'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
DE TRIOIF DER LIEFDE.
No. 1319
Woensdag 7 October 1885.
Dertiende Jaargang.
g
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
ISb
s e
rs!
KEI
bij:
ütoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 s> franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
BnreanxSPOORSTRAAT es ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels 25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere lettera worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
aatf NIEUWSTIJDINGEN.
a HELDER, 6 Oct. 1885.
In de Mem. van Toel. betref
fende de oorspronkelijke vestingbe-
in rooting voor 1885 is de weg aan-
eM(ewezen, dien de Min. v. O. wenscbt
e volgen bij de verdere voltooiing
r s an het vestingstelsel. Deze betreft
hans hoofdzakelijk de inrichting van
je Amsterdamsche stelling, zooals die
jij de behandeling der vestingbegroo-
ing voor 1881 in beginsel is aan
Stelling van den Helder. Er
""boeten alsnog sommige voorwerken
fan de forten aan de landzijde der
(helling, die aanmerkelijk vereenvou-
jigd zijn, worden geslecht, daar de
le voorwerken bij de tegenwoordige
'pestanden nadeelig zijn voor de ver-
jediging.
Tegen den gezagvoerder van
»Zeemeeuw\ Maarten Pronk,
hipper le kl, bij het Nederl. Loods
wezen, welk stoomschip den lOen
anuari onder Vlaardingen bij mis-
w weder de Oude Maas in den
gevaren heeft, waarbij 8 per-
[ej pnen het leven verlorenis door het
-ej.
H.
'Oi
'penbaar Ministerie bij de rechtbank
Rotterdam, waargenomen door
Van Haaften, veroordeeling ge
acht. wegens onwillig veroorzaken
an manslag onder verzachtende om-
;andigheden, tot twee geldboeten,
ik van f50, subsidiair 7 dagen ge-
'angenisstraf en verder in de kos-
j ten van het geding, invorderbaar bij
'i:jfsdwang. De verdediger rar. E. E.
eianRaalte concludeerde tot vrijspraak
-tiaar het overtuigend bewijs der
ichuld niet gegeven was. De uit-
bepaald op 8 dezer.
htj
Men schrijft uit Apeldoorn
Toen J. B. Kloppers, de hoofdper-
loon bij de poging tot kinderroof,
;earresteerd werd, vond men bij hem
sn revolver, een dolk, en
ien stok met looden knop. Kloppers
sn mevr. B. zijn gevankelijk naar Zut-
overgebracht. De gezelschaps
S. is wederom op vrije voeteu
;esteld. Het rijtuig, waarmede de
ontvoering zou plaats hebben, was
als het ware een magazijn van on
der- en boven-kleedingstukken. Alles
is in beslag genomen.
In verband met de mislukte po
ging tot ontvoering van de beide
kinderen van den heer Hoek, is nu
ook mej. S de gezelschapsjuffrouw
van mevr. de weduwe Bulkley, na
eerst op vrije voeten te zijn gesteld,
gearresteerd en naar Zutfen overge
bracht.
Uit het getuigenverhoor is geble
ken, en mevr. Bulkley heeft het
thans ook erkend, dat zij wel een
stoomjacht tot vervoer naar Enge
land had gereed liggen. Of men
evenwel daarvan in dit geval ge
bruik zoude gemaakt hebben, valt
te betwijfelen.
Aangaande de poging tot kinder
roof te Apeldoorn deelt men nog
mede, dat reeds 14 dagen geleden
een plan daartoe beraamd was, maar
toen is mislukt. Men wilde toen de
kinderen per rijtuig van Arnhem
naar 's-Hertogenbosch brengen via
Grave. Te Grave waren reeds vroe
ger twee personen van Arnhem per
rijtuig aangekomen, die allerlei in-
formatiën betreffende wegen enz.
namen. Bij den rytuigverhuurder
Th, werd o. a. gevraagd, of hij 's nachts
kon rijden en of het veer steeds ge
reed was. Nu 14 dagen geleden
kreeg hij telegrafische order om
's nachts tegen 12 uren de twee beste
paarden van zijn stal aan het veer
gereed te hebben. Hij vermoedde
dat hij met smokkelaars te doen had,
en, bevreesd voor inbeslagneming,
gaf hij den ontvanger kennis. Deze
zond maréchaussees, doch men wacht
te te vergeefs. Een paar dagen later
kreeg Th. bericht, dat men verhin
derd was geworden, en verzocht men
opgave der kosten.
