Oproer te Amsi Advertentiën. M Stoom vaartberichten. Het stoomschip Soenda is 22 Juli van Am sterdam te Batavia aangekomen. Het stoomschip Prinses Wilhelmina is 22 Juli Perim gepasseerd naar Amsterdam. Het stoomschip Prinses Marie, van Amster dam naar Batavia, den 22en Juli teMarseille aangekomen, heeft eenige schade aan de tun- nelas. Het beschadigde gedeelte wordt te Mar- seille verwisseld. Het oponthoud zal vermoedelijk 10 dagen zyn, en de passagiers worden in de gelegenheid gesteld om hunne reis met de Conrad te vervolgen. Het stoomschip Madura vertrok 24 Juli van Padang naar Amsterdam. Het stoomschip Koningin Emma, van Ba tavia naar Amsterdam, arriveerde 24 Juli te Marseille. Het stoomschip Conrad vertrok 26 Juli van Pauillac naar Batavia Marktberichten. Alkmaar 24 Juli. Aangevoerd 2 Paarden f40 a 160, 18 Koeien Ossen f150 a 260,18 nucht. Kalveren f13 a 21, 98 Schapen f17 a 23, 54 Lammerenf 6 a 12, 70 magere Var kens f10 a 16, 192 Biggen f4,50 a 6,50, 7 Bokken «nGeiten f 5 a 12,4 kleine Bokjes f 0,40 a0,70, Kipeieren f2,95 a 3,25, Eenden dito 3,40 per 100, Boter per kop f0,75 a 0,85. Hoorn, 24 Juli. Tarwe f7 a 8, Gerst f4,75 a 5,50, Haver f4 a 4,50, 5 Paarden f70 a 160, 30 Schapen f18 a 22, 36 Lammeren f8 a 14, 8 Kalveren f 12 a 20, 28 Varkens f10 a 16, 1 Zeug f30, 87 Biggen f5 a 8, 35 Kippen f0,80 a 1,50, 12300 Kipeieren f'2,50 a 3 per 100, 1089 koppen Boter f 0,55 a f060 per kop. 322ste Staatsloterij. Ie Klasse. Ie Lijst. No. 11374 f20000. No. 9907 f1500. No, 697 11742 15914 f1000. No. 8843 20433 f400. No. 3720 f200. No. 401 1198 12843 14558 18813 f100. Burgerlijke Stand, gem. Helder. Van 23 tot 27 Juli. ONDERTROUWD: M. Harteveld en C. Platvoet. GEHUWDGeene. BEVALLEND. Koopman, geb. Buis, d. V. Drijver geb. Kuiper, z. S. Kallenbach geb. Jansen, d. C. Goudswaardt geb. Duijs, d. M. Zwart geb. Stam, d. C. G. Schilder geb. Kloos terhuis, z. F. Kouwenberg geb. Bakker, z. J. van Marle geb. Hoos, d. A. Jansen geb. Keijzer, z. C. London geb. Budde, z. OVERLEDEN D. Poll 75 j. Posterijen. De DIRECTEUR van het postkantoor te Helder, maakt bekend dat van af heden, nieuwe dienstregelingen, in verband met den Zomerdienst op de spoorwegen, bg hem, tegen betaling van 10 Cts. te verkrijgen zijn. De Directeur voornoemd, POLVLIET. LIJST van brieven, enz., verzonden in de 2e helft der maand Mei 1886 en geadres seerd aan onbekenden. L. Boots. Amsterdam. E. Kauwer. n Mej. G. K. II. N. Opter. Schaven. J. Vouts. ii J. Wangensten. Bergen op Zoom. Mej. D. Tettero. 's Gravenbage. C. Kraamer. Haarlem. A. Smit. RÜP- J. Schoelings. Westwoude. Van het hulpkantoor Anna Paulowna-Polder. Holmer. Nieuwediep. Briefkaarten. T. M. van Nuysenburg. Amsterdam. J. de Groot. u J. Paard. Brieven, verzonden geweest naar Duitschland. F. M. Bergmann. Emmerik. Engeland (over). G. Noot. Calcutta. Magdalena Frieëre.Venesuela. politie: Gevonden voorwerpen, adres Bureau II Een Kous met Breipennen, een Aardrijks kundig Schoolboek, een Sok en een Sleutel. Vervolg der Berichten. Ter gelegenheid van den verjaardag van H.M. de Koningin, zal de Onderofficiers- Vereeniging Admiraal de Ruiter" a. s. Zondagavond in Musis Sacrum een feeste lijke bijeenkomst houden. Gisteren avond is de pas vernieuw de boerenhofstede van den heer J. Boontjes, te Koegras, aan het kanaal, bg Westeinde, een prooi der vlammen geworden. De oorzaak is onbekend. Van hier ging een spuit der marine derwaarts, doch bij aan komst was de hulp te laat. Van den inboedel is niets gered. Aan boord