Oproer te Amsi
Advertentiën.
M
Stoom vaartberichten.
Het stoomschip Soenda is 22 Juli van Am
sterdam te Batavia aangekomen.
Het stoomschip Prinses Wilhelmina is 22
Juli Perim gepasseerd naar Amsterdam.
Het stoomschip Prinses Marie, van Amster
dam naar Batavia, den 22en Juli teMarseille
aangekomen, heeft eenige schade aan de tun-
nelas. Het beschadigde gedeelte wordt te Mar-
seille verwisseld. Het oponthoud zal vermoedelijk
10 dagen zyn, en de passagiers worden in de
gelegenheid gesteld om hunne reis met de Conrad
te vervolgen.
Het stoomschip Madura vertrok 24 Juli van
Padang naar Amsterdam.
Het stoomschip Koningin Emma, van Ba
tavia naar Amsterdam, arriveerde 24 Juli te
Marseille.
Het stoomschip Conrad vertrok 26 Juli van
Pauillac naar Batavia
Marktberichten.
Alkmaar 24 Juli. Aangevoerd 2 Paarden
f40 a 160, 18 Koeien Ossen f150 a 260,18
nucht. Kalveren f13 a 21, 98 Schapen f17
a 23, 54 Lammerenf 6 a 12, 70 magere Var
kens f10 a 16, 192 Biggen f4,50 a 6,50, 7
Bokken «nGeiten f 5 a 12,4 kleine Bokjes f 0,40
a0,70, Kipeieren f2,95 a 3,25, Eenden dito
3,40 per 100, Boter per kop f0,75 a 0,85.
Hoorn, 24 Juli. Tarwe f7 a 8, Gerst f4,75
a 5,50, Haver f4 a 4,50, 5 Paarden f70 a
160, 30 Schapen f18 a 22, 36 Lammeren f8
a 14, 8 Kalveren f 12 a 20, 28 Varkens f10
a 16, 1 Zeug f30, 87 Biggen f5 a 8, 35
Kippen f0,80 a 1,50, 12300 Kipeieren f'2,50
a 3 per 100, 1089 koppen Boter f 0,55 a f060
per kop.
322ste Staatsloterij.
Ie Klasse. Ie Lijst.
No. 11374 f20000. No. 9907 f1500. No,
697 11742 15914 f1000. No. 8843 20433
f400. No. 3720 f200. No. 401 1198 12843
14558 18813 f100.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van 23 tot 27 Juli.
ONDERTROUWD: M. Harteveld en C.
Platvoet.
GEHUWDGeene.
BEVALLEND. Koopman, geb. Buis, d.
V. Drijver geb. Kuiper, z. S. Kallenbach geb.
Jansen, d. C. Goudswaardt geb. Duijs, d. M.
Zwart geb. Stam, d. C. G. Schilder geb. Kloos
terhuis, z. F. Kouwenberg geb. Bakker, z.
J. van Marle geb. Hoos, d. A. Jansen geb.
Keijzer, z. C. London geb. Budde, z.
OVERLEDEN D. Poll 75 j.
Posterijen.
De DIRECTEUR van het postkantoor
te Helder, maakt bekend dat van af
heden, nieuwe dienstregelingen, in verband
met den Zomerdienst op de spoorwegen,
bg hem, tegen betaling van 10 Cts. te
verkrijgen zijn.
De Directeur voornoemd,
POLVLIET.
LIJST van brieven, enz., verzonden in
de 2e helft der maand Mei 1886 en geadres
seerd aan onbekenden.
L. Boots. Amsterdam.
E. Kauwer. n
Mej. G. K. II. N. Opter.
Schaven.
J. Vouts. ii
J. Wangensten. Bergen op Zoom.
Mej. D. Tettero. 's Gravenbage.
C. Kraamer. Haarlem.
A. Smit. RÜP-
J. Schoelings. Westwoude.
Van het hulpkantoor Anna Paulowna-Polder.
Holmer. Nieuwediep.
Briefkaarten.
T. M. van Nuysenburg. Amsterdam.
J. de Groot. u
J. Paard.
Brieven, verzonden geweest naar Duitschland.
F. M. Bergmann. Emmerik.
Engeland (over).