Zijn wij goed ingelicht, dan zijn
onderscheidene lichttorens en redding
bootstations ten behoeve van de Ne-
derlandsche kustwacht in electrische
gemeenschap met het Rijkstelegraaf-
net gebracht, en gaat men ijverig
voort met den verderen aanleg van
de nog ontbrekende verbindingen,
zoodat men vermoedelijk binnen wei
nige maanden de voltooiing van het
werk kan te gemoet zien.
De officier van justitie te U-
trecht verzoekt opsporing,aanhouding
en bericht van jhr. Bernard Mattheus
Frans Junius van Hemert, 26 jaren,
geboren te Batavia, laatst wonende
teMarseille en verblijvende te Utrecht,
wegens rebellie, waarom hij door de
arrondissements-rechtbank te Utrecht
is veroordeeld tot een cellulaire ge
vangenisstraf van 6 dagen. Hij houdt
zich vermoedelijk te Amsterdam of
in de omstreken op.
Dezer dagen miste de echtge-
noote van den koetsier op den huize
Weldain, die onmiddellijk aan den
grintweg van Diepenheim naar Goor
woont, een harer kinderen, een lief
meisje van ruim drie jaar, dat buiten
liep te spelen. Eenige ©ogenblik
ken te voren was een rondreizende
kermistroep voorbijgekomen, en spoe
dig kwam bij de moeder het ver
moeden op dat de kleine door dezen
was medegenomen. Zonder lang be
raad achtervolgde zij den troep, dien
even voor Goor inhaalde. Hoe
wel de lieden eerst ontkenden, bleek
het der moeder spoedig, dat het kind
zich in den reiswagen bevond en, of
schoon niet zonder moeite, slaagde
zij er in het terug te krijgen.
Opmerkelijk is het zeker, dat de
ontvoerders het kind in nog geen
half uur tijds reeds zoo aan hen ge
hecht hadden weten te maken, dat
het in 't eerst niet weer met de
moeder mee wilde.
Jammer genoeg, werd de politie
niet met deze zaak in kennis gesteld.
Ongetwijfeld verkeerde de moeder,
wier echtgenoot afwezig was, te zeer
onder den indruk der blijdschap over
het terugkomen van haar kind, om
daaraan te denken. De troep trok
dientengevolge ongestoord verder, om
misschien elders, en wie weet, wel
licht met beter gevolg, dezelde po
ging tot het ontvoeren van kinderen
te herhalen. (A.)
Bij een onweder te Veendam
werd een jonge dochter, die aan de
deur stond, door de helle stralen zoo
getroffen, dat ze zoo goed als blind
naar Groningen is gebracht en onder
geneeskundige hehandeling gesteld.
De zaak van den diamanten
diefstal te Scheveningen is thans bij
de politie aanhangig gemaakt, zon
der dat men nochthans nader tot de
ontdekking van den dader of daders is.
Dezer dagen vervoegde zich
ter Secretarie te Wormerveer een ze
kere K. v. B., die eenigen tijd had
doorgebracht in het het gesticht No.
3 te Yeenhuizen.
