Hoofdgracht, K 53 en 54. HOEDEN ei PETTEN. Vollenhoven s ™er Bier. JE GEKROONDE VALK. „DE TIJDGEEST. BLOIIBIKIRS. BLOEMKRANSEN. BLOEMIANDIN. BLOEMPOTTEN. BLOEMORNAMENTEN. BUSZEL §LOgM§!tA$gft§. BLOEMENG'fETERS. ilOIiPOTREKJES. «L0EM8l»WrJE8. SLOEMTAfELS. „DE ROODE KOUS." WED. 0. VAN OTTEREN, HOOFDGRACHT* 86. VOOR M CENT zpi.A-ïsTirrsro, CAFE FOLAK, M. P. POLAK. g|ffü!d-$auil^0lapc Pennen. Penhouders. BERKHOUT Co. BOTANIETROMMELS. Jacques van Rosendael. OPRUIMING van TEGEN FABRIEKSPRIJZEN. W. J. BLITZ, Tandarts, Jacob van Campenstraat 142, Amsterdam. plB MïM, met overwiclt, „DE KLOK," FASOL. HELDER. T. KEURIS, Uitsluitend Mout en Hop. 11 II I i BEIERSCH rv Gefabriceerd uit de beste grondstoffen, zonder eenige bijmenging. Uitstekende Kwaliteit. Zeer lage Prijzen. Amsterdam—Dordrecht. Spécialiteit in WITTE GOEDEREN door de meest uitgebreide sorteering, zoowel in Huishoudelijke als in fijne Witte Goederen voor Dames- en Heeren-Uitrusting, in den ruimsten zin. FEUILLETON. helder Tan toon en zeer goed onderhon den te koop aangeboden. Inlichtingen worden verstrekt op aanvrage, onder lett. A Z, aan het bureau van dit blad. Door aanschaffing van een grootere, uit de hand te koop, een zoo goed als nieuw (nieuwste Zwartdruk-Autograaf op Metaal) met toebehooren, reeds bij velen hier ter plaatse in gebruik, zeer geschikt voor Kantoren. Adres: KONINGSTRAAT I bil. Te huur aangeboden een HUIS, bevattende drie Kamers en Logeerkamer, thans bewoond door den Heer Van Bruggen, hoek Looiersteeg. Te bevragen bij T. C. GO VERS. Rnnaalweg ieder en Woensdag en Zondag als naar gewoonte DA1TS-LES, aanvang 7lj% ure. REPARATIËN. vernietigt onmiddellijk alle levend Hoofd-onrein, zonder schadelijke gevolgen. Prijs perflesch 50 cent. Depot:!. N. QUERELLE, Kanaalweg. Groote sorteering Voor knoopsgaten Poroeleinen, Koperen en Gelakte Exentrieke vormen Voor verschillende gelegenheden Onderscheidene grootten Gevulde en ongevulde Metalen en houten Zeer uitgebreide keuze Verniokelde IJzerbronzen en Rustiekhouten en vele andere Voorradig in net VerKoopnulB Tandheelkundige operatien en het plaatsen van Kunsttanden wordt verricht in 't Hotel »DE TOELAST," Binnenhaven, lederen Donderdag van 1 tot 2 are namiddags. Te Schagen Hotel Vredelust" bp den Heer BROERSMA, Donderdags- voormiddags. Te Alkmaar Maandags bij den Heer van der WAL, Kaasmarkt, en Zaterdags bij den Heer J. SPIJKMAN, Hotel »den Burg." aV« pond welke ook gebralkt kan worden als lichte PRUIMTABAK. Verkrijgbaar in het Tabak- en Sigaren-Magazijn De ondergeteekende blijft zich voortdurend aanbe velen tot het maken van alle voorkomende TIMMERWERKEN. Timmerman en doodkistenmaker, Westgracht L 328. van af 260. /Laten wij een oogenblik hier blijven staan," sprak hij tot haar, terwijl hij hare hand greep en onder zijn arm bracht; en toen Ha- rold achteraf gegaan was, ging hij opzachten troostenden toon voort: //Verzamel al uwen moed, want gij hebt dien noodig bij hetgeen gij zien zult. Zoek kracht in het bewustzijn, dat gij dit oIIer brengt aan Charlotte". wGod, God, wat zal ik te zien krijgen", zuchtte de oude vrouw, en Webster voelde hoe een hevig sidderen haar lichaam deed trillen. z/Moed gevat", vermaande hij haar drin