'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 1338
Zaterdag 12 December 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureau: SPOORSTRAAT ea ZUIDSTRAAT.
Advertentien
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
DECEMBER, (Wintermaand), 31 dagen.
Opkomst der Zon 8 u. 6 m.
Onderg. 3 a. 44 m.
Zondag 13
Maandag 14 Eerste kwartier.
Dinsdag 15
Woensdag 16
Donderdag 17
Vrijdag 18
Zaterdag 19
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 11 Dec. 1885.
Men schrijft van Terschelling
dd. 7 Deeember
Heden kwam bier het telegrafisch
bericht, dat weder twee zeelieden van
dit eiland door het vergaan der stoom
boot »Hecla", in de golven bun dood
vonden. Beiden waren vaders van ge
zinnen de een laat een weduwe
met zes, de andere met vier kinderen
achter.
Door den commissaris van po
litie te Alkmaar is aangehouden en
ter beschikking van den heer officier
van justitie gesteld zekere P. S., ver
dacht van diefstal ten nadeele van
A. de W. te Schoorl, gepleegd met
geweld en bedreiging, op den open
baren weg onder Warmenhuizen.
De Russische ingenieur Tolstoi,
die verleden week te Haarlem werd
gearresteerd en naar Amsterdam was
overgebracht, om van daar door tus-
scheukomst der justitie over de gren
zen e worden uitgeleid, is echter
ter beschikking van den officier van
justitie gesteld, als verdacht van in
1882 in het hotel De Oude Graaf
te Amsterdam diefstal van een ef
fect zonder couponblad te hebben
gepleegd, toebehoorende aan een be
diende in dat hotel. Gemeld effect
was bij zijne aanhouding bij hem
gevonden.
Den 29 Dec. e. k. zal bij het
gerechtshof te 's Hage in behande
ling komen de zaak van den hof-
meestersbediende J. J. A. V.be
schuldigd van moedwilligen manslag.
Op 14 Septemb. jl. heeft bedoelde
persoon zich aan boord der mail
boot Prinses Elisabeth der maatschap
pij Zeeland in een woordentwist ge
mengd, en daarbij in woeste drilt
zulke schoppen en slagen aan den
kwartiermeester Siegers toegebracht,
dat deze een paar dagen later aan
de gevolgen is overleden, nalatende
een weduwe met 6 jonge kinderen.
Ongeveer 3 maanden heeft deze
beschuldigde reeds in voorarrest door
gebracht.
De 18-jarige C. E. N. die den
lOden Nov. te Oud-Beierland ge
schaakt werd en op verzoek van haren
vader werd aangehouden, is thans
met haar ontvoeder in ondertrouw
opgenomen.
In de R. K, kerk te Dreumel
had Dinsdagnamiddag een treffend
voorval plaats. Onder de godsdienst
oefening bleef een meisje, nog in den
bloei der jeugd, plotseling dood.
Voor het hof te Amsterdam stond Dins
dag terecht J. E. N. Van der Pels, oud 61
jaar, schoenmaker, wonende in de Gooiersteeg
180 te Amsterdam, in hechtenis onder be
schuldiging van moedwilligen doodslag. Een
getuige, in hetzelfde huis als beschuldigde
woonachtig, verhaalt het volgende: De be
schuldigde en zijne vrouw waren beiden aan
den drank verslaafd en als gevolg daarvan
waren huiselijke oneenigheden niet zeldzaam.
Besch. mishandelde zijne vrouw dikwijls,
gewl. des nachts, dewijl zij over dag uit wer
ken ging. Van de opbrengst van dien arbeid
leefde besch. grootendeels. In den nucht van
20 Jnli jl., omstreeks half twaalf, werd de
getuige verschrikt wakker. Boven hare bed
stede, op den vloer der woning van besch.,
hoorden zij een harden slag, alsof een mensch
aldaar in den hoek werd neergegooid. Om
streeks een uur later werd getuige weder
wakker, doordien zij besch.'s vrouw hoorde
roepen: O, Jezns! help me. Een half uur
later hoorde zij eerst op het boventrapportaal,
en even daarna in het benedentrapportaal,
twee doffe slagen, alsof iemand eerst de bo
ventrap en daarna de benedentrap afgewor
pen werd. Daarna werd alles stil en hoorde
men niets meer. Wat er geschied was P Dit
bleek spoedig. De getuige nl., uit wier mond
wij het bovenstaande vernamen, werd om
half vier van dienzelfden nacht gepord. Na
dat zij had te kennen gegeven, dat het gepor
haar gewekt had, riep de porder haar toe:
„schrik niet, er ligt een vrouw in 't portaal."
