die deze instinctmatig weigeren. Reeds in 1869 dus wns besch. bekend met vergiftigen. Zoo is gister ook gebleken dat zij een maal zonder oorzaak of belang een vergif tigd bittertje aan een ttoow schonk, zoo ook dat zij de kippen van haar buurman met wien ze twist had gehad, had ver- gigtidg. Zoo ook blijkt uit de stokken de vergiftiging van vrouw de Zwijger in 1882 en haar kinderen, kleinkinderen en achter kleinkinderen Zij moordt de geheele familie de Zwijger en Lepelaer uit om tot de erfenis te komen. Pleiter wil niet concludeeren tot ontslag van rechtsvervolging. Hij voor zich heeft echter de overtuiging dat alle omstandig heden en feiten als een geheel genomen, twijfel moeten doen rijzen aan de toe rekenbaarheid van beseh. De uitspraak is a. s. Vrijdagmorgen ten 10 ure. Vrijdag werden de eerste nieuwe aardappelen Z. M. den Koning aange boden door Jocobus Krijger, te Naaldwijk. Men meldt uit Anlia-Paulowna van 24 dezer Door den onvermoeiden en hier steeds gewaardeerde ijver van den brigadier der Rijksveldwacht K. De Vries, is het dezen eindelijk mogen gelukken tegen de huisvrouw van J. P. de Z. alhier wegens dronken schap op den publieken weg en op verregaande wijze beleedigen harer respectable buren, procesverbaal op te maken. Wij wenscben dat de rechter deze wandelende bitterflesch voor geruimen tijd onschadelijk zal maken dit dronken wijf was sedert jaren het verdriet en de schade, van haar oppassenden fatsoenlijken man, een overlast der buren, de schande van haar geslacht en deze gemeente. Te Leeuwarden is een bejaarde vrouw van schrik gestorven. Zij wierp in den Grachtswal eenig vuil stroo. Dit is in strijd met de politieveror dening, Een schippersknecht, die zich de nabij vischmarkt bevond, riep luid keels: politie, mftakproc.es-verbaal!", waardoor de vrouw zoo hevig ver schrikte, dat zij iueen zakte en ee- nige oogeublikken later overleed. Idyllisch. Een buwelpks-vol trekking te Ter Neuzen kon Don derdagnamiddag op het bepaalde uur niet plaats hebben, omdat de onmisbare bruidegom op zich liet wachten. Men ging hem toen ten huize van zijne ouders zoeken en vernam daar dat bij van het huwelijk had afgezien. De teleurstelling voor de bruid en ook voor de genoodigde gasten was groot en het gevolg was, dat men des avonds in een herberg slaags geraakte, terwijl bruidegom en bruid, alsmede beider familiebetrek kingen, dapper deelnamen aan de vechtpartij. De politie moest ten slotte tussehenbeide komen. De rechtbank te 's-Hage, heeft W. uit Leiden, vrijgesproken van de aanklacht van het houden van een pandjes of beleenhuis aldaar, zonder vergunning op grond, dat uit de ver klaring der getuigen was gebleken, dat de beklaagde de bewuste goede ren slechts kocht df weder verkocht. Te Tiel is door de politie een geheim beleenhuis op pand ontdekt, en tegen de houdster proces-verbaal opgemaakt De intrest, die voor som mige panden moest worden voldaan, bedroeg volgens getuigenissen niet meer dan 1250 pet. Vrijdagmiddag was te Delft een knecht be/.ig, in een pakhuis petroleum af te tappen uit een vat. Een ondeugende jongen, daar voorbij gaande, stak een sigaar aan en wierp de brandende lucifer in het pakhuis. Op den grond lag eenige petroleum, vermengd met audere stoffen, zoodat weldra alles in vlam stond. De be diende liep verschrikt weg om zijn patroon te waarschuwen. De brand weer, die spoedig aanwezig was, slaagde er in, den brand tot het perceel, dat geheel uitgebrand is, te beperken. Van Seidysfjord op de ooskust van IJsland wordt bericht, dat den 18den Februari een sneeuwstorting in de fjord plaats bad, waardoor 15 huizen verwoest, verscheidene vis- schersbooten verbrijzeld werden en twee pakhuizen instortten. Niet minder dan 24 meuschen kwamen om het leven, terwijl velen, die door den val werden medegesleept, met meer of minder letsel gered werden. Zestig menschen zijn zonder dak, twee huisvaders missen niet alleen hunne woningen, maar ook hunne vrouwen en al hunne kinderen. Sedert Janu ari heerschte er een strenge winter met veel sneeuw. Den lOden April had het Groenlandsch ijs het noord oosten van IJsland nog niet bereikt. DYNAMIET. De dynamiet-ontplofflng in het gebouw der admiraliteit, in Whitehall te Londen had plaata Donderdagmorgen even over elf uur, en werd op grooten afstand gehoord. De adjunct-secretaris Swainsen, kwam kort te voren in zijn kamer, gelegen in de benedenverdieping, uitziende op de Horse Guards Parade; links de