van het ramschip Schor pioen werden Zaterdagavond alhier weder proeven genomen met electrisch licht, welke, naar wij vernemen, thans zeer vol doende moeten zijn geweest. Door den Minister van Oorlog is een aanvullings-artikel voor zijn begroo ting aangevraagd, strekkende tot 't ver- leenen van vergoeding aan eigenaren van huizen alhier, ie bij de onlangs gehou den schietproeven door 't springen van de glasruiten schade hebben geleden, welke voor deze gemeente f523,— be draagt. Opnieuw heeft de Amsterdamsche politie aanwijzingen ontvangen betreffende in Engeland bekende gauwdieven, die volgens de meest betrouwbare informatiën, naar de hoofdstad zijn vertrokken, met het doel een der aldaar gevestigde bank- inrichtingen tot het slachtoffer van hunne listige plannen te maken. Wederom mag dus aanbevolen worden, dat men zooveel mogelijk op zijne hoede zij. Een gewaarschuwd man heeft dub bele kracht, gelijk het Fransche spreek woord zegt, en men is nu niet, gelijk bij vroegere diefstallen, onvoorbereid. De Asser Ct." heeft het volgend sckrjjven ontvangen Mijnheer de Redacteur Van het geschrijf uit Ommerschans in uw blad van Vrijdag 23 Juli 1886 aan gaande een verpleegde, is geen jota waar; het is van het begin tot het einde gelogen. 28 Juli 1886. De pastoor van het Rijksgesticht Ommerschans. Hollen." Een ringpredikant wilde Zondag te Leiderdorp de godsdienstoefening waarne men. Door lieden uit de volksklasse werd hem echter de toegang tot den preekstoel versperd, waarna hij door de politie in staat werd gesteld op den preekstoel te komen. De gewezen predikant en kerke- raad volgden toen ook. De heethoofden klommen over de banken en bedreigden den ringpredikant, die alzoo onmogelijk godsdienst kon houden. Hij verliet der halve den preekstoel, welks toegang werd bezet door den hulpofficier van justitie. De gewezen predikant trad nu voor het lezers bordje en hield godsdienstoefening. Door de bevoegde overheid is proces-verbaal op gemaakt. In een gemeente in Friesland heeft men, met toestemming der bevoegde autoriteit, het lijk eener Voor twee jaar begraven weduwe opgegraven, omdat men meende, dat ze onder hare gewone kleeren, waarover het doodskleed was heenge trokken, een belangrijke som aan gelds waardig papier had verborgenNa nauw keurig onderzoek heeft men echter niets gevonden, tot groote teleurstelling van de erfgenamen, op wier herhaald verzoek de opgraving geschiedde. Men meldt uit Nijmegen van 25 Juli: De commissaris van politie alhier, de heer Witt, is gisteren, vergezeld van den heer A. Noorduyn, lid der firma A. Noor- duyn en Zoon te dezer stede, naar Parijs vertrokken, ten einde de uitlevering van den aldaar gearresteerden D. van der Steen te bewerken. Naar men verneemt, is ge noemde commissaris van politie door de moeder-voogdesse van D. van der Steen van volmacht voorzien, om haren minder jarigen zoon naar de ouderlijke woning terug te voeren, ingeval de uitlevering bij de Fransche justitie bezwaar mocht onder vinden. De korporaal Gulikers, van het 5e regi ment infanterie alhier, die ook op den 26en Juni jl. met Yan der Steen verdween, en met dezen de f 14,300 opmaakte, is, voor zoover bekend, nog niet gevonden. De tweede makker van D. van der Steen is niet, zooals de Figaro" meldt, te Coblenz gearresteerd, maar is (zooals door ons vroe ger werd gemeld) reeds den tweeden dag van de ondernomen reis uit eigen beweging teruggekeerd, toen het hem duidelijk was geworden, op welke wijze Yan der Steen, die hem