't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. TDSSGBEN KRUIS EN TEMPEL No. 1369. Woensdag 31 Haart 1886. Veertiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. Atoc »nn©ment per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Buret - - T lux bezorgd zijn. Aan onze geabonneerden 'buiten de gemeente Helder wordt beleefd verzocht 't Abonnementsgeld Vliegend Blaadje," le kwartaal 1886, te willen overmaken vóór 5 April, zullende anders daarover met 10 Cents verhooging per post be schikt worden. DE UITGEVERS. FELDER, 30 Maart 1886. Zaterdagavond werd in 't lokaal Tivoli een openbaie les met de leerlingen der industrieschool gehouden, onder leiding van den heer N. J. Leijer, onderwijzer. Op zeer populaire wijze werden de eigenschappen der lucht behandeld en de gevolgen daarvan duidelijk verklaard. Aan de wanden wa ren proeven van Hand- en lijnteekenen opgehangen, die door belangstellenden met aandacht werden he keken en de beschouwing ook wel waardig waren. Na afloop hield de heer A. van Voornveld een flinke toespraak tot de leerlingen, waarin door hem 't nat werd aangetoond vau ijver en vlijt bij 't onderwijs, daar kennis een machtige hefboom is om in de we reld vooruit te komen. De volgende onderscheidingen werden toegekend: Loffelijke vermeldingen. 3e jaar. Wiskunde: J. van Driel, J. Löscher, J. Kuhlmaijer, F. M. Duinker, A. Reith, J. D. 8chieke, J. Vonk. Lijnteekenen: J. van Driel, A. Kooijman, T. M. Duinker, A. Reith, H. Schol, J. Vonk. Handteekenen: J. M. Duinker, J. Bruin, J. Duinker, A. Reith, A. Kooi man, J. Löscher. Letterkunde: J. van Driel, A. Reith, A. Kooijman, J. D. Schieke. T. M. Duinker, T. van Twisk, J. Löscher, S. Kuhl maijer, J. Bruin. 2e jaar. Natuurkunde: J. J. Julianus, C. de Jong, N. C. Stikkel, T. Proost, J. C. Collet, W. Brizee, H. Visser, H. van Willigen. Rekenkunde: J. C. Collet, J. J. Julianus. W. Brizee, C. Rab, C. de Jong, N. C. Stikkel, J. H. Barens, J.L. de Cock, C. de Groot, U. Visser. Lijnteekenen: J. C. Collet, J. J. Oosenbrug, W. Brizee, C. de Jong, J.L. de Cock, J. J. de Vries, T. Proost, J. K. Esherig, J. H. Barens, C. de Groot, J. Siegers. Handteekenen: C. de Jong, N. Stikkel, J. T. Schellinger, J. H. Barens, H. van Willigen, W. Brizee, J. Goudzwaard, J. L. de Cock, C. Rab. Letterkunde: J. de Kok, J. J. Julianus, N. J. Stikkel, J. H. Barens, J. Goudzwaard, C. de Jong, T. Proost, J. F. Schellinger, W. Brizee, J. C. Collet, D. C. Rab. le jaar. Natuurkunde: J. Driessen, E. Peters, L. J. van Emmerik, J. Oden, H Freeke, H. Barens, P. F. Morsink, J. J. Schoetaenberger, J. Heijman, G. Badart. Rekenkunde: Peters, L. J. van Emmerik, J. Oden, H. Barens, J. Heijman, K. Abbenes, J. Driessen, J. W. Kuijk, E. Koch, D. Kuiper, D. Spanjerdt, G. Lavell, C. van der Wall, S. Schellinger. Lijnteekenen: J. Driessen, E. Peters, L. J. van Emmerik, J. Oden, A. W. Kwist, H. Barens, J. H. Bnijkes, J. J. Schoefflenberger, IJ. Kliassen, J. Harkes, H. Rie- mers, H. Hanekroot, J. Heijman. Handtee kenen: S. Schellinger, E. Peters, J. Zwaag, J. Kwist, L. J. van Emmerik, E. Koch, H. Hane kroot, J. J. Schoefflenberger, J. P. Piscaer. Letterkunde: J. W. Kuik, J. Heijman, E. Peters, J. J. Schoefflenberger, H. Freeke, E. H. Koch, L. J. van Emmer:k, J. Driessen, J. Oden, H. Riemers, J. H. Buijkes, K. Abbenes, D. J Spanjerdt, G. Lavell, A. M. Kwist. 