'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP El TEXEL
No.' 1343.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Woensdag SO^Deccmber 1885.
Dertiende Jaargang.
Atoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
BureauSPOORSTRAAT ca ZUIOSTRAAT.
Aavertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
Weeens den Meuw-
juarsdsir z»l ons rol
lende Vommer a. s.
Donderdarnrond worden nitgeseven.
ADV ERTEA TIËK kunnen tot des
morgens ELF uur worden uange-
nomen. DB UITGEVERS.
Gelijk voorgaande
jaren, zal er ook
nu weder in ons blad van 1
Januari, gelegenheid bestaan,
tot het plaatsen van ADVER-
iTENTIËN als
aan Familie, Vrienden en Be
kenden, tegen 25 Cent per
Advertentie.
Aan onze geabon-
neerden buiten de
gemeente, wordt ver
zocht het abonnementsgeld Vliegend
Blaadje, 4e kwartaal, te willen over
maken in postzegels of per postwissel
vóór 5 Januari 1886, zullende
anders daarover met 10 Cents ver
hooging beschikt worden.
DE UITGEVERS
NIEUWSTIJDINGEN™
HELDER, 29 Dec. 1885.
Ten Raadhuize alhier is Don
derdag aanbesteed
1. de levering van steenkolen
voor de gemeente-inrichtingen, ge
durende 1886. Minste inschrijver
P. Van Es fl.031/, per 100 K.G.
2. de levering van schoolbehoef-
ten, gedurende 1886. Minste in
schrijver A. P. Staalman, f 1885.86.
3. de levering van benoodigd-
hedén voor het onderwijs in de nut
tige handwerken, gedurende 1886.
Minste inschrijver G. De Barbanson,
f 559.50.
4. het onderhoud der gemeente
gebouwen, bruggen, riolen, enz.,
gedurende 1886. Minste inschrijver
A. Korff, f5515.
Naar het »Hbl." verneemt, is
door mevr. de wed. J. E. Teixeira
de Mattos en dr. Mendes de Leon
en Echtgenoote, ter beschikking van
Parnassim der Port. Israël. Gemeente
te Amsterdam, gesteld een som van
honderdduizend gulden, als bijdrage
voor den bouw van een nieuw
Zieken- en Oude Vrouwen
huis, waaraan de gemeente sedert
lang behoefte heeft. Deze som
schenken zij naar aanleiding van en
ter voldoening aan den wensch van
hunnen echtgenoot, vader en be-
huwdvader, die zich had voorgeno
men dit bedrag tot bedoeld einde
te schenken, doch daaraan door zijn
overlijden geen uitvoering heeft
kunnen geven.
Door wijlen den heer A. Stel-
lingwerff, voor eenigen tijd te Am
sterdam overleden, zijn bij testamen
taire beschikking onderscheidene
legaten vermaakt, waaronder voor
komen aan de Vereeniging tot
aanleg van een Rij- en Wandelpark
te Amsterdam tot uitbreiding en
verfraaiing van het Vondelpark, een
kapitaal van f 115.000 2l/9 p Ct.
inschrijving Grootboekaan het
Kinderziekenhuis aldaar, een kapitaal
van f 15.000 3 p.Ct. inschrijving
Grootboekdeze beide legaten be
last met vruchtgebruik.
Aan het Oudheidkundig Genoot
schap aldaar, heeft de erflater een
bijbel, afkomstig van den admiraal
Tromp, geschonken.
Voorloopig zullen de jongens
die te Amsterdam en te Willemsoord
worden aangenomen, evenals die, af
komstig van de overige kantoren van
aanneming, in stede van naar het
opleidingsschip Admiraal van Was-
senaer" naar het opleidingsschip An
na Paulowna" worden gedirigeerd.
De reden daarvan is, dat de toevloed
uit de noordelijke provinciën meer be
draagt dan uit de zuidelijke, en dus de
bevolking aan boord van eerstge-
noemden bodem sterker werd dan aan
boord van laatstgenoemd schip.
