'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
V
No. 1299
Woensdag 29 Juli 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
ü-tooniaement
per 8 maanden, binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavertentien
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 28 Juli 1885.
Aan de navolgende personen,
dienende bij 's Rijks werf alhier, is
toegekend de zilveren medaille met
f 50 gratificatie, nl.C. Dienaar,
vuurwerkerJ. Bon, P. van der Star,
W. Kaas, scheepstimmerlieden; H.
Boon, werktuigmakerW. van der
Eijk, bankwerkerB. de Haan, schrij
ver; H. A. Jacobs, ernstvuurwerker;
en J. R van Mansum, bureau-oppas
ser. En de bronzen medaille aan
C. J. Buijs, scheepstimmerman; G.
P. Simons, gieter; G. Koedijker en
E. Prins, werktuigmakers.
Aan alle hospitaal-geëmplooi-
eerden der le klasse is recht toege
kend op vrije woning of schadever
goeding voor bet gemis daarvan
die der 2e kl. zullen, indien zij niet
in de ziekeninrickting kunnen wonen,
alleen dan vrije woning of schade
vergoeding voor het gemis daarvan
genieten, wanneer zij zes jaren of
langer onafgebroken in hunne be
trekking of een daarmede overeen
stemmende hebben gediend.
Donderdag woedde te Callants-
oog een groote brand in bet helm
gras, die ontstaan was door de on
voorzichtigheid van een jongen, die
een brandende lucifer in de duinen
bad weggeworpen. Met heel veel
moeite slaagde men eerst na drie
uren er in de vlammen meester te
worden.
Een landbouwer op Tessel, die
een groot aantal kippen bezit, meent
tegen de plaag der luizen, zoo veel
vuldig in bouten bokken voorkomen
de, geen beter middel te kunnen
aanbevelen, dan bokken te maken
van graszoden. Hij heeft al zijne
hokken sedert eenigen tijd door bok
ken van zoden vervangen, en ver
klaart na dien tijd van de luizen
volstrekt geen last meer te hebben.
Vrijdag is te Scheveningen
een 8jarig knaapje, aldaar woonach
tig en genaamd De J., op jammer
lijke wijze in zee verdronken. De
jongen wps zonder voorkennis van
de school weggebleven en op een
verboden plaats gaan zwemmen.
Door den beer T. te Scheveningen
werden nog, bijna ten koste van
diens eigen leven, pogingen aange
wend om het onvoorzichtige jongske
te redden, waarin lip echter niet
kon slagen.
Naar men nader verneemt,
heeft de beer mr. Ph. A. Haas onder
de volgende omstandigheden de ver
dediging van Jeanne Lorette op zich
genomen.
Den 18den Juli ontving mr. H.,
doorto3scbenkomst van denbr. Proc -
Generaal, een schrijven van J. Lorette,
met verzoek omeen onderhoud. Daar
aan voldoende ontving mr. Haas van
baar bet dringend verzoek zich met
hare verdediging te belasten, hetgeen
hij van de inzage van bet dossier
en den tijd der behandeling afhan
kelijk stelde. Nadat hij van het
dossier.had kennis genomen en om
trent den tjjd der behandeling, die
hij na de vacantie wenschte, mede
bevredigende inlichting had gekregen,
heeft mr. Haas haar te kennen ge
geven aan haar verlangen te zullen
voldoen en zich met hare verdediging
te zullen belasten.
Sedert eenige dagen is te Leeu
warden uit zijn dienst verdwenen de
bakkersgezel H. W., met medeneming
ten nadeele van zijn meester, van
ongeveer f 140 aan zilvergeld, zich
bevindende in een groven linnen
geldzak. Hij is Duitscher van ge
boorte en spreekt slecht Hollandsch.
Men vermoedt dat hij zal trachten
zich als matroos of koksmaat te
doen aanmonsteren op een schip
naar Indië.
De commissaris van politie ver
zoekt opsporing en, daartoe termen
zijnde, aanhouding.
Men herinnert zich, dat Hen
drik Duik in een slaapstede te Delft
had verteld, dat hij vroeger had be
hoord tot de equipage van het in de
Chineesche wateren gebleven schip
Watergeus, en dat de geheele beman
ning van dat vaartuig in handen van
Chineesche zeeroovers was gevallen
om als slaven te wordeu verkocht.
Naar aanleiding van een oproe
ping van den commissaris van poli
tie te Vlaardingen, uit naam der be
trekkingen van de schepelingen der
Watergeus gedaan, is nu gebleken,
dat Duik thans in het Gasthuis te
Delft ziekenoppasser is. Door de po
litie ondervraagd omtrent de verha
len, door hem in Febr. 11. in omloop
gebracht, wist hij niets te antwoor
den dan, dat hij waarschijnlijk bo
ven zijn bier" was geweest, toen hij
vroeger zeeman was. Hij had in
dertijd Z. M. den Koning gediend
en was als gepensioneerd militair
uit Indië teruggekomen. Indien hij
al over een koopvaardijschip en zee
roovers had gesproken, dan had hij
slechts wedergegeven wat hij zelf op
zijne zwerftochten had hooren ver
tellen.