Toen hem door den Burgemeester
werd gevraagd, wat hg nu zou gaan
doen, luidde zijn onbewimpeld ant
woord»hoe eerder hoe liever zal
ik zorgen daar weer heen te komen,
't Is daar maar wat best. Goed eten,
niet te veel doen, een best kost
huis
Deze brave was, naar het schijnt,
door de broeders goed op de hoogte
gebracht ofschoon de man half
idioot kan genoemd worden van
de wijze, waarop hij zijn wederin-
trede in dit gesticht zoo gemakke
lijk mogelijk kon maken.
Hij had plan, zoo vertelde hij, om
weer te gaan bedelen, maar niet te
Haarlem, want daar laten ze je eerst
een 3 maanden brommen vóór ze je
opzenden. Neen, ik ga naar Alk
maar bedelen en als ze me daar op
pakken, dan word ik dadelijk weer
opgezonden naar het gesticht!"
Het aantal ongelukken, die door
het onvoorzichtig gebruik van petro
leum veroorzaakt worden, werd te
Joure met een vermeerderd. De
jonge machinist van de stoomboot op
Echten, welke gereed lag tot vertrek,
goot, om spoedig de stoomkracht te
versterken, een nog al aanzienlijke
hoeveelheid petroleum in zijn vuur,
met dit gevolg, dat door geweldig
naar buitenslaando vlammen zijne
kleederen werden aangetast en hg in
een oogenblik in lichte laaie stond.
Wel was er gelukkig spoedig hulp
en het vuur werd gedoofd doordat
men den ongelukkige in het water
wierp, maar intusschen was hij al,
vooral aan het hoofd, handen en ar
men, deerlijk gewond. Al het hoofd
haar was afgebrand en het gelaat
en de handen geheel ontveld, maar de
geneesheer, die de eerste hulp verleen
de, heeft toch hoop op zijn herstel.
Een beschonken bakker in de
Friesche gemeente F. kreeg dezer
dagen op den publieken weg twist
metzijn kruiwagen, dien hij
erbarmelijk sloeg en schopte. Ein
delijk moede geslagen, bekoelde zijn
drift, hg nam zijn vijand op en bracht
hem thuis. Het gevecht had natuur
lijk veel toeschouwers gelokt.
Dezer dagen werd in een druk
kerij met de krant een kookhoek ge
zet. Door een onhandigheid van
een der zetters geraakte bij het op
maken der krant een stuk zetsel van
het kookboek tusscken de kolommen
van het dagblad. Het was een ge
deelte van een recept voor morel-
lensaus, dat in een artikel over de
heidenbekeering aan den Congo ver
zeild geraakte. Door deze noodlot
tige omstandigheid luidde het artikel
als volgt:
De missionarissen deelen mede dat
het zendingswerk ongetwijfeld voor
uitgaat. Gedurende de laatste drie
jaren heeft de zending in het binnen
land van Afrika vasten voet gezet
en zijn verschillende zendelingen naar
de groote negerstaten aan des Ae-
quator gezonden. Zg leggen er zich
voornamelijk op toe om jonge neger
kinderen te doopen de gemakkelijk
ste en beste weg om ze daarna week
en malsch te maken is ze langdu
rig met een vleeschklopper te klop
pen tot dat het vleesch er van murw
en zacht is, dan met bouillon en wat
fijne witte peper in een verglaasde
pan leggen en langzaam laten sner
ken totdat ze geschikt zijn om in
kleine stukjes te worden gesneden
en door een zeef te wrijvendan
twee a drie uur langzaam koken en
met Gods hulp zullen er eenmaal be
langstellende Christenen uit groeien,
die op hun beurt weder anderen zul
len helpen leiden en ontwikkelen, enz.
FEUILLETON.
Roman van
B. M. KAP RI.
1 41.
Zij komt mij voor als een fraaie vlinder,
wier kleurenpracht door een ruwe hand ver
stoord kan worden. Maar wat heeft men aan
die kleurenpracht, als onder al die lieftallig
heid de vernieling langzaam maar zeker haar
weg vervolgtP Weg dus met die ziekelijke
toegevendheid, zeg ik. De zaak moet toch
eens aangepakt worden, en „mille tonner-
nerres!" er moet toch een middel zijn, om
alles voorzichtig weer terecht te brengen. Ik
ben dat eeuwige draaien en zoeken moede.