woning van den Fort Lord of the treasury rechts de tuinen van het admiraliteitsgebouw. De politie agent, geplaatst bij de deur die uit het gebouw naar de Parade leidt, hoorde de verschrikkelijke ontploffing, zag stukken hout en glas door de lucht dwarre len, en wist niet beter te doen dan met spoedig toegeschoten hulp onmiddellijk de toegang tot het gebouw niet allaen, maar ook het verlaten er van te verbieden. De detectives waren fluks bij de hand om te onderzoeken wat er was gebeurd. De kamer was in brand, doch de vlammen werden door den brandweer binnen een uur ge- bluscht. Zij vonden dat de heer Swainsen, die bezig was geweest brieven te openen, in zijn kamer van het eene einde naar het andere was geslingerd, en door steenen kalk en hout was gekwetst. De vensters, de muren, de kasten waarin boeken lagen, waren vernield. 't Bleek nu dat de heer Swainsen ge vaarlijk was gekwetst, zoodat zijn opneming in het hospitaal noodzakelijk werd geoor deeld. Men veronderstelde dadelijk, dat de ont plofbare zelfstandigheid op de vensterbank van het vernietigde raam bad gelegen, dooh de dienstdoende agent had niemand gezien die onder verdenking zou kunnen staan. Den dag te voren echter werden twee goed gekleede heeren bemerkt, die door het ge bouw wandelden en hier en daar opmer kingen maakten, doch die werden voor vreemde bezoekers aangezien door den een en door den ander voor personen belast met het doen van opnemingen ten behoeve van de nieuwe gebouwen over het departement van oorlog en marine. Op grond van inlichtingen meent men te kunnen aannemen dat deze personen het dynamiet in een tinnen omhulsel hebben neer gelegd, en verschillende personen maken zich sterk de „heeren" te herkennen. Lord Northbrook was op het oogenblik der ontploffing, die o. a. de vernieling van alle vensterglazen in de omgeving ten ge volge had, niet in het gebouw. Het feit maakte groote sensatie. Dui zenden togen naar de plaats, en een aantal Parlementsleden gingen zich van de nieuwe heldendaad der Iersche moordenaars over tuigen. Te Riom (Frankrijk) is dezer dagen een moordenaar, Biton, ter dood gebracht, met wiens hoofd eigenaardige proeven genomen zijn. Dertig seconden nadat dit door den valbijl van den romp gescheiden was, werd het door den beul aan dr. Pajolat, hoogleeraar aan de genees kundige faculteit te Clermont, ter hand gesteld, die in tegenwoordig heid van de geneesheeren en magi straatspersonen onderzocht in hoe- mor- EN- FEUILLETON. 56.) Een onverbiddelijke Vijand. Y ertaling vsn GERRIT J. XL. cht. jy-r Weber hield woord en was, nog eer de morgen aanbrakbij het Zigeunermeisje. iNlï 00Kenbl>k toen het blaffen van hon- 1 den in het kreupelhout hem deed bemerken, dat hij het kamp bereikt had, trad Lottie L. van achter een boom te voorschijn. Ze had de kap van haar mantel over het hoJrd ge trokken. De politie •beambte merkte op, dat ze een schoonheid geworden was, toen hij hare prachtige, zwarte oogen zag. „Wel, Lottie, wat heb je me te zeggen, mijn kind P" „Iets buitengewoons, mijnheer Weber. Dank voor bet vertrouwen, dat n in me jl i «telt, na alles wat u heeft uitgestaan. Wees nu maar gerust, want Kasper zit ergens, 1 waar hij geen kwaad kan doen." „ZooP Ik heb dus die hoofdwond aan P»r- KaBpar te danken P" om 't Zonder op die vraag te antwoorden, ver- zijn Tolgde het meisje jjke Mn»e grootmoeder gaf me op haar k sterfbed deze papieren, die, naar haar zeg- 8®n» rae r'jk zonden maken. Ik geloof, dat 1S het arme mensch niet goed meer wist wat ze zeide. Ze verbood mc ze aan oom Kas- jgbasr p*r te laten zien en beval ze aan u te ge- Ten' vertelde me, dat ze de papieren, twaalf jaren geleden, aan den voet van een eik, in de nabijheid van Eichenhorst, had opgegraven. U wist, meende ze, wat daar mede gedaan moet worden en u zou wel maken, dat ik er een belooning voor kreeg. Ik moest ook zeggen, dat ze de papieren gevonden had in een zilveren doos, die in een zakdoek gewikkeld was, maar de doos weer begraven had." Bij deze woorden reikte Lottie een pak ket over en voegde er bij „De arme onde was eerlijk op hare ma nier en behield daarom alleen de papieren. Oom KaBpar had kwaad vermoeden, want bij wist dat ze daar omstreeks dien tijd had rondgezworven en eisebte haar de pa pieren, naar welke ijverig gezocht werd, af; maar ze zcide er niet van te weten, en later durfde ze liet niet bekennenuit vrees dat hij haar zou dooden. Ze schonk me dit pakje als een erfenis." „Ik