gend, «vergeet niet voor welk doel wij hier zyntracht u goed te houden om daardoor zeker te zyn van den goeden uitslag; maar laten wij ons haasten. Hoe spoediger alles gedaan is, des te eerder zal er vrede in uw gemoed komen ja, het moet gebeu ren, denk aan Charlotte". Zij kwamen in den kring die door het licht, dat uit de openstaande deur viel, verlicht werd. Toen zij den ingang naderden, moest Webster de vrouw bijna dragen, zoo geheel hadden haar krachten haar begeven. Op het oogenblik echter dat zij den drempel betrad, vanwaar haar blik op Mapelton viel, die doodsbleek en met den bloedigen doek om het hoofd, als een toonbeeld van ontzetting on beweeglijk naar de deur staarde, scheen nieuw leven haar verzwakt lichaam te doortintelen, en haar angst plaats te maken voor een be grensd gevoel van weedom en medelijden. Een lichte blos kleurde haar gelaat, dat eens schoon was geweest, maar nu door diepe rim pels ontsierd. Gedurende eenige seconden aarzelde zij, als om zich te overtuigen, dat do man aan hare voeten dezelfde was als hij, wiens beeld haar uit vroegere dagen nog al tijd levendig voor den geest stonddaarop ging zij dicht bij hem staan, en verwonder lijk kalm klonk haar zachte stem «Charles, hoe moet ik u wedervinden. Gij hebt mij geroepen, en ik ben gekomen. Gij wilt al 't kwaad dat gij mij bei'okkend hebt, weer goed maken, en in myn kart is slechts plaats voor medelijden en in vergiflenis. Maar toen gij zachtere gevoelens zijt begonnen te koesteren," ging zij op zwaarmoedigen toon na een korte panze voort, «waarom hebt gij dan gewacht tot u een ongeluk overkwam en ik zie nu, hoe gij lijdt, al kan ik ook niet begrijpen, waardoor gij in zoo'n vreeselijken toestand gekomen zijt waarom hebt gij mij niet opgezocht? Waarom kwaamt gij niet eerder, om een plicht te vervullen, en een nieuw leven te beginnen, dat ons beiden tot gemeenscliappelijken vrede had kunnen lei den" Zoolang zij sprak staarde Mapelton haar aan, alsof hij zijn zinnen niet vertrouwde. Toen zij eindigde, zag hij met verwarden blik naar Webster op. Het was duidelijk dat de klagende vrouw, mocht zij al ooit van Bad- zer gehoord hebben, niet vermoedde dat zij in Mapelton den driesten roover aanschouwde, die sedert een lange reeks van jaren, nu eens in Mexico, dan weer in Californië of in een der andere zuidelijke staten met een bende van zijns gelijken liet land onveilig maakte, zonder dat het ooit gelukt jwas hem te van gen. Hij kon niet begrijpen dat zijn aarts vijand, en dat was toch dc man die voor hem stond, hierover het stilzwijgen zou bewaard hebben. Nog begrijpelijker kwam het hem voor, dat de diepgeschokte vrouw voorgaf naar zijn roepstem geluisterd te hebben, ter wijl hij zich toch bewust was slechts door dwang den voorslag van Webster ingewilligd te hebben, en hij zich zelfs niet gebonden achtte aan zijne belofte. Zijn verrassing was hierdoor zoo groot, dat hij geen woorden kon vinden om te antwoorden. Eerst nadat Web ster de vraag, die op zijn gelaat te lezen stond, met een nauwelijks merkbaren hoofd knik beantwoord had, wendde hij zich weder tot de vrouw. «Ja, ik heb u laten roepen," begon hij, maar hij moest zijn oogen neerslaan voor den op hem rustenden blik, «ik