4e jaar. Prezen en getuigschriften. P r ij z e n: A. J. Stikkel, E. D. Uarms, J. Ver- meij, J. Schreuder, A. J. Duijts, J. L. van Os. Getuigschriften: J, Carst, W. Tielrooy. Zaterdag a. s. zal door de Scherm- en Gymnastiekvereniging Oefening kweekt Kunst", een huishoudelijke uitvoering wor den gegeven in Tivoli, waarbij ook de ad- spirauten-afdeeling, bestaande uit knapen van 12—15 jaren, zal optreden. De minister van oorlog is terugge komen op de bepaling van verleden jaar, dat de militaire goederen, die de miliciens bij hun vertrek met onbepaald verlof mede namen, wanneer zij een saldoschuld op het kleeding- en reparatiefonds ach tergelaten hadden, vóór hun pasporteering, door tusschenkomst van de burgemeesters der gemeenten opgevraagd en door de korpsen tegen taxatie in de magazijnen ingeleverd moesten worden. Hierdoor zal aan de gemeenten en aan de korpsen een groote last bespaard worden, welke zeker niet werd opgewogen door de twijfelach tige voordeelen, die de maatregel kon af werpen. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Java, onder bevel van den luit. t. z. 1ste kl. C. Hoff- man, in den namiddag van 25 dezer naar zee vertrokken, ter opvolging zijner be stemming naar Oost-Indië. Sedert het begin der vorige week is een luitenant-kwartiermeester der in fanterie spoorloos uit Deventer verdwenen. Op een achterkamer in de Lange- straat te Amsterdam woont sedert eenige jaren een] commissionair in assurantiën, die zich ook directeur noemt eener maat schappij tot onderlinge verzekering tegen de sterfte van het vee, gevestigd te Amsterdam, en die door middel van ad- vertentiën in provinciën, agenten aan stelt, zich door hen een flinke borgstel ling in klinkende munt laat uitkeeren, en zoodoende reeds verscheidene lichtge- loovigen tot zijne dupes gemaakt heeft. Dezer dagen echter heeft de justitie zich met de zaak bemoeid, en werd de zooge naamde directeur in verhoor genomen. (Hbl.) den meldt Twee mannen brachten Donderdag den Hollandschen diamanten-koopman Julius Tabak, terwjjl zij in diens kantoor alhier j voorgaven diamanten te willen koopen, eeneu slag toe, waardoor hij bewusteloos nederviei. Zij verwijderden zich daarna, een waarde van 2000 p. st aan diaman ten medenemende. De politie heeft een Fransehman, verdacht van medeplichtig heid aan het misdrijf, gevangen geno men. Londen, 26 Maart. De politie heeft de van Tabak gestolen diamanten gevon den in een emmer. De Fransche dief had ze in een handschoen verborgen. De consul van Groot-Britannië te Amsterdam heeft aan het Handelsblad plaatsing verzooht vau het onderstaande »lk verneem uit Engeland, dat door enkele der zoogenaamde i runners" of »crimps" te Londen pogingen gedaan worden in Nederland en België, om Ne- derlandsche, Deensche en Noorsche zee lieden, die in de havens dezer landen af gemonsterd worden, naar Londen te lok ken, onder het voorwendsel dat aldaar gebrek aan Engelsche zeelieden bestaat, en dat vreemde zeelieden daardeor ge makkelijk dienst zullen vinden* »Ik ben daarom zoo vrjj, u beleefd te verzoeken de noodige openbaarheid aan de stelligste tegenverzekering te willen geven. Niet alleen dat-er hoegenaamd geen gebrek aan zeelieden bestaat, maar, zooals algemeen bekend is, er is in den tegenwoordigen zeer treurigen toestand der scheepvaart eer groot gebrek aan werk, zoodat vreemde zeelieden, die in Engeland werk gaan zoeken, zeker groote teleur stellingen en moeilijkheden tegemoetgaan." Philadelphia, 25 Maart. Men ver moedt dat het schip, waardoor het stoom schip Oregon werd aangevarea, de schoe ner Charles Morse is, geladen met kolen van Baltimore naar Boston. Gemeld schip, dat des nachts in de nabijheid van de plaats der zeeramp gezien werd, is nog niet te Boston aangekomen. Terwijl te Luik en omstreken de mijnwerkers langzamerhand weder tot orde en arbeid terugkeeren, is sedert Vrijdag in den omtrek van Charleroi niet alleen in alle takken van nijverheid het werk gestaakt, maar tevens een formeel oproer met brandstichting en plundering losge barsten. Wie nog arbeidden tot staking van het werk dwingende, loopen de werklie den het land af, in dollen overmoed zich als krankzinnigen gedragende, moedwil- geven, misschien in enkele dagen, ja uren, zich voor jarenlang ellende