'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEÜWEDIEP EN TENEL. No. 1303. Woensdag 12 Augustus 1885. Dertiende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. tn. eer iez< OllJ Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 UitgeversBERKHOUT Co., te Helder. Burcaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Aavertentlén van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOUGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 11 Aug. 1885. Zr. Ms. stoomkanonneerbooten Wodan en Thor zullen in deze week van 's Rijks werf te Amsterdam naar de directie der marine alhier worden overgevoerd ten einde in conservatie te worden opgenomen. Vrijdag is te 's Hage overleden de minister van Staat, oudminister van justitie, mr. Modderman, slechts 46 jaren oud. Texel, 9 Aug. Voor bet maken van een grindweg tusscben den Burg en de Koog al hier, welk werk gisteren in het raad huis dezer gemeente publiek werd aanbesteed, zijn tien inschrijvingsbil jetten ontvangen en wel als volgt: van de heeren P. Klok, te Zijpe, voor f 26,950, Gebrs. Jansen, te Nieuwediep voor f22,960 A. Baste Helder voor f24,998J. Oldenburg te Bergen voor f23,198; C. R. Keijser te Texel voor f22,000P. Dros te Texel voor f23,863A. Graaff te Nieuwediep voorf25.600; R. ScbreudersteKolhorn voor f 21,378J. Gijselaar te Medem- blik voor f27,596; J. de Vaal te Gouda voor f20,500. Het laagst werd derhalve ingeschre ven, door laatstgenoemde. Onder de Engelsche kust lag de te Scheveningen te huis behooren- de haringvisscher Willem Barents, toen twee matrozen ruzie kregen en wilden gaan vechten. De schipper trachtte de vechtpartij te beletten, doch werd door een der matrozen moedwillig overboord geworpen. Zekere H. Tjeerdjes, van 's-Hage, die tijdelijk de reis als matroos mede maakte, had het geluk den schipper te redden, die reeds onder den bodem van zijn vaartuig was gedreven. Het schip kwam te Vlaardingen bin nen en de schipper deed toen van het feit aangifte bij de politie te Scheveningen, die daarop van het voorgevallene proces-verbaal heeft opgemaakt. Men meldt aan de Amst., dat Zaterdagmiddag aan den muur van het Paleis van Justitie te Amsterdam een papier is aangeplakt gevonden, van gelijkluidenden of nagenoeg ge lijkluidenden inhoud als het stuk, welks aanplakking aan Van Omme ren is ten laste gelegd. Drie deserteurs van het wacht schip te Hellevoetsluis, die reeds vijf dagen »uit" waren, werden Za terdag te Ridderkerk aangehouden, en Zondag door de politie aan boord teruggevoerd. Te Amsterdam is men tot de ontdekking gekomen, dat er verval- sching bestaat in de keurmeesters van levensmiddelen; slimme oplich ters weten nl., door zich die quali- teit eigenmachtig toe te kennen, van allerlei winkeliers proefjes levensmid delen te bekomen. Men meldt uit Rotterdam, i. d. 6 Augustus. Een geheele bende kwartjesvin ders is heden naar de cellulaire ge vangenis alhier overgebracht. Men had hier in lang niet meer van deze lieden gehoord en meende reeds dat het ras uitgestorven was. Dinsdagmiddag echter kwam een schipper met hen in aanraking en werd, loffelijker gewoonte, door hen uitgeschud. Een hunner vond kwans- wijs op straat een zakje met klein geld en stelde den schipper voor, den inhoud gezamenlijk te gaan verteren. Onze varensgast, die van den prins geen kwaad wist, nam dat voorstel gretig aan, en te zamen ging men nu een herberg aan den West Zee dijk binnen. Daar vond men een paar van de bende, bezig met kaartspelen, en de schipper werd uitgenoodigd mede een kansje te wagen. Men kent dit kunstje, de kwartjesvinders toch be dienen zich naar een vast program ma, altijd van dezelfde praktijken In onzen schipper vonden zij wat Cumberland noemen zou, een goed sujet. Binnen korten tijd hadden zij hem honderd gulden ontfutseld. De politie heeft de geheele dieven bende, vijf man sterk, opgespoord en achter slot gebracht, evenals den kastelein, ten wiens huize zij hunne