zon wel zelf ge komen zijn, maar ik wist niet hoe gij mij zoudt ontvangen, en nu is het misschien reeds te laat tot een algeheele verzoening. Gij ziet, hoe ik hier lig; ieder uur kan mijn laatste zijn. Ik wilde niet van deze wereld scheiden, zonder het aan u gepleegde onrecht, voor zoo ver in mijn vermogen is, te herstellen. «Slechts een enkele voorwaarde stel ik", voegde hy er met een schuwen blik op Web- ster's streng gelaat bij, «de voorwaarde dat gij heen zult gaan, zoodra ik mijn plicht ver vuld heb, en mij aan mijn lot zult overlaten. Gij moogt geen getuigen wezen van mijn einde, dat niet lang meer kan uitblijven. Doe ook geen moeite om mij overtehalen deze plaats te verlaten, en onder een anderen naam ver van hier voor allen die mij kenden verloren te gaan. Dit is mijn uitdrukkelijke wil, en ik zal er niet van afwijken. En gij zult, als er nog een sprankje medelijden in u is, mij niet bepraten om mijn leven voort te slepen te midden van menschen, wier aanblik mij ten slotte waanzinnig zou doen worden." De oogen der vrouw werden door tranen verduisterd, die zij met geweld trachtte te be dwingen. Evenals Mapelton, die nu weder dof voor zich uit staarde, een oogenblik te voren gedaan had, richtte zij een stomme vraag tot Webster, die eveneens door hem bevestigend beantwoord werddaarna vervolgde zij met ge dwongen kalmte. «Uwe voorwaarden moet ik wel aannemen, er is geen andere uitweg. Ik hoop dat gij daarna gesterkt van hier zult gaan, en waar heen uwe schreden u ook mogen leiden, ik blijf de hoop koesteren, dat de tijd niet ver meer wezen zal, waarop «Mr. Harold!" riep Webster terwijl hij naar de deur ging, «kom nu binnen. «Veel comfort zult gij hier niet vinden, maar wanneer wij deze houtblokken op el kander stapelen, zullen zij u een voldoende gelegenheid tot schrijven bieden. «Dokter," zeide hij tot den man, die den wagen gemend had, «wees zoo goed er ook bij tegenwoor dig te zijn, om naar geweten uwe handtee- kening op het document te kunnen zetten." Er volgde een kort stilzwijgen, en in dien tusschentijd stapelden de mannen het hout tot een soort tafel opeen. Nadat Harold zijn schrijfgereedschap hierop gereed had gelegd, ging Webster weder voort: «Stel eerst het formulier voor een trouw akte op. Zoodra gij de mannen noodig hebt, moet gij het zeggen." Harold zag hem verrast aan. «Een trouwakte, zegt gij?" «Als gy zoo goed wilt zijn," antwoordde Webster, «maar haast u. Gij ziet hoe deze dame door koude en vochtigheid lydt," Harold doopte zijn pen in en liet haar ving over het papier gaan. Na een korten tijd keek hij op. Met een enkelen blik omvatte hij de vier onbeweeglijke gestalten, die hem aan dachtig gadesloegenbeleefd vroeg hij de namen. «Schrijf maar op: Henry Charles Mapel ton," klonk het eentonig van Websters lippen, Harold boog zich over zijn wiebelende tafel; de pen kraste hoorbaar over het papier, en wederom zag hij op. «Miss Margaret Shaw," ging Webster op denzelfden toon voort, terwijl de genoemde persoon inéénkromp, alsof zij lichamelijk pijn leed, maar zich spoedig weer oprichtte. Weder schreef Harold eenige minuten. Daar na reikte hij Webster het geschrift over, die het met groote opmerkzaamheid las. «Het is goed," zeide