Aan de beide spoorwegstations
in den Haag heerschte Vrijdag buiten
gewone drukte. Was de circulatie op
het ruime Rijnspoorstation daardoor
echter niet belemmerd, op het Hol-
landsche station verdrong men zich
letterlijk in de nauwe vestibule en
wachtkamers. Bjjnaal de ruiten dezer
laatste lokalen werden verbrijzeld, en
menigeen veroverde zich slechts een
plaatsje in een der treiuen ten koste
van een half gekneusde rib of een
blauw oog.
Als een bewijs welk een aan
zienlijk reizigersvervoer gedurende
de feestdagen over den Rijnspoorweg
plaats had, kan dienen, dat op de ge
zamenlijke kantoren der maatschappij
den dag vóór Kerstmis en den lsten
Kerstdag niet minder dan f 41584, of
f 4000 meer dan het vorig jaar ont
vangen werd.
Uit Andijk wordt bericht
Nadat Vrijdag avond te vergeefs
op zijne tehuiskomst was gewacht en
vruchteloos nasporing was gedaan,
vond men heden morgen, bij het krie
ken van den dag, het lijk van den
arbeider H. v. S. in eene sloot op kor
ten afstand van zijne woning.
Men vermoedt, dat hij door de
duisternis misleid het pad bijster is
geworden.
Mijnontploffia? in Engeland.
De gasontploffing jl. Woensdag
middag tusschen 2 en 3 uur, in de
steenkolenmijn by Mardy, in Wales,
ontstaan, en waardoor, zooals de
telegraaf reeds meldde vele menschen
het leven verloren, is wel een der
ijselijkste rampen van dien aard,
welke in zeer langen tijd zijn voor
gevallen.
De onptloffing gebeurde op het
oogenblik dat de hoofddirecteur der
werkzaamheden uit de groeve was
opgestegen. De slag was allerver
schrikkelijkst. De mijn is in twee
schachten verdeeld. Het aantal
werklieden, die daar arbeiden is niet
minder dan 1293, nl. 773 in schacht
No, 1 en 520 in schacht No. 2.
In laatstgenoemde ontplofte het
gas; er waren toen 1100 man aan
het werk. Onbeschrijfelijk is het
schouwspel, dat zich boven aan de
opening der groeve vertoonde. Tal-
looze vrouwen en kinderen, door
wanhoop gedreven, jammerden,
schreiden en baden, de handen wrin
gende, om hulp. Deze werd dan
ook zoodra en zooveel mogelijk ver
leend, en het beleid, waarmede dit
geschiedde had ten gevolge dat
binnen ongeloofelijk korten tijd 308
arbeiders levend werden opgehaald;
na verloop van drie uren waren 900
Het juiste cijfer der omgekomenen
is nog niet bekend, maar het getal
verwonden is schrikbarend groot en
velen hunner zullen óf sterven of
voor immer onbekwaam tot werken
zijn. Onberekenbaar is voorts de
materieele schade, welke de eige
naars der mijn lijden en de verwoes
tingen der oppervlakte boven de
mijn aangericht strekte zich zeer
ver uit. Naar de oorzaak van het
onheil is een onderzoek ingesteld
Men zegt, dat pas kort geleden de
mijninspecteurs alles in goede
toestanden bevonden hebben. Het
bovengedeelte der mijn is 300 en
het benedengedeelte der mijn is 375
yards diep. De kool, die er uit komt is
van de beste qualiteit voor stoom
werktuigen. De ontploffing is sedert
1869 de derde, welke in dit district
zooveel jammer en ellende veroor
zaakt. De eerste en de tweede, in
1869 en 1877 waren ontstaan in de
Ferudale-mijn, op zeer korten afstand
van de Mardy-mijn.
Fernambuco, 7 Dec.
In den nacht van 30 Nov. heeft
er ongeveer 100 mijl van hier eene
aanvaring plaats gehad tusschen de
schepen Ben Douran, van Oalifor-
nië naar Queenstown en de Magician,
van Cardiff naar Californië. De
Ben Douran wierp 100 ton lading
overboord kwam 3 Dec. hier ter reede
ten anker en werd gisteren in de
haven gesleept om te repareeren.
