gracht en werd met verbrijzelde hersenpan opgenomende tweede verdronk en de derde, een molenaar, stortte met een vloer, welke te zwaar met zakken meel belast was, naar beneden en vond den dood onder de ingestorte massa. De weduwe had nog een vierden zoon gehad, die indertijd vermoord is. Men vreest dat de zoo diep getroffen moeder het verstand, misschien wel het le ven zal verliezen. liet vergaan van liet Stoomschip ,.Speke Hall", in degolfvan Aden. Er worden, zegt het „Berl. Tageblatt", gaandeweg meer bijzonderheden bekend om trent den vreesaelijken cycloon, die den 2en en 3en Juni in de wateren aan den ingang der Roode Zee gewoed heeft en het is een feit dat de bemanning van verscheidene stoo- rners daarbij haar graf in de golven heeft ge vonden. Van het Eransche oorlogsstoom- schip „Renard" zijn reeds wrakstukken ge vonden, daarentegen is het lot van de Duit- sche korvet „Augusta" nog in duister ge huld wel hoopt men dat die het gevaar heeft kunnen ontloopen en langs een grooten om weg Australië tracht te bereiken, maar die hoop wordt eiken dag geringer. liet blad „Hamb. Cour." bevat thans de vertaling van een verhaal omtrent het ver gaan van het groot Engelsch stoomschip „Speke Hall" in den morgen van 3 Juni, en de wonderbaarlijke redding van den eenigen persoon, die den ondergang van het schip overleefde. Het stoom8Ci]jp „Peiho" van de „Messa- geries Mar[times", van Aden te Colombo aan gekomen, bracht den eenigen overlevende van de equipage van de „Speke Hall" aan wal; het schip was den 3en Juni, des mor gens ten 4 uur, met man en muis vergaan, met uitzondering alleen van bovenbedoelden persoon, den tweeden stuurman, Henri Key- zer. Gedurende het verblijf van de „Peiho" in de haven van Aden, wèedde daar een orkaan zooals er, naar het zeggen der inboor lingen, in geen zes en zeventig jaar een had plaats gevonden. De „Peiho" verliet de ha ven in den voormiddag van 5 Juni, nadat de storm bedaard was. Toen men zich op honderd mijlen afstands van Aden bevond, ontwaarde een soldaat, (het schip had troepen voor Tonkin aan boord) op grooten afstand een voorwerp op het wa ter, dat hij voor een mensch hield, die zich aan een stuk hout boven water hield. De aan dacht van alle personen aan boord werd er op gevestigd, maar zoowel de kameraden van den soldaat als de scheepsofficieren dachten aanvankelijk aan een gezichtsbedrog, dat ver moedelijk door een visch veroorzaakt werd; op zeker oogenblik echter ontwaarde de wachthebbende officier, die met een kijker op de commandantsbrug stond, dat het voorwerp werkelijk een mensch was, die zich aan een stuk rondhout had vastgeklampt en pogingen aanwendde om, door het wuiven met een muts de aandacht te trekken. Onmiddellijk werd een sloep uitgezet, die te hulp snelde en waarvan de bemanning het gejuk had den schipbreukeling aan boord van de „Peiho" te brengen, waar bij op de zorg vuldigste wijze werd verpleegd. Korten tijd vóór dat deze redding plaats vond, had bet schip drijvend wrakhout ont moet, hetwelk vermoeden deed dat een cata- strophe had. plaats gegrepenaan deze om standigheid heeft Keyzer voornamelijk het leven te danken, want aan boord van de „Peiho" waren aller blikken op de drijvende voorwerpen gevestigd, waardoor de soldaat dan ook de treurige positie van den schip breukeling zag. Hoewel zeer uitgeput toen hij aan boord kwam, was Keyzer in het volle bezit zijner verstandelijke vermogens en kon hij nog goed spreken. Drie