't Vliegend Blaadje KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1357. Woensdag 17 Februari 1886. Veertiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEEKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advortentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 16 Februari 1886. Zaterdagmorgen waren we ooggetuigen van een plechtigheid, die niet naliet op een talrijk verzamelde menigte een diepen indruk te maken. Reeds in den vroegen morgen bega ven zich de hier aanwezige officieren van land- en zeemacht, alsmede die der schutterij, naar het huis, waaruit 't stoffelijk over schot van den kolonel W. J. Hojel, adjudant des Konings in buitengewonen dienst en com mandant van het 4de Reg. Vesting-Artillerie, onlangs plotseling overleden, naar het stati onsterrein zou worden vervoerd, om per trein naar 's Gravenliage overgebracht te worden, waar de begrafenis zou plaats hebben. Voor het sterfhuis werd de stoet, die den overledene de militaire honneurs zou bewijzen, opgesteld in dezer voege a. Een afdeeling infanterie, onder commando van kapitein Vrede. b. 't Stafmuziekkorps dar Marine, onder den kapelmeester J. Koning. c. De lijkkoets, waarin de kist, die met de distinctieven van den overledene en met fraaie kransen prijkte, welke laatste een hulde waren van familie en krijgsmakkers. Door den luit.- kol. Cramer von Baumgarten, den kapt.-luit. ter zee Van Broekhuijzende majoors Rede- magni en Benschop werden de slippen van 't lijkkleed gedragen. d. 't Paard van den overledene, geleid door diens oppasser. Deze groep scheen op de aanwezigen wel den grootsten indruk te maken. e. Een twaalftal der oudste ^onderofficieren van 't 4de Reg. Vesting-art., die als dragers fungeerden. f. Familiekoetsen, waarin o.a. de rice-admi- raal en nnJ«re liooJR-nffieieroo haddon plaats genomen. g. Detachementen artillerie en mariniers. h. Burgerlijke autoriteiten en belangstel lenden. Door het muziekkorps werden Marches frinèbres van Cliopin en Beethoven uitgevoerd, welke muziek niet weinig luister aan 't geheel bijzette. Op het terrein aangekomen, knalden de geweerschoten, de militaire honneurs wer den bewezen en langzaam en statig rolde de trein voort, terwijl de achterblijrenden dien met ontbloot hoofd nastaarden. Te Haarlem, waarheen men getelegrafeerd had, werd de trein opgewacht aan 't station door de aldaar in garnizoen liggende officieren en die van de schutterij. De overledene kolonel Hojel was comman deur van de Orde van de Eikenkroon en ridder van de Nederlandsche Leeuw. Ook was hij gerechtigd tot het dragen van de Danebrogsorde, hem verleend door den koning van Denemarken. We vernemen, dat de officieren van het 4e Reg. Vesting-Art. den rouw over hun gewe zen commandant zullen aannemen. Ook te *8 Gravenhage is het lijk met groote militaire eer ter aarde besteld. De Minister van Oorlog en van Marine, alle generaals, hoofd- en verdere officieren uit de residentie en verder uit bijna alle garnizoens plaatsen met artillerie, en een deputatie van of ficieren der Militaire Academie, vormden een talrijken kring ora de groeve. Toen het salvo van geweervuur boven het graf door het grenadier-peleton gelost was, plaatste zich de generaal-majoor der artillerie Schneider boven de groeve. Hij vertolkte in treffende bewoordingen de gevoelens van ver slagenheid en gedruktheid, die zich bij den on- verwachten dood meester maakten van hen, bij wie Hojel in achting en liefde stond aangeschre ven. Spreker vervulde de zware taak aan dezen grafkuil van een oud vriend, waarmede hij reeds op de schoolbanken zat. In de eerste plaats her dacht hij de militaire loopbaan van zijn kame raad en schetste inzonderheid zijne groote liefde voor de wétenschap, als een draad door zijn ge- heele leven gevlochten. Uit zijne officiers-car rière stipte hij meer in het bijzonder aan zijne eigenschappen als uitstekend pedagoog; zijn gaven om de kennis die hij bezat aan anderen mede te deelen, zijnen grooten naam op het ge bied der ballistische stadiën; zijne voortbreng selen op het terrein van het kustgeschut; zijne medewerking aan de totstandbrenging der wet op het onderwijs bij de K. M. A., waarvan hij als directeur der studiën bij die inrichtingen een van de voornaamste uitvoerders was. Hier vond Spr. de plaats tevens hulde te brengen aan de vastheid van Hojel's karakter, toen hy geroepen werd toestanden te regelen, die tegen zijne over tuiging streden. Als vertrouweling van den V orsteuzoon, wijlen Prins van Oranje, heeft hij, zeide de generaal, dien Prins met onkrenkbare trouw en ongeëvenaarde toewijding gediend. Nog wees hy op de meesterlyke wyzc, waarop Hojel de moeielijke en veelomvattende taak van commandant van het 4e reg. rest.