„Gij zult Marion dooden, dokter. Wat zal
er van haar worden, als zij bij haar hooghar
tigheid tot de ontdekking komt, dat het
brood, dat zij eet, het mijne is en dat ik mij
vermeten heb, haar beschermer te zijn P"
De dokter zweeg.
„De toestand zal verschrikkelijk zijn,"
vervolgde Alferro, „als gij haar gruwzaam uit
haar droom opschrikt. Wat hebt gij haar te
bieden in ruil voor den waan, waarin zij ge
lukkig isP De opnieuw ontwaakte, schrikke
lijke herinnering, aan ellende, armoede en
verdriet. Denkt gij, dat Marion, dit edele
jonge meisje, niet ontsteld en diep beleedigd
dit verblijf zou ontvlieden, als zij wist dat ik
het ben, die..,. Maar zie toch, Dubois, de ge
dachte aan dat alles pijnigt mij zoo, dat ik
niet in staat beu er langer over te spreken."
„Maar, wat wilt gij dan eigenlijk P Als zij
nooit meer haar verstand terug mag beko
men, zie ik niet in...."
„Mijn beste dokter, mijn vriend, is er
dan geen middel, om onder de gegeven om
standigheden onze Marion te genezen, zon
der haar die inlichtingen te geven P"
„Gij verlangt het onmogelijke.... Naar mijn
oordeel ia znlk een middel niet te vinden."
„Wel nu, dokter, dan verlang ik dat de
zaak bij het oude blijft. Liever wil ik Marion
waanzinnig en gelukkig, dan genezen en on
gelukkig zien."
„Gij hebt slechts te bevelen! Gij wilt dus
uw leven lang aan de voeten van een waan
zinnige liggen P Waarlijk een heldhaftig be
sluit!"
„Waanzinnig of niet, mijn leven behoort
haar. Nooit zal ik Marion verlaten."
De dokter zag hem aan met een uitdruk
king op het gelaat, waarin spot en medelijden
om den voorrang schenen te strijden.
„Nu," xeide hij eindelijk, „als dat u ernst
is, markies, dan geloof ik eindelijk toch eens
een man ontmoet te hebben, die weet wat be
minnen is. MerkwaardigMaar dat helpt ons
niet uit den nood. Die vlagen van waanzin
zijn ondoorgrondelijk en werpen dikwijls alle
berekeningen in duigen. Hoe weet gij dan,
dat Marion altijd blijven zal bij het denk
beeld, dat zij nu heeft opgevat. Bij een kran-
ken geest kunnen vaak allerlei veranderingen
plaats hebben."
„Dokter, dat zon verschrikkelijk zyn
„Maar toch is het zoo. Nu zijn wij echter
weer even ver als dat daar straks. Ik moet
u eerlijk bekennen, dat onoplosbare raadsels
en niet te ontwarren knoopen mij steeds een
gruwel waren. Ik moet volgens een vast plan
kunnen werken.... ik zie het wel, voor een
geneesheer in een krankzinnigengesticht ben
ik nu eenmaal niet geschikt.,.. Als de oude
er niet waB, dan had ik wel een plan."
„Laat eens hooren, dokter, uwe plannen
waren doorgaans goed."
„Met het oog op Marion klinkt dat bijna
als scherpe spot, Alferro. Het arme meisje
zou er even goed aan toe zijn, als zij in het
geheel geen dokter had. Maar, om op mijn
plan terug te komende oude maakt de zaak
uiterst moeielijk, ja byna onuitvoerbaar. Ik
kan het nu eenmaal niet helpen, ik heb een
hekel aau oude vrouwen."
„Maar. ik begrijp niet, hoe dat hierbij te
pas kan komen...."