Te Spa heeft de vorige week een
ontploffing plaats gehad onder
demuziektent, terwijl het con
cert in gang was. Meji had het
vuurwerk, dat 's avonds afgestoken
zou worden, onder de tent geborgen.
Men kan begrijpen hoe verschrikt
de muzikanten opsprongen. Geluk
kig liep alles nog goed af.
Tegen het einde der vijftiende
eeuw, een tijdperk waarin de
kleederdracht der vrouwen een over
gang vertoont, werden spelden zeer
gaarne als een geschenk aangenomen.
Zij kwamen toen in de plaats van
de ouderwetsche houtjes, die
niet goed meer passen wilden bij de
nieuwe kleederdracht. Spelden wa
ren] intusschen zeer duur en daar
men ze dikwijls niet cadeau gaf,
maar slechts het geld daarvoor, zoo
kreeg langzamerhand het spelden
geld," als een onvermijdelijke uitga
ve het burgerecht. De naam is nu
gebleven, ofschoon de spelden in
dezelfde verhouding goedkooper zijn
geworden, als het speldengeld
zich vermeerderd heeft.
De Pruisische Staatsspoorweg-
j zal eenige goederen-
zoodanig laten inrichten, dat
zij in den winter verwarmd kunnen
worden voor het vervoer van goe
deren, die in den winter door vorst
lijden. In den zomer zullen deze
wagens met ijs belegd eu tot ver
voer van visch gebruikt worden.
Onlangs vertelt de »Bohemia",
kwam de professor in de chirurgie,
Dr. Gussenbauer, te Praag, het hos
pitaal dier stad binnen, toen hij een
student bemerkte, die er zeer ziekelijk
uitzag.
Hij vroeg hem of hij ziek was en
toen de jonge man daarop geen
afdoend antwoord wist te geven,
liet de beroemde chirurg hem een
onderzoek ondergaan.
Hij ontdekte daarbij dat de linker
long van den patiënt sterk was aan-
iaan en ried hem om, zoo spoedig
mogelijk, naar een bergstreek in
Zwitserland of Tirol te gaan.
Zeer ter neder geslagen, antwoordde
de student dat hij met moeite door
lesgeven aan den kost kwam en er
niet aan kon denken een reis en dan
nog wel een zeer dure reis, te onder
nemen. De professor verzocht daarop
den jongen man den volgenden dag
ten zijnent te willen komen toen
deze op het bepaalde uur verscheen,
overhandigde de knecht van den
geleerde hem een couvert, dat aan
hem geadresseerd was en dat de
>fessor voor hem had achterge
laten.
Toen hij het opende vond hij er
een briefje in met het opschrift
»reis gelukkig eu zoo sp oedig moge
lijkBij het briefje was een bank
biljet van duizend florijnen gevoegd.
De op zoo vorstelijke wijze be-
weldadigde was in de wolken van
blijdschap.
Volgens de »Etoile beige" is
Léon Peltzer in de gevangenis de
vervaardiging begonnen van een uit
voerig memorandum, ter rechtvaar
diging van wijlen zijn broeder Armand.
Daar zulk werk bij de reglementen
verboden is, heeft de directeur de
voortzetting daarvan belet. Toe
gevende echter aan Léon's smeeken,
wendde hij zich tot den minister van
justitie met het verzoek, om den
gevangene de voortzetting van dit
werk te vergunnen, maar de minister
heeft afwijzend daarop beschikt. Het
geen Léon reeds geschreven had, is
thans op zijn verzoek, aan zijn broeder
James ter hand gesteld, die het
werk zou voltooien en doen drukken.
Van waar deze, die geheel hui ten
het komplot gestaan heeft, echter
aan de bouwstoffen zou moeten komen,
wordt door het blad niet
deeld.
De Bombay Gazette deelt de volgen-
geilde treurige bijzonderheden omtrent het
vergaan van de bark Capeland Isle en het
lijden der equipage er van, die uit kapitein
Eerguson, twee stuurlieden en eenige Britsoh-
Indische matrozen bestond, mede.
Het schip vertrok in de eerste dagen
van April met een lading rijst en hout van
Bangoon naar Bombay en had, onmiddellijk
na het vertrek, met zwaar stormweder te
kampen, totdat het ten slotte lek werd.
