ONS TURNFEEST.
Advertentiën.
Gisteren zag men allerwegen leven en op
gewektheid in onze gemeente. Bij den aan
komst van den eersten trein was een groote
menigte voor 't stationsgebouw verzameld, om
de turners uit den vreemde, die aan 't feest
zouden deelnemen, te zien arriveeren Om
twaalf uur vergaderden de leden en adspi-
ranten van Oefening kweekt Kunst en genoo-
digden zich in 't nieuwgebouwde oefeningslokaal
indeWeezenstr., om de inwijding van dat gebouw
te vieren. De president der Vereeniging, de
lieer C. S. Jaring heette de aanwezigen wel
kom en bood den eerewijn aan. Daarna hield
't eerelid, de heer Gerrit Jansen, de feest
rede:
Mijne Heer en!
Wanneer ik den blik in 't rond sla en ik zie om
me heen geschaard belangstellenden, turnmak-
kers van hier en elders, de leden van „Oefening
kweekt Kunst" en de jeugdige adspiranten van
dat gezelschap, dan plaatst mijne verbeelding me
onwillekeurig een viertal jaren terug en maak ik
een vergelijking tusschen 't voorheen en thans.
Kon een kleine zaal,'t gewone oefeningslokaal,
toen alle leden en genoodigden gemakkelijk be
vatten, nu isde grootste zaal hier ter plaatse daar
voor reeds bijna te klein geworden. Telde de ver-
eeniging destijds, behalve enkele kunstlievende,
ongeveer 12 werkende leden, nu kan zij, wanneer
men alles te zamen neemt, op omstreeks 200 le
den bogen.
Hoe is, deze vraag rijst voorzeker bij menigeen
op, die vooruitgang in zulk een kort tijdsbestek
tot feit geworden? Daartoe, mijne heeren, hebben
de volgende oorzaken samengewerkt: lo. We
hebben in onzen hooggeachten directeur v. Oos-
tenveldeen man gevonden, die aan kennis en
kunst tact en leiding weet te paren, een man, die
met ijver en ambitie de zaken regelt en voor wien
de belooning zijner diensten niet op den voor
grond staat. Zonder de waarde van directeuren
van andere vereenigingen te willen verkleinen,
wensch ik elk gymnastiekgezelschap een leider
toe, die zijne plichten behartigt als hij. In de
tweede plaats wijt ik dien vooruitgang aan de
opofferende werkzaamheid van den heer C. S.
Jaring, den president der vereeniging, een jon
geling naar jaren, maar een man in doen en ban
delen, steeds er op peinzende, wat den bloei van
„Oefening kweekt Kunst" kan bevorderen. Ten
derde, en nu noem ik 't voornaamste, is de bloei
dezer vereeniging mogelijk geworden door den
echten turnersgeest, die de leden bezielt en hen
meteen hechten band aan elkander verbindt.Die
geest van frisschen levensmoed, moge hij nog
lang zich onderons vertoonen, deed kracht van
hen uitgaan, deed 't gezelschap uitbreiding krij
gen en'tgebouw,datwe thans feestelijk inwijden,
staat daar als een stoffelijk bewijs, wat de echte
turnersgeest weet tot stand te brengen. Meent
echter niet, M. H., dat alles in dat tijdperk van
vier jaren rozengeur cn maneschijn is geweest.
Als ge dat dacht, zoudt ge u zeer bedriegen. Er
is geen zaak groot geworden, of ze heeft een tijd
perk van strijd en worsteling gehad, en zoo is 't
ook gegaan met „O. k. K." Ik zal op een feestdag
als deze uw ooren niet vermoeien metde beleefde
wederwaardigheden op te sommende oude leden
weten 't met me en zullen voorzeker mijne woor
den beamen.
Bij deze gelegenheid heb ik eerstens een woord
tot u, belangstellenden.