De Magician zonk kort na de aan
varing. De geheele equipage van
de Magician op de 2den stuurman
na is hier aan land gekomen.
Men leest in de London and
China Telegraph van 21 Dec. jl.:
»Een correspondent meldt ons
met de laatste mail, dat de stand
van zaken in Atjeh ongunstiger is
dan ooit. Niets en niemand is meer
zeker tegen de aanvallen der over
moedige Atjehers. Er wordt des
nachts geschoten binnen de meest
beperkte linies rondom Kotta-Radja
en Oleh-leh, welke plaatsen thans
nog slechts in naam door de Hol
landers bezet zijn. En dit alles na
een oorlog van meer dan twaalf
jaren en ten koste' van meer dan
200,000,000 guldens, zegge meer dan
16,000,300 pond sterling. Geen
wonder, dat de schatkisten van Ned.
Indië en van Nederland zijn uitge
put en dat tekorten op het Budget
chronisch zijn geworden. Het gebied
in naam bezet, is zeer beperkt en
nu het getal der troepen nog ver
minderd is, biedt de plaats geen
veiligheid meer voor dagelijksch
leven.
De tramlijn van Kotta-Radja naar
Oleh-leh wordt voortdurend bescha
digd, terwijl de rails worden opge
broken. Inderdaad schijnt de ge
heele zaak verder van een oplossing
verwijderd te zijn, dan zij het eenige
jaren geleden was. Wel moet men
eenige sympathie gevoelen voor de
Hollanders in hun strijd, nu beri beri,
deze in Straits zoo vreeselijke ziekte,
op hevige wijze onder de troepen
is uitgebroken. De geneeskundigen
weten van deze ziekte al even wei
nig als van de cholera en zij heeft
reeds groote verwoestingen aange
richt."
Men moet erkennen, dat er op de
juistheid van dit alles behalve roos
kleurig bericht weinig is af te din
gen- Gisteren nog deelden wij uit
de Sumatra-Courant een verhaal
mede, omtrent een aanval door
Atjehers op den stoomtram, nauwe
lijks duizend meters van Kotta-Radja.
Hunne pogingen om den tram te
doen deraillleeren mislukten. Ook
het bericht omtrent het heerschen
der beri-beri is maar al te waar.
Het hospitaal ligtover vol met lijders.''
Het eenig lichtpunt is, dat die ziekte
niet toeneemt, en het aantal sterf
gevallen vermindert.
Inmiddels heeft de Tweede Kamer
op een drafje de begrooting voor
koloniën afgehandeld, ze is er bijna
overheen gesprongen om den laten
avond nog aan de middelen wet te
besteden. De heer Keuchenius begon
met te constateeren dat de tijd waarop
(Hoofdstuk X) koloniën aan de orde
werd gesteld, zoodat discussie zoo
goed als onmogelijk is, de overzee-
sche bezittingen in Oost- en West-
Indië het bewijs levert van den
hoogen ernst en de diepe belang
stelling, die nu het moederland aan
de koloniën wijdt.
En inderdaad, de toestand waarin
Atjeh verkeerd, het door ons over
genomen bericht uit de London and
China Telegraph werpen een eigen
aardig licht op, de spoed die de
Kamer bij haar werk gemaakt heeft,
om Donderdag voor Kersttijd in rust
te kunnen doorbrengen.
Omtrent den onlangs overleden
Amerikaanschen millionair Vander-
bilt, komt het volgende verhaal voor
in de Frankf Z.
Mevr. Vanderbilt droomde eens een
akeligen droom. Zij zag hoé het
rijtuig, waarin haar man gezeten
was, in volle vaart tegen de scher
pen hoek van een huis aanreed en
verbrijzeld werd, haar man er uit
werd geslingerd levenloos ter aarde
lag, terwijl de koetsier ongedeerd
aan den naastbij staanden lantaarn
paal bleef hangen.