vermoed wat die papieren bevatten," zeide Weber. „Thans hebben ze ulet de waarde van destijds, maar toch zal men er je een goede belooning voor geven. Ze behooren aan mijnheer Filip von Renken en zijne nicht, juffrouw Tronville of liever Klöbcr." ,,'t Verheugt me, dat ik hen van dienst kan zijn. En nu, mijnheer Weber, heb ik n nog wat te vertellen, maar laten we daarbij een eindje opwandelen." „U weet, Nuszler zwierf door het boscb, om insecten en planten te zoeken, zooals hij voorgaf. In den leatsten tijd kwam hij hier dikwijls. Kaspar ging met hem heen, en toen ik hem moest vragen bij groot moeder te komen, zag ik in 't oude jacht slot een dame voor een raam staan, 't Was juffrouw Tronvillo, die me een kluwen toe- wierp.Ik bezorgde 't telegram, dat daarin ver borgen was, door middel van Jacob. Bij u aan buis vertelde men bem, dat u op EichenhorBt waart." „Zoo, Lottie, heb jij dat gedaan? Nu, mijnheer Hagen zal je daarvoor rijkelijk beloonen." „Ik verlang geen andere belooning dan nu, laat me verder vertellen. Twee dagen, nadat ik den jongen had wegge stuurd, kwam Nnszler hier en ging met oom Kaspar in bet kreupelhout. Ik was bevreesd, dat hij misschien over 't kluwen zou Bpreken, want in dat geval zou Kaspar me zeker vermoord hebben, daarom sloop ik ben na en zoebt een schuilplaats. Nadat ze eenige oogenblikken gesproken hadden, hoorde ik Nuszler zeggen „Ik eisebte dat het meisje met me zou gaan, maar ze weigerde. Had ze 't gedaan, ik zou van de oude dame veel losgekregen hebben en ze had mijn zwijgen dunr moe ten betalen, maar ze wilde niet." „Waarom gebruikte je geen gewold P" vraagde Kaspar. „Jou kon ze toch niet trouwen." „Daar ze niet wilde," vervolgde Nnszler, „besloot ik naar de oude dame te gaan, om de belooning te vragen, voor 't noemen van den maR, die kapitein von Renken te Hamburg heeft willen vermoordenmaar bij rijper nadenken durfde ik niet. Alles is tegen rae. Kort geleden heeft iemand bij de politie aangegeven den man herkend te hebben, die met den vermoorde in e' restaurant was gezienalzoo zou ik de achterdocht opgewekt hebben, wanneer ik zeide er iets van te weten." „Waarschijnlijk," zeide Kaspar. „Wat wil je nu Keer je naar het oude jachtslot terug P" „Ik zal er wel op passen. Als baron Heli- wig sterft wordt ik gevangen genomen, misschien nog wel vroegerneen, dat ge- meeno wijf, die juffrouw Neumann, vertelde me voorbeen iets, dat ik goed onthouden heb." „Toen fluisterden ze en ik hoorde alleen het woord diamanten. Ze gingen samen heen en ik heb hen daarna niet weergezien; maar Jacob heeft me verteld, dat cr op Eichenhorst is ingebroken en dat mijnheer von Renken oom Kaspar heeft neergeschoten hij die ontkwam was Nuszler." „Op Eichenhorat ingebrokenriep We ber, „dat is wel het nieuwste nieuws, mijn kind. Waar is Jaoob P" „In het kamp." „Zend hem dadelijk naar het oude jacht slot. Mijuheer Hagen zal verheugd zijn bijzonderheden daaromtrent te vernemen. Zijn de dames veilig „Ja, ze zijn gezond en wel." Daarop vertelde ze wat de knaap haar had medegedeeld. „Een beste jongen, een beste jongen. Maar hoe kwam kapitein von Renken daar? Hij was immers op zeef" ,Hij heeft schipbreuk geleden eu kwam Jacob op het slot. Een geluk dat de ..ragen de dieven hoorde. Had hij geweten, dat Kaspar er bij was, dan had bij niets durven zeggen." „Hij heeft goed gedaan. Nu, mijnheer Hagen is jelui veel dank schuldigkom van avond op het jachtslot, dau zal hij je zijn dank wel bewijzen." „Als ze oom KaBpar maar loslaten, mijn heer Weber, dan ben ik genoeg beloond. Wilt u dat zeggen P" „Ia hij dan zoo goed voor je „Neen, hoewel het in den laatsten tijd beter gingmaar hij is de broeder van mijn overleden vader en ik heb hem langen tijd rader genoemd." „Ik geloofde dat hij je vader was, maar ik ben blijdat het zoo niet is," zeide de rechercheur. „Jij bent te goed voor dat Zigeunervolk." „Zigeuners zijn niet slechter dan anderen," zeide het meisje driftig. Kijk maar naar Nuszler en baron Hellwig die zijn slech ter dan Katpar, en ik stem toe, dat hij een slechte Zigeuner is." „Die zijn slecht genoeg," stemde Weber toe. „Ik heb niets tegen de Zigeuners, maar ik wilde wel, dat jij niet tot hun st&m behoordet." Ze namen afscheid en Weber spoedde zich naar het oude jachtslot terug. Daar vertelde hij Kurt het gehoorde. Verschrik' en ontroerd luisterde deze toe en zeide daarna (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1885 | | pagina 1