hij, «lees het nu op, maar niet te luid. Laten wij een weinig dich ter bij elkaar komen, opdat uw stem niet bui ten de hut gehoord worde." Harold ging naast Margaret Shaw staan, Webster en de dokter om haar heen, en ter wijl hun blik gespannen aan zijn lippen hing, maar Mapelton daarentegen onverschillig voor zich uitstaarde, las hij het trouwformulier voor, krachtens hetwelk de genoemde personen on afscheidelijk aan elkaar verbonden werden. Op zijne vraag, of de beide belanghebben den er hunne goedkeuring aan konden hech ten, antwoordde Margaret met een duidelijk «Ja" doch met iets in haar toon dat aan ver vlogen illusiën deed denken. Mapei ton's ant woord was bijna niet te verstaan, het klonk alsof hij het onbewust gegeven had. Onder hetzelfde diepe stilzwijgen onderteekende hij het document, dat hem op een schrijfmappe werd voorgehouden. Mrs. Mapelton, zooals zij nu heette, volgde met sidderende hand zijn voorbeeld, waarop Harold en de getuigen door het plaatsen van hunne namen het stuk rechtsgeldig maakten. »Het is geschied," zeide Webster daarop, »een veel-jarige schuld is afgelost, en mijn taak is afgedaan." Daarop ging hij tot Harold voort: »Dit document overhandigt gij mij morgen voor Mrs. Mapelton, nadat gij eerst een gelegali seerd afschrift voor mij hebt gemaakt. Nu zijn wij hier klaar. Kom Mrs. Mapelton, het is hoog tyd voor u om rust voor lichaam en geest te zoeken." »Ik kan niet, ik kan niet hij is mijn man," antwoordde Mrs. Mapelton, terwijl do tranen haar in de oogen kwamen, «ik heb hem alles vergeven nu is hij ziek en ge wond, ik kan hem niet hulpeloos aan zijn lot overlaten," en terwijl zij naast hem neer knielde, greep zij Mapelton's hand, »nu be hoort liij mij, ik wil hem medenemen; ik zal hem zorgvuldig oppassen en hem koesteren; wil hij na zijne genezing van mij heengaan, dan kan hij het nog doen." Toen zij hare hand naar die van Mapelton uitstrekte, maakte Webster eene beweging als om haar te weerhouden. Daarna ging hy naar de deur, blijkbaar om zijne ontroering te verbergen. Maar hij wendde zich dadelijk daarop tot de wanhopige vrouw, en zijn trek ken hadden weder de uitdrukking van sombe ren ernst. «Mrs. Mapelton, gij weet wat gij mij be loofd hebt," zeide hij gestreng. Zij boog het hoofd als onder een verdoo- venden slag. «Ga, Margaret," zeide ook Mapelton, die Webster's beweging blijkbaar had opgemerkt, want ruw trok hij zijne hand los, «ga met uw vrienden heen, als gij nog achting hebt voor de door u gedane belofte. Ga, zeg ik u, als gij mij niet wilt zien sterven." «Gun mij dan nog slechts een uur nog een half uur smeekte Mrs. Mapelton Web ster, «bedenk, liy heeft mij gerechtigheid laten wedervaren, mij en onze dochter het is misschien een afscheid voor eenwig ik kan niet van hem gaan, zonder dat ik hem myn warmste gelukwenschen voor de toekomst meegegeven heb En waarmee zou hij nu nog dit harde lot verdiend hebben? Slechts een half uur, niet om myzelven, maar om hem te troosten." Nog dieper fronste Webster zijne wenk brauwen en doordringend zag hy Mapelton in het gelaat. Wordt vervolgd. Boek-, Courant- en Handels-Drukker^ yan C. DE BOER Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1886 | | pagina 4