dagen en twee nachten had hij zonder eenig voedsel en zon der een druppel drinkbaar water in zee rond gezwalkt, aan !t stuk rondhout vastgeklampt, dat juist groot genoeg was om hem boven wa ter te honden. Hij vertelde den officieren van de „Peiho", dat hij waarschijnlijk de eenige geredde was van de equipage van de „Speke Hall", die uit vijf-eu-zeventig koppen be stond; het verongelukte schip was met een lading steenkolen van Liverpool naar Bom- bay bestemd geweest. Het behoorde aan de Hall-Line en was een groote, goed uitgeruste stooraer van onge veer tweeduizend tons draagvermogen. De reis was onder gunstige omstandigheden ver- loopén, totdat men de golf van Aden bereikte, waarin het schip, in de onmiddellijke nabij heid van de haven, die men niet zonde aan doen, door een geweldigen orkaan werd be- loopeu. De kracht van den storm en van de woedende zee was zoo groot, dat het schip ge heel buiten staat was om er tegen op te wer- ken. De nacht was pikduister, de zeeën liepen als waterbergen tegen bet schip op en sloe gen alles van dek, waarmede zij in aanraking kwamen; toch hield het schip wakker tegen de woedende natuurkrachten stand. Telken male sloegen brekers op het dek en groote hoeveelheden water kwamen in het ruim neder. De machinisten hielden moedig bij de machines stand en deden al het mogelijke om het schip gaande te houden. Alle sloepen waren weggesleurd, op een na, die echter op zeker oogeublik als een kartonnen doosje verpletterd en door de golven medegevoerd werd; toen was ook het laatste uitzicht op redding, ten minste van een deel der equi page verloren. Drie ux;r hield het vaartuig de worsteling vol; alle officieren en manschappen waren aan dek en de machinisten bevonden zich be neden. Te één uur was de storm begonnen, maar reeds te drie uur was het elkeen duide lijk dat er geen mogelijkheid bestond dezen orkaan uit te houden. Van minuut tot minuut steeg het water in het schip en slechts door de grootste krachtsinspanning der machi nisten was het mogelijk de machines in wer king te houden. Eensklaps bemerkten allen dat het beslis send oogenblik was gekomende boeg van het schip werd onder een breker bedolven en naar beneden gedruktmenschen en schip zonken reddeloos in de diepte, om nooit we der het daglicht te aanschouwen. Er was geen tijd om ook maar het geringste te ver richten; de machinisten moeten bij de uit oefening hunner plichten naast de machines den dood hebben gevonden; de tweede offl cier en een ander kameraad sprongen van de brug in zee en grepen ieder een reddingsboei. Toen Keyzer aan de oppervlakte van het water kwam, voelde hij een rondhout en klampte er zich krampachtig aan vastlan gen tijd hield het hem boven water en niette genstaande het loeien van den storm hoorde hij de stem van zijn kameraad (beiden kon den elkander door de dichte duisternis niet zien) die hem toeriep dat hij zich aan een vat vasthield. Dit waren de laatste woorden die Keyzer van den ongelukkige hoorde; hij heeft hem niet teruggezien. Langzamerhand bedaarde de storm en toen de schemering aanbrak, waren nog sleohts sporen van de schipbreuk te ontwa ren. Rondhouten, dekkleeden, kippenhok ken enz. dreven in alle richtingen op het wa ter rond, maar er was geen spoor van een levend wezen te ontdekken. Keyzer was ge heel alleen op de reusachtige zeeHij ver loor den moed echter niet; in zijne nabijheid dreef een stuk van een der verbrijzelde sloe pen, waar hij zich been