'T VLIEGEND BLAADJE.
ELEINTE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1313.
Woensdag 16 September 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
ADonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bnreaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavortontlën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 15 Sept. 1885.
De gecombineerde manoeuvres van
Land- en Zeemacht behooren nu reeds tot
de geschiedenis, daar de oorlogstoestand
van af Zaterdag als geëindigd mag beschouwd
worden. Al kunnen we zelf geen juist
oordeel vellen over de verrichtingen van
leger en vloot, we gelooven gaarne, afgaande
op het oordeel der daartoe bëvoegde auto
riteiten, dat die spiegelgevechten nut, ja
zelfs groot nut hebben gehad, zoowel voor
bevelhebbers als minderen. Men heeft kun
nen zien, waar het nu en dan aan haperde
en kan zich voortaan daarvoor wachten,
gebreken vermijden en wat goed was nog
beter of doelmatiger maken; en daarom
achten we tijd en geld, aan de oefeningen
ten koste gelegd, niet verspild, integendeel,
goed besteed. Dat ons gevoelen werd ge
deeld door hen, die met de leiding der
manoeuvres belast waren, bleek Zaterdag
morgen.
Bij 't obtervatorium stonden de troepen,
die eea gansche week in het vuur geweest
waren, geschaard. Het 2de bataljon, 7de
regiment infanterie uit Hoorn op den
rechtervleugel en de bezettingen der forten
en batterijenzooals ze daar gedetacheerd
geweest waren. De kolonel Hojel, bevel
hebber der landmacht, omringd door zijn
staf, inspecteerde de troepen en betuigde
zijne tevredenheid over hunne houding.
Nadat vervolgens een carré geformeerd
was, zeide de kolonel, dat de oefeningen
waren afgeloopen en las een dagorder voor
van Z. E. den vice-admiraal, waarin lof
werd toegezwaaid aan de officieren, onder
officieren en mindere manschappenuit
wier ijver en geschiktheid gebleken was,
dat koning en vaderland in tijd van nood
op leger en vloot kunnen rekenen. De
kolonel eindigde met een krachtig „Leve
de Koningwelke kreet met geestdrift
door de troepen werd herhaald. Daarna
defileerden de verschillende afdeelingen
voor hun bevelhebber.
Het 2e bat., 7e reg. inf., commandant
majoor jhr. Meyer, marcheerde toen naar
de stoomboot, die de manschappen over de
Zuiderzee naar Hoorn zou terugvoeren,
vergezeld tot de plaats van inscheping door
de stafmuziek der K. Marine, onder directe
van den kapelmeester Koning en
door den kolonel Hojel en diens staf.
Men. leest in liet weekblad De
Scheepvaart."
Yan de uitgevers-firma Berkhout Cp.
te Helder, ontvingen wij een exemplaar van
„De Samenstelling van Schepen, benevens
conige beschouwingen over vorm, almetin-
gen en verdeeling van gewichten, door A.
E. Arkenbout Schokker, luitenant ter zee,
leeraar aan het Koninklijk Instituut voor
de Marine."
Blijkens het voorbericht is het in de eer
ste plaats des schrijvers doel geweest, een
leerboek zamen te stellen ten dienste van
de adelborsten, aangezien er van dien aard
niets bruikbaars bestond. Wel bestaan er
onderscheidene werken over scheepsbouw,
doch allen van te grooten omvang om als
handleiding bij het onderwijs gebruikt te
kunnen worden. Wij vermeenen dat de
heer Arkenbout Schokker er niet alleen uit
stekend in geslaagd is een duidelijk en prac-
tisch leerboek voor de adelborsten samen te
stellen, maar voor allen voor wie hun schip
hun huis is, allen die met schepen of scheep
vaart in betrekking staandat hij hen aan
zich verplicht heeft, door hen in de gelegen
heid te stellen zich een algemeen denkbeeld
te vormen van de samenstelling van een
schip, zonder dat hij in te diepzinnige be
schouwingen vervalt.
Volgens onze meening mag dit werk in
de handen van geen enkelen scheeps-officier
zoomin van de oor logs- als koopvaardij-
marine ontbreken.
