'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. S No. 1321. Woensdag 14 October 1885. Dertiende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. r. 7. De =13 Bï AD onnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureau: SPOORSTRAAT en ZCIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regel»25 Cent. Elke regel meer5 Grootere lettere worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 13 Oot. 1885. II Tot ambtenaar bij 's rijks be- Jastingen is o. a. ook benoemd de beer de Boer van bier. Zondagavond werd door de iorporaals-vereeniging van land- en seemacbt opnieuw in Tivoli met veel lucces ten tooneele gevoerd »De Boodschapper, ofLoevesteinin 1570," gevolgd door Joost Uilenspiegel." 5 ojDe zaal was vrij goed bezet en de Ce bezoekers gaven meermalen blijk van ïunne tevredenheid. Naar men verneemt, is door Hen Minister van Marine de gunsti ge bepaling gemaakt, dat, ten be hoeve van de verpleegden in bet Marine-hospitaal alhier, over een ze- Her bedrag kan worden beschikt tot Uankoop van uitspanningslectuur. De machinisten der le kl. in iet vaste korps bij de zeemacht J. "i. Dambrink, L. W. Weckesser, E. Graat en E. Munnik, zijn bestemd len 21 Nov. a. s per Noord-Brabant ran den Rotterdamschen Lloijd naar fl )ost-Indië te vertrekken. Aan dit letachement zal nog worden toege voegd een 40tal vuurstokers. De hoofdingenieur der marine C. Janzen en de ingenieur 2e kl. vider marine J. F. van Beek worden naar Engelaud en Frankrijk gecom mitteerd tot het bezoeken van ver schillende maritieme etablissementen. Het voornemen bestaat het ko loniale sehroefstoomschip Java, in aanbouw bij de Nedl. stoomb.-maat- schappij Rotterdam, in het begin van iet volgende jaar in dienst te stellen. Zaterdagmorgen werd op het bureau der Hollandsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij te Amsterdam door een kruier een mandaat, gróót f 5600, ter betaling aangeboden. Het stuk kwam den chef de bureau iets kleiner van vorm voor, dan ge woonlijk het geval was en inderdaad bleek het bij nader onderzoek, valsch te zijn. .j. De kruier werd onmiddellijk door /^de aaL. het centraal station aanwe zige recherche gearresteerd, terwijl JJ?het valsche stuk in beslag werd ge nomen om bij de opsporing van den dienst te doen. Door den burgemeester van Venendaal is, in overleg met den officier van justitie bij de rechtbank te Arnhem, tegen L. v. D., oud 56 jaren, vader in het oude-liedenhuis der Herv. gemeente te Venendaal, proces-verbaal opgemaakt wegens vergrijp tegen de zeden tegenover ]yj[een nauwelijks löjarig meisje, dat in ^{genoemde stichting dienstbaar ge weest is. Bij de jongste uitloting van ggWeener loten is de prijs van 200,000 flor. ten deel gevallen aanba ron Rotschild te Weenen Door den voorganger der Is- raëlietische gemeente te Nijmegen Ej zijn de slachters gebr. v. S. daar ter stede voor den tijd van zes weken geschorst in den verkoop van voor Is raëlieten bestemd vleesch, aangezien herhaalde malen is gebleken, dat de heeren zich aan bedrog schuldig maak ten door vleesch te verkoopen aan Israëlieten, dat niet voorat door ge noemden voorganger gekeurd was. en Wegens gebrek aan ruimte konden we in het vorige nommer het onderstaande niet plaatsen. Om het belangrijke der zaak geven we het alsnog een plaats. Een uitvoerig verhaal vau deze zaak in het »Geïll. Pol. Nieuws" luidt als volgt Vele herinneren zich voorzeker het rechts geding tegen mevrouw Bulkley, wegens ontvoering van het zoontje van haren schoonzoon, den heer Hoek, welke zaak, destijds voor 't Hof te 's Hage behandeld, veel sensatie verwekte. Dezelfde dame bevind zich thans in hechtenis, na andermaal een brutale poging te hebben aangewend om de