tot een reisje langs den Rijn had uitgenoodigd, in het bezit van geld was ge komen. Wegens het redden van een man der equipage van de in het begin dezes jaars gestrande Fransche bark »01ivier Made- leine", is aan de bemanning van de blazer schuit »de Zeven Gebroeders", schipper W. Lokker, door de Fransche regeering 90 francs uitgereikt. De sergeant R. (Duitseher), van de 2e comp. 3e bat. inf. te Maastricht, heeft zich Zondag met gelden, aan de soldaten- menage toebehoorende, uit de voeten ge maakt. De bliksem heeft Donderdagmiddag bij Recklinghausen zeven mijnwerkers doodgeslagen en twee verwond. Een vreeselijk ongeluk is te Aveyron- Bergelle, kanton Aignan, door den bliksem veroorzaakt. Yan 8 personen, die onder een boom zicb verscholen hadden, werden zes gedood, één zwaar verwond, terwijl de achtste krankzinnig van schrik ge worden is. Een koopman in diamanten vertoonde de vorige week aan koningin Yictoria een in Zuid-Afrika gevonden diamant, die 180 karaat weegt en de keizerlijke diamant" gedoopt is. Het moet de grootste steen van dien aard zijn, dien men kent. De twee rijkste lieden in het land van den Czaar zijn tegenwoordig de ge broeders Nobel. Zij zijn van Zwitsersche afkomst. Terwijl zij in het hartje van Rusland reisden, ontdekten zij den rijkdom aan petroleum in dat land. Zij kochten dadelijk geheele districten van deze schijn baar waardelooze vlakten, boorden petro- leumbronnen en leverden meer petroleum dan iedere andere firma ter wereld. Hun rijkdom is feitelijk niet te berekenen, hoewel de correspondent der Times vier honderd millioen dollars (1,000,000,000) geen overschatting beschouwt. Moritz Frankl, het wonderkind, dat voor eenige jaren in Europa rondreisde, en overal groot opzien verwekte, door zijn merkwaardige vaardigheid in het re kenen uit het hoofd, is nu volgens het Berl. Tagebl. te Funfkirohen, zijn ge boorteplaats, leerling hg een kruidenier. Hg rekent nog altijd even vlug, en denkt dikwijls als hg met eeif mand vol krui denierswaren op den schouder, de klanten afloopt, met weemoed aan de heerlgke dagen, toen de schouwburgzalen om zijnent wil gevuld werden. Een rekruut, die door een gendarme te Bamberg gearresteerd moest worden, werd zoo hardhandig op den grond ge worpen en neergedrukt, dat hij den nek brak en oogenblikkelgk stierf. De bewoners van de Lindengraeht hadden Zondag 1.1. een feestje georganiseerd, bestaande in //palingtrekken". Palingtrekken nu is een dier barbaarsche vermaken, welke, vroeger veel in zwang, thans bijna vergeten en bij de wet verboden zijn. Gelijk men weet, bindt men een dikken paling onder de kieuwen aan een touw, en besmeert het dier met zeep. Het wordt in 't midden van een gracht opgehangen aan 't touw, dat verbonden is met twee tegenover elkander staande perceelen; eenige jongens of mannen trachten dan, terwijl zij in een schuitje zitten, dat pijlsnel wordt voortgeroeid, het beest los te rukken, wat echter niet gemakkelijk gaat, ter wijl zij door het verliezen van hun evenwicht, vaak te water vallen. Het dier lijdt intusschen onduldbare pijneneen paling is taai van leven en geeft niet spoedig den geest, maar kronkelt zich wanhopig om de handen van hen, die hem zoo vervaarlijk trekken. Eindelijk wordt de kop van den romp gescheiden, en hij, die dat vol brengt, heeft den gestelden prijs gewonnen. Den vorigen Zondag nu legden een twintig tal personen ieder een halven gulden bij en men kocht er een dikken paling voor, terwijl zes gulden als prijs werd