Uw hierzyn is me 't bewijs, dat de beoefening
der gymnastiek niet langer door u als een onver
schillige zaak wordt beschouwd. Wij zijn u dank
baar voor die belangstelling en hopen ook in de
toekomst op uwengewaardeerden steunen mede
werking. Is de belangstelling in onze zaak door
de werkende leden op buitengewone vergaderin
gen als met den stormpas veroverd, we hopen
die levendig te houden. Die belangstelling zou
zeker toenemen, wanneer de beoefening der gym
nastiek door u op de rechte waarde werd geschat
en ge doordrongen waart van 't denkbeeld, dat
't niet alleen aardig is voor den toeschouwer,
wanneer we flinke, degelijke turners zien wer
ken, maar bovenal, dat de gymnastiek dient tot
't vormen van een gezond en krachtig lichaam,
't Is niet genoeg, dat uwe zonen met flinke
spieren ter wereld komen; die spieren moe
ten ontwikkeld worden, waardoor 't lichaam
wint in kracht niet alleen, maar ook in
schoonheid. Ik sprak van uwe zonen, maar
ge moet daar niet afleiden, dat ik uwe
dochters wil buitensluiten. O, neen! Ook voor
haar is de ontwikkeling des lichaams van
hooge waarde, van 't allergrootst belang.
Reeds zien we, dat die gedachte meer en
meer veld wint, want op onderscheidene plaat
sen worden vereenigingen van jonge dames
opgericht, tot beoefening der gymnastiek. In
Amsterdam en andere groote steden krijgen
de meisjes op de lagere scholen zelfs gymna-
stiekonderricht. Vreest daarom niet, dat men
van haar zal vergen, stoute toeren, zooals ge
van enkelen onzer leden meermalen hebt be
wonderd; o, neen, men houdt rekening met
den physieken aanleg, en de onderscheidene
bestemming der verschillende geslachten, en
staat by de mannelijke gymnasten kracht op
den voorgrond, bij de vrouwelijke heeft men
meer 't oog op schoonheid en gratie, lenigheid
en vlugheid, en daarnaar zijn de oefeningen in
gericht. Aan een degelyk gymnastiekonder-
wijzer kunt ge deze zaak, zonder aarzelingj
toevertrouwen.
Misschien denken sommigen onder u, dat ik
enthousiast ben en aan de beoefening der
gymnastiek hoogere waarde toeken, dan ze
verdient, dat ingenomenheid me zoo doet spre
ken. Ik wil dan ook niet zoo aanmatigend
zyn, dat ge me op mijn woord zoudt gelooven,
wel wetende, dat 't oude spreekwoord van
een profeet wordt niet geëerd in zijn vader
land, waarheid bevat. Maar eilieve, luistert
eens eenige oogenblikken naar hetgeen mannen
van naam, die als geaccrediteerde schrijvers,
bekwame geneeskundigen of paedagogen u
hieromtrent vertellen. De volgende aanha
lingen uit hunne werken zijn verzameld door
een mijner vrienden, helaas te vroeg aan zijn
werkkring als gymnastiekonderwijzer ontrukt.
(Hier volgde 't voorlezen van eenige spreu
ken).
Ziedaar M.H. 't oordeel van verschillende
specialiteiten, wel waardig overdacht en wat
nog beter is, gevolgd te worden.
Nog op een punt moet ik uwe aandacht
vestigen. Zij 't ook na langer op korter tijd,
eens komt 't oogenblik, waarop algemeene
dienstplicht in Nederland tot feit wordt. Dan
zullen de gymnasten ondervinden welk voor
deel een gehard en door oefening ontwikkeld
lichaam den bezitter schenkt. Komt er ge
vaar voor 't dierbaar vaderland, dat God ge
nadig moge verhoeden, dan is een strijder,
die zijne spieren goed weet te gebruiken, van
dubbele waarde. Ik wijs u slechts op 't ge
zegde van den Duitschen Rijkskanselier, vorst
Bismarck, toen men de meerderheid der Duit-
schers boven de Franschen algemeen toe
schreef aan 't betere onderricht en daardoor
hooger intellectueele ontwikkeling en daarvan
de eer aan deu schoolmeester toekende. „Nein!
klonkt het uit zijn mond, Nicht der schullehrer,
aber der Turnlehrer hat 's gemacht!"
En nu, M.H., is alleen nog maar mijn wensch,
dat de zaadjes, zoo ongemerkt door mij ge
strooid, hier en daar in goede aarde moge
vallen, want van uwe welwillendde mede
werking en ondersteuning hopen en wachten
we veel.