G. Noot. Calcutta.
Magdalena Frieëre.Venesuela.
politie:
Gevonden voorwerpen, adres Bureau II
Een Kous met Breipennen, een Aardrijks
kundig Schoolboek, een Sok en een Sleutel.
Vervolg der Berichten.
Ter gelegenheid van den verjaardag
van H.M. de Koningin, zal de Onderofficiers-
Vereeniging Admiraal de Ruiter" a. s.
Zondagavond in Musis Sacrum een feeste
lijke bijeenkomst houden.
Gisteren avond is de pas vernieuw
de boerenhofstede van den heer J. Boontjes,
te Koegras, aan het kanaal, bg Westeinde,
een prooi der vlammen geworden. De
oorzaak is onbekend. Van hier ging een
spuit der marine derwaarts, doch bij aan
komst was de hulp te laat. Van den
inboedel is niets gered.
Aan boord van het ramschip Schor
pioen werden Zaterdagavond alhier weder
proeven genomen met electrisch licht,
welke, naar wij vernemen, thans zeer vol
doende moeten zijn geweest.
Door den Minister van Oorlog is
een aanvullings-artikel voor zijn begroo
ting aangevraagd, strekkende tot 't ver-
leenen van vergoeding aan eigenaren van
huizen alhier, ie bij de onlangs gehou
den schietproeven door 't springen van
de glasruiten schade hebben geleden,
welke voor deze gemeente f523,— be
draagt.
Opnieuw heeft de Amsterdamsche
politie aanwijzingen ontvangen betreffende
in Engeland bekende gauwdieven, die
volgens de meest betrouwbare informatiën,
naar de hoofdstad zijn vertrokken, met
het doel een der aldaar gevestigde bank-
inrichtingen tot het slachtoffer van hunne
listige plannen te maken.
Wederom mag dus aanbevolen worden,
dat men zooveel mogelijk op zijne hoede
zij. Een gewaarschuwd man heeft dub
bele kracht, gelijk het Fransche spreek
woord zegt, en men is nu niet, gelijk bij
vroegere diefstallen, onvoorbereid.
De Asser Ct." heeft het volgend
sckrjjven ontvangen
Mijnheer de Redacteur
Van het geschrijf uit Ommerschans in
uw blad van Vrijdag 23 Juli 1886 aan
gaande een verpleegde, is geen jota waar;
het is van het begin tot het einde gelogen.
28 Juli 1886. De pastoor van het
Rijksgesticht Ommerschans.
Hollen."
Een ringpredikant wilde Zondag te
Leiderdorp de godsdienstoefening waarne
men. Door lieden uit de volksklasse werd
hem echter de toegang tot den preekstoel
versperd, waarna hij door de politie in
staat werd gesteld op den preekstoel te
komen. De gewezen predikant en kerke-
raad volgden toen ook. De heethoofden
klommen over de banken en bedreigden
den ringpredikant, die alzoo onmogelijk
godsdienst kon houden. Hij verliet der
halve den preekstoel, welks toegang werd
bezet door den hulpofficier van justitie. De
gewezen predikant trad nu voor het lezers
bordje en hield godsdienstoefening. Door
de bevoegde overheid is proces-verbaal op
gemaakt.
In een gemeente in Friesland heeft
men, met toestemming der bevoegde
autoriteit, het lijk eener Voor twee jaar
begraven weduwe opgegraven, omdat men
meende, dat ze onder hare gewone kleeren,
waarover het doodskleed was heenge
trokken, een belangrijke som aan gelds
waardig papier had verborgenNa nauw
keurig onderzoek heeft men echter niets
gevonden, tot groote teleurstelling van
de erfgenamen, op wier herhaald verzoek
de opgraving geschiedde.
Men meldt uit Nijmegen van 25
Juli:
De commissaris van politie alhier, de
heer Witt, is gisteren, vergezeld van den
heer A. Noorduyn, lid der firma A. Noor-
duyn en Zoon te dezer stede, naar Parijs
vertrokken, ten einde de uitlevering van
den aldaar gearresteerden D. van der Steen
te bewerken. Naar men verneemt, is ge
noemde commissaris van politie door de
moeder-voogdesse van D. van der Steen
van volmacht voorzien, om haren minder
jarigen zoon naar de ouderlijke woning
terug te voeren, ingeval de uitlevering bij
de Fransche justitie bezwaar mocht onder
vinden.