„Zie hierIk dacht zoo, dat als Marion dit
bekoorlijke verblijf als meesteres, niet als be
schermeling bewoonde, dan zou het misschien
niet zoo hardvochtig zijn, om te beproeven
haar te leeren inzien, dat dit oord geen
hemelsch, maar een aardsch paradijs is. Ik
ben rijk, wat belet mij om dit landgoed, dat
mij uitstekend bevalt, van n te koopen P"
„Om het Marion ten geschenke te geven P
Zij zou het niet aannemen, dokter, geloof mij,
Marion neemt van niemand geschenkeu aan,
wees daar zeker van."
„Tan een geschenk, Alferro, kan ook onder
deze omstandigheden geen sprake zijn, maar
daar Marion en ik reeds thans als vader en
doohter in zulk eene nauwe betrekking tot
elkander ótaan, durf ik hopen, dat zij mij ook
op de aarde met niet al te veel tegenzin „va-
der^zou willen noemen endan kan ik misschien
door haar als dochter aan te nemen, het lieve
kind tot meesteres van dit goed maken
Uit nw hand zon zij wellicht weigeren, wat zij
uit de hand van een ouden man, haar vader
lijken vriend, wel zon aannemen
Alferro greep de hand van den dokter. „Ik
dank u van harte dokter," riep hij aange
daan.
„He.... hemijn vriend, beslist hebben
wij nog niets. Wat beginnen wij met de oude,
die neem ik, zooals gezegd, niet op den koop
toe."
„Ik verkoop u het landgoed niet, dokter
Dnbois."
„Maar dan valt het plan van zelf in dui
gen."
„Toch niet, dokter, integendeel. Ook ik
heb een plan 't is vreemd, dat het mij niet
eer is ingevallen. De mensch is en blijft toch
een slaaf van zijne vooroordeelen, en deze zijn
vaak zoo machtig in ons, dat zij ons beletten
een helderen blik in het rond te werpen. Uw
plan deugt echter niet veel, dokter, dat moet
ik u zeggen."
„Hoe zoo? Ik dacht toch..."
„Neen. Zou Marion, denkt gij, uit blijd
schap dat zij hier meesteres is, ooit den angst
vergeten, dien zij heeft geleden. Zou uw
daad haar de eer teruggeven, waarvan men
haar beroofde. Zou zij ooit mijn aanblik kun
nen verdragen, daar ik getuige was van haar
vernedering, zoolang zij niet in haar eer is
hersteld P"
„Maar hoe zondt gij dat dan willen voor
komen, markies P Gij zeidet toch, dat gij een
ander plan hebt."
„Dat heb ik ook, en zoo ik hoop een goed
plan. Dat Marions goede naam weer op de
een of andere wijze hersteld moest worden,
zoodra haar toestand dit mogelijk maakte, had
ikreeds lang ingezien. Uw woord heeft ech
ter gewerkt, dokter, en bet middel, dat ik
totnogtoe niet zag, staat mij thans helder voor
den geest. Marion moet meesteres van dit
goed worden."
„Hoe bedoelt gij datP"
„Zij zal mijne vrouw worden, als zij mij
haar hand waardig oordeelt."
it zag hem i
den ineen.
De dokter zag hem aan en sloeg de han-
„AlferroMarkies!.... Wat praat gij
daar voor onzin, hoe kant gij aan zoo iets
denken P U zelf vrijwillig voor nw geheele
leven aan een waanzinnige te boeien?"
„Dokter! Ik heb Marion lief en heb ge
zworen haar te zullen wreken. Als haar echt
genoot heb ik het recht daartoe. Ja, een huwe
lijk met Marion is de beste oplossing van alle
moeielijkheden. Hier is redding voor Marion,
mijn vriend, hier is zij."
„ReddingP" riep Dubois. „Wie zegt u
dan, dat zij nog te redden isWie zegt u,
dat het meisje niet haar leven lang waanzin
nig blijft P"
Wordt vervolgd.