Aan u turnmakkers, die met uwe tegen
woordigheid 't feest der inwijding van ons
nieuw lokaal opluistert, behoef ik de hooge
waarde der gymnastiek niet te schetsen, want
ge kent die even goed als ik. Met ons ge
voelt ge het grootebelang van een lokaal, dat
zooveel mogelijk aan de eischen des tijds op
dit gebied beantwoordt. Slechts op heel enkele
plaatsen heeft een gymnastiekvereeniging een
eigen gebouw. Dat is ook niet overal noodig,
want op enkele plaatsen zijn behoorlijke lokaleu.
Maar waar die mochten ontbreken, wensch
ik u er een toe en ik boud me overtuigd, dat
dan de leden van „Oefening kweekt Kunst,"
in uwe vreugde zullen deelen, evenals gij nu
broederlijk in de onze deelt.
Aan u, leden van „O. k. K." een ernstig
woord. Kracht is van u uitgegaan, zeide ik
in den aanvang mijner rede, en ik herhaal
zulks. Dit gebouw is er een bewys van. De
beoefening der gymnastiek is door u bevorderd
en meer algemeen gemaakt; de sympathie van
't publiek is u herhaalde malen getoond en ge
hebt zelfs voor de toekomst door 't stichten
van dit gebouw, aan de zaak grooten dienst
bewezen. De beste zelfvoldoening zult ge
zeker wel smaken bij 't denkbeeld, dat nog
tal van geslachten nut kunnen trekken van 't
werk, dat uwe vereende pogingen hebben tot
stand gebracht. Maar laat daarom de gedachte
niet bij u opkomen, dat we ons hoogste punt
reeds bereikt hebben. Neen, immer voortge-
streefd op de ingeslagen baan. Nog veel is
er te doen, nog lang hebben we de hoogte
niet bereikt, die we kunnen innemen. Om die
te bereiken moeten we zonder ophouden met
kracht voorwaarts streven, gesteund door den
echten turnersgeest, die ons bezielt.
't Feest, dat we heden vieren, moet ons
ten spoorslag strekken, kan ons moed geven
voor de toekomst. Ge hebt u zelf eenigermate
op een voetstuk geplaatst en de aandacht op
u gevestigd. Die eer moogt ge met een ge
rust geweten aannemen, want ge hebt die
verdiend; maar eer legt tevens verplichtingen op.
Hoewel zelf nog jong, hebt ge u opgeworpen als
opvoeders van knapen, die tegen u als tegen hun
ne meerderen opzien. Ze zullen zich naar uw
voorbeeld trachten te vormen en daardoor
oefent ge meer invloed op hunne toekomst
uit, dan ge wellicht zelf vermoedt. Dat men,
dan 't jonge geslacht steeds op u kunne
wijzen, als een voorbeeld ter navolging, zoo
wel in 't dagelijksch leven, als bij de oefe
ningen, zoowel bij den ernst als by de vreugde
des levens, zoowel bij arbeid als bij feest
viering.
Wanneer ik op u zie, jeugdige adspiranten,
wanneer ik uwe oogen van levenlust zie fon
kelen, nu ge moogt deelnemen in onze vreugde,
begrijp ik, dat ge vurige begeerte gevoelt om
op later leeftijd de leden van O. K. K. op
zijde te streven, ja, als 'tkan, te overtreffen.
Te overtreffen zeg ik, want ook de gym
nastiek gaat vooruit. Men werkt beter, dan
wij in onzen tijd deden, toen ik zelf nog met
yver en lust meedeed en voorzeker zal dat
wel zoo voortgaan. En wanneer ge later uwe
voorgangers zult overtreffen, dan moet u dat
niet stemmen tot zelfverheffing, maar steeds
moet ge dankbaar in herinnering houden, dat
zij 't zijn, die u zulk een goede gelegenheid
hebben geschonken tot oefening, en wat nog
meer zegt, dat zij 't waren, die u den rechten
lust wisten in te boezemen. Wanneer zij, op
later leeftijd zullen aftreden, dan neemt gij
de opengevallen plaatsen in de gelederen in
en wordt wat zij nu zijn. Dien tyd hebt ge
nu nog voor de borst; maakt u hem ten nutte
en tracht de leden te volgen in 't goede, wan
neer zij u daarin voorgaan. Als we denken
aan de spreuk:
„In der jonkheid hand
Ligt de toekomst van ons land,"
dan hopen we, dat ge door lust en flinkheid,
door braafheid en degelijkheid ons de over
tuiging schenkt, dat die in goede handen is.