beide kinderen van genoemden heer te ont voeren, welke misdadige poging echter ver ijdeld werd door het beleidvol optreden van justitie en politie. De beraamde ontvoering werd voorbereid en uitgevoerd onder de navolgende omstan- De heer Hoek en zijne twee kinderen woonden sedert eenigen tijd te Apeldoorn terwijl de leiding van de huishouding was opgedragen aan een huishoudster met hulp eener dienstbode. Mevrouw Bulkley liet niet af haren schoonzoon te vervolgenzij vestigde zich te Apeldoorn, alwaar zij ka mers huurde in het hotel Koningskroon, en kocht later een villa, achter diens woning gelegen, niets onbeproefd latende om met zijne kinderen in aanraking te komen. Het plan tot ontvoering der kinderen hield haar voortdurend bezigzij besprak haar voor nemen met hare vertrouwelinge, juffrouw Slingerlandt, die bij haar inwoonde en deze bracht mevrouw Bulkley in kennis met zekeren Kloppers, vroeger verblijf houdende te Amsterdam, doch toen de zaken achter uit gingen te Brussel, vandaar weder naar Antwerpen verhuisd en laatstelijk te Haar lem woonachtig. Mevrouw Bulkley begaf zich naar Antwerpenen raadpleegde Kloppers die zich bereid verklaarde haar te helpen, ja voor alles te zorgen. Zoo geschiedde dan ook. Eenige weken geleden kwam Kloppers langs de Prins Hendrikkade en trad aldaar in onderhandeling met drie personen, zoogenaamde losse mannen, de gebroeders Angel beek en Slosser, die zich bereid verklaarden, tegen een goede beloo- niug behulpzaam te zijn bij het vervoeren van een krankzinnige. Kloppers vertrok tegen den avond met de drie personen naar Apeldoorn en bracht hen in een tuinhuis achter de woning van mevrouw Bulkley, alwaar de mannen flink werden onthaald. Spoedig kwam Kloppers de mannen mede- deelen, dat de zaak dien avond niet kon doorgaan, elk hunner f 5 belooning gevende, benevens f 8 reisgeld. „Ik moet nog vier man hebben," zeide hij, „dan kan de zaak in orde komen." Hij noteerde het adres van David Angelbeek, in de Korte Koning straat te Amsterdamen zou persoonlijk later bij hem komen. Een paar dagen la ter kwam Kloppers bij Angelbeek en vroeg of de mannen beschikbaar waren, verder zeggende„Zes man is genoegik kom later terug," voor elk der mannen weder om f 2,50 gevende. Wederom eenige dagen later, op een Zaterdag, kwam Kloppers in de woning van Angelbeek en achtte, met het oog op de tegenwoordigheid van diens vrouw en kinderen, het wenschelijker dat voortaan onderhandelingen zouden gevoerd worden aan het centraal-station, wanneer hij met den trein van Haarlem kwam. Zoo stonden de zaken, toen op zekeren dag de drie mannen op den Voorburgwal in gesprek waren, zonder te bemerken dat de rechercheur Wagener zeer toevallig in hunne onmiddellijke nabijheid stond. Zij spraken luide over het vervoeren van een krankzinnige, veel geld verdienen, enz., en spoedig werd het gesprek zoo belangrijk, dat Wagener er zich in mengdezonder echter het fijne van de zaak te vernemen, doch met groote nauwgezetheid zijnen oom- missaris, den heer Stork, een en ander mededeelde. Nu was de zaak in goede j handen. Genoemde heer, in moeielijke za ken een politieman bij uitnemendheid, be greep dadelijk, dat het vervoeren van een krankzinnige slechts een voorwendsel was om de mannen later methet ware doel bekend te maken; hij liet de gebroeders Angelbeek ontbieden en door zijn overre dend woord wist hij het vertrouwen der mannen te winnen, die hem beloofden zich trouw en goed te zullen gedragen en eerlijk woord hebben gehouden. Zoodoende mocht de heer Stork er in slagen, Kloppers bij zijne besprekingen met de drie mannen aan het station, van aangezicht tot aangezicht te leeren kennen. Inmiddels had de heer Stork den officier van