bestemd. In de nabijheid van een brug had het palingtrekken plaats en duizenden personen woonden het bij. Het touw werd gespannen tusschen perceelen 184 en 119. Om half vijf begon het //feest" en reeds had men drie keeren getrokken, waarbij enkele personen in het water waren gevallen, toen twee agenten van politie den palingtrekkers gelastten hun spel te staken. Hieraan werd geen gevolg gegeven. Een der agenten ging toen naar de kamer van perceel No. 119 cfi sneed het toiiw los, terwijl de ander versterking ging halen. Toch trachtten de palingtrekkers hun spel voort te zetten, door het eene einde van het touw vast te houden. Toen dit echter door de aangerukte hulp werd. belet, keerde de menigte zich tegen de politie, greep den agent, die het touw had afgesneden aan en wierp hem in een kelder, waar hij ergerlijk werd mishandeld, zoodat hij later moest worden weggedragen. De agenten sloegen toen met hun sabel de menigte uiteen, maar zij was in getal veel sterker dan de politiedienaren, zoodat deze spoedig gedeeltelijk werden ontwapend, hun sabels in de gracht werden geworpen, terwijl andere agenten op de vlucht werden gejaagd of mishandeld. Het getal der politie-agenten groeide door de ge- requireerde hulp steeds aan, doch hoe sterker zij werden, des te grooter werd de menigte. De straat werd op verschillende plaatsen open gebroken en de politiedienaren werden met keien geworpen, waardoor menig hunner werd gekwetst. Een agent vluchtte bij een bakker en in dat huis werden zoowel ruiten als roeien stukgeslagen. De gaslantaarns werden intusschen opgestoken, doch weder door de menigte uitgedraaid, 't Was toen, dat de sterkte der politie tot een paar honderd agen ten was aangegroeid, die, hoewel vele charges makende en talrijke personen arresteerende, weinig tegen de overmacht vermochten. Niet alléén dat men met straatsteenen wierp, maar men haalde zelfs de pannen van het dak, men gebruikte bloempotten en een ijzeren ketel als werpwerktuigen. De vrouwen droegen in haar boezelaars keien en steenen aan om gebruikt te worden tegen de ongelukkige politie-agenten, die het tegenwoordig hard te verantwoorden hebben. Op een gegeven oogenblik wierp de menigte zich op een inspecteur, wien zij ontwapende, sloeg en in de Lindengraeht wilde verdrinken. Een vrouw uit de menigte wist echter dit feit te voorkomen, door de bedrijvers tot rede te brengen. Gelukkig waren de gemoederen allengs door den voortdurend vallenden regen verkoeld en werd het gevecht minder, wat niet verhin derde, dat de politie hier en daar nog hande lend moest optreden en arrestanten maken, waaronder zich ook de beruchte sosialisten Eckhardt en Meegens bevonden, welke laatste steenen by zich had. Eenige agenten en een brigadier waren min of meer ernstig gekwetst, evenzoo hadden vele burgers verwondingen bekomen. Den geheelen avond was het nog onrustig in die buux-ten, evenzoo ook gisteren, maar tot feite lijkheden kwam het niet. De straat werd gisterenmorgen gemaakt, doch door belhamels weder opgebroken. Evenwel bleef het gedurende den morgen vrij rustig, hoewel honderden nieuwsgierigen zich op en aan de Lindengraeht ophielden, waartoe ook de weekmarkt, welke op de Noordermarkt 's Maandags wordt gehouden, het hare bijbracht. De politie heeft een zeer zware taak gehad men moet medelijden hebben met die mannen, die, terwijl zij toch niets meer dan hun plicht vervullen, door het gemeen telkens zoo worden mishandeld. Schrikkelijker tooneelen zijn echter gisteren te