De teekeningen munten uit door groote
duidelijkheid van voorstelling, en de geheele
typograpbische uitvoering van het boek, ver
dient een woord van lof.
De prijs is f2.75.
Te Hoorn is het perceel, toe-
behoorende en bewoond door den
heerE., in den nacht van 10 op 11 dezer
door brand vermeld. Burgerlijke en
militaire overheden waren allen te
genwoordig, en met groote krachts
inspanning heeft men den brand tot
huis en bergplaats weten te be
perken. Naar men zegt is alles te
gen brandschade verzekerd, behalve
de eigendom van een luitenant der inf.,
die daar kamers bewoonde en juist aan
de oefeningen te Helder deelnam.
Op de Prins Henderikkade te
Amsterdam ontmoette een man zijn
schoenlapper, wien hij eenige dagen
geleden een paar laarzen had gegeven
om te herstellen. Hij meende een
bijzondere overeenkomst te zien tus-
schen het schoeisel van Mr. Pik
draad en de geïncrimineerde laarzen.
Hij greep daarom dezen aan, trok
hem een der laarzen uit, en toen de
indentiteit zich bevestigde, bracht hij
den om het mijn en dijn zich niet
veel bekommerenden schoenlapper
met de laars zulk een hevigen slag
op het hoofd toe, dat deze een wijn
huis werd ingedragen, alwaar hem
geneeskundige hulp werd verleend.
Te Arnhem is een vrouw met
de jeneverflesch in de hand dood in
bed gevonden. Zij bleek in den drank
gestikt te zyn.
De gemeenteraad van Enk
huizen heeft besloten, adhaesie te
schenken aan het voorloopige plan
tot droogmaking van de Zuiderzee,
en tot afgevaardigde naar een even
tueel in deze zaak te houden ver
gadering benoemd den heer R. J.
D. Hartkamp, burgemeester.
Het Haagsche Dagblad verze
kert, dat verscheiden firma's te Rot
terdam haren werklieden hebben me
degedeeld, dat zij, die aan de mani
festatie voor het algemeen stemrecht
deel nemen, daardoor geacht zullen
worden, uit haar dienst te zijn ont-
Men schrijft uit Ylissingen
De dezer dagen in het naburige
Yeere gehouden openbare verkooping
van huizen en erven doet maar al
te duidelijk zien, dat deze stad on
der de eerste van de villes mortes"
kan worden gesteld. Er werden 10
gebouwen en erven verkocht, waar
onder 2 koetshuizen met stalling
voor f120 en f125 het stuk, 3 hui
zen met erf en tuinen voor f100
f105 en f205 het stuk, 3 woonhui
zen voor f90, f140 en f155 het stuk,
1 pakhuis en erf voor f 110 en ein
delijk een heerenhuis voor f300.
De 10 perceeleu dus te zamen voor
f1450
Een vrouw, die hare buur
vrouw in de Czaar Peterstraat te
Amsterdam zulk een schop gaf, dat
het mensch ontijdig bevallen en over
leden is, werd in hechtenis geno
men. Zij zelve is moeder van twee
kinderen.
Zaterdagnacht is te Middelburg
weder een groote spiegel verbrij
zeldthans niet in een winkel,
maar bij den hypotheekbewaarder in
de Molstraat. De daders blijven on
bekend.
Als een bij zonderheid deelt
men aan het Yad. mede, dat er
Vrijdag tegen den avond op enkele
plaatsen in het Zuidwesten van
Scheveningen sneeuw is gevallen.
Binnenkort zal voor het gerechtshof te
's Gravenbage terechtstaan de Schiedammer,
die twee maanden geleden een doodslag
pleegde. De beschuldigde, A. M. Vering
meier, koperslager te 8chiedam en aldaar
geboren, is pas 22 jaren oud.
