't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 14/04. Zaterdag 31 Juli 1886. Veertiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Het oproer te Amsterdam. Atoonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeversBERKHOUT Co., te Helder. BureauxSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. AUGUSTUS (Oogstmaand), 31 dagen. Opkomst der Zon 4 u. 23 m. Onderg. 7 u. 47 m. Zondag 1 Maandag 2 Verjaardag van Adelaïda Theresia van Waldeck-Pyr- mont (onze Koningin), geb. Dinsdag 3 in 1858. Woensdag 4 Donderdag 5 Eerste Kwartier. Vrijdag 6 Zaterdag 7 Bij den uitslag van verkie zingen of andere belangrijke voorvallen, worden door ons steeds bulletins daarover uitgegeven deze worden door ons gratis verspreid langs den weg, in sociëteiten en koffie huizen, alsook bij de meeste nering doenden, met verzoek om dezeeven als te Amsterdam geschiedt, voor de ramen te willen hangen. Velen van onze geabon- neerden echter beklagen zich nu en dan dat ze geen bulletin ontvangen hebben. We moeten hun tot ons leedwezen berich ten, dat zulks voor ons tot de onmogelijk heden behoort. Bij het enorm aantal ge- abonneerden op ons blad en de uitgestrekt heid der gemeente, zal ieder beseffen dat het, ondanks onzen goeden wil, niet doen lijk is, deze in een zoo kort tijdsbestek te bezorgen. Aan ons Bureau, Spoorstraat, aan de Drukkerij, Koningstraat, en aan den Boekhandel, Zuidstraat, zijn ze altjjd aan geplakt en ook te bekomen. Beleefd verzoeken we heerën winkeliers, bij voorkomende gelegenheid, de bulletins voor hunne ramen te willen hangen, ten einde ons eenige genoegdoening te ver schaffen voor de moeite en kosten, door ons daaraan besteed. Ook voor de langs den weg uit te geven bulletins behoeft men nimmer iets te beta len, daar 't aannemen van geld, aan de rondbrengers, ten strengste is verboden. DE UITGEVERS. HELDER, 30 Jali 1886. De gecombineerde oefeningen der zee- en landmacht, alhier, zijn thans be paald van af 1 tot 12 Septemb. a.s. De kapitein-luitenant t. z. Buyskes zal de leider zijn. De zee-miliciens, die geplaatst wor den aan boord van de verschillende sche pen, in het zuidelijk frontier in dienst, zullen 1 Augustus te Schiedam aan boord komen. Te Rotterdam is Woensdagnacht brand ontstaan in het ijzeren barkschip F. H. von Lindern", liggende aan de Boompjes, geladen met lucifers, teer, olie en Neu- renburger waren. De geheele lading is verbrand en het schip zwaar beschadigd. Met 5 hand- en 4 stoomspuiten heeft men den brand gebluscht. Door Z. M. den Koning is aan den loodsschipper 2e kl., E. van Hoepen, te Vlissingen, een bronzen medaille en een loffeljjk getuigschrift toegekend wegens het redden van menschenlevens op verschil lende tijdstippen, het laatst op 7 Juni 1886, toen hy met levensgevaar een kind uit de Kaaskade te Vlissingen redde. Deze eerbewjjzen werden den moedigen man, die reeds in 1870, 72, 78 en 81 menschen levens redde, Zaterdagnamiddag 11. in het bijzijn van verschillende autoriteiten, het personeel van het loodswezen en de bemanningen der Rjjksschepen op den Noordzeeboulevard te Vlissingen overhan digd en wel door het laatst door hem geredde knaapje. De heer J. Spanjaard, inspecteur van het Ned. Loodswezen, hield daarbjj een aanspraak. Op het verzoek tot gratie, ingediend door Kloppers, betrokken in het proces Bulkley, is afwjjzend beschikt. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft Dinsdag de bekende inbrekers op Klein- Berkenrode veroordeeld tot de volgende straffenVan Batum 2 jaar cel, Damen 1 jaar cel en Kollaard tot drie jaren cor rectioneel. De sociaal-democraat Geel, die in het Volkspark te Amsterdam bjj gelegen heid eener vergadering van de socialisten een revolverschot op den commissaris van politie Stork loste, zal in den loop van de volgende maand, onder beschul diging van poging tot moord, voor het Hof aldaar terecht staan. Hoewel de gemoederen te Amsterdam ge lukkig reeds vry wat bedaard zijn en de vrees voor tooneelen, als jl. Maandag zijn ge schied, geweken is, zullen we trachten onze lezers toch een zoo uitgebreid mogelijk relaas van de