wist te werkendaar op bond bij de spier, die hem zoolang gehou den had, er aan vast, waardoor bij een vlot van meer draagvermogen verkreeg, "dat hem ech ter toch niet in staat stelde een liggende houding aan te nemen, of zelfs maar uit te rusten. Toen later de zon opkwam, werden de hitte en bet felle schijnsel bijna ondragelijk; het kleine mutsje, dat de schipbreukeling be zat, verleende hem geene bescherming. Ge lukkig had Keyzer zijn pijekker aan, die hij in zee doopte en daarna over zijn hoofd sloeg, waardoor hij eenige beschutting en verkoe ling verkreeg. Op die wijze ging de eerste dag voorbij, zonder dat er iets gebeurde wat de eentonige eenzaamheid verbrak. Tegen den avond stoomde op niet al te grooten af stand een stoomschip voorbij, aan boord waarvan men den ongelukkige echter niet be merkte, die door roepen en zwaaien met zijn jas de aandacht poogde te trekken; lang zaam verdween het vaartuig aan den hori zont, zoodat deze hoop op redding was ver vlogen. De nacht daalde en bracht koelte. Den volgenden dag passeerden twee of drie stoom schepen; Keyzer deed al het mogelijke om zich te doen opmerken, maar het was ver- geefsche moeite en de tweede nacht brokman, die hij op het gebrekkig vlot moest doorbren gen. Toen het wederom begon te schemeren, passeerde opnieuw een stoomschip op korten afstand. De schipbreukeling schreeuwde zoo hard hij maar kon, maar de echo van zijn stem kwam op de uitgebreide vlakte niet eens tot hem terug en wederom verdween met het witte kielwater, dat het schip achter zich liet, een kans op redding. De derde nacht, (met inbegrip van dien waarin de „Speke Hall" zonk) was de ont- zettendste van allen op eenigen afBtand zag Keyzer duidelijk de donkere trekken van een groot stoomschip tegen de phosphorisch lich tende oppervlakte der zee afstekenhet kwam z<5<5 nabij, dat het licht hetwelk uit de kajuit straalde, den ongelukkige nagenoeg be scheen en hij duidelijk de wentelingen van de schroef hoordewederom was zijn geroep vruchteloos en tbans begon de moed voor de ie maal bij Keyaer te zinken. Toen de dageraad aanbrak, had hij echter opnieuw moed gevat wederom trachtte hij de opmerkzaamheid van een naderend vaartuig te trekken; ware hem dit ook thans mislukt, dan zoude hij, naar zijne eigene getuigenis, onverbiddelijk aan wanhoop ten prooi zijn geworden. Ditmaal echter zoude er redding voor hem komen, want de naderende stoomer was de „Peiho", die hem uit zijn lijden verloste. Drie dagen en bijna drie nachten had Key zer, aan enkele wrakstukken vastgeklemd, op den oceaan rondgedreven; onderscheidene schepen waren hem voorbij gegaan, zonder dat men aan boord eenig vermoeden van zijn ontzettende positie had. Hij had geen voed sel en geen druppel water gehad en toch was hij, toen hij door het Eransche schip gered was, geheel bij zijn bewustzijn, hetgeen wel bewijst dat hij niet enkel een man van groote lichaamskracht is, maar ook veel energie en wilskracht bezit. Keyzer was bovenmate dankbaar voor de vriendelijke behandeling, die hij van allen aan böord van de „Peiho" ondervond; zeven dagen na zijn redding was hij, op een geringe zwelling der voeten na, weder gezond en vroolijk. De stoomer „Speke Hall" was een vaar tuig van 2502 register tonnen en 1731 ton nen netto; het had een equipage van 57 koppen, waaronder 14 Engelschen; gezag voerder was kapt. Brand. Het stoomschip „Duke of Devonshire" heeft evenzeer berichten aangebracht omtrent den