Uit de gevoerde instructie is o. a. het vol
gende gebleken
In den vroegen ochtend van Vrijdag 10
Juli jl., ruim 3 uur verliet de grasmaaier Van
Aalst met zijn dochter Anna en een anderen
grasmaaier, Piet Wittenberg, de woning van
Larman te Schiedam, waarin zij allen ver
blijf hielden, om naar hun work te gaan, toen
op den Singel bij de R. C. Kerk de beschul
digde hen ontmoette en voorbijliep zonder
te spreken. Van Aalst en Wittenberg zagen
hem even na en besch., die toen ook juist om
keek, kwam daarop naar Wittenberg toe, die
staan bleef. Van Aalst en zijn dochter lie
pen voort en werden op ongeveer 60 passen
;evolgd door Wittenberg en besch. die schijn-
)aar zeer kalm een gesprek voerden, waarvan
de voor hen loopende getuigen den inhoud
niet verstonden. Alleen hoorden zij den
besch. eens zeggen: „ik waag er tien jaar
aan." Deze getuigen kenden Veringmeier,
daar deze vroeger had verkeerd met een doch
ter van Larman, bij wien hij inwoonde, en
van wien Wittenberg een zwager was. Aan
den Singel bij den Rotterdamschen dijk ge
komen, zijn deze getuigen dien dijk overge
gaan en bovenop gekomen, zagen zij om naar
Wittenberg, die toen nog met besch. zeer
rustig voortwandelde. Toen zij den dijk aan
den anderen kant afgegaan waren, hoorden
zij een oogenblik daarna dat er iemand ver
moord was en, terugkeerende, troffen zij Wit
tenberg aan, stervende en sprakeloos en ge
heel bebloed, in het koffiehuis op den hoek
van den Singel en van den dijk. De jas van
den verslagene, die deze bij zijn vertrek nit
Larman's woning aan had en die deze ge
tuigen hem onder weg niet hebben zien uit
trekken, vond van Aalst in een gang naast
het koffiehuis; hij heeft deze medegenomen
naar Larman's woning, waar hij hem later
aan de politie heeft gegeven.
Wat er gebeurd is in de weinige oogenblik-
ken dat van Aalst en zijn dochter den dijk
afgingen P Verschillende getuigen hebben het
weten te verhalen.
Ten eerste een brandersknecht, M. Nessen,
die uit zijn venster ziende, de wandelaars had
bespeurd en zag, dat bij den Rotterdamschen
dijk een grasmaaier en besch. bleven staan,
dat besch. toen dreigend den grasmaaier de
vuist voorhield. De grasmaaier was toen in
boezeroen zonder jas aan, doch hield een op jas
een gelijkend voorwerp over den arm. Slechts
een oogenblik later, terwijl hij zich van het
venster had afgekeerd, hoorde hij roepen:
houd den moordenaar, en, naar buiten snel
lende, zag bij den grasmaaier liggen, badende
in zijn bloed terzelfder plaatse waar hij hem
even te voren had zien staan en bij hem twee
juffrouwen, die hij met twee heeren, toen hij
uit het venster zag, langs den dijk had zien
aankomen. Nessen merkte op dat naast het
hoofd van den grasmaaier een zak lag, dien
hij bij zich had gedragen en hoogstens 5 pas
van hem af een jas; dat de maaier een wonde
had achter het oor die get. nog getracht heeft
dicht te houden, doch te vergeefs, waarna hij
de hulp is gaan inroepen van den geneesheer
Van der Swan.
De twee heeren en juffrouwen waren leden
van een gezelschap dat op de Sehiedamsche
kermis muziekuitvoeringen had gegeven, te
wetenJ. W. Kelly en zijne vrouw M. J. van
Velgen,. K. L. Westenberg en J. M. C. van
der Haas.
Op hun terugtocht naar Rotterdam langs
den dijk zagen zij twee personen, die zij later
als besch. en verslagene hebben herkend, aan
komen en aan den voet van den dijk elkaar
zonder een woord te spreken, aanpakten.
Besch. trok den verslagene, die geen jas aan
had, neer, wierp hem op den grond voorover,
zoodat de verslagene met zijn hoofd kwam ter
hoogte beschuldigde's buik, hield hem op het
lichaam vast en gaf hem twee stompen aan
het hoofd. Hij hief zijn rechterhand, waarin
hij iets had, daartoe op en liet die den ander
op het hoofd vallen, waarna beiden op den
grond vielen.