De gezagvoerder kon zijne matrozen er
slechts door dreigementen toe bewegen, om
aan de pompen te blijvende toestand
duurde tot 10 Juni, toen Eerguson het
schip besloot te verlaten, daar de zeilen
aan flarden waren gescheurd en aoht voet
water in het ruim stond.
Twee van de vier sloepen waren door de
golven verbrijzeld en een derde werd bij
het neerstrijken tot splinters geslagen om
te voorkomen dat de vierde ook verloren
ging werd, met goed succes, olie op de
golven gegoten, en toen gelukte het
schipbriukelingen om van het zinkende sohip
af te komen.
Opdat het broze vaartuig alle personen
zoude kunneu dragen, moest een kist met
levensmiddelen over boord worden geworpen,
en de ongelukkigen hielden slechts wat wa
ter, eenige ^instrumenten eu kaarten van de
kast over.
Onophoudelijk moest gehoost worden, en
de schipbreukelingen werden drie dagen en
drie nachten door de golven heen en weer
geslingerd. Zij hadden geen anderen mond
voorraad dan wat tabaken eenige sigaren,
die men in een hoekje vond, en wat regen
water, dat in een zeil werd opgevangen.
De ongelukkigen leden op vreeselijke wijze
hunne beenen begonnen te zwellen, hunne
oogen werden ontstoken en hun lichaam
werd met zweren overdekt.
Tot zoover klinkt het verhaal van de Bom
bay Gazette zeer geloofwaardig, maar haast
ongeloofelijk schijnt de bijzonderheid, dat
de voeten van eenige matrozen zoo hard
werden, dat zij, die geen tabak konden kau
wen, stukken van hun eigen lichaan afbra
ken en opaten; de half verhongerde men-
schen moeten die afschuwelijke spijs met
smaak hebben verorberd.
Met onbezweken moed zette kapitein Fer-
guson de reis naar de kust van Carwar
voort, die men ten langen leste bereiken
mocht en waar de geheele bemanning aan
wal werd gebraoht.
Een Amerikaansche rechter
weigerde onlangs een jeugdig paar
tje in den echt te verbinden, omdat
zij te zamen niet meer dan 15
cents f0.32Y2 ter wereld bezaten.
Zulks een fonds om een huishouden
op te zetten, vond hij wel wat al te
klein. De laatste man, die hier
trouwde in mijn tegenwoordigheid,
zeide de verontwaardigde ambtenaar,
zat de volgende week in de Staats
gevangenis.
Instorting van twee huizen te Keulen.
Een ontzettend ongeluk is Vrijdag te
Keulen voorgevallen. Tegen half één ure
stortten aan de Houtmarkt aldaar plotse
ling twee huizen in, die door verscheidene
gezinnen bewoond werden. Na weinige
minuten zag men slechts een puinhoop in
een dichte stofwolk gehuld. Onmiddellijk
snelden de buren en de voorbijgangers toe
om over de nog wankelende balken en ge
broken dakpannen henen, die onder de puin
hoopen bedolven waren, te hulp te komen.
Verscheidene vrouwen en kinderen werden
onmiddellijk gered. Intusschen was ook
de brandweer op de plaats des onheils
aangekomen en begon thans het reddings
werk, dat, zooals het zich op dat oogen-
blik liet aanzien, zeer moeielijk en gevaar
lijk was. Hoe groot het aantal was, dat
onder het puin begraven lag, kon nog niet
gezegd worden. In de ingestorte huizen
waren twee restaurants gevestigd. Om 1
uur waren drie doodelijk gekwetsten, 5
zwaar en 3 licht gewonden te voorschijn
gehaald. De ongelukkigen zijn zeer verminkt.
In de beide buizen woonden 16 gezinnen,
te zamen ongeveer 60 personen tellende,
waarvan slecht3 5 a 6 konden vluchten.
Behalve de hulp der brandweer werd ook
die der pioniers nog ingeroepen. Om één
uur stortte nog een gedeelte in. De ver
woesting is ontzettend. Voortdurend werden
personen gevonden, zoodat te 2 uur reeds
13 gekwetsten in het hospitaal waren
brachtin het geheel had men toen 30
personen gered. De geredden geraakteh,
toen zij van den schrik bekomen waren
en zich een denkbeeld van de catastrophe
konden vormen, in een groote opgewonden
heid de ouders riepen om hunne kinderen,
de kinderen jammerden om hunne ouders.
Het behoeft niet gezegd dat ook verscheidene
doktoren en chirurgijns op de plaats des
onheils waren, die de eerste hulp verleenden
aan de ongelukkigen, voor zij naar het
ziekenhuis vervoerd werden.