De korporaal Gulikers, van het 5e regi
ment infanterie alhier, die ook op den 26en
Juni jl. met Yan der Steen verdween, en
met dezen de f 14,300 opmaakte, is, voor
zoover bekend, nog niet gevonden.
De tweede makker van D. van der Steen
is niet, zooals de Figaro" meldt, te Coblenz
gearresteerd, maar is (zooals door ons vroe
ger werd gemeld) reeds den tweeden dag
van de ondernomen reis uit eigen beweging
teruggekeerd, toen het hem duidelijk was
geworden, op welke wijze Yan der Steen,
die hem tot een reisje langs den Rijn had
uitgenoodigd, in het bezit van geld was ge
komen.
Wegens het redden van een man der
equipage van de in het begin dezes jaars
gestrande Fransche bark »01ivier Made-
leine", is aan de bemanning van de blazer
schuit »de Zeven Gebroeders", schipper W.
Lokker, door de Fransche regeering 90
francs uitgereikt.
De sergeant R. (Duitseher), van de
2e comp. 3e bat. inf. te Maastricht, heeft
zich Zondag met gelden, aan de soldaten-
menage toebehoorende, uit de voeten ge
maakt.
De bliksem heeft Donderdagmiddag
bij Recklinghausen zeven mijnwerkers
doodgeslagen en twee verwond.
Een vreeselijk ongeluk is te Aveyron-
Bergelle, kanton Aignan, door den bliksem
veroorzaakt. Yan 8 personen, die onder
een boom zicb verscholen hadden, werden
zes gedood, één zwaar verwond, terwijl
de achtste krankzinnig van schrik ge
worden is.
Een koopman in diamanten vertoonde
de vorige week aan koningin Yictoria
een in Zuid-Afrika gevonden diamant,
die 180 karaat weegt en de keizerlijke
diamant" gedoopt is. Het moet de grootste
steen van dien aard zijn, dien men kent.
De twee rijkste lieden in het land
van den Czaar zijn tegenwoordig de ge
broeders Nobel. Zij zijn van Zwitsersche
afkomst. Terwijl zij in het hartje van
Rusland reisden, ontdekten zij den rijkdom
aan petroleum in dat land. Zij kochten
dadelijk geheele districten van deze schijn
baar waardelooze vlakten, boorden petro-
leumbronnen en leverden meer petroleum
dan iedere andere firma ter wereld. Hun
rijkdom is feitelijk niet te berekenen,
hoewel de correspondent der Times vier
honderd millioen dollars (1,000,000,000)
geen overschatting beschouwt.
Moritz Frankl, het wonderkind, dat
voor eenige jaren in Europa rondreisde,
en overal groot opzien verwekte, door
zijn merkwaardige vaardigheid in het re
kenen uit het hoofd, is nu volgens het
Berl. Tagebl. te Funfkirohen, zijn ge
boorteplaats, leerling hg een kruidenier.
Hg rekent nog altijd even vlug, en denkt
dikwijls als hg met eeif mand vol krui
denierswaren op den schouder, de klanten
afloopt, met weemoed aan de heerlgke
dagen, toen de schouwburgzalen om zijnent
wil gevuld werden.
Een rekruut, die door een gendarme
te Bamberg gearresteerd moest worden,
werd zoo hardhandig op den grond ge
worpen en neergedrukt, dat hij den nek
brak en oogenblikkelgk stierf.
De bewoners van de Lindengraeht hadden
Zondag 1.1. een feestje georganiseerd, bestaande
in //palingtrekken". Palingtrekken nu is een
dier barbaarsche vermaken, welke, vroeger veel
in zwang, thans bijna vergeten en bij de wet
verboden zijn. Gelijk men weet, bindt men een
dikken paling onder de kieuwen aan een touw,
en besmeert het dier met zeep. Het wordt in 't
midden van een gracht opgehangen aan 't touw,
dat verbonden is met twee tegenover elkander
staande perceelen; eenige jongens of mannen
trachten dan, terwijl zij in een schuitje zitten,
dat pijlsnel wordt voortgeroeid, het beest los te
rukken, wat echter niet gemakkelijk gaat, ter
wijl zij door het verliezen van hun evenwicht,
vaak te water vallen. Het dier lijdt intusschen
onduldbare pijneneen paling is taai van leven
en geeft niet spoedig den geest, maar kronkelt
zich wanhopig om de handen van hen, die hem
zoo vervaarlijk trekken. Eindelijk wordt de kop
van den romp gescheiden, en hij, die dat vol
brengt, heeft den gestelden prijs gewonnen.