Op het geroep van een hunner: „kerel,
wat doe je daar", rees de besch. op en nam
de vlucht, terwijl de get. van Velgen daarbij
zag dat hij in de rechterhand een blinkend
voorwerp had. De getroffene bleef daaren
tegen roerloos liggen. Op hun hulpgeroep
kwamen er personen aanloopen, die den ge
troffene hebben gedragen in een koffiehuis,
vlak in de nabijheid, waar hij zonder een
woord te spreken is gestorven, terwijl de in
middels geroepen geneesheer Van der Swan
den getroffene in geheel bewusteloozen toe
stand heeft aangetroffen, zonder hart- of pols
slag, met een gesneden wond aan de linker
zijde van het aangezicht ongeveer 3 centime
ter lang en diep. Op zijn last werd de ver
wonde naar het ziekenhuis te Schiedam over
gebracht, doch bij zijn onmiddellijk bezoek
aldanr bevond bij, dat de verwonde bereids
was overleden. Uit het visum repertum
der deskundigen S. Thomas en C. P. Burger
blijkt dat de dood het gevolg is geweest van
verbloeding, veroorzaakt door met een scherp
voorwerp toegebrachte verwondingen.
Ondertusschen waren de beide artisten
Kelly en Westenberg den besch. achterna ge-
loopen in de straat, uitkomende op den dijk.
Daar zag Kelly den besch. een beweging ma
ken alsof hij een knipmes dicht deed, en hoor
de hij hem iets naar boven werpen, dat hij ook
hoorde vallen. Dit met bloed bevlekte en
gesloten mes is kort daarna door H. Rijm
boek, koopman te Schiedam gevonden, op het
straatje van het erf zijner woning en is door
hem aan den hoofdagent van politie Wagen
maker ter hand gesteld.
Besch. liep vervolgens een dwarsstraat
door en een hoek om en verborg zich achter
een hekje voor een plaats bij een woning,
dicht bij een molen. Op het geschreeuw van
Kelly: „hond den moordenaar!'* kwam de
bewoner naar buiten, waarop besoh., die
overal met bloed bevlekt was over het met
bloed besmette hekje weer op straat sprong
en door Kelly en anderen gegrepen werd.
Alle getuigen verklaren dat besch. niet dron
ken was. Toen hij aangehouden werd, zeide
hij: „laat mij los, wat moet je van mij", en
op de opmerking van Kelly dat hij iets mis
dreven had, antwoordde hij, „een beetje klap
pen, dat gaat jou niet aan."
Welke reden heeft besch. nu tot deze mis
daad bewogen P Volgens hem had hij in den
nacht van 10 op 11 Juli te Schiedam kermis
;ehouden en was na het gebruik van eenige
lorrels jenever en van omstreeks 20 glazen
bier, wat gaan rondloopen om zich wat op te
frisschen. Hij is toen tegengekomen den ge
tuige Van Aalst en den verslagene, dien hij
kende voor een oom van zijn vroeger meisje,
Bernardina Larman, bij wien hij zich gevoegd
heeft en achter Van Aalst en zijn dochter
zijn opgekuierd. Het gesprek is toen geko
men op een voorval, dat in den afgeloopen
nacht had plaats gehad in een bierhuis, waar
hij zich boos had gemaakt op Bernardina, om
dat deze hem had beleedigd. De verslagene
deelde hem mede, dat hij er wat op zon krij
gen van de familie van Bernardina, die op
hem loerde, waarop besch. antwoordde, dat
hij voor den grootsteu niet bang was. Hierop
zou de verslagene, die evenals de Van Aalsten
nit Noord-Brabant geboortig was, gezegd
hebben „dan zal ik met mijn Brabantschen
kop het bloed uitje verbijten." en niet
tegenstaande besch. weigering om met hem
te vechten zijn jas hebben uitgetrokken en
op straat geworpen en hem een klap in het
aangezicht hebben toegebraclft. Daarop zijn
zij aan het worstelen geraakt en verder weet
besch. niet wat er is geschied, vóórdat hij in
het politie-bnreel is gebracht. Het knipmes,
door hem als zijn eigendom erkend, had hij
den vorigen avond bij een koopman op de
kermis gekocht.