vreeselijken orkaan, die den 2n en 3n Juni in de golf van Aden woedde; de gezag voerder ervan vertelde dat hij onderweg een ander schip gepraaid had, dat veel wrakhout had opgevischt. De gezagvoerder van dit laatste schip had twee groote stoomschepen zien zinken. Na al het boven verhaalde, zegt het „Berl. Tageblatt", kan er haast geen twijfel meer bestaan, of ook de „Augusta" is met man en muis vergaan. Stoomvaartberichten. Het stoomschip Soenda vertrok 8 Sept. van Port-Said naar Batavia. Het stoomschip Prins Hendrik, van Bata via naar Amsterdam, passeerde 8 September Kaap St Vincent. Het stoomschip Prins Alexander arriveer de den 9den September van Amsterdam te Batavia. Het stoomschip Koningin Emma vertrok 9 September van Batavia naar Amsterdam. Het stoomschip Sumatru vertrok 9 Sep tember van Amsterdam naar Batavia. Markt-Berichten. Schagen, 10 Sept. 11 Paarden f 40 a f 160» 0 Ossen, f 140 a f 180; 11 Stieren, f 70 a f 110 46 Geldekoeien, 90 a f240; 10 Kalf koeien, f140 af 220; 9 nuoht. Kalveren, f 12 a f 22; 402 Schapen, f 11 a f 27; 315 Lammeren, f 12 a f 14; 24 magere Varkens, f 12 a f 20; 31 Biggen, f 5 a f8; 20 Kippen, 30 ct. tot fl,Boter per kop, 70 tot 80 cent; Kaas per kilogram, 22 tot 30 cent; Kip-Eieren per 100 f3,—af 3,25. 3191= STAATSLOTERIJ. 4de Klasse 2e Lijst. No. 5117 f2000. No. 3095 en 4571 f1000. No. 1169 en 8130 f400. No. 12758 en 19243 f200. No. 633, 11725 en 14008 f100. 3de Lijst. No. 20009 f5000. Ne. 2388 f1500. No. 10848 10926 f1000. No. 4212 14444 f200. No. 4347 6664115851655017290 20718 f100. 4e Lijst. No. 4182 f 1500. No. 18488 f 100. Burgerlijke Stand Helder. Van 8 tot 11 Sept, ONDERTROUWD: J. G. vau der Klaauw, timmerman, en C. E. Hin. GEHUWD: H. Verhuizen en D. Grin. C. Mulder en M. Slaman. BEVALLEN: J. van Breöerode, geb. Duit, d. J. de Cock, geb. Roos, d. Z. Kaaks, geb. Bolk, d. D. van Vliet, geb. Koningstem, z. A. Bakker, geb. Nauta, z. G. Tismeer, geb. Diepenbroek, d. A. van Eig, geb. Heidenrijk, z. A. Kerseboom, geb. Zwaan, z. H. de Graaf, geb. Ubas, d. N. Korper, geb. Dnpout, z. OVERLEDEN: 8. Luters, 5 m. B. Da- pont, 4 m. A. C. Visser, 11 j. Burgerlijke Stand Texel. Van 3 tot 10 Sept. ONDERTROUWD: - GETROUWD: ueene* GEBOREN: Jan, zoon vanCornelisKik kert Jsz. en Stijntje Slikker. Albert, zoon van Jan Raven en Aaltje Boonacker. Geertje Marretje, dochter van Jaeob Bakker Phz. en Trijntje Kikkert. Cornelis, zoon van Jaco'b Keijser en Hendrika Boeraen. OVERLEDEN: Geene. Ambtshalve ingeschreven één'. Dertiende Zomer-Concert, op Zondag 13 Sept. a.s., namidd. 2.15 unr. 1. La Tonkinoise: „Marche Militaire"Leopold Wenzel. 2. Avonture„Die Irrfahrt um 's Glück"Eranzvon Suppé. 3. Deutsche Volkslnst: „Walzer"H. Weiss. 4. Eantaisie sur 1'opéra: „Nabuchodonosor" .G.Verdi. 5. a. La Zingarella J „Grand Air de Ballet". Venzano. b. 1 JagerchorM. Carl. 6. Grande Eantaisi de 1'o péra comique„Giroflé Girofia"A. Lecocq. 7. Der Klügere gibtnach: „Polka Mazurka" Joh. Strauss. Vervolg der Berichten. Op Zaterdag 19 September zul len de officieren van land en zee macht, alsmede der schutterij, een onderlingen schietwedstrijd houden op een terrein bij 't fort Dirks-Admi raal. Door den heer C. Maas alhier, is met goed gevolg examen afgelegd, als tweeden stuurman aan de groote vaart. Woensdag was 't weder te on gunstig om de gecombineerde oefe ningen van land- en zeemacht voort te zetten. Donderdag echter wer den ze hervat. Toen de vijandelijke vloot de haveu wilde