gebeurtenissen, na de verschijning van ons vorig No. voorgevallen, mede te deelen. Het Handelsblad meldt, daaromtrent het volgende Naar aanleiding der vele berichten, welke in omloop zijn gebracht, laten wij hier een beknopt overzicht volgen, van het gevecht op Maandag, dat een juist verslag geeft van het geen is voorgevallen. Maandagavond omstreeks kwart voor vyf werd de infanterie per telefoon onder de wa penen geroepen. Kapitein Wijnaends liet onmiddellijk alles gereed maken en marcheerde op later bevel met 200 man naar den Dam, waar de kolonel-commandant hem last gaf zich te begeven naar de Noordermarkt en zich daar ter beschikking te stellen van den commissaris van politie. De toestand was daar zeer hachelijk, want de met steenen ge wapende menigte drong steeds vooruit en dreigde liet politiebureel te bestormen, zoo niet spoedig hulp werd verleend. Zoodra de infanterie te zes uur aankwam, verzocht de commissaris den kapitein Wij naends onmiddellijk om het volk van vier barrikades, welke het had opgeworpen, te verdrijven. Met één peloton (26 manschappen en 2 onderofficieren) marcheerde de kapitein door de Eerste Boomstraat naar de Linden- dwarsstraat, maar toen het peloton deze wilde inzwenken, werd het met een regen van steenen begroet. De soldaten moesten teruggaan, doch daar een échec der infanterie hier ernstige gevolgen zou hebben, en boven dien, zoolang het volk niet verdreven werd van de barricades, waarop de roode vlag wapperde, groot gevaar bleef bestaan voor den politiepost, achtte de commandant krachtig optreden noodig. Alvorens echter bevel te geven tot vuren liep kapitein "Wynaends alleen tot midden in de straat en sommeerde het volk tot driemaal om uiteen te gaan. Een paar schoten vanwaar is niet be kend en een regen van steenen was het antwoord. Het commando ;/aan en vuur" moest nu volgen, maar het volk sloeg den soldaten tegemoet, zoodat een tweede salvo noodig was. Dit eerst bracht de oproer makers aan het wijken; de soldaten marcheerden met gevelde bajonet vooruit en de barricade was verlaten. Vervolgens verschenen nieuwe detachemen ten van 120 en 100 man onder bevel van den kapiteins Sprenger en Vervat op het terrein, waar ook de hoofdcommissaris van politie, de heer Steenkamp, reeds aanwezig was. De commandant deed met den commis saris een inspectie om en in de naburige straten, waarbij de houding der bewoners zeer kalm en welwillend werd bevonden. Op vier hoofdpunten langs Westerstraat en Lin- dengracht werd de oproerige wyk door deta chementen afgezet, terwijl kleinere afdeelingen andere punten bezet hielden. De passage bleef vrij, maar toch werd gezorgd dat men doorliep. Allengs echter begon de menigte van de Prinsengracht op te dringen naar het deta chement, dat post had gevat hoek Wester- straat-Noordermarkt. Herhaalde sommatiën om uiteen te gaan bleven vruchteloos en toen werd ook hier een tiental geweerschoten ge lost, hetgeen voldoende was om de oproer makers terug te dryven. Ook by de plaats, waar een ander deta chement stond, hoek Brouwersgracht en Lin- dengracht, begon de menigte op te dringen van de Brouwersgracht. Een korporaal met twee soldaten losten toen op de brug drie schoten, welke doel troffen en waardoor de oproermakers werden weggedreven. Ten einde het opdringen van het volk op de Prinsengracht tegen te houden, werd een afdeeling der huzaren, die onder bevel van ritmeester Bentinck op het terrein waren, uitgezonden, maar op den hoek van de Anje lierstraat werd deze afdeeling met steenen ontvangen. Een afdeeling trok nu door de Weaterstraat, ten einde een omtrekkende be weging te maken, doch werd in de Anjelier straat eveneens met steenen bestookt, zoodat eenige manschappen afzaten en vuur gpven. Omstreeks acht uur kwamen 120 vesting artilleristen op het terrein. Deze lagen allen hier in garnizoen en waren niet, gelijk men meende, uit Naarden ontboden. Een twintig tal was met geweren gewapend. Twaalf manschappen werden gezonden naar de Wil lemspoort tot bescherming der wacht, waar de meeste arrestanten waren geborgen. Per telephoon ontving dit detachement later