tenten hadden opgeslagen en die als medeplichtige beschouwd wordt. Een spoortrein in zee gestort. De aannemers van het spoorweg terrein te Enkhuizen Rebben thans o. a. onderhanden, het leggen van het Zuiderhoofd aan het spoorweg bassin. De rijsbeddings zijn aange bracht en men is bezig de specie er op aan te brengen, dat per spoor met kipkarren geschiedt. Met kruiwagens brengt men den grondslag aan, waarop vervolgens zoo spoedig men boven de water lijn gekomen is, rails worden gelegd, waarlangs de treinen met specie ko men aanrollen. Woensdagmiddag daalde weder een trein voor het eerst op een verlengstuk af. Maar de hel ling was blijkbaar wat groot, zoo dat de rem van de locomotief niet in staat was om den trein voldoen de tegen te houden. De achterste kar liep tegen de renbalken, die op het spoor lagen, maar werd overwich- tig en wipte in zee. Nu volgde no. 2 en de anderen met de locomotief kantelden, zoodat het geheele boeltje bij de krabben lag. Machinist en stoker wisten bijtijds zich te bergen, zoodat er geen menseh bij verongelukte, maar eer men den boel weder gevischt en op de rails gebracht heeft, zal men er nog een karrewei aan hebben. NB. Donderdagmiddag 12 uur staat de locomotief weder op de rails. Men heeft haar uit de diepte opgeheschen met een grooten bok, dien men er over oprichtte. (Enkh. Ct.) Drie stewards van het stoom schip Prinses Elisabeth, zijn Woens dag wegens het smokkelen van p. m. 75 K. tabak en sigaren, door de Engelsche douanen te Queensboro in hechtenis genomen. Naar men verneemt zijn alle drie onmiddellijk uit hunne betrekking ontslagen. De boete, door de Engelsche admi nistratie op zoodanige fraude gesteld, bedraagt 100 p. (f1200) of 6 maan den gevangenisstraf. Uit Vlissingen wordt bet vol gende gemeld Zaterdagavond omstreeks half- negen had er bij de aankomst der Middelburgsche raderboot van Rot terdam een aanvaring plaats, kort bij de aanlegplaats voor het Arse naal, met het van Ylissingen komen de bargebootje, dat, met een lOOtal passagiers beladen, op weg was naar de Middelburgsche kermis. Bij de aanvaring van het bargebootje, wel ke onvermijdelijk was gebleken, toen dit den hoek was omgekomen, ging een doordringende angstkreet van de velen zich op het dek bevindende passagiers op een drietal sprongen te water en zwommen naar den kant, terwijl eenigen, bij een onbeschrij felijk tooneel van verwarring, op de Middelburburgsche raderboot over- klommen, alleen op zelfbehoud be dacht en voor het ergste bevreesd Gelukkig echter bleken de beide boo ten de aanvaring fllink te hebben doorstaan, hetgeeu vooral hieraan te danken is, dat het bargebootje in een der wielen was geloopen. Dit laatste raakte onklaar, eh de machi ne kon niet meer werken, terwijl de bargeboot een paar gaten bij den steven boven de waterlijn had be komen. Met een nat pak van en kelen, een paar lichte schrammen en een grooten schrik.liep het on geval verder gelukkig af. Langen tijd duurde het, eer de Middelburg sche boot aan hare ligplaats kwam, en het was intusschen niet meer mogelijk eene eenzienlijke partij oes ters en mosselen tijdig op de mail boot te doen bezorgen. Geruiraen tijd was er door het drukke verkeer met de stoombarges, die wegens den laatsten Middelburg- schen kermisavond elk halfuur afvoe ren, groote kans op herhaling van een ongeval, dat de schromelijkste ge volgen na zich had kunnen sleepen. Een echtpaar te Assen, waar van de man 80, de vrouw 67 jaar oud is, zal binnenkort het 50 jarig huwelijk vieren. Hierbij doet zich het zeldzame geval voor, dat de moeder der vrouw nog in leven is. Het oudje, dat aldus den gouden bruiloft harer dochter meê zal kun nen vieren, telt 96 lentes. De Magdeburger Zeiting be vat een schrijven van'een soldaat te Atjeh, waaraan het volgende is ont leend »Wat men in Duitschland onder soldaat verstaat is op onzen soldaten troep volstrekt niet toe te passen De krijgslieden worden, zoowel dooi de