forceeren, werd er van batterijen en forten hevig gevuurd, waardoor honderden naar den dijk werden gelokt. Ook des avonds werd de kust gealarmeerd en trachtte men te landen. Schipper Zwart, van hetbom- Egmond 4, ontmoette 8 Sept. bij Egmond Z.O. 3 mijl op zee bet Engelsche stoomschip »Spero," van New-Castie met steenkolen naar Amsterdam bestemdmet gebroken schroefas en meerdere gebreken aan de machine. De sleepboot »Stad Amsterdam" vertrok derwaarts ter assistentie en kwam in denzelfden avond ongeloosd omstreeks half tien ure, met de »Spero" op sleeptouw te IJmuiden binnen. Geen land in ons vaderland dat zoo vele malen besproken wordt als Texel. Het artikel landbouw, veeteelt, jacht en visscherij bieden de stof, welke dikwijls getuigenis geeft van de min ofjneer bloeienden toestand, ook van de bewoners leest men nu en dan zoo iets kenmerkends. Het volgende is iets om trent den hoogen ouderdom, welke menschen aldaar soms kunnen bereiken. Dezer dagen vierde een juffrouw haar 85sten verjaardag, onder de vele bezoekers, die haar op dien dag hunne gelukwenschen brachtten, waren ook vier harer eigene zusters, welke respectieve lijk oud waren 80, 78, 72 en 70 jaren, het welk te zamen een getal maakt van 385 jaren. De oude dames waren dien dag op genoegelijke wijze bijeen, wel een bewijs dat de gebreken van den ouden dag op Texel niet zoo algemeen zijn. Als de ondste dame 100 telt dan hopen wij bet vijftal onder geen minder gunstige omstandigheden te kunnen begroeten. Naar men verneemt, is, in ver band met bet vinden van een lijk onder de spoorweg viaduct te Rotter dam, een paar weken geleden, heden op last der justitie aangehouden en overgebracht naar het huis van be waring aan de Hoogstraat, zekere vrouw M. K. Het vermoeden, dat de kost baarheden, welke ten huize van mevr. de wed. Hotz aan den Wester singel te Rotterdam gestolen werden, ergens in de nabijheid van die wo ning waren verborgen, is bevestigd geworden. De politie beeft ze opgegraven in een naburig huis, waar de dief, na dat hij bij zijn sprong uit het raam zijn been bad gekwetst, zoodat hij niet meer loopen kon, ze onder de aarde had verstopt, met de bedoeling ze later weg te balen. Naar men verneemt, heeft hij thans zelf de justitie op het spoor van den begraven schat gebracht. Een treurig ongeluk kostte Woensdagavond te 's-Hage aan twee menschen het leven. De gebroeders R. die langs de Hooftskade naar de woning van hun moeder aan de Beestenmarkt gingen, geraakten om streeks 11 uur te water in de Sin gelvaart van den Zuidwal. Er kwam wel spoedig hulp, maar het duurde toch nog vrij lang, voordat men met haken de drenkelingen aan wal had gehaald. Een hunner, die het eerst werd opgehaald, scheen nog teeke-* nen van leven te geven althans men beproefde zijn levensgeesten op te wekken en de bewoners der Hoofts kade verschaften daartoe al bet noo- dige maar de pogingen mochten niet baten. Beide lijken werden met een brancard naar het Ziekenhuis ver voerd. De radeloosheid der moeder, een weduwe, die twee arbeidzame zoneneen hunner was ter Lands drukkerij werkzaam en gehuwd op eenmaal verloor, is niet te beschrij ven. Een gebeurtenis, die gelukkig in het algemeen tot de zeldzaam heden behoort had te Hedikhuizen (N.Br) in een tijdsverloop van een maand tweemaal plaats. Onlangs kon een huwelijk in die gemeente niet doorgaan, wijl de bruid zich op het laatste oogenblik terug trok. Dit bleek echter niet afschrik kend te