-art. te Hel der heeft volbracht. Ook schetste hij zijn echt soldatenhart, al was hij dikwijls van het leger verwijderd geweest. Na aldus des overledenen militaire loopbaan herdacht te hebben, stond de heer Schneider ook stil bij Hojel's persoonlijkheid en betrekking in de maatschappij. Hij legde daarbij den klem toon op 's mans zachtmoedigheid, toegevendheid en hulpvaardigheid zonder verzaking zijner be ginselen. Dat hij algemeen bemind was, werd treffend bewezen door de tegenwoordigheid van zoovele vrienden aan deze groeve. Was spr. overtuigd, dat de herinnering aan Hojel's voort brengselen op wetenschappelijk gebied niet licht zouden worden uïtgewischt, duurzamer monu ment zag hij in de hooge achting, die allen, hier tegenwoordig, en zooveel anderen hem toedroe gen. Met een hartelijk vaarwel tot zijn vriend en kameraad besloot hij deze hulde. De oudste officier van het 4e regiment vest.- art., majoor Redemagni, schetste het geleden verlies van het corps in zijn beminden en geach- ten chef. Bij het overbrengen van de hulde en innige sympathie van dat regiment, sprak hij de hoop uit, dat het voorbeeld, door dien chef gege ven, een spoorslag mocht zijn om zijn edele voet stappen te drukken. De majoor sprak ook met een enkel woord van algemeene sympathie, aan Hojel in den Helder toegedragen. Met droevigen blik bracht generaal Pel, als voorzitter, den cijns der dankbaarheid van de «Vereeniging ter beoefening van de Krijgswe tenschap", die het groote voorrecht had dun heer Hojel geruimen tijd in hare vergaderingen als voorzitter te mogen begroeten. Spr. herinnerde aan de welwillendheid en bescheidenheid, waar mede de overledene het voorzitterschap vervul de, humaan als hij steeds was in zijne weerleg gingen. Diep betreurde hij het daarom, dat de hoop van hem nogmaals als voorzitter te zien optre den, vervlogen was, aangezien zijn leiding den bloei der vereeniging bevorderd heeft, waarop hij met eerbiedigen dank terugzag. De heer mr. J. W. Spin gaf hierop nogmaals een kort wIn memoriam" door Hojel te herden ken als mensch, die door urbaniteit anderen, ook hem, zoo dikwijls heeft voorgelicht.. De majoor Krantz, hoofd van onderwijs aan de Kon. Militaire Akademie, gevoelde zich mede verplicht te doen uitkomen welke degelijke kracht voor 't militair onderwijs de Akademie in Hojel veroverd had. Kundig artillerist, voor treffelijk leeraar, lag zijn grootste kracht op 't gebied van 't onderwijs als directeur der studiën. Zijn veelzijdige bekwaamheid, zijn organisee- rend talent, zijn groote ernst, spreker moest dat openlijk getuigen, vervulde het leeraarsperso- neel met ijver. Spr. wees er vooral op hoe de werken van Hojel op 't gebied der toegepaste artillerie met roem bekend staan in het buiten land en voor Italië, Frankrijk en Rusland den grondslag leveren voor de meest practische toe passingen op 't gebied der artillerie. Hulde bracht ook hij aan den moed van Hojel's overtui ging. Spr. was zeker dat de invloed door Hojel op militair onderwijs uitgeoefend, zich nog lang zal doen gevoelen en dat de Kon. Mil. Akademie zijn naam steeds in onverwelkbare eer zal hou den. Namens de broeders en verdere betrekkingen van den ontslapene, die te aangedaan waren om zich van dien plicht te kwijten, bedankte de heer Bruce le luit.