En nu, M. Heeren, laten we dezen dag, den
dag, waarop we plechtig dit gebouw inwijden,
steeds in genoegen herdenken. Dat nieuwe lust
en nieuwe ijver ons bezielen, nu 't werken ge
makkelijker cn doelmatiger kan geschieden en
moogt ge allen 't beleven, dat hier eenmaal
't zilverenherdenkingsfeest dezer stichting worde
gevierd en de opvolgers, die ge hier kweekt,
uwer waardig zijn.
Ik eindig met de woorden uit 't overschoone
turnlied„Vrank, Vry, Vroom, Vroed," waar
in mijn te vroeg ontslapen vriend Woelders,
den turner zoojuist en krachtig heeft geschetst.
Op, broeders, dan tegen vooroordeel ten strijd,
Ons onvermoeid pogen wordt zegen bereid.
De tijd toch zal komen, dat ieder begrijpt,
De geest in het krachtige lichaam slechts rijpt.
Dan, als de duisternis wijkt voor het licht,
Lauwheid voor moed en ontwikkeling zwicht.
Dan davert als juichtoon langs velden en vloed
Ons Vrank en ons Vrij en ons Vroom en ons
(Vroed.
Met moed en volharding dan voor op het pad,
Dat voor ons zoo menige strijder betrad,
Wat wijke of wanke, de turner staat pal,
In 't hart overtuigd, dat hij standhouden zal.
Voor geen vooroordeel of domheid beducht,
Heft hy zyn vaandel tot hoog in de lucht,
En daverend klinkt het langs velden en vloed,
Zijn Vrank en zijn Vrij en zijn Vroom en zijn
(V roed.
Daarna werd de Vereeniging bij monde
van den president van „Lycurgus," uit
Schagen, een lauwerkrans aangeboden als
blijk van erkentelijkheid en waardeering, die
aan de banier werd bevestigd. De vice-pre-
sident de heer J. Winter, bood den president,
den heer Jaring, een souvenir aan, ter her
innering aan dezen gewichtigen dag, en na
mens de dames Winter een fraaien bandelier
voor den banierdrager. De president der
Vereeniging dankte, zichtbaar geroerd, voor
de ontvangen bewijzen van waardeering, zoo
wel voor zijn persoon als voor de Vereeniging.
Aan den optocht namen, behalve de Ver
eeniging Oefeni^k kweekt Kunst met hare
adspiranten-afdeemg, de volgende Vereeni
gingen deel: Pro Patria en Uitspanning door
Inspanning, van Helder; Kracht en Vlugheid,
van Alkmaar, Lycurgus van Schagen en Uit
spanning door Inspanning van Hoorn. Vooraf
ging de muziek der K. Marine onder directie
van den kapelmeester J. Koning. Op het
Havenplein, dat bezet was door een menigte
van duizenden menschen, werden de nummers,
op 't programma vermeld, onder leiding van
den directeur R. Oostenveld tot ieders genoe
gen uitgevoerd.
De leden van Lycurgus uit Schagen toon
den uitmuntend geoefende springers te zijn.
Daarna werd de optocht voortgezet naar
den Helder en na afloop hadden de turners
reünie in Tivoli.
De ingezetenen hadden blijk van hunne
ingenomenheid gegeven door 't uitsteken van
vlaggen, en de hh. tabakshandelaren Bakker
en Fasol, door 't aanbrengen van eigenaardige
op 't feest toepasselijke decoratiën. Een hel
derblauwe hemel en liefelijke zonneschijn
luisterden 't feest op.
Des avonds was er uitvoering in Tivoli.
Hier zag men opnieuw wat de beoefening
der gymnastiek vermag. De talrijke toeschou
wers gaven herhaaldelijk blijken van ingeno
menheid, zoowel bij de marsch- en ordeoefe
ningen als bij de keuroefeningen aan de werk
tuigen. Een prettig bal besloot 't feest van
den dag. De turners waren even danslustig
alsof ze geen vermoeienis achter den rug had
den.
Heden avond wordt 't feest in Tivoli her
haald.
't Nieuwe oefeningslokaal ziet er, met zijn
gevelspits niet onaardig uit, dank zij den
bouwmeester, den heer J. Jaring, die 't plan
en bestek ontworpen heeft; van binnen is 't
volkomen ingericht voor 't doel der turners.