Het reddingswerk werd steeds voortgezet
en van tijd tot tijd werd van de puin-
hoopen der tweede verdieping het commando
„halt" gehoord, waarop onmiddellijk een
doodsche stilte ontstond, want iedereen
wist, dat onder steenen, scherven en ge
broken balken nog personen zich bevonden
men sprak van 50 en dat op het
gehoor der stemmen, die luider werden,
getracht moest worden de ongelukkigen nit
hun wanhopigen toestand te redden. Her
haaldelijk werden dan ook kinderstemmen
gehoord en het wegruimen van het puin
werd dan met de grootste voorzichtigheid,
doch met koortsachtige inspanning voort
gezet. Tusschen halftwee en halfdrie zijn
nog verscheidene personen gewond gevonden
naar het ziekenhuis gezonden. Zooals
een man, die in een der huizen woonde,
vertelde, heeft hij zijne vrouw en een kind
eigenhandig van onder de puinhoopen gehaald.
Toen het ongeluk voorviel, was hij in de
nabijheid van het huishij snelde toe naar
de plaats, waar hij vermoedde dat de zijnen
zich in de chaos zotlden bevinden, en was
zoo gelukkig zijne geliefden, hoewel onder
balken liggende, toch nog levend en onge
deerd te redden.
Yan de tuinzijde werden door eenige
werklieden ongeveer 22 kinderen gered.
Het is begrijpelijk dat zij, die met den schrik
zijn vrijgekomen en slechts een korte ver
pleging behoeven, door de buren met liefde
werden opgenomen. Om 3 uur ging het
gerucht, dat een der eigenaars va,n een
restaurant met een aantal bezoekers, waar
onder een kegel gezelschap, zich nog onder
het puin bevond, terwijl vier personen in
den kelder zaten. De dochter van den
restauranthouder stond, kort voor de in
storting plaats vond, aan de deureen
dokter, die een patiënt had bezocht, kwam
uit het huis, en deed aan genoemd meisje
de opmerking, dat op eigenaardige wijze
de kalk van de wanden der muren viel.
Hij raadde aan een bouwkundige te halen,
om het huis te onderzoeken. Onmiddellijk
volgde een geweldig gekraak en de dokter
trok het meisje hevig verschrikt met zich
op de straat. Toen de stofwolk een weinig
opgetrokken was, zagen beiden, aan welk
verschrikkelijk ongeluk zij ontsnapt waren.
Om half vier werd aan den kant der
binnenplaats der ingestorte huizen een aan
houdend schreien en zachte klaagtonen
gehoord. Het reddingswerk werd aan die
zijde door de vrijstaande muren zeer be-
moeielijkt. Zooals door deskundigen ver
moed wordt, is de tusschen de beide huizen
staande muur ingezakt, waarna de balken,
die uit de ankers werden losgerukt, met
alles wat zich in de kamers bevond, naar
beneden zijn gestort. Aan de beide zijden
waren nog ledige hoeken en naar alle
waarschijnlijkheid bevonden zich daar nog
de verongelukten.
Om half vijf waren in het burgerzieken
huis 25 gekwetsten opgenomen. Een vrouw
moest het been afgezet worden. Een koet
sier, die in een der beide huizen woonde,
vermiste op dat uur nog vier kinderen;
zijne vrouw en twee kinderen waren gered.
Te vijf uur werden drie vrouwen gevonden,
terwijl men intusschen het huilen van een
klein kind vernam. Men zocht naar de
plaats, van waar het geluid kwam en had
spoedig het geluk een ongeveer 1-jarig kind,
onder het puin gelegen, voor den dag te
halen. Ook een 4-jarige knaap werd nog
bevrijd, die hoewel ernstig verminkt, nog
teeken van leven gaf.
Ten einde het ongeluk nog gruwzamer
te maken, brak om zes uur in de nog
staande gebleven deelen van een der huizen
brand uit. De vlam sloeg weldra vrij hoog.
Men vermoedt dat door het wegruimen van
puin het half uitgedoofde vuur lucht be
komen heeft. Ten einde het vuur te blus-
scheo, werd gebruik gemaakt van de water
leiding, die eerst afgesloten was, en toen
volgde het ongeluk dat twee waterpijpen
braken en men met een overstrooming be
dreigd werjl. Reeds uit een der kelders
hoorde men het geroep van een der on
gelukkigen„O, mijn kind verdrinkt!"
Om half acht werden nog verschillende
stemmen onder het puin gehoord, zoodat
men steeds voortging pogingen aan te
wenden om de nog begravcnen te redden.
Yan de geredden zijn verscheiden zoo ern
stig verminkt, dat aan hun herstel gewan
hoopt wordt.
De vereeniging van Weldadigheid te
Keulen heeft onmiddellijk esn beroep op
de liefdadigheid van land- en stadgenooten
gedaan, om de ongelukkigen, die ij deze
ramp alles verloren hebben, zoo spoedig
mogelijk te kunnen helpen.