-adjudant te Den Helder, die zich voor de familie met de regeling der begrafenis plechtigheid had belast, voor de eer aan den overledene bewezen, met de treffende verzeke ring, dat hij van de hier betoonde deelneming aan de diepbedroefde weduwe zou kennis geven. Toen de lijkkist, door velen met betraande oogen nagestaard, in den grafkuil gedaald was, haastten zich velen om over het graf als 't ware een bed van bloemen te spreiden. Onder die treffende bewijzen van hoogachting en sympa thie behoorden rijke kransen van wege: de com missie van proefneming, de officieren en burger leden bij de K. M. A., de officieren van het 4e reg. vestingartillerie, heeren officieren zonder troepen, de officieren van het 5e en le reg., be- hoorende tot het garnizoen van Den Helder, de officieren van het 3e reg. vestingartillerie. Met eigen hand voegde generaal Pel er een fraaien krans namens ds ^Vereeniging ter beoefening van krijgswetenschappen" bij. De Kon. Ver eeniging het Eereteeken voor belangryke krijgs verrichtingen" stond met haar in roaw gehulde banier aan 't graf om den eereplicht te verval len tegenover kolonel Hojel, een van haar bui tengewone eereleden. In 't bewustzijn de laatste eer bewezen te hebben aan een edel en rechtschapen mensch, esn kundig staatsburger, een trouw dienaar v*n Koning en Vaderland, die vooral door zyn humaan en innemend karakter ieder voor zich wist te winnen, verlieten de aanwezigen den dooden akker. Hoezeer Z. M. den Koning zich bij de plechtigheid niet officieel deed vertegenwoor digen, waren toch vele leden van zijn militaire huis, echter niet in uniform, aanwezig, o. a. de adjudanten des Konings gencraal-majoor Taets van Amerongen de kapitein ter zee Roellde majoor Bentinckde kapt. Sirtema van Grovestins en de Ranitz, alsmede de or- donnance-officieren v. d. Pol en v. d. Bosch. Verder merkte men op vertegenwoordigers der Haagsche schutterijeen deputatie der officieren van de Kon. Milit. Academie den directeur der krijgsschool met de leeraren en officieren de generaals KretserAlewijn Klerck, Van Helden, den oud-generaal van het Indische leger, Bouwmeesterde oud- ministers Engelvaart, Fransen van de Potte en Taalman Kip, alsmede den burgemeester der residentie. Bij Zr. Ms. besluit van 12 dezer is, met 1 Maart a. s.lo. 's Konings adju dant in buitengewonen dienst, de schout bij-nacht F. H. P. Van Alphen, op zijn verzoek, ter zake van langdurigen dienst, op pensioen gesteld, onder dankbetuiging voor de vele gewichtige en langdurige aan den lande bewezen diensten, en toe kenning van een pensioen van f 2600 'sjaars, en voor werkelijk verblijf in mi litairen dienst in 's Rijks overzeescbe be zittingen en kolouiëu en tusschen de keerkringen, een verhooging van pensi oen van f 975 's jaars 2o. bevorderd tot schout-bij-nacht de kapts.-ter-zee J. B. A. De Josselin de Jong en W. J. Scholten Van Aschattot kapt. ter zee, de kapt.-luit. ter zee J. C. Joekes en D. J. Weys tot kapt.-luit. ter zee, de luit. ter zee 1ste kl. H. J. De Wal en O. C. A. J. Moreautot luit. ter zee lste kl., de luit. ter zee 2e kl. H. Slot en W. J. De Bruyne 3o. de schout-bij-nacht W. J. Scholten Van Aschat, op zyn verzoek, ter zake van langdurigen dienst, op pen sioen gesteld, onder toekenvmg van een pensioen van f 2100 's j.varsen een verhooging daarvan met f1125 's jaars voor werkelijk verblijf in militairen dienst in 's Rijks overzeescbe bezittingen en ko loniën en tusschen de keerkringen. De minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat één plaats alsadspirant-ingenieur bijdeNederl. marine op eene jaarwedde van f 1000 wordt opengesteld. Bij beschikking van den Minister van marine is de adelborst der 3de klas se, 3de afdeeling, bij het Koninklijk insti tuut voor de marine te Willemsoord, W. C. Rooija&rds, met 21 dezer etrvol uit den zeedienst ontslagen. De Minister van oorlog heeft ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat tegen den 6den April e. k. weder pupillen op de pupillenschool te Nieuwersluis zullen worden geplaatst. Van de op dien datum openstaande plaatsen zullen er wellicht eenige kun nen worden vervuld door zonen van niet militairen (onder niet-militairen" wor den ook begrepen gepasporteerde militai ren en schepelingen), tegen betaling eener jaarlijksche bijdrage van f50, in het be gin van ieder kwartaal, bij vooruitbeta- ling, telkens van 1/i gedeelte, te voldoen de overige plaatsen worden kosteloos ver vuld door zonen van hen, die in dienst zÜn bij de zee- of bij de landmacht hier te lande of in Oost-en West-Indië, als mede van hen, die