Den vorigen Zondag nu legden een twintig
tal personen ieder een halven gulden bij en
men kocht er een dikken paling voor, terwijl
zes gulden als prijs werd bestemd.
In de nabijheid van een brug had het
palingtrekken plaats en duizenden personen
woonden het bij. Het touw werd gespannen
tusschen perceelen 184 en 119. Om half vijf
begon het //feest" en reeds had men drie
keeren getrokken, waarbij enkele personen in
het water waren gevallen, toen twee agenten
van politie den palingtrekkers gelastten hun
spel te staken.
Hieraan werd geen gevolg gegeven. Een
der agenten ging toen naar de kamer van
perceel No. 119 cfi sneed het toiiw los, terwijl
de ander versterking ging halen. Toch trachtten
de palingtrekkers hun spel voort te zetten,
door het eene einde van het touw vast te
houden. Toen dit echter door de aangerukte
hulp werd. belet, keerde de menigte zich tegen
de politie, greep den agent, die het touw
had afgesneden aan en wierp hem in een kelder,
waar hij ergerlijk werd mishandeld, zoodat hij
later moest worden weggedragen. De agenten
sloegen toen met hun sabel de menigte uiteen,
maar zij was in getal veel sterker dan de
politiedienaren, zoodat deze spoedig gedeeltelijk
werden ontwapend, hun sabels in de gracht
werden geworpen, terwijl andere agenten op
de vlucht werden gejaagd of mishandeld. Het
getal der politie-agenten groeide door de ge-
requireerde hulp steeds aan, doch hoe sterker
zij werden, des te grooter werd de menigte.
De straat werd op verschillende plaatsen open
gebroken en de politiedienaren werden met
keien geworpen, waardoor menig hunner werd
gekwetst. Een agent vluchtte bij een bakker
en in dat huis werden zoowel ruiten als
roeien stukgeslagen. De gaslantaarns werden
intusschen opgestoken, doch weder door de
menigte uitgedraaid, 't Was toen, dat de
sterkte der politie tot een paar honderd agen
ten was aangegroeid, die, hoewel vele charges
makende en talrijke personen arresteerende,
weinig tegen de overmacht vermochten. Niet
alléén dat men met straatsteenen wierp, maar
men haalde zelfs de pannen van het dak, men
gebruikte bloempotten en een ijzeren ketel
als werpwerktuigen.
De vrouwen droegen in haar boezelaars
keien en steenen aan om gebruikt te worden
tegen de ongelukkige politie-agenten, die het
tegenwoordig hard te verantwoorden hebben.
Op een gegeven oogenblik wierp de menigte
zich op een inspecteur, wien zij ontwapende,
sloeg en in de Lindengraeht wilde verdrinken.
Een vrouw uit de menigte wist echter dit
feit te voorkomen, door de bedrijvers tot rede
te brengen.
Gelukkig waren de gemoederen allengs door
den voortdurend vallenden regen verkoeld en
werd het gevecht minder, wat niet verhin
derde, dat de politie hier en daar nog hande
lend moest optreden en arrestanten maken,
waaronder zich ook de beruchte sosialisten
Eckhardt en Meegens bevonden, welke laatste
steenen by zich had.
Eenige agenten en een brigadier waren
min of meer ernstig gekwetst, evenzoo hadden
vele burgers verwondingen bekomen. Den
geheelen avond was het nog onrustig in die
buux-ten, evenzoo ook gisteren, maar tot feite
lijkheden kwam het niet.
De straat werd gisterenmorgen gemaakt,
doch door belhamels weder opgebroken.
Evenwel bleef het gedurende den morgen
vrij rustig, hoewel honderden nieuwsgierigen
zich op en aan de Lindengraeht ophielden,
waartoe ook de weekmarkt, welke op de
Noordermarkt 's Maandags wordt gehouden,
het hare bijbracht.