bevel om terug te keeren naar den Dam. Bij den terugmarsch warden deze artilleristen van de overzijde der Prinsengracht met steenen ge worpen, waardoor de tien met geweren ge wapende kanonniers genoopt werden vuur te geven. Verder is er niet gevuurd. Te drie uur in den ochtend konden alle troepen inrukken en werden zij afgelost door 100 mariniers, die de verdere zorg op zich namen. De houding der soldaten en hierop dient vooral de aandacht gevestigd te worden bij het vervullen hunner treurige plicht, was uitmuntend. Ofschoon grootendeels jonge sol daten, die eerst in Mei in dienst waren ge treden, liet hun houding niet het minste te wenschen over. Naar het zich in den namiddag van Dins dag liet aanzien, heeft het beslist optreden in den vorigen avond en nacht gelukkig de ge- wenschte uitwerking gehad. Het bleef althans vrij rustig. Natuurlijk ontbrak het evenwel niet aan verspreide groepen en groepjes, die het gebeurde in meer 'of minder juiste kleuren afschilderden en er dan eenige beschouwingen aan vast knoopten; maar ophitsende kreten werden niet gehoord. Ook lijdelijk verzet werd niet waargenomen. In de Oude Looierstraat, dus op een half uur afstand van de oproerige buurt, werd omstreeks vyf uur een rustig toezicht houdend politieagent, met name Korfmaker, het slacht offer van een woesteling, die hem goedsmoeds met een stuk hout een slag op het hoofd toe bracht. De verwonding was helaas zoo ernstig, dat de ongelukkige bewusteloos naar het Gast huis werd vervoerd, waar hij is overleden. Volgens een later bericht is zekere Langc- laan, die ook eenigen aanhang bij zieh had, maar toch als de hoofdaanlegger van het treu rige feit mag worden beschouwd, reeds in verzekerde bewaring genomen. Omstreeks acht uur kreeg de politie een viertal muitelingen in handen, die reeds langer stonden aangeschreven en dan ook waren ze kere Lodewijks, Van der Bnrght, Baars en Schweitz. Beide eersten hadden zich schuldig gemaakt aan ernstig verzetde derde had een roode vlag ontrold, de vierde met steenen ge worpen. Deze laatste is een wegens dronken schap ontslagen politieagent, die ook Maandag onder de belhamels behoorde. Tegen halfnegen, toen de regenachtige lucht al meer en meer verduisterde, meenden wel licht eenige kwade jongens op de Prinsengracht by de Brouwersgracht hun kans schoon te zien om weer eens met steenen te werpen. Bij het voortrukken der politie, gedekt door militaire macht, sloeg de volksdrom op de vlucht. Door die beweging geraakten de gemoederen weer aan gistenmen hoorde fluiten en vloe ken, en in de straten en grachten werden de hoofden weer ontrustbarender bij elkaar ge stoken. De hoofdcommissaris Doesburg achtte het althans geraden, den bevelvoerenden ma joor der infanterie Muller te verzoeken een paar rondes te maken om meer vrij baan te houden. Het bericht betreffende de inhechtenisneming van een kanonnier, die gemeene zaak met de opstandelingen zou hebben gemaakt, is ge bleken op een misverstand te berusten. Dat doet ons te meergenoegen, omdat de geest der militairen, ondanks hun zwaren dienst, als uit stekend wordt geroemd. Ook de burgerij toont dat te beseffen. Van verschillende zyden is aan de hoofdwacht, met toestemming van den com mandant, wijn en sigaren bezorgd om onder de manschappen te worden verdeeld. Maar merk waardiger dan deze blyken van waardeering is het feit, dat de bewoners der straten, waar de militaire macht handelend moest optreden en bloed vergoot, als om strijd koffie, bier, brood, tabak, en sigaren aan de Noorderkerk bezorgen. De handelwijze dezer ooggetuigen is zeker wel de welsprekendste veroordeeling der opstande lingen en het bewijs tevens dat de militaire over heid, ondanks baar gestreng optreden, met be leid is te werk gegaan. Die meening wordt bevestigd door de omstan digheid dat bij verschillende dooden en gekwet sten revolvers zijn gevonden, waaraan twee of drie schoten ontbraken. Nu er helaas toch slachtoffers moesten vallen, is het zeker geluk kig dat ten minste in dezen onmiskenbaar schul digen zijn getroffen. Voor Vrijdag, den dag der begrafenis van de