berokkenend Want waar moet het met de industrie heen, wanneer het ontevreden werkvolk zijn woede koelt aan machines, fabrieken en werkplaatsen? Kolenmijnen, pletterijen, glas-fabrieken, smelt-ovens, alles werd door benden werk stakers bestormd en geweld werd gepleegd tegen wie zich verzette. Troepen waren niet ter plaatse, althans in onvoldoend aantal, en zoo kon niet belet worden, dat te Lodelinsart, in de glas-fabriek te Modron, te Dorlodat en elders alles werd geplunderd of kort en klein geslagen. Een groot aantal glasfabrieken werden verwoest en daarna in brand gestoken. Dit lot trof met name de fabrieken van Bandoux te Jumet, benevens de brou werij van Binard en het hout-magazijn van Piette. De gendarmerie trad, waar schijnlijk ook wegens hare geringe getal sterkte, tameljjk kalm op. Alleen te Cathalineau had een bloedige botsing plaats, waarbij aan beide kanten gekwet sten vielen. Zaterdagnacht moet het geweest zijn of de duivels uit de hel waren losgebro ken. Uit Charleroi wordt van Zaterdag ochtend gemeld, dat de ongeregeldheden en het plunderen op het platteland in den omtrek den geheelen nacht hebben voortgeduurd. Te Roux hebben de troe pen vuur gegeven, vijf werkstakers gedood en een groot aantal anderen verwond. Vele buitenverblijven en kasteelen in den omtrek zijn in brand gestoken. Te Maychienue worden troepen verlangd. Te Roux zijn zeer veel oproermakers in hechtenie genomen; onder hen bevin- zich veel vreemdelingen. De werkstakers, met bijlen en knuppels gewapend, willen met de troepen vechten en bedreigen de stad, die door de burgewacht verdedigd wordt. De verwoestingen zijn ontzaglijk. De werkstakers gieten petroleum op de ge bouwen om ze in vlammen te doen op gaan. Zaterdag is een nieuwe bloedige botsing te Ronx ontstaan tusschen de werkstakers en het tweede bataljon jagers, dat tweemaal van de vuurwapenen gebruik maakte. Tien personen werden gedood en het aantal gekwetsten is talrijk. Een klooster in de omstreken is in de asch gelegd. Te Charleroi neemt de paniek toe. Een versterking van 4000 man troepen is aangekomen. Bij het vernielen der glasblazerijen van Baudoux maakten 3*2 lanciers een charge, maar werden door de werkstakers op de vlucht ge jaagd. Een luitenant en eenige soldaten wer den gekwetst. De benden begeven zich bij voortduring naar alle richtingen heen en be- Het plunderen wordt voortgezet. Do inrich tingen van Pirmez en Mondron zijn door de werkstakers omsingeld. Naar men zegt, staat de kolenmijn te Moriemont in brand. De militaire maatregelen zijn van dien aard, dat de stad feitelijk in staat van beleg ver keert. De werkstakers hebben een poging gedaan om de muren de ijzersmelterij van Couillette beklimmen. Na een aanmaning om zich te verwijderen, 't geen weigerend word beant woord, gaven de troepen herhaaldelijk vuur. Onder het vluchten riepen de werkstakers, dat zij in grooter aantal zouden terugkeeren. Al de werkplaatsen te Marchienne, Monceau, Lodelinsart, Jumet en Chatelineau zijn geslo ten. Alleen de smeltoven van Couillet is nog aan het werk, onder de bescherming der ge wapende macht. Vrijdagavond te 7 ure zijn de spiegelfabrie- ken te Roux aangevallen en in brand gestoken. De troepen maakten van hunne vuurwapenen gebruik. Eenige personen werden daarbij ge dood en velen gekwetst. De kantoren der kolenmijnen van Mon- ceau-Fontaine zijn aan de vlammen prijs ge geven. Charleroi, 28 Maart. (8 uur in den morgen.) De nacht is hier betrekkelijk rustig voorbijgegaan. De heuvels worden door het leger, de bruggen door de garde civique be waakt. De gisteren in de stad gekomen werk stakers hebben haar niet wedor kunnen ver laten onder hen bevinden zich vele Duitscliers. Een aantal arrestaties heeft plaats gehad. Dezen nacht zijn geweerschoten gevallen te Chatelet, Farciennes