Door Bernardina Larman is nog verklaard
dat zij vroeger verkeering heeft gehad met
besch. en zij die op raad van haar moeder
heeft afgebroken, omdat besch. onverschillig
was en haar niet goed behandeldedat hij
haar sedert meermalen placht te beleedigen
en haar o. a. ook nog in den nacht van 9 op
10 Juli te Schiedam een slag heeft toege
bracht in een bierhuis, waar hij in gezelschap
van een ander meisje was, terwijl zij zich met
haar tegenwoordigen vrijer daar bevond. On
waar is het volgens haar, dat zij hem uit
jouwde en hem door hare gedragingen ver
bitterde, sedert zij niet meer met hem ver
keerde.
Veringmeier wordt door het (O. M. dat in
deze door jhr. mr. de Savornin Lohman zal
worden waargenomen, wegens manslag ver
volgd.
De rechtbank te Alkmaar heeft,
blijkens de »Alkm. Ct." uitspraak ge
daan in de zaak van de wed. Siebrands
aldaar, tegen de gemeente. De recht
bank overwoog, dat nu bet vaststaat,
dat Siebrands is getroffen door een
keps of kolder en hij dientengevolge
is overleden, alleen te onderzoeken
valt of die kolder gevallen is van de
stelling voor de Waag, wat de ge
meente niet beeft erkend en door de
wed. Siebrands niet was bewezen,
evenmin als bet bedrag der aan baar
door den dood van baren echtgenoot
toegebrachte schade. Vermits de recht
bank verder overwoog dat de ge
meente niet bad bewezen of zelfs be
weerd, dat bet onheil baar schuld niet
was, werd bij bet vonnis de aanspra
kelijkheid der gemeente aangenomen,
mits het feit, dat de kolder van de
stelling voor de waag was gevallen,
zou vaststaan. Geleid door deze over
wegingen, gelastte de rechtbank de
wed. Siebrands om door getuigen en
alle middelen rechtens te bewijzen
1°. dat de kesp of kolder, die baar
man beeft getroffen, is gevallen van
de stelling voor de Waag.
2°. de hoegrootheid van bet bedrag
der door baar geleden schade.
De rechtbank gelastte dat dit ge
tuigenverhoor zal worden gehouden
op 15 October a.s.
Door de ambtenaren te Oud-
Yroenboven (Belgisch Limburg) zijn
750 kilo tabak, waarschijnlijk uit
Maastricht afkomstig, onder de vol
gende omstandigheden aangehouden.
Een voerman kwam daar met een
kar met hooieen oude knol, voor
bet voertuig gespannen, weigerde
zijn dienst juist in de nabijheid van
bet grenskantoor. Toen nu eenige
inwoners en ook de ambtenaren naar
bet weerspannige paard kwamen zien,
meende de geleider dat hij ontdekt was
en zette hij bet op een loopen. Dit
verwekte achterdocht en leidde tot
de ontdekking der smokkelpartij.
Mejuffrouw H, een café-chan-
tantzangeres, bad een liefdesbetrek
king met een goochelaar, die baar
echter trouweloos verliet en zijne
biezen pakte, terwijl bij baar als
souvenir zijne schulden achterliet,
die zij betalen mocht.
Gedurende verscheidene maanden
goochelde de man in verschillende
oorden der wereld, toen hij onlangs
in een Noord- Duitscb stadje een
advertentie las, waarin mejuffrouw
H., chanteuse, wier verblijfplaats on
bekend was, werd verzocht zich bij
een notaris in Pommeren aantemel-
den, in zake een erfenis van der
tigduizend mark, die baar door een
oom vermaakt was.
De slimme goochelaar reisde on
middellijk naar Budapest, waar hij
wist dat de jonge dame zich bevond
hij zocht baar op, viel baar te voet,
vroeg vergiffenis, zwoer dat hij zon
der baar niet kon leven en bood aan
om dadelijk met haar te trouwen.
Er volgde een omhelzing en wel
dra begaf men zich naar bet trouw-
altaar.
Na bet huwelijk zei de slimmert
langs zijn neus weg: »weet je wel
kindje dat je dertigduizend mark
hebt geërfd?"
Zij lachte allerbekoorlijkst en ant-