De politie heeft een zeer zware taak gehad
men moet medelijden hebben met die mannen,
die, terwijl zij toch niets meer dan hun plicht
vervullen, door het gemeen telkens zoo worden
mishandeld.
Schrikkelijker tooneelen zijn echter gisteren
te Amsterdam voorgevallen.
Het Handelsblad meldt daaromtrent het
volgende
Na een lankmoedigheid, die zelfs bij kalme
lieden reeds twijfel had gewekt of niet te lang
geaarzeld werd met vastberadenheid, zijn giateren-
midd. en avond en hedennacht de rustverstoorders
streng gestraft. Toen het gepeupel in deu omtrek
der Lindengraoht, wel verre van naar de aan
maningen der politie te luisteren, een aanvallende
houding aannam, werd het terrein afgezet door
een tachtig huzaren en een paar honderd infan
teristen, een macht, die langzamerhand tot onge
veer vijfhonderd man aanwies.
Maar ook die ernstige waarschuwing bleek vruch
teloos. Mannen, vrouwen en kinderen begonnen in
roekeloozen overmoed barricaden op te werpen van
straatkeien en zoodra de militairen, aanvankelijk
zonder vuur te geven, dat trachtten te beletten, wer
den zij uit de ramen en van daken begroet met een
hagelbui van straatsteenen en dakpannen.
Alles was van te voren in gereedheid gebracht.
De straatjongens uit de buurt waren in den na
middag bezig ammunitie te vervaardigen.
Men deelt ons mede, dat zij kalm weg met
hamers de kleine steenen, langs de gracht, in
tweeën klopten en de stukken in manden wierpen,
welke ze daarvoor hadden medegebracht.
Uit den waan, dat er wel niet anders dan met
los kruit zou worden geschoten, werden de op
roermakers al heel spoedig gewekt; want toen
zich een hunner met een roode vlag op de bar
ricade vertoonde, viel er éen schot en een
doode. Niettegenstaande dat bloedig voorbeeld,
trachtte een tweede een zwaren steen nit een
zolderraam op het hoofd van een cavalerist te
werpen, en ook hij zonk tegelijkertijd doodelijk
in het hoofd getroffen neder.
De wanordelijke tooneelen begonnen omstreeks
vier uur. Duizenden menschen waren op de been,
die even zoovele kwaadwilligen schenenwant 't
geheele publiek nam een hoogst vijandige houding
aan jegens de politie, die zeer hard bestookt werd.
Te ongeveer zes uur kwamen een 200 man
infanterie, onder bevel van den kapt. Wijnaendts,
en een half escadron huzaren, 80 man, onder den
ln luitenant Bothnia Andreae, op het terrein
aan. Zij zetten de Noordermarkt en de kruis
punten af en toen een sectie infanterie zich in
de Boomdwarsstraat waagde, werd ook zij met
straatkeien begroet.
Toen werd, na drie sommaties, een licht ge
weervuur geopend, wat gedeeltelijk hielp; maar
de belhamels gingen weldra voort met steenen
te werpen en toen werd met kortere tusschen-
poozen geschoten.
Dat was een tooneel om nooit te vergeten.
Het vuren hield geregeld aan, weerklonk door de
straten en overstemde bijna het luide weeklagen
en geschreeuw der woestelingen. Toch werd voort
gegaan met het werpen van steenen. Hier en daar
vielen gekwetsten en doodeu neder, die op de
straat achterbleven, terwijl de menigte in een on
beschrijfelijke verwarring, wegvluchtte.
Een oogenblik daarna werden de lijken en ge
kwetsten door vrienden in handkarren naar het
politiebureau op de Noordermarkt gebracht en tel
kens weer zag men mensckenlichamen wegdragen,
die vreeselijk verminkt en bebloed waren. Tevens
werden talrijke personen in hechtenis genomen,
sommigen nog met de steenen in de hand. Naar wij
vernamen, werd ook een man gedood, die als het
hoofd der steenwerpers werd besohouwd.
Tegen 7 uur werd opnieuw versterking gezonden,
en het opperbevel gevoerd door den luit.-kolonel
Simon.