Zij opende nn haar kamerdeur en bemerkte
dat de vrouw van den beseh. voorover met de
kin tegen de borst in het portaal lag, het eene
been uitgestrekt, het andere onder het
lichaam, de armen lang uitgestrekt en met
het bovengedeelte van het hoofd tegen ge-
tuige's kamerdeur aan, zoodat, toen zij de
deur opende, dat hoofd binnen de kamer te
recht kwam. Eindelijk nog bemerkte zij op
den drempel voor hare kamer en daarnaast in
het benedentrapportaal een plas bloed. Get.
ging onmiddellijk de straat op en gaf van
hare bevinding kennis aan een ageni van po
litie, welke, gevolgd van een paar andere
agenten, met getuige naar haar woning ging.
De politie bevond dat de vrouw van besch.
dood neerlag in het beneden trapportaal.
Hare handen waren recdB geheel koud en
blauw. Aan de linkerzijde boven op het voor
hoofd had het lijk een groote bloedende woud,
het gezicht was zeer bebloed, uit den neus
vloeide bloed en het linkeroog was geheel op-
geloopen. De besch. zelf was gedurende dien
tijd inx zijne kamer boven gebleven, doch toen
een der politieagenten naar boven ging, ten
einde hem te spreken, opende hij uit eigen be
weging zijne kamerdeur. Hij werd terstond
naar den commissaris van politie der 2de
sectie gebracht en door dezen ondervraagd.
Op de opmerking dat zijne beide handen
bloedvlekken bevatten, gaf hij op, dat deze
door muggenbeten veroorzaakt waren, terwijl
de bloedvlekken, die de commissaris op het
boezeroen waarnam, slechts het donker ge
kleurde uittreksel van een tabakspruim zou
den zijn. Op denzelfden dag bracht nog de
rechter commissaris een bezoek aan het nuis
en bij die gelegenheid werden een paar voch
tige dweilen gevonden en waargenomen, dat
een klein gedeelte van de dakgoot onder het
raam van besch. kamer nat was, terwijl het
grootste gedeelte het was midden in den
zomer droog was.
Al het hier medegedeelde werd door meer
getuigen bevestigd. De deskundigen die het
lijk onderzochten, garen te kennen, dat zij
onderscheidene verwondiugen en bloedstor
tingen hadden waargenomen, doch dat deze
niet belangrijk genoeg waren om den dood te
veroorzakendat de inwendige organen in
een toestand verkeeren, waardoor eveneens
de dood niet gemakkelijk te verklaren is, doch
dat de vetontaarding dier organen bewijst,
dat de vrouw gedurende langen tijd een over
matig misbruik van sterken drank heeft ge
maakt; dat het meermalen is voorgekomen,
dat personen, met een niet belangrijker vet
ontaarding van het hart als hier werd aange
troffen, door kleine oorzaken van bniten het
leven verloren, als wanneer hartsveriamming
voor de naaste oorzaak van den dood werd
gehouden; dat zij mogen aannemen, dat de
voorhoofdswonden en de bloeduitstortingen
rondom de oogen belangrijk genoeg zijn, om
bij personen met dnsdanige hartsafwijking
den dood te veroorzaken.
Uok de in beslag genomen dweilen werden
door deskundigen onderzocht. Deze verklaar
den, dat die dweilen inderdaad bloedvlekken
bevatten, maar of het nu meuschen- dan wel
dierenbloed was, kouden zij niet zeggen.
Nu de besch. zelf. In de instructie ver
klaarde hij, dat hij meermalen met zijne
vrouw ruzie had; dat hij ook in den bewusten
nacht met haar gevochten heeft; dat na af
loop van die vechtpartij zijne vrouw nog wat
jenever is gaan halen, en dat zij daarna niet
meer is teruggekomen; dat hij gedurende die
vechtpartij met zijne handen aan zijne vrouw,
waar hij haar maar raken kon, slagen heeft
toegebracht; dat het wel mogelijk is, dat zij
bij die gelegenheid door hem op de kamer
tegen den grond is geworpen; dat zijne vrouw
ten gevolge der slagen bloedig verwond is;
dat het wel mogelijk is, dat hij haar ook met
het ten processe aanwezige groene jenever-
flescbje op het hoofd heeft geslagen. Voorts
bekende de besch. dat het wel mogelijk is,
dat hij den vloer zijner kamer met de ten pro
cesse aanwezige dweilen heeft opgedweild,
ten einde het bloed weg te ruimen, doch dat
hij zich dit niet zeker herinnert. Hoe zijne
vrouw daar beneden kwam, weet hij niet.
Op te merken valt, dat besch. reeds twee
maal wegens mishandeling is veroordeeld.
Ter terechtzitting werden 11 getuigen en
4 deskundigen gehoord. Het O. M. werd
waargenomen door den adv.-gen. mr. Op ten
Noort, de verdediging gevoerd door den advo
caat mr. E. Van den Bogaert.