justitie, mr. Telders, van een en ander onderricht, die onmiddel lijk zorgde dat de zaak op een even waar dige als beleidvolle wijze werd uitgevoerd. De gebroeders Angelbeek en Slosser kon men vertrouwen, en daar Kloppers eindelijk acht man noodig had, werd nu overeenge komen, dat twee politiemannen, als sjou werlieden gekleed, van de partij zouden zijn. Dit laatste was echter niet bekend aan de drie andere sjouwerlieden, die waren aan genomen. De rijksveldwachter J. M. W. Noordhoff, een degelijk politieman, geacht bij zijne chefs, werd gekozen om de rol van kruier te vervullen, terwijl ook op het laatste oogenblik, kort voor het aanvaar den der reis, de rechercheur Wolff werd aangewezen om als kruier met de anderen mede te gaan. Nog altijd wist men niet, voor welke zaak Kloppers de mannen noo dig had. Onder zulke omstandigheden vertrokken Dinsdagochtend met den trein van 10.50 naar Harderwijk: Kloppers in een coupé 2de klasse en de acht manschappen in een coupé 3de klasse, terwijl de heer Stork op het perron in stille bewondering het gezel- ip zag afreizen. Te Harderwijk wer den de mannen door Kloppers zeer royaal onthaald, op geld behoefde hij niet te zien, hetgeen echter niet belette, dat hij daar ter plaatse geen rijtuig kon vinden om 9 personen naar Apeldoorn te brengenzoo dat het gezelschap met den trein van 2.15 naar Amersfoort vertrok. Bij den stalhou der Schimmel werd een rijtuig gehuurd voor f 21), welk bedrag vooruit betaald werd door Kloppers, die zelf niet medeging, doch per spoor naar Apeldoorn vertrok, na eerst nog een gulden te hebben gegeven om snuif te koopen. De veldwachter Noordhoff wist echter met veel tact het koopen van snuif te voorkomen, terecht begrijpende, dat Kloppers die voor een boosaardig doel wilde gebruiken. Het werd donker, en tegen half acht naderde het gezelschap de plaats van be stemming. De rijksveldwachter Noordhoff zag, dat de zaak hoogst geheimzinnig werd, en achtte het raadzaam allen bekend te maken met zijne kwaliteit, hun tevens zeg gende „laat mij nu maar als hoofdman optreden, en wat er ook gebeuren moge, bedenkt, dat je niemand eenig letsel of geweld mag doen; ik zal zorgen, dat je goed beloond wordt, vertrouw op mij. Dit was een verstandige maatregel, daar David Angelbeek de man was met wien Kloppers steeds als hoofdman onderhandeld had. De woorden van den veldwachter maakten op allen zulk een overredenden indruk, dat zelfs een der mannen ons verzekerde „we zaten as bedmaar hij heit as vader voor ons gezorgd." In de nabijheid van het dorp werd het rijtuig staande gehouden door een man, met de woorden„halt, is dit het rijtnig met de mannen van mijnheer Kloppers P" waar op toestemmend geantwoord werd. Noord hoff stapte uit, en weldra verscheen ook Kloppers, die den huurkoetsier f25 fooi gaf, onder voorwaarde dadelijk den terugtocht te aanvaarden. De voerman had er niets tegto., en nu zeide Kloppers, terwijl de an dere persoon, zooals later gebleken is de koetsier van mevrouw Bulkley, zich ver wijderde „mannen, sigaren weg, volg mij achter elkander langs den bermweg, niet praten." Zoo liepen de mannen als schaduwen in den donkeren, ouder het zwaar geboomte, achter Kloppers, die zeker niet had ge dacht dat zijn schurkachtige rol zou spoe dig zou zijn afgespeeld. Onderweg vroeg hij naar de snuif, maar van Noordhof ver nemende dat zij dieniet hadden kunnen krij gen, zeide hijHet is niet erg, ik heb toch pe per genoeg." Eenige oogenblikken later werden de mannen door Kloppers in een tuinhuis gebracht, alwaar mevrouw Bulkley en juffrouw Slingerlandt zich bevonden. Hetgeen er nu volgde, zou men zelfs in een roman in twijfel trekken, en nochtans is het waarheid, een treurige