Intusschen verpleegde men aan het bureau van
politie de gekwetsten, waarmede de geneesheer
Gualterie Yan Wesel, de korpsdokter, zich belastte.
Volgens mededeelingen van vertrouwbare zijde,
waren om zeven nur in dit bureau 8 dooden en een
nog grooter getal gekwetsten binnengebracht, die,
nadat hun daar de eerste hulp was verleend, met
rijtuig of raderbaar naar het Gasthuis werden ge
bracht.
Te ruim acht uur werd in de Lindendwarsstraat
opnieuw met steenen gegooid, doch zonder dat het
thans noodig was te vuren, werd hier de menigte
uiteengedreven, welke zich in de omliggende buur
ten verspreidde. Aanhoudend werdeu muiters ge
vangen genomen, en geruimen tijd geleek de Noor
dermarkt, waar reeds vroeg de weekmarkt was op
geruimd, een oorlogskamp, waar onder het dik ge
boomte de infanterie was opgesteld, de huzaren wa
ren afgestegen en de artillerie eveneens bijeen
was.
Toen te negen uur de troepen in de omliggende
bunrten de menigte uiteen deden gaan, was vuren
opnieuw noodig en wel op de Prinsengracht bij de
Noordermarkt, waar tot driemaal toe werd gescho
ten. Hierbij werd o. a. een kanonnier in hechtenis
genomen, die aan het verzet deelnam
Terwijl het nu op de Noordermarkt en in den
naasten omtrek rustig was, werd het gevaar
verderop in de Jordaan grooter. In de Anje
liersstraat werden de huzaren op een bui stee
nen onthaald, en toen daar op de menigte ge
vuurd werd in vier salvo's en een snelvuur, werd
één persoon gedood en werden verschillende ge
kwetst. In de Prinsenstraat werden alle lan
taarns uitgedraaid, de weg versperd en de straat
opgebroken; ook daar werd op de menigte ge
schoten. Natuurlijk bleven de nieuwsgieringen
in die straten nit hunne vensters kijken. Hun
werd echter aangezegd, dat ze hunne vensters te
sluiten hadden. Ook in de Tuinstraat werden
steenen, dakpannen, ja zelfs een emmer als werp
tuigen gebruikt en een infanterist werd daarbij
aan het been geraakt, zoodat hij voor den dienst
ongeschikt was. Bij al deze rumoerige wijken
bleef de Willemstraat als gewoonlijk door hare
ordelievendheid uitblinken en waar de Willem-
straters konden stonden zij de politio bij.
Het waren o. a. twee Willemstraters, Jacobns
en Leendert Mens, zonen van wijlen den z. g.
koning van de Willemstraat, die gisterenmiddag
de oproervlaggen van de lantaarns op de „Zater-
dagsche brug*' rokten.
Te kwart voor elven moest de Prinsengracht
bij de Bronwersgracht ontruimd worden. Ook
daar werd met steenen geworpen en met salvo's
geantwoord. Dat de menigte het trouwens niet
bij «teenengooien liet blijven, bleek uit het feit,
dat op een der infanterie-officieren met een re
volver uit een raam op de Lindengraeht werd
geschoten en dat een agent van politie een ge
vaarlijke messteek in de borst ontving. Bij dit
laatste vuren werden vijf personen gewond.
Verder bleef het zoowel op de Noordermarkt
als in de omliggende straten rustig. Wel bleef
een troepje nieuwsgierigen nog hier en daar
kijken, maar langzamerhand gingen allen heen.
De infanteristen sloegen op de Noordermarkt hun
bivouac op, de huzaren evenzoo, maar toch bleven
zoowel zij als de politie nog waakzaam.
De manschappen der artillerie waren te onge
veer 11 uur reeds afgetrokken en de politie was
gedeeltelijk weder naar hare sectiën teruggekeerd.
Met uitzondering der naaste omgeving van
het tooneel des onheils, hadden de overige stads
wijken een kalm aanzien. De burgerij verkeerde
blijkbaar onder den indruk der treurige berichten,
die natuurlijk spoedig naar alle hoeken waren
verspreid eu in 't midden der stad maar al te
duidelijk werden bevestigd door de raderbaren,
rijtuigen en handkarren met de dooden of ge
kwetsten, die naar het Binnengasthuis werden
vervoerd.