De hh. de Waard en Wijker, timmerlieden
alhier, verdienen een woord van lof voor de
uitvoering van 't werk en de heer Bethlehem
voor den arbeid, die tot zijn vak behoort.
Stoomvaartberichten.
Het stoomschip Prinses Amalia vertrok 10
Juni van Marseille naar Batavia.
Het stoomschip Conrad is 12 Juni te Am
sterdam binnengekomen.
Het stoomschip Prins van Oranje arriveerde
den Uden Juni van Amsterdam te Batavia.
Het stoomschip Prinses Marie vertrok 12
Juni van Marseille naar Amsterdam.
Het stoomschip Soenda vertrok 12 Juni van
Southampton naar Batavia.
Het stoomschip Prins Frederik vertrok 12
Juni van Padang naar Amsterdam.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van 11 tot 15 Juni.
ONDERTROUWD en GEHUWD: Geene.
BEVALLENM. Koning, geb. Dalenberg,
Z. A. Korff, geb. De Wit, D. A. E. Hu-
bregtsen, geb. De Vos, D. D. Hildering, geb.
Breet, D. A. L. E. Weber, geb. Loggere, Z.
J. Van der Wal, geb. Kossen, D. C. Beek-
mann, geb. Betzoldt, D. C. A. Berkhout, geb.
Beets, Z. C. Jannes, geb. Boon, Z- H. El-
dermans, geb. Holstein, D.
OVERLEDENC. Meijer, 3 maanden.
A. Vredenbregt, geb. Rienderhoff, 77 jaren.
POLITIE.
Gevonden voorwerpen: 1 stuk
hout, by de sluis uit het water gehaald; 1
scheermes met aanzetsteen; Adres bureau 1.
AFLOOP DER VERPAGHTINE
van de wierwaarden in de Zuiderzee, bij de ei
landen Wieringen, Texel en Terschelling en
langs de Friesehe kusten (24 perceelen.)
Perceel 1. het gedeelte wier waard, gelegen in
perceel 10 der vischplaatsen in de Zuiderzee,
alsmede de ten westen van dit perc. voor den
dijk van den Anna Paulownapolder gelegen waard;
pachter J. Tool, te Wognum, voor f 18 'sjaars.
Perceel 2. het gedeelte wierwaard, gelegen
in perc. 9 der bovengemelde vischplaatsen, met
het aan dit perc. grenzende gedeelte waard
Corn. Rotgans, te Wieringen, voor f 13'sjaars.
Perceel 3. het gedeelte, gelegen in perc. 11
en 12 der vischplaatsen; H. H. A. Van Rooijen,
te Enklmizen, voor f 200 's jaars.
Perceel 4. het gedeelte gelegen in perc. 48
en 80 der vischplaatsen; K. J. Yan Kelckhoven,
te Wieringen, voor f 80 's jaars.
Perceel 5. het gedeelte, gelegen in perc. 51
'en .53 der vischplaatsen; H. Minnis, te Wierin
gen voor f 55 's jaars.
Perceel 6. het gedeelte, gelegen in perc. 52
der vischplaatsen; C. M. Koorn, te Wieringen,
voor f 125 's jaars.
Perceel 7. het gedeelte, gelegen in pero. 54
der vischplaatsende vorige, voor f 60 's jaars.
Perceel 8. het gedeelte, gelegen in pero. 56
en 57, der vischplaatsen; H. Dijkshoorn, te Wie
ringen, voor f 50 's jaars.
Perceel 9. het gedeelte, gelegen in perc. 59
der vischplaatsen; A. Zomerdijk, te Wieringen,
voor f 22 's jaars.
Perceel 10. het gedeelte, gelegen in perc. 60
der vischplaatsen, met het gedeelte waard, daar
aan grenzende; W. Takes, te Wieringen, voor
f 6 's jaars.
Perceel 11. de waarden langs de zeedijken
van den Waard- en den Groetpolder; C. Kaan,
te Wieringen, voor f 50 's jaars.
Perceel 12. een waardje in de bocht van
Span; C. M. Koorn, te Wieringen, voor f 10
's jaars.
Perceel 18. vijf waarden op het Balgzand en
hij het Nieuwediep; Jan Lont Jbz., te Wieringen,
voor f 134 's jaars.
Perceel 14. zeven waarden op en langs Lutjes-
waard en op het Burgzand; C. M. Koorn, te
Wieringen, voor f 1600 's jaars.