in dien dienst, hetzij als militair, hetzij als schepeling gepen- ■ionneerd, gegageerd of overleden zijn. In de laatste vergadering werd door den Raad van Tessel besloten zich tot Ged. Staten te wenden, ten einde van hen verbetering van de haven te erlan gen. Men meldt van Terschelling, dd. 11 Febr.Evenals elders heerscht hier ge brek aan werk. Armoede doet zich in menig huisgezin gelden. Het is met het oog daarop, dat bet als een zeer gelukkig denkbeeld mag beschouwd worden, dat heden door het tooneelgezeischap »De Dageraad" een hardrijderij op schaatsen werd georganiseerd, met dien verstande, dat ieder rijder zich kon opgeven als deelnemer aan den strijd ten voordeele van een behoeftig gezin. Daar de pry- zen in eetwaren bestonden, dankt menig arme genoemd gezelschap. Door Z. M. den Koning is de cor- rectioneele gevangenisstraf van 4 jaar, bij arrest van bet gerechtshof te 's-Gra- venhage den 31 Dec. jl. wegens moed- willigen doodslag opgelegd aan den offi- ciersbediende van een der stoomschepen van den Maatschappij Zeeland, veranderd in 2 jaar celstaf. Het ijs heeft te Zutfen twee slacht offers geëischt. Op de uiterwaarden langs den IJsel zakte een 12-jarige jongen er door; een baanveger wilde hem redden; beiden zonken weg en een uur later werdeji de lijken opgevischt. Vrijdagmiddag geraakte een 12-ja- rige jongen op de Weerden in de Hoven, nabij Zutfen, onder het ijs. Een 22-jarige jongeman schoot te hulp, doch was niet in staat den eersten drenkeling te redden. Hijzelf boette zyn menschlievendheid ook met den dood. Wel was spoedig meer hulp ter plaatse, doch toen men de beide drenkelingen op het droge bracht, was de dood reeds ingetreden. Nabij den Bosch zijn 3 jongens door het ys gezakt en verdronken. De eerste was bet 9-jarig zoontje van den machinist van het stoomgemaal in den Vlierpolder. Alhoewel een infauterist -zich zeer veel moeite gaf tot redden, verdween de knaap toch in de diepte. In den Boschveld-en Maypolder zyn een 12 en 11-jarige jongen verdronken. Ook hier waagde iemand zijn leven, om hen—4e ri»JaeTi,-_do£h te vergeefs. Te Oostvoorn heeft men in de vo rige week een schandelijk stuk uitgehaald. De timmerman V. die bij zijn leven doorgaans in staat van dronkenschap had verkeerd, was gestorven en door de bu ren waren de gewone bestellingen voor de begrafenis in orde gebracht. Vrijdag avond echter is het lijk door eenige schan delijke grappenmakers uit de kist ge haald en in het ledig schoollokaal recht overeind geplaatst, waar het lijk den vol genden morgen gevonden werd. Dezer dagen had te Ierseke een jacht plaats op 4 stroopers, door 2 rijksveld wachters. Het eigenaardige der jacht was, dat niet de jagers op het wild scho ten, maar het wild op de jagers, die daardoor onaanzienlijke verwondingen bekwamen. De veldwachters slaagden er niet in de stroopers te arresteeren, maar één van ben werd aan zyn stem herkend, en dit gaf aanleiding dat men ook de namen der overigen weldra wist. Het Vad. geeft nog een paar by- zonderheden omtrent de voortvluchtige familie v. d. H.te Madera aangehouden. De moeder ging met haar kinderen scheep, onder den naam van >Davistee". De be drogen echtgenoot en vader zette zijne vrouw en kinderen, na ontdekking van hunne vlucht, terstond na. Te Rotterdam vernam hij dat zy naar Antwerpen waren gespoord. Hy ging daarheen en vond het spoor zijner familie, die aan boord van het stoomschip Leibnitz passage had genomen naar Montevideo. Het schip lag gereed om te vertrekken en v. d. H. spoedde zich naar de haven. Toen hy daar aankwam, had de Leibnitz juist bet anker gelicht, en voor ziju oogen stoomde het zeekasteel statig voort, al de zijnen meevoerende V. d.H. miste de middelen om het schip na te stoomen, en bad ver zuimd maatregelen te beramen om dit zoo noodig en mogelijk vanwege de po litie te laten doen. Bij tijdige voorzorgen ware bet misschien nog mogelijk ge weest de Leibnitz op de reede van Vlis- singen te naderen en de vluchtelingen aan wal te brengen, Een timmerman te Kolderveen bad dezer dagen zooveel werk, dat hij met zyn knecht een nacht moest doorwerken. De buurvrouw, die hen 's nachts hoor de hameren, hield dit voor een spook achtig