dooden, zijn byzondere maatregelen genomen. Een sterk naburig garnizoen zal marschvaardig staan, zoowel voet- als paarde volk, en de spoor wegmaatschappijen zijn aangeschreven zoodanig materieel gereed te honden als noodig is voor snel en oogenblikkelijk vervoer. De Amsterdammer meldt van 't oproer: Op de Prinsengracht bij de Prinsensluis, zijde Noordermarkt, zijn Maandag in een on bewoond huis twee gekwetsten, broeders, binnen gebracht, die door twee doctoren en een liefdezuster verpleegd werden. Een hun ner stierf onder de behandeling. De vader, die er werd bijgehaald, is, naar men zegt, krankzinnig geworden. In de Lindenstraat is een knaap door een schot in het been getroffen en doodgebloed. Tegenover de Violettenstraat in de Anje lierstraat is een vrouw, met een kind op de schoot, in de borst getroffen; zij leeft nog en wordt in huis verpleegd. Tegen de tapperij De rustende Jager, hoek Lindendwarsstraat en Lindenstraat, zijn wel licht vijf-en-twintig kogels aangeslagen. Drie kogels vlogen in het huis. Een der kogels verbrijzelde de lamp in de tapperij. Hier en daar ziet men stukken steen van de hoeken der huizen weggeschoten. Bij den heer J. J. Rompelmann, tweede Boomdwarsstraat, zijn binnengebracht zes zwaar en een licht gekwetste. Een dezer is onder de behandeling gestorven. Uitstekende hulp werd verleend door de dochter des huizes en door twee studenten in de medicynen, de heeron Brandt en Neujau. Ook Harmsen, kleermaker in de Egelantierstraat, stond deze heeren krachtig terzyde. Bij den heer Wolff, apotheker in de Anje lierstraat, tegenover de Violettenstraat, zijn drie zwaar gekwetsten behandeld en een jongen, die door drie schoten getroffen was; ook werden aldaar eenigen verpleegd, die door sabelhouwen waren gewond. Bij den heer Schouten, apotheker in de Prinsenstraat, zyn tien gekwetsten behandeld, waarvan twee zijn overleden. Het bloed stroomde aldaar de deur uit. Dr. Van der Velde was aldaar onverdroten bezig om zijn hooggeschatte hulp te verleenen. Op de Brouwersgracht zyn bij het vuren te elf uur ook nog een jongen en een meisje van zevontien jaren gedood. Met geen pen is de ellende en jammer te beschrijven van de lieden, waarvan bloedver wanten getroffen en gedood zyn. De soldaten hebben wellicht dikwijls over de hoofden der oproerlingen heen geschoten, zonder te denken welke vreeselijke gevolgen dit kon hebben. Daardoor zijn de kogels in de dichtgebouwde buurten in de huizen tot op de bovenste verdiepingen gevlogen, zooals bij den bakker tegenover de Zaterdagsche brug. Het is een wonder, dat in dit zoo dichtbe woonde huis geen dooden zyn gevallen, hoe wel de bakker een kogel rakelings langs zijn hoofd heeft gekregen. Omtrent de dooden en gewonden verneemt de //Amsterdammer" nog het volgende Een zekere du Pree, 21 jaren oud, sjouwer man van beroep, verzorger van zijn oude vader en moeder, hielp op de Zaterdagsche brug een doode thuis brengen en kreeg toen een schot in den rechterschouderhet gezin is nu zonder verdienste en de man waarschijn lijk voor zijn geheele leven verminkt. Deze oude du Pree leed ook een treffend verlies door den dood van zyn stiefzoon, den 21-jarigen Steenkamp. Deze jonge man bege leidde de met zekeren Graepenof, Bloemgracht 114, gehuwde dochter van du Pree naar haar ouders in de Goudsbloemstraatvan daar keerde hij weder naar de Bloemgracht terug, doch werd onderweg door een kogel getroffen en viel dood neder. Hendrik Sloep, Goudbloemstraat 129, die een zwangere vrouw en twee kinderen heeft, ontving een kogel in den mg, maar is nog in leven. Te midden van deze tooneelen van bloed en geweld werden er vele blyken gegeven van moed en zelfopoffering om gewonden te redden en weg te brengen. Niemand was toch zeker voor een kogel. Onder de slachtoffers behoort ook nog een jonge man van de Zaan, die onlangs in de Jordaan een ijzerwinkel had opgericht en huis waarts keerde van het station, waarheen hij zijn vader had gebracht. Een ander der gedooden is een milicien, boerenzoon uit Assendelft, die geen dienst had en zich onder de nieuwsgierigen bevond. Hartverscheurende tooneelen