Perceel 15. eenige waarden bij Texel; J. Vos,
te Texel, voor f 52 's jaars.
Perceel 16. twee waarden benoorden den
Doove Balg en langs de Noordzijde van het
Robbezand en den Stompe; C. M. Koorn, te
Wieringen, voor f 2040 's jaars.
Perceel 17. vier waarden bij Vlieland, perc.
19vier waarden bezuiden Terschelling en perc.
20een waard, genaamd „de Abt," beoosten
Terschelling (gecombineerd), J. Stobbe, te Ter
schelling voor f 220 's jaars.
Perceel 18. drie waarden (Jetjeszand, het Zwin
en een op de Kimster); J. Stobbe, te Terschelling,
voor f 110 's jaars.
Perceel 21. drie waarden nabij MakkumJ.
Van der 8terre, te Texel, voor f 50 's jaars;
Perceel 22. twee waardjes op het Vrouwenzand
C. M. Koorn, te Wieringen voor f 1 's jaars.
Perceel 28. de waard, langs de ZO. zijde van
Wieringen en Nieuwland; K. J. Van Kelck
hoven, te Wieringen, voor f 760 's jaars, en
Perceel 24. twee waarden benoorden Wierin
gen, M. Koorn, voor f 1320 's jaars.
De gezamenlijke opbrengst per jaar is thans
dus f 6926, dat is f 27,759 per jaar minder
als bij de laatste verpachting in 1883.
Deze ongunstige uitkomst wordt hoofdzakelijk
hieraan toegeschreven, dat het zeewier langzamer
hand door houtwol en kapok wordt verdrongen,
en daardoor zeer veel in waarde vermindert.
Vervolg der Berichten.
Bij het onlangs te Hellevoetsluis ge
houden examen tot toelating als machi
nist-leerling der 2de klasse bij de koninklijke
marine, zjjn o. a. toegelaten de jongelingen
A. Govers en B. Verhey, beiden leerlingen
van het Instituut voor U. L. Onderwijs,
alhier.
Door het prov. bestuur van Noord
holland is aanbesteed; 1. het aanleggen
en verlengen van hoofden op en het af
slechten en overwerken van een gedeelte
duin langs het noorderstrand van het
eiland Vlieland, behoorende tot de zee-
werken in Noordholland. Raming f 57,000.
Minste inschrijver de heer M. Daalder,
te Terschelling voor f 47,581.
Tegen den socialist Van der Stadt
uit Amsterdam, moet naar aanleiding
zijner woorden, die den commissaris van
politie dezer dagen noopte, de vergadering
te 's Hage te doen uiteengaan, een ver
volging zijn ingesteld.
Men meldt uit Tessel
Aan boord der hier te huis behoorende
stoomschelpzuigmachine De Tijd is dezer
dagen te IJmuiden een werktuig beproefd,
dat op aanwijzing van den heer Termeulen,
te Bodegrave, aan de fabriek der heeren
gebr. Suijver te Amsterdam vervaardigd
was. De proef gelukte uitstekend, daar
het werktuig, dat moet dienen om den
bodem der zee te onderzoeken, in 8 mi
nuten tijds tot een diepte van 85 voet
in den grond was doorgedrongen. De
toestel moet dienst doen om het wrak
van The Lutine in de gronden van Ter
schelling op te sporen.
Bij den heer v. R. te Delft is een
belangrijke partij gouden en zilveren voor
werpen ontvreemd.
Te Kuik is zekere M. G., door den
bliksem getroffenhij was onmiddellijk
een lijk.
Op de Noordermarkt te Amsterdam
werd door de politie een dienstbode ge
vonden, die, daar zij in langen tgd niets
te eten had gehad, aardappelen zat te
nuttigen, welke men achter een boom had
nedergelegd. Men verschafte haar brood
en koffie, waarop zij verklaarde nu wel
weer aan den kost te zullen komen, door
weder een dienst te gaan zoeken.
Munchen, 18 Juni. Blijkens be
kendmaking van het Politiebestuur is de
Koning van Beieren gisterenavond ten 63/4
ure, op een wandeling in het park by
het kasteel Berg, in het Starrenberger
meer gesprongen en is doctor Gudden, die
hem poogde te redden, met hem verdron
ken.