inboorlingen als door de weinige Europeanen, die zich hier vestigden, veracht, verafschuwd, ja gehaat, om dat zich onder hen de gemeenste en schurkachtigste vagebonden der be schaafde wereld bevindenzoo b. v. een paar duizend Parijsche commu- nards van 1871, Duitsche deserteurs en allerlei mogelijke en onmogelijke schurken uit alle landenook een groot aantal Nederlandsche tuchthuis boeven, die in de jaren 1875 en 1876 uit de strafkleedij, met een handgeld van 300 gulden, in de uniform van Nederlandsch-Indisch soldaat over gingen. In die dagen was er veel kanon vleesch noodig en een strafgevangene was evenveel waard als een eerlijk man. Die kerels dienen hier zoo lang zij nog kunnen kruipen, want zij mogen niet naar Europa terug. Bij dit alles komt nog een schaam teloos verkeer met vrouwen van het landieder soldaat neemt een mede in kazerne of kampement en jaagt haar weg als zij hem niet langer bevalt. Onder welke omstandigheden dus iemand, die nog aan eerbaarheid en goede zeden hecht, moet leven, kan men zich gemakkelijk voorstellen. Een compagnie behoort 150 man sterk te zijn, maar telt in werkelijk heid 300 tot 350 koppenal wat boven het cijfer van honderdvijfig gaat bestaat uit vrouwen en kinderen, die zich als tot de compagnie be- hoorende beschouwen en allen geza- melijk dag en nacht in de gemeen schappelijke verbijten huizen. Zelfs het corps officieren maakt hierop geene uitzondering." Een inwoner van Antwerpen bezocht dezer dagen Amsterdam, na eene erfenis in ontvangst te hebben genomen. Alles werd hier bezich tigd en zeer voldaan keerde de ge lukkige erfgenaam weêr naar huis, maar bemerkte tot zijne groote ont steltenis, dat er vier briefjes van f 1000 uit zijne portefeuille verdwenen wa ren. De justitie werd onmiddellijk in kennis gesteld met dit feit en meent thans den vermoedelijken da der op bet spoor te zijn. Smaad, boon en laster tegen den persoon des Konings. In den nacht van den 27n op den 28n Mei van dit jaar, werd op verscheidene plaatsen te Amsterdam een opruiend biljet van den volgenden inhoud aangeplakt: „Buitengewoon Staatsblad van het Ko ninkrijk der Nederlanden. „No. 1. Besluit van den 21n Mei 1885, houdende ons Staatsrechtelijk testament. Wij Willem de laatste, bij de Gratie Gods Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-NassauGroot-Hertog van Luxem burg enz. enz. Op de voordracht vun den raad van Ministers vun 11 Mei 1885; Overwegende dat wij ons eiude voelende naderen, zooveel mogelijk wenschen goed te makeD alle ongerechtigheden, kuiperijen en knoeierijen, door ons of in onzen naam bedreven, geduld of bestendigd, ten einde zoo mogelijk onze zondige ziel hierna maals te redden nit de klauwen des Satans. Hebben goedgevonden en verstaan 1. Met het oog op de diepe ellende, waarin het volk is gedompeld, afstand te doen van ons jaarlijksch traktement van 600.000, zoomedevan de inkomsten uit de domeinen en van al wat verder uit 't zweet en bloed der arbeiders afdruppelde op ons en onze bedorven hofhouding. 2. Vrede te sluiten met Atjeh, af te schaffen het staande leger en in te voeren algemeene volkswapening. 3. Alle vroegere besluiten en benoe mingen in te trekken, ten einde een einde te maken aan de familieregeering van onze vriendjes. 4. Afstand te doen van de kroon voor onze nakomelingen. 5. Te ontbinden de beide Kamers der Staten Generaal en een beroep te doen op het geheele Nederlandsche volk ter beslis sing over den regeeringsvorm en ter ver kiezing van nieuwe Kamers. 6. Met een diep gevoel van schaamte onzen nederigen dank te brengen aan het lieve Nederlandsche volk, dat zoo geduldig en lankmoedig ons met onze familie en verderen nasleep heeft gevoed en onder houden. Al onze Ministers zijn belast met de uitvoering van dat besluit, dat door een buitengewoon Staatsblad ter kennis van 't volk zal worden gebracht. Karlsbad, den 23 Mei 1885. Willem. De Minister: Heemskerk. 