Amsterdam voorgevallen. Het Handelsblad meldt daaromtrent het volgende Na een lankmoedigheid, die zelfs bij kalme lieden reeds twijfel had gewekt of niet te lang geaarzeld werd met vastberadenheid, zijn giateren- midd. en avond en hedennacht de rustverstoorders streng gestraft. Toen het gepeupel in deu omtrek der Lindengraoht, wel verre van naar de aan maningen der politie te luisteren, een aanvallende houding aannam, werd het terrein afgezet door een tachtig huzaren en een paar honderd infan teristen, een macht, die langzamerhand tot onge veer vijfhonderd man aanwies. Maar ook die ernstige waarschuwing bleek vruch teloos. Mannen, vrouwen en kinderen begonnen in roekeloozen overmoed barricaden op te werpen van straatkeien en zoodra de militairen, aanvankelijk zonder vuur te geven, dat trachtten te beletten, wer den zij uit de ramen en van daken begroet met een hagelbui van straatsteenen en dakpannen. Alles was van te voren in gereedheid gebracht. De straatjongens uit de buurt waren in den na middag bezig ammunitie te vervaardigen. Men deelt ons mede, dat zij kalm weg met hamers de kleine steenen, langs de gracht, in tweeën klopten en de stukken in manden wierpen, welke ze daarvoor hadden medegebracht. Uit den waan, dat er wel niet anders dan met los kruit zou worden geschoten, werden de op roermakers al heel spoedig gewekt; want toen zich een hunner met een roode vlag op de bar ricade vertoonde, viel er éen schot en een doode. Niettegenstaande dat bloedig voorbeeld, trachtte een tweede een zwaren steen nit een zolderraam op het hoofd van een cavalerist te werpen, en ook hij zonk tegelijkertijd doodelijk in het hoofd getroffen neder. De wanordelijke tooneelen begonnen omstreeks vier uur. Duizenden menschen waren op de been, die even zoovele kwaadwilligen schenenwant 't geheele publiek nam een hoogst vijandige houding aan jegens de politie, die zeer hard bestookt werd. Te ongeveer zes uur kwamen een 200 man infanterie, onder bevel van den kapt. Wijnaendts, en een half escadron huzaren, 80 man, onder den ln luitenant Bothnia Andreae, op het terrein aan. Zij zetten de Noordermarkt en de kruis punten af en toen een sectie infanterie zich in de Boomdwarsstraat waagde, werd ook zij met straatkeien begroet. Toen werd, na drie sommaties, een licht ge weervuur geopend, wat gedeeltelijk hielp; maar de belhamels gingen weldra voort met steenen te werpen en toen werd met kortere tusschen- poozen geschoten. Dat was een tooneel om nooit te vergeten. Het vuren hield geregeld aan, weerklonk door de straten en overstemde bijna het luide weeklagen en geschreeuw der woestelingen. Toch werd voort gegaan met het werpen van steenen. Hier en daar vielen gekwetsten en doodeu neder, die op de straat achterbleven, terwijl de menigte in een on beschrijfelijke verwarring, wegvluchtte. Een oogenblik daarna werden de lijken en ge kwetsten door vrienden in handkarren naar het politiebureau op de Noordermarkt gebracht en tel kens weer zag men mensckenlichamen wegdragen, die vreeselijk verminkt en bebloed waren. Tevens werden talrijke personen in hechtenis genomen, sommigen nog met de steenen in de hand. Naar wij vernamen, werd ook een man gedood, die als het hoofd der steenwerpers werd besohouwd. Tegen 7 uur werd opnieuw versterking gezonden, en het opperbevel gevoerd door den luit.