cn Frameries. De werk stakers zijn overal door de cavalerie uiteenge dreven, waarbij de troepen last gekregen had den om zonder aarzelen vuur te geven. Tegen middernacht werd uit Manage en Louvière om hulp gevraagd, dewijl men daar bezig was de werkplaatsen en kolenmijnen te vernielen. Onmiddellijk zijn 500 man derwaarts vertrokken. Charleroi, (11 u. 15 m.) Benden werksta kers begeven zich naar Louvières, waar heden avond een meeting gehouden wordt. Er wordt dringend van daar om hulp gevraagd, doch men kan te Charleroi geen soldaten missen. Op sommige plaatssn wordt geplunderd onder bedreiging met geweld, ondanks de aanwezig heid der troepen. Eenige vleeschhouweryen zijn geplunderd. Men verwacht dat het werk morgen overal gestaakt zal worden. Brussel, 28 Maart, 3 u. 20 m. Alhier heerscht volkomen kalmte. Voor van avond is geen enkele byzondere politie-maatregel genomen. Aan het spoorwegstation is een groote kist in beslag genomen, die aangegeven was als glaswerk, doch waarin zich revolvers en patronen bevonden, met een grooten voor raad doppen, gevuld met eene ontplofbare stof. De justitie is van de vondst verwittigd. Volgens een Engelsch blad is de uitslag der eerste peilingen naar petro- leumbronnen aan de kusten der Roode Een roman uit den tegenwoordigen tijd van 37. II. WIGHART. De barones werd ongerust in het bijzijn van hare door hartstocht opgewonden nicht. Zij verwenschte hoeveel keeren bad zij dit reeds gedaan het oogenblik waarop Olga voor het eerst in haar huis was gekomen. Zij trachtte door eenige zachte opmerkingen over de voorgenomen reis haren gedachten een anderen loop te geven en toen Olga, schijn baar rustig, haar beloofde dien avond in den familiekring te komen, zocht zij een voorwend sel om de kamer te verlaten. Buiten geko men, haalde zij verlicht adem. Olga bleef wederom alleen. De tyd ging haar als een droom voorbij zij was zoo afgemat na hare laatste driftige bui, dat zij niet naar beneden ging om gezamenlijk te eten, maar zich alleen wat wijn boven liet brengen, waarvan zy met buitengewone be geerte dronk en waardoor zij hare zenuwen nog meer opwekte. Iedere droppel bracht haar de zooeven ontvangen tijding levendiger voor den geest, zij stelde zich tot de kleinste bij zonderheden voor, hoe het zich zou hebben toegedragen, ofschoon haar hart er onder bloedde van toorn en smart. Wraak, fluisterde zij en liep driftig been en weder, zoodat de sleep van haar ochtend japon, telkens als zij zich omkeerde, hoog op blies. Ik wil mijn kleinood, dat ik waanzin nig verliet. Zal ik het halen? Neen, ik zal niet meer doen, zooals zij beneden willen ik mag geene weldaden van hem aannemen en van zij rilde van zijne hand zou ik niets willen hebben, al kon het mij van den dood redden. Waar zal ik met het kind heen gaan? Wat ïal er van mij worden, als ik dit huis verlaat? Door dezen kwellenden twijfel gemarteld, leunde zij met haar hoofd tegen het geopende venster. Luister, waren dat geen vreemde voetstap pen, die naar hare kamer kwamen Het was noch de zware stap van den kolonel, noch de slepende gang van de meid. Men klopte zacht, maar zeer scherp de jonge vrouw deed vergeefsche moeite te raden wie het kon zijn. Gy, Nelly? riep zij, naar haar toegaande. Ik. Nelly, komt gij mij eens opzoeken Olga nam haar bij den arm en bracht haar onder het licht der lamp. Wat doet gy hier? Jok niet, het is iets buitengewoons, waarvoor gij hier komt. Haar vroeger dienstmeisje knikte zij vond hare meesteres zoo veranderd, dat zij niet spreken kon. Gij zyt buiten uzelve, gij beeft Nelly, wat is er gebeurd, riep zij smeekend, terwijl zy hare handen vouwde. Waarom naarat gij Bruno niet mee? Spreek dan toch. Hij is ernstig ziek, stotterde het meisje, in tranen uitbrekend. Olga gaf een gil, die in een zucht weg stierf. Ja