'sGravenhage ter Algemeene Landsdrukkerij. De commissionair en notarisklerk B. v. Ommeren, werd van het delict, waarvoor gevangenisstraf van twee tot vijf jaar be dreigd wordt, beschuldigd en een instructie bevolen. Het gevolg der instructie was, dat Donderdag ter openbare terechtzitting van de vacautiekamer der arrondissements rechtbank te Amsterdam de verdachte te recht stond als beklaagd van het feit dat hij te Amsterdam in den nacht van den 27en op den 28en Mei 1885, met den boosaardigen wil om de waardigheid van het gezag van den Koning of de rechten van het Koninklijk stamhuis aan te randen en den persoon des Konings te smaden, te hoonen en te lasteren, op onderscheidene plaatsen aan den openbaren weg, o. a. op een schutting aan het Rokin bij de Wijde Kapelsteeg, aan den openbaren weg bil jetten heeft aangeplakt, waarop het hier boven vermelde, voor een ieder zichtbaar was gedrukt. Het getuigenverhoor liep voornamelijk over de identiteit van den aanplakker van het opruiende biljet en den beschuldigde. De rechercheur J. Schubart, hoofdgetuige in de zaak, legde de getuigenis af, dat hij van Ommeren om half vier 's ochtends aan zijn uiterlijk, vooral zijn lange haren, her kend had, toen hij bezig was een biljet, dat als „corpus delicti" ter terechtzitting aanwezig is, in de Wijde Kapelsteeg aan een schutting te hechten. De getuige Si- mens, eveneens rechercheur, die den getuige Schubart vergezelde en van dezen hoorde, dat de man, dien zij volgden, v. Ommeren was, herkent het ter tafel gebrachte biljet, als te zijn 't papier, dat zij van de boven genoemde schutting afgescheurd hebben. De 3de getuige, Krabbendam, candidaat- notaris, verklaart, dat de beschuldigde, die een der beste geëmployeerden op zijn kan toor was, steeds lang haar draagt, maar dit na den 28en Mei heeft laten knippen. Een 4de getuige deelt mede, dat van Ommeren op den 24en Mei langer haar droeg dan thans, dat hij echter geen knevel of bakkebaarden had. Het proces-verbaal van Schubart, dat thans voorgelezen wordt, komt overeen met zijn verklaringalleen wordt er in vermeld, dat bij huiszoeking geschriften en papieren in beslag zijn genomen. De beklaagde blijft beweren, dat bij op het door de recher cheurs genoemde uur thuis was en ontkent het feit bedreven te hebben. Thans neemt de subst.-off. van justitie het woord. De zaak draagt een zeer ernstig karakter, vooral voor den beschuldigde, die de zware straf, op het wanbedrijf gesteld, wel kon weten. Tevergeefs zoekt ZEd. Achtb. naar het motief voor laster, hoon en aanranding, door beklaagde tegen het vorstelijk stamhuis, waaraan ous volk zulke groote verplichtingen heeft, bedreven. Het is misbruik maken van de vrijheid, die ons volk boven zoovele andere natiën geniet. Het feit acht ZEd. Achtb. door de ge tuigenissen volkomen bewezen. Hij betreurt bet slechts, dat beklaagde blijft ontkennen. Ten slotte eischt het O. M. een gevan genisstraf van twee jaren, vernietiging van het stuk en veroordeeling van den beklaagde in de kosten. Hierop krijgt beklaagde, die zelf zijne verdediging voordraagt, het woord. Uitvoerig tracht hij de verklaringen der rechercheurs te ontzenuwen. Vooral wijst hij er opzijn identiteit met den aanplak ker niet bewezen is, daar de rechercheurs hem niet hebben kunnen herkennen, om dat zij den verdachten persoon steeds op te grooten afstand hebben gevolgd. Zijn „alibi" kan besch. echter niet bewijzen. Bovendien doet de besch. zijn beklag over de ongrondwettige inbeslagneming van pa pieren en stukken, aan een Vereeniging toebehoorendehet grondwettig recht van vereeniging en vergadering is daardoor ge schonden. De politie heeft een tendenz- proces op touw willen zetten, maar bewijs heeft zij volstrekt niet kunnen leveren. Met een vurige peroratie, waarin het streven der socialisten verheerlijkt wordt, einuigt besch. zijn pleidooi. De uitspraak is bepaald op Donderdag a.s.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1885 | | pagina 1