-kolonel Simon. Intusschen verpleegde men aan het bureau van politie de gekwetsten, waarmede de geneesheer Gualterie Yan Wesel, de korpsdokter, zich belastte. Volgens mededeelingen van vertrouwbare zijde, waren om zeven nur in dit bureau 8 dooden en een nog grooter getal gekwetsten binnengebracht, die, nadat hun daar de eerste hulp was verleend, met rijtuig of raderbaar naar het Gasthuis werden ge bracht. Te ruim acht uur werd in de Lindendwarsstraat opnieuw met steenen gegooid, doch zonder dat het thans noodig was te vuren, werd hier de menigte uiteengedreven, welke zich in de omliggende buur ten verspreidde. Aanhoudend werdeu muiters ge vangen genomen, en geruimen tijd geleek de Noor dermarkt, waar reeds vroeg de weekmarkt was op geruimd, een oorlogskamp, waar onder het dik ge boomte de infanterie was opgesteld, de huzaren wa ren afgestegen en de artillerie eveneens bijeen was. Toen te negen uur de troepen in de omliggende bunrten de menigte uiteen deden gaan, was vuren opnieuw noodig en wel op de Prinsengracht bij de Noordermarkt, waar tot driemaal toe werd gescho ten. Hierbij werd o. a. een kanonnier in hechtenis genomen, die aan het verzet deelnam Terwijl het nu op de Noordermarkt en in den naasten omtrek rustig was, werd het gevaar verderop in de Jordaan grooter. In de Anje liersstraat werden de huzaren op een bui stee nen onthaald, en toen daar op de menigte ge vuurd werd in vier salvo's en een snelvuur, werd één persoon gedood en werden verschillende ge kwetst. In de Prinsenstraat werden alle lan taarns uitgedraaid, de weg versperd en de straat opgebroken; ook daar werd op de menigte ge schoten. Natuurlijk bleven de nieuwsgieringen in die straten nit hunne vensters kijken. Hun werd echter aangezegd, dat ze hunne vensters te sluiten hadden. Ook in de Tuinstraat werden steenen, dakpannen, ja zelfs een emmer als werp tuigen gebruikt en een infanterist werd daarbij aan het been geraakt, zoodat hij voor den dienst ongeschikt was. Bij al deze rumoerige wijken bleef de Willemstraat als gewoonlijk door hare ordelievendheid uitblinken en waar de Willem- straters konden stonden zij de politio bij. Het waren o. a. twee Willemstraters, Jacobns en Leendert Mens, zonen van wijlen den z. g. koning van de Willemstraat, die gisterenmiddag de oproervlaggen van de lantaarns op de „Zater- dagsche brug*' rokten. Te kwart voor elven moest de Prinsengracht bij de Bronwersgracht ontruimd worden. Ook daar werd met steenen geworpen en met salvo's geantwoord. Dat de menigte het trouwens niet bij «teenengooien liet blijven, bleek uit het feit, dat op een der infanterie-officieren met een re volver uit een raam op de Lindengraeht werd geschoten en dat een agent van politie een ge vaarlijke messteek in de borst ontving. Bij dit laatste vuren werden vijf personen gewond. Verder bleef het zoowel op de Noordermarkt als in de omliggende straten rustig. Wel bleef een troepje nieuwsgierigen nog hier en daar kijken, maar langzamerhand gingen allen heen. De infanteristen sloegen op de Noordermarkt hun bivouac op, de huzaren evenzoo, maar toch bleven zoowel zij als de politie nog waakzaam. De manschappen der artillerie waren te onge veer 11 uur reeds afgetrokken en de politie was gedeeltelijk weder naar hare sectiën teruggekeerd. Met uitzondering der naaste omgeving van het tooneel des onheils, hadden de overige stads wijken een kalm aanzien. De burgerij verkeerde blijkbaar onder den indruk der treurige berichten, die natuurlijk spoedig naar alle hoeken waren verspreid eu in 't midden der stad maar al te duidelijk werden bevestigd door de raderbaren, rijtuigen en handkarren met de dooden of ge kwetsten, die