waarheid, zoo dat men onwillekeurig geneigd is te vragen hoe kunnen menschen zoo diep vallen, om met kalm overleg weken lang zulk een plan voor te bereiden P Den mannen werd nu verteld wat zij te doen hadden het betrof geen krankzinnige, maar het stelen van de twee kinderen van den heer Hoek. De veldwachter Noordhoff begon meer en meer in te zien dat de zaak hoogst gevaarlijk werd; Kloppers toch was voorzien van een revolver en de hr. Hoek werd afgeschilderd als een reus, die overal revolvers bij de hand had, zoodat er veel beleid noodig was om ongelukken te voor komen in de duisternis. Meesterlijk bleef hij echter in zijne rol. Hij liet Kloppers en mevrouw Bulkley vertellen wat er ge daan moest worden, nam evenals de anderen touwen aan om den heer Hoek, diens huis houdster en de meid te binden, terwijl zak jes peper voor de oogen alsmede een zoo genaamde ploertendooder werden verstrekt om het drietal onschadelijk te maken. Noordhoff veroorloofde zich de opmerking: „Er moet toch niet gemoord worden P" waarop geantwoord„liever geen geweld te gebruiken, maar als het niet anders kan waarop Noordhoff, getrouw aan zijne belofte om voor de mannen te zullen zorgen, hernam „Ziet u, mijnheer en mevrouw, we zijn alle mannen en vaders van gezinnen, als nu de zaak eens misliep, dat was het met onze belooning ook mis." Kloppers nam nu van de tafel 8 couverts op, elk inhoudende f300 aan bankpapier, voor ieder hunner na afloop van de zaak bestemd, en gaf voorloopig eiken man een bankbiljet van f60. Er was nog een be zwaar. De trouwe hond van den heer Hoek, die in den tuin losliep, moest onschadelijk ge maakt worden. Kloppers verschafte vleesch om het dier toe te werpen, hetwelk zoo zwaar vergiftigd was, dat de hond spoedig bezweek na slechts even te hebben aange slagen. De mannen moesten het dier vleesch toewerpen, teneinde Kloppers wer kelijk te overtuigen dat zij hem ernstig wilden steunen. In een donkere laan stond het rijtuig van mevr. Bulkley gereed om de kinderen te ontvoeren, zoodra de roof gelukt zou zijn. Nadat Kloppers ge zegd had „mannen, na afloop van de zaak moet je niet bij elkander blijven, ook niet in Apeldoorn overnachten, maar in twee partijen in verschillende richtingen de terug reis aanvaarden," werden zij door Noord hoff nog eens aangemoedigd om toch vooral „nu mijnheer zoo royaal was geweest, hem ferm bij te staan en flink aan te pakken," hetgeen allen beloofden. Kloppers werd reeds ongeduldig en zeide „laat ons nu niet langer praten, maar han delen," terecht begrijpende, dat de maan dien avond tegen tien uren opkwam en hij zijn plan liever door de duisternis beguns tigd zag. Noordhoff ontving nu een brief; hij was de man die zou aanbellen en, voorgevende te komen met een brief van den kanton rechter, zou vragen om mijnheer Hoek te mogen spreken. Zoodra mijnheer Hoek kwam, moest hij worden aangegrepen en gebonden, voor welk boevenwerk vijf man tegen den muur der woning greed stonden, terwijl twee aan den achterkant van het huis op wacht waren, om ingeval de dienst bode langs dien weg hulp mocht roepen, haar onschadelijk te maken. Kloppers zou ook een handje helpen en had een paar man noodig, zoodra de aangevallenen on schadelijk gemaakt waren, om met hen de kinderen, die boven sliepen, te ontvoeren, Zooals men ziet, zonde er, ingeval de zaak niet ware uitgelekt, en Kloppers acht slechte menschen had gevonden, in de wo ning van den heer Hoek een bloedbad zijn aangericht. Intusschen is een korte toelichting van hetgeen te Apeldoorn door den burgemees ter, in overleg met den kantonrechter was gedaan, alleszins noodig voor het verband der zaak. Door den officier van justitie te Amster dam onderricht van de