Na afloop der getuigen verhooren kwam,
in den namiddag, het O. Maan het woord.
Mr. Op ten Noort meende dat de besch., na
dat zijne vrouw boven overleden was, het lijk
van de trap heeft geworpen en daarna op de
kamer de sporen van zijn misdaad heeft uit-
gewischt, door het bloed op te dweilen. Uit
voerig trachtte de spr. de schuld van den
besch. te staven. Het requisitoir strekte tot
schuldigverklaring aan moedwilligen dood
slag en veroordeeling tot eene tuchthuisstraf
voor den tijd van twaalf jaren.
Daarop was het woord aan den verdediger.
Mr. Van den Bogaert gaf toe, dat bewezen
was dat beschuldigde aan zijne vrouw de ten
laste gelegde verwondingen had toegebracht.
Maar aan moedwilligen doodslag viel hier
z. i. niet te denken, daar de dood niet kon ge
steld worden op rekening van de toegebrachte
verwondingen, maar slechts toevallig was in
getreden, tengevolge der bij de rerslagene
geconstateerde hartsgebreken. In een uitge
breid betoog trachtte de pl. aan te toonen,
dat hier slechts aan eenvoudige mishandeling
▼iel te denken. Op dien grond concludeerde
pl. tot de oplegging eener lichte straf.
Meijer.
De Amsterdammer" schrijft:
De bekende straatzanger Meijer is
niet meereen beroerte maakte een
einde aan zijn weinig benijdenswaar
dig leven. De man was door zgn
zucht om verzen te maken langzaam
aan. bet slachtoffer geworden van
die manie.
Het denkbeeld stond bij hem vast,
dat hij een geboren dichter was en
dat bet stempel van het genie op
zijn voorhoofd was gedrukt. Gewone
bezigheden werden hem alledaagsch
hij liet daarom zijn zaken loopen
zooals ze wilden en met artistieke
nonchalance behandelde hij alles wat
geldzaken of handel betrof. Hij ge
loofde aan zich zelf, aan zijn talent
als kunstenaar, en menigmaal liet hg
zich uitdrukkingen ontvallen, als
Wanneer ik eenmaal dood ben zul
len de menschen mg eerst waardee-
ren." Hij was steeds in de ver
beelding, dat zijn dichtwerken waarde
hadden, kunstig gevormde en geni
aal gedachte verzen waren. Wel-
ligt heeft de guitigheid van de spes
patrise, die te Leiden studeerde, toen
hij aldaar als kok goed, ja dubbel
zijn brood verdiende, er niet weinig
toe bijgedragen om den grootheidszin
te voeden, die hem tot een vagebond
maakte.
De studenten noemden hem Hun
dichter, hun onsterfelgken Meijer,"
en de ongelukkige geloofde hethg
begon allengs zich zei ven wijs te
maken dat hg te hoog stond voor
de keuken-atmosfeer waarin hg ver
toeven moest. Ik ben een dichter
ex-natura, maar men kent en waar
deert mij nog niet genoeg" was
zijn gewone klacht.
Hij gevoelde zich steeds miskend
als dichter, gehoond als kunstenaar,
gehinderd in de uitingen zijner fan
tasie en gedachtenvlucht vandaar
dan ook de menigvuldige aanrakin
gen, die hg later met de politie had
zijn vrijheid van tong bezorgde hem
herhaalde malen de gelegenheid dat
hij, volgens zgn eigen woorden tot
de straatjeugd, Brood van den Ne-
derlandschen Staat" moest gaan
eten.
Wanneer hg dan weer als vrij man
langs de straten slenterde en sotto-
voce zijn liedjes opdreunde, gevoel
de hij zich een martelaar, een mis
kende, die vergetelheid zocht in het
glas. Of hg ze vond?
De straatjeugd en ook het volk
zag hem niet ongaarne, al namen
ze ook voortdurend een loopje met
hem want goedhartigheid was
hem niet vreemd altijd wanneer
hij niet onder den invloed van de
Lethe verkeerde en menigmaal gaf
hij een armen stumperd of een kind
dat blauwe handjes had van de kou,
een paar van zijn opgehaalde centen,
wel is waar met een hartig woordje,
dat meestal den dichter onwaardig
was maar hg was nu eenmaal
zoo poëtisch ruw maar niet
kwaad.
Over de dooden niets dan goeds,"
zegt het spreekwoord. Wie daaraan
ook maar eenigszins getrouw wil
blijven, moet zich tot den dichter"
Meijer bepalen.