naar het Binnengasthuis werden vervoerd. Ook daar had zioh natuurlijk een drom nieuws gierigen vereenigd, te meer omdat de versterkte bezetting voor d.e Nederlandsche bank de aan dacht trok. Burgemeester en Wethouders waren onafge broken op het Raadhuis, waar overleg werd ge pleegd met den plaatselijken commandant en telkens telegrammen werden gewisseld met het ministerie van binnenlandsche zaken en justitie. De wethouder Van Lennep overtuigde zich per soonlijk van den toestand der gewonden in het gast huis. Op den Dam voor het Paleis waren de artilleris ten uit Naarden, gewapend met sabels, opgesteld, begeleid door een paar officieren en eenige onder officieren met geweer. Om half een zaten zij neer, rug tegen rog, op de kleine steenen voor het Paleis. Een honderdtal nieuwsgierigen gaapten hen aan. Anders was er niemand op den Dam. In het Binnengasthuis zijn vaertien dooden en vier-en-dertig gekwetsten gebracht. Het is echter zeker dat vele gewonden in woningen der buurt zelve zijn opgenomen. Van de militairen zijn een paar getroffen door steenen en dakpannen. Een veertigtal politie-agenten zijn gewond, een paar VTij ernstig. De troepen zijn gedurende den nacht in de Noor- derkerk gehuisvest, waar zij in de kerkbanken een slaapplaat» vonden. Te twee nur werd de wacht be trokken door een compagnie mariniers en waren ook overal de straten weder gemaakt. Men ziet hieruit met welke geestkracht werd op getreden. Dit was dan ook onontbeerlijk. Van meer dan eene zijde is het volk in de laatste maanden telkens tegen de politie opgewonden. De oproerstokers zijn wellicht niet onmiddellijk ver antwoordelijk voor wat thans geschied, maar de op winding der gemoederen is hun schuld. De muiters hadden geen grief te herstellen, geen doel te berei ken. Het eenige wat ze poogden, was een lang op gehitste wrok aan de politie te koelen1. Gruwelijk zijn de ongelukkige agenten, die enkel hun plicht deden, gisteren en eergisteren aangerand met straat steenen. Eerst toen gisterennamiddag een politie agent gevaarlijk werd gewond door een messteek, besloot het hoofd der gemeente de militairen te doen optreden voor het aangerande gezag. Het doet ons hartelijk leed voor onzen burge meester, dat het lange geduld, door hem getoond niet gebaat heeft. De sympathie en de goedkeu ring van alle weldenkende burgers, die de wet eerbiedigen, zullen hem echter steunen in deze voor hem zoo pijnlijke oogenblikken. Het gezag moest krachtig gehandhaafd worden. Doch diep medelijden hebben we met de onge lukkige slachtoffers van de volkmenners; met de nagelaten betrekkingen van de gedoodan, onder welke zeker enkelen zijn, die geen boos opzet had den, maar enkel nit baldadigheid medededen. 'Ifrf Op den ln Augustus 1886, hopen onze geliefde Ouders: ANTONI BAAK en 5 KLARA CATRINA LINTERMAN, J hun 35-jarig Huwelijksfeest te her- denken. Uit naam hunner dankbare Kinderen en Behuwd- Kinderen, H. NOOY en Echtgenoote. S. BAAK en Echtgenoote. P. G. BAAK en Echtgenoote. J. N. B. DONKERSLOOT en Echtgenoote. J. N. SLAMAN en Echtgenoote. j J. BAAK en Echtgenoote. K. C. BAAK. J. H. BAAK. M. BAAK. A. F. BAAK. J. BAAK. IJmuiden, 1 Augustus 1886. Strekkende deze tot algemeene kennisgeving. Bevallen van een Dochter G. BLINKHOFF, geb. tan 't Hert. IJmuiden, 24 Juli 1886. Voorspoedig bevallen van een welge schapen Dochter: ARIJAANJTE VISSER, geb. Wiegman. Helder, 27 Juli 1886. Algemeene kennisgeving.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1886 | | pagina 2