geheimzinnige zaak, waren er rondom de woning van den heer Hoek eenige rijksveldwachters in burger- kleeding geposteerd, die wisten dat een der indringers een rijksveldwachter was, doch nadrukkelijk in last hadden zich slechts in den uitersten nood te vertoonen; hetgeen zeer noodig waa, teneinde de zaak niet te bederven. In den namiddag van Dinsdag had de heer Hoek ook bericht ontvangen van den kantonrechter te Apeldoorn, dat des avonds in zijne woning eenige personen zouden bin nendringen, doch dat hij zich niet behoef de te verontrusten, want dat de mannen onder bevel van een rijksveldwachter hem niet kwamen berooven, maar beschermen, en er slechts op uit waren het bewuste ontvoerings plan te doen mislukkeu. Na alles wat de heer Hoek reeds had ondervonden, stelde hij weinig vertrouwen in de mededeeling en beschouwde haar veel eer als een list van Mevrouw Bulkley. Het gewichtige oogenblik naderde. Noord hoff belt aan de woning van den Heer Hoek, de meid doet open; hij heeft den brief in de hand en vraagt naar mijnheer, die uit een der kamers hem te gemoet komt. Wat moet hij doen P Hij kon bijna zeker weten dat de heer Hoek gewapend was ook Klop pers zou zich kunnen wreken als hij zich verloren zagmet recht dus stond hij tua- schen twee vuren de aanval moest geschie den. Hij voegde den heer Hoek toe: „Ik heh een brief voor n van den kantonrech ter, ik moet op antwoord wachten", en liet er snel op volgen„wij komen hier bin nendringen, wees gerust, ik ben rijksveld wachter, u zul uiets gebeuren." Tevens greep hij den heer Hoek om het midden, de mannen naderen, doch genoemde heer verweerde zich met reuzenkracht, wierp zij ne beslagers van zich af, uitroepende„Moord „dievenwaarop enkele personen die in 't logement tegenover zijne woning nog onder gelag zaten, kwamen toesnellen. Toen zagen zij in het duister nietsde deur der woning was geslotende aanranders links en rechts verdwenen, de veldwachter Noord hoff had den heer Hoek aangegrepen, ten einde te voorkomen dat deze tot zelfsver- dediging op zijne gewaande aanranders zou schieten, en tevens om Kloppers zoo moge lijk in huis te krijgen. Kloppers echter was gevlucht, zooals la ter bleek in gezelschap van Mevrouw Bulk ley en juffrouw Slingerlandt, met eigen rij tuig hetwelk voor de ontvoering der kin deren gereed stond. De veldwachter Noordhoff begaf zioh naar den burgemeester van Apeldoornin over leg met den kantonrechter werden de ver dere plannen besproken, terwijl de recher cheur Wolff en de zes overige personen in verschillende logementen werden onderge bracht, om uit te rusten van de vermoeie nissen van den veel bewogen dag. Yoor Noordhoff was het uur van rust nog niet gekomen; de opsporing der schul digen moest nog geschieden. Het vermoe den lag voor de hand, dat de vluchtelingen den weg naar Arnhem hadden gekozen. Per extra rijtuig vertrokken Noordhoff en de brigadier Havekotte naar Arnhem. Het maantje scheen vriendelijk, en nog niet lang had men gereden, toen op d«n weg werd gevonden de overjas van Kloppers, vermoedelijk in de haast uit het rijtuig gevallen. Dit was een gewichtige aan wijzing dat men op het goede spoor wa»; tegen half drie kwamen beiden te Arnhem aan. Na eenige voorloopige informatiën werd de majoor der rijksveldwacht Kling- spoor opgebeld, en ook de subsituut-officier van justitie mr. Nahuijs opgewekt, die met prijselijken spoed onmiddellijk tot handelen gereed was, en wiens heldere blik in de zaak zooveel heeft bijgedragen tot de aan houding der schuldigen. Op zijn last vertrokken des ffitends vroeg Noordhoff en de majoor Klingspoor naar Emmerich, ten einde een mogelijke

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1885 | | pagina 1