Volgens nadere berichten van het kasteel
Berg, moet er tusschen den Koning en
dr. Gudden een worsteling plaats hebben
gehad. Wegens de talrijke voetindrukken
aan het meer en de kwetsuren in het
gelaat van dr. Gudden (twee groote en
kleinere wonden aan de rechterzijde van
den neus) is dit ontwijfelbaar. Alvorens
in het water te springen, had de Koning
zgn beide zakken geledigd. Voor zoover
men kan nagaan, moet dr. Gudden hem
oogenblikkelijk zgn nagesprongen.
1836. 26 JUNI. 1886.
50-jarig;e Eehtvereeniging
van
K. MULDER
en
J. SPRENKELAAR.
Westzaan, Juni 1886.
Hun dankbare Zoon,
Behuwddochter
en Kleinkinderen.
Bevallen van een Zoon
A. L. E. WEBERLoggers.
Helder, 11 Juni 1886.
Bevallen van een Zoon
C. A. BERKHOUT—Beets.
Helder, 13 Juni 1886.
Bevallen van een dochter:
J. G. H. VAN EMBDEN—BOOMSMA.
Klingelbeek by Arnhem, 13 Juni 1886.
Algemeene en bijzondere kennisgeving.
Bevallen van een dochter:
H. ELDERMANS, geboren HOLSTEIN.
Helder, 12 Juni 1886.
Eenige kennisgeving.
Heden overleed, tot onze diepe
droefheid, na een smartelijk doch
geduldig lijden, onze geliefde moeder
en behuwdmoeder Wed. JAN LEEN-
DERTZE VOS, geb. Rienderhof, in
den ouderdom van 77 jaren. Zwaar
treft ons deze slag, maar wij be
rusten in Gods wil, wiens doen
wijsheid is.
Helder, 12 Juni 1886.
Namens Kinderen, Behuwd-
en Kleinkinderen.
A. F. BAAK.
M. BAAK, geb. Vos.
G. LAGRANGE.
T. LAGRANGE, geb. Vos.
J. PRANGER.
A. PRANGER, geb. Vos.
Heden werd ons ouderhart zwaar
getroffen door het overig den van
onze eenigste lieveling ANTJE, na
een ongesteldheid van slechts wei
nige dagenin den aanvalligen
leeftijd van 15 maanden. Zwaar
treft ons deze slag, doch wij hopen
in Gods wijzen wil te berusten.
Helder, 12 Juni 1886.
Hare diepbedroefde Ouders
en verdere Familie.
P. SCBELLINGER.
F. SCHELLINGER
METS.
Zaterdagavond ontsliep zacht en
kalm, na een langdurig en geduldig
lijden onze geliefde grootmoeder A.
VOS geb. RIENDERHOF. Ieder zal
kunnen beseffen hoe smartelijk onsjdat
verlies treft, daar de zorg van haar
even zoo dierbaar was als van onze
moeder.
J. MEIJER.
H. MEIJER.
Helder, 12 Juni 1886.
Voor de vele en hartelijke bewijzen
van deelneming, ondervonden bg het af
sterven van mijne geliefde Echtgenoote
JOH ANNA REIN IRA VAN DER ZANDT,
betuigt de ondergeteekende ook namens
zijne kinderen en behuwdzoon, zijnen
hartelüken dank.
C. C. BETZOLDT.
Helder, 15 Juni 1886.
DanBLtoetuiging.
Wij ondergeteekenden betuigen onzen
hartelijken dank aan den WelEd. Zeer
Gel.J Heer Doctor BAKKER, voor zijn
onvermoeide zorg en ijver, aan onze ge
liefde Moeder betoond. Vier achtereen
volgende maanden getrooste die WelEd.
Zeer Gel. Heer zich haar zoo liefderijk te
behandelen.
Helder, 14 Juni 1886.
G. LAGRANGE en Echtgenoote.
Instituut voor U. L. Onderwijs voor
jongens te Helder.
Ouders of voogden, die hunne zoons
of pupillen na de groote vacantie op
bovengenoemd Instituut wenschen ge
plaatst te zien, worden verzocht hun
voornamen kenbaar te maken aan den
Directeur. Opleiding voor Litt. Mathem.
Breda, Willemsoord, Hellevoetsluis, enz.
Inwonende leerlingen worden tot een
beperkt getal aangenomen. Voor ver
dere inlichtingen wende men zich tot
den Directeur,
D. A. G. VASTENOU,