Eenige tijd geleden had te Arum
in Friesland, bij gelegenheidj van de
inwijding van een nieuw orgel in
het NedHerv.kerkgebouw, een school
feest plaats, 's Morgens begonnen,
werd het 's avonds door mannen en
vrouwen op de bovenzaal van den
heer M. voortgezet. Nu begonnen
evenwel de poppen spoedig te dan
sen. Een orthodox lidmaat begon
te smalen op de toespraak van domi-
né, die, evenals de meeste lidmaten,
liberaal is. Een twist volgde, die
ten laatste in handtastelgkheden over
ging. Het was een vrij woest tooneel:
een paar honderd menschen, mannen
en vrouwen, raasd en en tierden door
elkander. Eindelijk slaagden domi-
né en de burgemeester er in, de
orde te herstellen, en toen bleef
men nog tot drie uur in den nacht
tamelijk vredig bgeen.
Eenige dagen geleden werd te
Parijs de bedelares Louise Martin
door politieagenten gearresteerd. Zij
zat op de stoeptreden van de Nötre-
Dame kerk en had een bordje aan
haar hals gehangen, waarop geschre
ven stond Ik heb woning noch
voedsel en ben honderd jaar oud."
In werkelijkheid is de vrouw ech
ter eerst vijf en zestig jaarde com
missaris van politie Breton voegde
haar toeGe hebt bedrog gepleegd
daar het echter voor de eerste maal
gedurende mijne carrière geschiedt
dat een vrouw zich ouder maakt,
en dat nog wel ongeveer de helft,
zal ik u voor ditmaal maar niet
straffen."
Kapitein Poleman, gezagvoer
der van het Amerikaansche schip
Oregon, rapporteert dat zgn vaartuig,
toen het zich op vgf mijlen west
zuid-westelijk van Point-Tilamook
bevond, met een walvisch in botsing
kwam. De kapitein dacht, dat het
schip op een rots had gestooten,
want de schok was zeer hevig ge
weest en hg liet dus achteruitslaan
toen bemerkte men, zonder dat men
kon nagaan hoe de zaak zich had
toegedragen, dat een walvisch met
zgn kop in de ruimte was vastge
raakt, waartusschen de schroef zich
beweegt; het dier was ongeveer 12
meters lang.
Er waren 5 uren noodig om het
schip van het zeemonster te bevrij
den, hetgeen eerst geschieden kon
nadat door het rondslaan der schroef
de kop van het dier vermorseld
was.
Doordien gezagvoerder en officieren
een verklaring hebben afgelegd om
trent het voorval, staat de waarheid
ervan, volgens de Weekly Commer
cial News van Francisco boven
twijfel.
Kapitein Poleman heeft het zelfs
noodig geacht om een schrijven aan
zgn agenten te richten, aangezien
hg vreest, dat de walvisch, bij zijne
pogingen om zich los te maken en
door de daardoor veroorzaakte schok
ken en door zgn zwaarte, schade
aan het achterschip kan hebben
teweeggebracht.
New-York, 8 Dec. De zooge
naamde spoorwegkoning" W. H.
Vanderbildt is heden ten zijnen huize
alhier plotseling overleden.
Op de werven te St. Nazaire
staat een schip op stapel, dat den
naam draagt van Le Tage. Dit schip,
dat 19 knoopen moet loopen, zal
geheel electrisch verlicht worden.
Yoor seinlichten en andere toe
stellen aan dek wordt het systeem
Mangin gebruikt, terwijl verder bin
nen 300 gloeilampen het noodige
licht zullen geven.
In den nacht van 6 op 7 dezer
werden (naar een particulier tele
gram aan het Berl. Tagebl. vermeldt)
bij de juwelier Granichstaedten, am
Graben te Ween en, de ijzeren brand
kasten opengebroken.
Uit die kasten en uit de winkel
kasten werd voor een bedrag van
vierhonderdduizend gulden aan goud
en jnweelen gestolen.
De daders van het feit zjjn niet
bekend te oordeelen naar hun wijze
van werken houdt de politie hen
voor Engelschen.
De winkel van den heer Granich
staedten was Zondag tot 's middags
12 uur open geweest. Men vermoedt
dat de dieven tegen den avond hun
arbeid aanvingen, toen er wegens
den aanhoudenden regen bijna nie
mand op straat was. Blijkbaar zijn
zij den ganschen nacht bezig ge
weest. De winkel had een deur aan
de gracht en een achterdeur, waar
door de dieven binnenkwamen.
Daaruit blgkfc wel dat zij goed be
kend waren met de plaatselijke ge
steldheid. Zij boorden een gat in
de houten deur, schoven de grendels
weg, openden de deur en waren
spoedig in den winkel. De kost
baarste juweelen werden bewaard in
ijzeren kistenwelke volgens de
nieuwste uitvinding waren gesloten,
maar deze werden allen opgebroken.