Hoogst ontdaan over dezen vree-
selijken droom, liet mevr. V. den
koetsier roepen, een der beste van
New-York, die reeds uit zijn spaar
penningen een buitentje aan den
Hndson had kunnen aankoopen. Zij
vroeg hem opgaaf van alle scherpe
hoekeu, waar het rijtuig gewoonlijk
een bocht had te maken. De koet
sier, die den weg nauwkeurig kende,
wist slechts een hoek te noemen die
inderdaad gevaar kon opleveren.
Daar stond een groot hotel, vlak
bij de Sociëteit die Vanderbilt dage
lijks bezocht.
Nu liet mevr. haren makelaar ont
bieden. Deze kon haar mededeelen
dat het hotel aan een maatschappij
behoorde, welke nog twee groote
hotels bezat te Baltimore en te Bos
ton, en een aandeelenkapitaal had
van 2 millioen dollars. Daarin zag
de dame geen bezwaar. »Koop on
der de hand alle aandeelen voor mij
op," zoo luidde de order, »mijn man
mag er niets van weten".
De makelaar ging en deed volgens
de opdracht Groote verbazing ter
beurze, waar men spoedig bemerkte,
dat er met die aandeelen wat gaan
de was. De prijs steeg met den dag
tot het dubbele der waarde, maar
de makelaar kocht alles. Mevr. V.
vond het wel erg duur, maar haar
man liet haar vrij uit zijn kas put
ten en zoo waren weldra de drie
hotels haar eigendom. Terstond
werd aan een bouwmeester opgedra
gen den lastigen hoek te doen ver
dwijnen een derde gedeelte van het
terrein werd opgeofferd, maar de
hoek leverde nugeen bezwaar meer op.
Nu eerst was mevr. gerust en ver
telde zij alles aan haren man.
Deze hoorde haar met ^tijgende
verbazing aan en barstte toen in
een uitbundig gelach uit. Toen hij
wat bedaard was en zijn vrouw hem
naar de oorzaak van zijn vroolijk-
heid vroeg, luidde het antwoord
Dat plan hadt gij veel goedkooper
kunnen uitvoeren, me lieve! want
bijna alle aandeelen waren van mij.
De Fransche Marine is zeer
geteisterd in de laatste dagen. De
»Mytho," een groot transportschip,
moet uit de Roode Zee terugkeeren
wegens groote averij aan de machines;
de kanonneerboot »Chanois" is te
Toulon door een verkeerde manoeu
vre bij het herstellen gezonken.
Thans komt bericht, dat de »Thétis,"
die als vlaggeschip naar de Stille
Zuidzee op weg was, te Madera is
moeten binnenloopen, daar 't ach
tergedeelte van het schip lek is.
De »Thétis" was van een verouderd
model. De admiraal zal thans per
pakketboot naar Lima gaan om het
eskader te bereiken de >Thétis" zal
naar Cherbourg terugkeeren en de
bemanning overgaan op een ander
schip, de »Duquesne."
Wi| we!ge&«>
Als naar den doodenakker
Een lijk wordt heengebracht,
Dan gaan de bloedverwanten
En vrienden, stil en zacht
De sombre lijkbaar volgen,
Vaak met betraand gelaat.
Dat volgen van den doode,
Wel hem, die bet verstaat.
't Is of er uit de woning
Waarin de doode rust,
Een stemme tot ons fluistert
Zijt gij u wel bewust,
Gij allen, volgelingen,
Die mij nu grafwaarts leidt,
Dat gij eenmaal moet volgen
Zijt gij daartoe bereid P"
„Nog voelt gij door nw leden
Gezondheid, levenskracht
Nog kunt gij 't nauw gelooven,
Dat ook een graf u wacht.
Toch zal het eens gebeuren;
Ik ben u voorgegaan,
Maar zeker zult gij volgen;
Wilt gij dat woord verstaan P"
Mijn vrienden, ja, wij volgen
Elkander in den dood.
Een3 dalen onze lijken
In 's aardrijks killen schoot.
Maakt u bereid tot volgen
Volvoert met liefde eu lust
Het goede, zoo lang tot ook
Uw fakkel wordt gebluscbt.