zijn voor haren broeder, die zich kort daarop in ondertrouw liet opnemen met een meisje uit die gemeente. Een buis was door het aanstaande paar te 's Hertogenbosch reeds gehuurd, en Dinsdag zou de huwelijksplechtigheid plaats hebben. Ook nu was weder alles in gereed heid om dit huwelijk te voltrekken, doch bruid en bruidegom bleven ontbreken. Nu was het niet de bruid die weigerachtig was, maar wel de bruidegom, die niet opdaagde en zich eenvoudig verontschuldigde met te zeggen dat bij er van bad Men schrijft uit Hoorn: Naar gezegd wordt zouden jongst leden "Vrijdag de passagiers, die met een der ochtendtreinen zich van Hoorn naar Amsterdam begaven, aan een groot onheil zijn ontkomen. Bij bet verlaten van het station Purmerend stond het signaal bij de brug over het Noord-Hollandsch kanaal op veilig. In werkelijkheid evenwel was de genoemde brug geopend, wat door den machinist, wiens uizicht door een wachthuis belemmerd was en die bij gevolg alleen kon afgaan op bet gegeven signaal, eerst op het uiterst oogenblik bemerkt werd. Door onmiddellijk met alle kracht te rem men, wist hij den trein nog bijtijds te doen stilstaan. Men ijst bij de voorstelling van de ramp die zou hebben plaats gegrepen, indien het geluk bier niet had medegewerkt en den machinist zijn tegenwoordigheid van geest had hegeven. Meer dan 200 personen toch zouden in dit ge val den dood in het water hebben gevonden. Naar men verder verhaalt, zou de machinist voor zijn cordaatheid een geldelijke belooning hebben ontvan gen en de brugwachter wegens zijn na latigheid in hechtenis zijn genomen. Het een zoowel als het ander moet aller instemming wegdragen, maar niet ongepast is tevens de wensch, dat de directie dezer Spoorwegmaat schappij zich niet door misplaatste zuinigheid late bewegen om een en kel persoon slechts met het toezicht over een brug te belasten, maar die gewichtige post ter bewaking en behandeling aan voldoend personeel toe te vertrouwen, ten einde te voor komen dat het leven der reizigers op onverantwoordelijke wijze aan de grootste gevaren worde blootgesteld. Aan de beurs te Kopenhagen vond den 5 dezer de verkooping plaats van drie stoomschepen der reederij »Freia". Het stoomschip »Heimdal,datgesehat werd op 430000 kronen, werd voor 185000 kronen verkocht. De beide andere booten »Hermod" en »Freia", wier waar de op ,190000 en 160000 kronen werd geraamd, konden te zamen niet meer dan 137000 kronen opbrengen. De verkoopers namen dit aanbod echter niet aan. Uit deze cijfers blijkt voldoende de treurige toestand der reederijen. Men seint uit Kopenhagen De advies-boot »Blitz" van het Duitsche escader kwam Woensdag nacht in de nabijheid van het Kat- tegat, in botsing met de Engelsche stoomboot Oakland, welk schip on- middelijk zonk van de equipage 17 man, werden slechts twee geyed. De Blitz bekwam geen schade. Ook zijn twee Duitsche torpedo booten met elkander in botsing ge weest, waarvan een is gezonken. Een man verdronk. 25-jarige Echtvereeniging van JACOB SCHOUTEN en JANNETJE DE JAGER. Helder, 12 Sept. 1885. Uit naam hunner dankbare Kinderen, M. SCHOUTEN. 12'Marige Echtvereeniging van A. G. MEEUWENOORD en E. SMIT. IJmuiden, 13 Sept. 1885. Hunne dankbare Kinderen. ZONDAG 13 SEPT. 1885, hopen wij de Echt- vereeiiigiag te vieren van A. G. MEEUWENOORD en E. SMIT. IJmuiden, 10 Sept. 1885. Uit naam hunner Ouders, Broeder en Zusters.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1885 | | pagina 2