Ook daar had zioh natuurlijk een drom nieuws
gierigen vereenigd, te meer omdat de versterkte
bezetting voor d.e Nederlandsche bank de aan
dacht trok.
Burgemeester en Wethouders waren onafge
broken op het Raadhuis, waar overleg werd ge
pleegd met den plaatselijken commandant en
telkens telegrammen werden gewisseld met het
ministerie van binnenlandsche zaken en justitie.
De wethouder Van Lennep overtuigde zich per
soonlijk van den toestand der gewonden in het gast
huis.
Op den Dam voor het Paleis waren de artilleris
ten uit Naarden, gewapend met sabels, opgesteld,
begeleid door een paar officieren en eenige onder
officieren met geweer.
Om half een zaten zij neer, rug tegen rog, op de
kleine steenen voor het Paleis.
Een honderdtal nieuwsgierigen gaapten hen aan.
Anders was er niemand op den Dam.
In het Binnengasthuis zijn vaertien dooden en
vier-en-dertig gekwetsten gebracht. Het is echter
zeker dat vele gewonden in woningen der buurt
zelve zijn opgenomen. Van de militairen zijn een
paar getroffen door steenen en dakpannen. Een
veertigtal politie-agenten zijn gewond, een paar
VTij ernstig.
De troepen zijn gedurende den nacht in de Noor-
derkerk gehuisvest, waar zij in de kerkbanken een
slaapplaat» vonden. Te twee nur werd de wacht be
trokken door een compagnie mariniers en waren
ook overal de straten weder gemaakt.
Men ziet hieruit met welke geestkracht werd op
getreden.
Dit was dan ook onontbeerlijk.
Van meer dan eene zijde is het volk in de laatste
maanden telkens tegen de politie opgewonden. De
oproerstokers zijn wellicht niet onmiddellijk ver
antwoordelijk voor wat thans geschied, maar de op
winding der gemoederen is hun schuld. De muiters
hadden geen grief te herstellen, geen doel te berei
ken. Het eenige wat ze poogden, was een lang op
gehitste wrok aan de politie te koelen1. Gruwelijk
zijn de ongelukkige agenten, die enkel hun plicht
deden, gisteren en eergisteren aangerand met straat
steenen. Eerst toen gisterennamiddag een politie
agent gevaarlijk werd gewond door een messteek,
besloot het hoofd der gemeente de militairen te
doen optreden voor het aangerande gezag.
Het doet ons hartelijk leed voor onzen burge
meester, dat het lange geduld, door hem getoond
niet gebaat heeft. De sympathie en de goedkeu
ring van alle weldenkende burgers, die de wet
eerbiedigen, zullen hem echter steunen in deze
voor hem zoo pijnlijke oogenblikken.
Het gezag moest krachtig gehandhaafd worden.
Doch diep medelijden hebben we met de onge
lukkige slachtoffers van de volkmenners; met de
nagelaten betrekkingen van de gedoodan, onder
welke zeker enkelen zijn, die geen boos opzet had
den, maar enkel nit baldadigheid medededen.
'Ifrf
Op den ln Augustus 1886,
hopen onze geliefde Ouders:
ANTONI BAAK
en
5 KLARA CATRINA LINTERMAN, J
hun 35-jarig Huwelijksfeest te her-
denken.
Uit naam hunner dankbare
Kinderen en Behuwd-
Kinderen,
H. NOOY en Echtgenoote.
S. BAAK en Echtgenoote.
P. G. BAAK en Echtgenoote.
J. N. B. DONKERSLOOT
en Echtgenoote.
J. N. SLAMAN en Echtgenoote. j
J. BAAK en Echtgenoote.
K. C. BAAK.
J. H. BAAK.
M. BAAK.
A. F. BAAK.
J. BAAK.
IJmuiden, 1 Augustus 1886.
Strekkende deze tot algemeene
kennisgeving.
Bevallen van een Dochter
G. BLINKHOFF,
geb. tan 't Hert.
IJmuiden, 24 Juli 1886.
Voorspoedig bevallen van een welge
schapen Dochter:
ARIJAANJTE VISSER,
geb. Wiegman.
Helder, 27 Juli 1886.
Algemeene kennisgeving.