kloppen en voorspelde hieruit, dat er spoedig een onheil zou gebeuren. Toe vallig geschiedde dit inderdaad: na drie dagen de gewone voor wraak van hek sen en spoken werd by den timmer man de lijkkist besteld voor iemand, die verdronken was. Al de moeite, die men sedert deed om de vrouw het spookach tig geklop uit het hoofd te praten, hielp nietszij is en blijft haar leven lang vast overtuigd dat zy het veurspouksel heurd hadde." (D). £3,000 golden —recht. In 1876 overleed te An erdam de heer J. C. De B., boekhouder van "tet Grootboek der Nationale Schuld. Hij wt bekend als een solied, welgesteld man, die met zijn geziifon bekrompen leefde, wat hij niet doen kon van zijne bezoldiging, die eerst f 1200, later f2000 bedroeg. Vóór zijn overlijden had hij zijne vrouvr verzekerd, dat ze op denzelfden voet kon voortleven en haar doen beloven aan be hoeftige verwanten een uitkeering te doen. Groot was daarom de verwondering van zijn verwantentoen na het overlijden weinig vermogen gevonden werd. Er werd overal gezocht en o. a. werden eenige effecten en gelden aangetroffen, niet enkel in zijn huis achter boeken als anderzins verscholen, maar ook in zijn lessenaar aan 't Grootboek. Toch werd aan contanten slechts f 2000 gevonden, ofschoon er volgens een door den erflater kort voor zijn dood geschreven lijstje f 24.000 aan wezig moest zijn. De commissionnair, die voor den heer B. steeds werkzaam was geweest en vaak hem aan het Grootboek kwam op zoeken, had in 1867 f 19.000 afgedragen, welke som echter sedert niet door zijn tus- schenkomst belegd was. Dit alles leidde tot het vermoeden, dat de héer~Br'ne~entbrêkcsdgvf 22.000 ergens moest hebben verborgen, en dit vërnTöC-dSQM'erd bevestigd door zijn karakter. B. was volg algemeene getuigenis een accuraat, oppassend, eenvoudig en braaf man, die niet speculeerde, maar tevens vreemd, gedrukt en melancholisch. Hij was bijzonder gedrukt en geheimzinnig juist kort vóór zijn overlijden, dat in 1876 onverwachts, tijdens 't kermisoproer, voorviel. Intusschen, bet vermiste bedrag bleef ver mist, en men kon er geen spoor van ontdek ken, totdat in 1882 een pakje van 22 bank biljetten elk van f 1000 werd gevonden in den omslag van een volgeschreven saldo- of char terboekje, toen dat uit den lessenaar, dien B. gebruikt had, naar de charterkamer van het Grootboek was overgebracht. Toen die vondst aan den voogd der min- deijarige kinderen van B. bekend werd, achtte hij het boven twijfel dat de gevonden som niet anders konde zijn, dan wat uit de nala tenschap gemist werd. De zaak kreeg rucht baarheid, maar niemand anders kwam zich als rechthebbende aanmelden. Toch maakte de minister van financiën bezwaar de gelden zonder rechterlijk vonnis af te geven. Van daar een vordering tegen den Staat der Ne derlanden tot afgifte van de 22 bankbiljetten met de rente. De Hooge Raad heeft, volgens de conclusie van den procureur-generaal, bij arrest van 4 December jl. (geheel te vinden in 't «"Weekbl. v. h. Recht," no. 5245) de vordering behalve wat de rente betreft toegewezen. By dat arrest is op grond der bovenvermelde feiten, die uit een getuigenverhoor gebleken waren, als rechtsvermoeden aangenomen, dat de bedoelde biljetten het eigendom waren van den erflater. Dat vermoeden was nog be vestigd door de omstandigheid, dat 't boekje, waarbij de biljetten waren gevonden, 't eenige was dat een omslag had, en daarin niet was gewikkeld geweest, zoolang er door den .assi stent van B. onder diens toezicht in werd geschreven. Verder was gebleken, dat die afdeeling eiken dag werd verzegeld en ont zegeld en niemand dan de ambtenaren toegang tot de Charterkamer had. Eindelijk dat B. niet dan na lang aarzelen, tijdens zijn laatste ziekte, den sleutel van zyn lessenaar, waarin ook andere hem toebehoorende papieren en gelden werden gevonden, aan zijn adsistent had willen afgeven. De Hooge Raad nam aan dat het gedurende eenige jaren onbelegd laten van zulk een bedrag wel uit het ka rakter van den erflater was te verklaren. In de citadel van Warschau zijn den 28sten Januari eenige nihilisten ont hoofd. In den nacht waren door de gen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1886 | | pagina 1