zeide Nelly haastig, als wilde zij zich van een zwaren last bevrijden sedert u weg is, is het arme kind niet meer gezond; vanmorgen was het zoo naar, dat de professor niet van de wieg wijken wilde. O, het spijt mij zoo voor het arme kind! Zij bedekte haar gezicht met haar schort en snikte. Olga stond verslagen. En toen dacht ik dat het kind wel weer gezond zou worden, als zijne mama maar weer bij hem was, want toen was hij nooit ziek. Maar de keukenmeid wilde mij niet laten gaan, omdat zij dacht dat het ongenoegen ge ven zou maar toen mevrouw Mcyer kwam en voor het bedje ging zitten en zeide, dat zij het ergste vreesde Verder kwam de vertelster niet Olga viel, als door den bliksem getroffen, op den grond. Door het open venster woei een hevige windvlaag, die de glazen deed ratelen; tege lijkertijd brak de eerste donderslag los. Nelly knielde naast hare meesteres en trach- te baar op te richten, maar toen hare pogin gen vruchteloos bleken, stormde zij de trap pen af en verzamelde binnen korten tijd al de huisgenooten rondom de bewustelooze. De kolonel was het eerst boven hij liet zich in een paar woorden vertellen wat er gebeurd was en berispte zijne vrouw niet, toen zij de ongeroepene met verwijten over laadde. Nelly wrong zich de handen, maar verklaar de, dat zij de kamer niet verlaten zou, vóór zij wist dat hare meesteres er geen ongeluk door had gekregen. Men moest toegeven en kon het evenmin tegenhouden dat Olga's eer ste blik op Nelly gevestigd werd. Nelly, fluisterde Olga zacht, zonder op de anderen te letten, gij komt van mijn kind, wat was het toch dat gij mij verteldet? Mijn gedach- tengang is weg gij spraakt over zijne wieg. Vermoei u niet, Olga, gij hebt rust noo- dig! er was iets vaderlijks in de wijze waarop mijnbeer von Wölfling de jonge vrouw op een kussen legde. Neen, neen, ik hoorde toch zij ging overeind zitten en luisterde. Hoort gij niets? Het was de donder die u verschrikte, kind. Het onweert! Niet waar, men riep mij zeide zy, in den nederstroomenden regen starend. Ik ken die stem, zij heeft mij 's nachts mijn bed uit gejaagd het is dezelfde stem die op uw gelaat plotseling die rimpels te voorschyn riep. Loochen het niet, wij lijden onder eene hand Manuels hand drukt op ons zijne stem is het! Zij sprong op, toen een tweede nog heviger slag haar deed zwijgen. Als het inderdaad de stem van uwen man was, zeide mevrouw von Wölfling, naderbij komend, dan zou zij u waarschijnlijk eerder aanraden te blyven dan te komen. De onge steldheid van uw kind zal met Gods hulp wel weer overgaan. Olga vestigde hare oogen nadenkend op de magere gestalte harer tante. Had zy haro herinnering terug? Met een luiden gil viel zij in Nellys armen. Gij kwaamt, omdat Bruno doodziek is. O, Nelly, hoe kondt gy zoo lang wachtenHij lijdt en ik ben ver van hem misschien steekt hij zijne armpjes uit, en ver langt naar zijne trouwelooze, bedrogen moe der ik kom, Bruno, gij zult niet behoeven te wachten! De vrouw van den kolonel vatte haar by den schouder maar zij trok zich ruw los. Ik ga naar myn kindl Dwaasheid, Olga, gy hebt do koorts. Ik ben nog geen uur gezond geweest, sedert ik uw huis betradt. U weet hot niet, anders zou u mij beklagen. O, laat ray gaan, laat mij gaan riep zij smeekend ik ga niet naar hem die mij nooit heeft liefgehad, maar naar mijn kind! U heeft hem een hei den genoemd, maar moederliefde is geen zonde, al heeft geen priester zijne hand zegenend over het kind uitgestrekt. Bedenk wel wat gij doet, door dezen stap maakt gy al het vroegere ongedaan! Neen oom, neen, riep zij haastig, ik kom weer bij u terug, maar met liet kind! Ik ga het maar halen, omdat ik het anders niet krijg. O! u weet niet hoe onbarmhartig zij het kind vasthouden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1886 | | pagina 1