hadden plaats voor en binnen het gasthuis, waar de dooden en gewonden gebracht waren. Vaders kwamen handenwringend uit het gebouw want hun zoon was doodgeschoten. Moeders, als aan vertwijfeling ten prooi, vervielen in een aandoenlijk geween, roepen de: «Och ik had het hem toch zoo gezegd, dat hij thuis moest blijven, waarom heeft hij zich toch laten verleiden door die socialen." En dan kwam er weer een vrouw, wier man het slachtoffer vun zijn nieuwsgierigheid was geworden. «Had ik maar langer aange houden," zeide zij, //misschien zou hij dan wel thuis gebleven zijn, en nu moet misschien zyn arm afgezet worden." Er kwam er weer eenhet was een moeder. Zij trad uit !het gasthuis met wankelende schreden, doodsbleek. Familiebetrekkingen vlogen op haar toe «En Piet en Gerrit?" Zij lazen het treurig antwoord op het ontstelde gelaat der vrouw, nog vóór deze zachtkens het woord //dood liet hooren. Een ander volgde, een man. «Laat hem gaan," hoorde men zeggen. «vraag hem niet, ze hebben zyn kind doodgeschoten." Onder de dooden en gewonden zyn er velen, die uit louter nieuwsgierigheid getuigen wilden zijn van de vreeselijke slachting. Maar ook onschuldigen zijn het slachtoffer eener snoode menigte. Dat kan niet ontgaan worden. De jonge vrouw, die lang onbekend bleef, is thans door haren vader herkend. Zy was naaister van beroep en woonde van hare ouders afgezonderd, vandaar dat haar liik niet spoedig herkend werd. Haar hoofd was^foor een kogel doorboord. De ongelukkige hee. A. C. Jansen en hare ouders wonen op de Westerstraat. Een der aanleggers van het palingtrekken op Zondagavond jl. had het Dinsdagavond in de Palmstraat hard te verantwoorden bij een zestig vrouwen, die vrij handtastelijk hem ver weten dat het oproer aan hem en zijn mak kers te wyten is. Zekere Tissink, wonende op de Egelantiers gracht, die Woensdag avond verzet pleegde, werd met groote moeite aan het politiebureau op de Noordermarkt in arrest gebracht. Hy droeg verschillende wapenen bij zich. Onder de Maandag gedooden behooren ook de socialisten Jan en Gerrit Penning.. Van vijf tot zes uur stond Dinsdagmiddag de kazerne te 's Gravenhage een bataillon grenadiers, sterk 400 man, aangetreden, om op het eerste bevel, onder commando van den luit.-kolonel Greve, naar Amsterdam te ver trekken om het garnizoen in zijn moeielijke taak bij te staan. Het N. v. d. D. zegt Ieder, die het met zijn medeburgers wel meent, wenscht natuurlijk, dat dergelijk too neelen niet herhaald zullen worden. Menschen dood of gekwetst te zien vallen, om niet of wel verminkt weder op te staan, is een tafe reel, waarbij het hart bloedt. Het gejammer dat telkens na een salvo uit de menigte op ging en het klagende geroep der vrouwen, die aan het politie-bureau naar hare man nen kwamen vragen, zullen in de ooren van hen, die er getuigen van waren, nog lang daarna voortklinken, en het deed Maandag avond goed de trilling te hooren in de stem van een jong officier, die vertelde, dat hy nu voor het eerst op de burgers had moeten laten schieten. Maar tegenover een dergelyken feilen weerstand kon geen ander middel in praktijk gebracht worden voor overreding was men niet vatbaar. Vooral toen er dooden ge vallen waren, steeg de verbittering tot rede- looze woede. Het viel niet te loochenen, dat de houding van het volk, op enkele uitzonderingen na, hoogst vijandig was. Een vrouw zeide o. a. op de Lin- dengracht tegen een jongen, die een steen, wel ken hij niet doormidden kon kloppen, boos in het water wierp«Ben je bedd, die kan-je wel beter tegen de dienders gebruiken 1" Door eenige handelshuizen te Amsterdam is een inschryving geopend voor de politie ambtenaren, die hun plicht in deze laatste moei lijke dagen vervulden. Zeker zal de openbare liefdadigheid aan allen zonder onderscheid, die buiten hunne schuld door deze onlusten ongelukkig worden, hare zorgen wijden. Onder de verminkten en vooral onder de betrekkingen der gedooden zullen er velen zijn, voor wie buiten hunne schold deze 26e Joli een dag van ramp was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1886 | | pagina 1