't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
YOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Aai Neêrlanfls Prinses.
No. 1413.
Woensdag 1 September 1886.
Veertiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Na k ontlnllinE van DITO'S Moment.
Atoonnem ent
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en
VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDEK, 31 Augustus 1886.
Zaterdag werden de laatste lessen
gegeven aan de normaalschool alhier en
daardoor een instelling opgeheven, die
bijmf 27 jaar heeft bestaan.
Een groot aantal onderwijzers hebben
aan deze school hunne gedeeltelijke op
leiding te danken en zonder overdrijving
kan men beweren, dat zij tijdens haar
bestaan, veel nut gesticht heeft. Eenige
der oudste leerlingen zijn in het bezit
gesteld van rijksbeurzen en daardoor in
staat hunne studiën aan andere normaal
scholen voort te zetten. Wanneer men,
let op de de omstandigheden, was de op
heffing der school slechts een kwestie van
tijd, evenals met andere dergelijke in
richtingen 't geval is. De groote toevloed
van onderwijzers en onderwijzeressen,
overvloed zouden we haast zeggen,
moest wel beperkt worden, anders zou
een groot deel hunner, met de acte van
bekwaamheid in hun bezitmaanden
lang, misschien wel jaren moeten rond
zwerven, eer ze een betrekking konden
vinden.
Zaterdagmiddag waren we, op de
begraafplaats alhier, getuigen van een
eenvoudige plechtigheid. Rondom een
grafmonument, dat nog omhuld was, stond
een kleine schare. Een der omstanders,
de heer L. Vermeulen, nam 't woord en
deelde in korte, maar welgemeende woor
den mede, dat eenige vrienden van wijlen
Cornelis Dito 't initiatief hadden geno
men om de nagedachtenis van dien braven
en eenvoudigen vletterman aan de ver
getelheid te ontrukken en daarom, ge
steund door vrijwillige bjjdragen, dit ge-
denkteeken hadden gesticht. Daarna
werd het omhulsel weggenomen en ver
toonde zich de gedenksteen aan aller
blikken. Vervolgens werd nog 't woord
gevoerd door den heer H. Hanekroot en
den burgemeesterden heer K. J. C.
Stakman Bossenaar aanleiding der
plechtigheid. Een der familieleden van
wjjlen den afgestorvene hechtte een graf
krans aan het kruis, dat het monumet
kroont, als een blijk van hulde, en be
dankte in naam van de bloedverwanten
de woordvoerders en verder allen, die
hadden samengewerkt om de herinnering
aan Cornelis Dito, den held in storm
gevaar, levendig te houden.
't Monument is door onzen plaatsge
noot, den steenhouwer Simon, net en
sierlijk vervaardigd uit arduinsteen. Op
de voorzijde ziet men de reddingsboot
uitgehouwen en daaronder de volgende
inscriptie
Hier rust in vree,
Door eenvoud groot,
De held in stormgevaar,
Zijn leven was de zee
Zijn boot,
Bij stormgeloei en nood-
Geschrei, was hij daar,
En gaf zijn leven altijd vrjj,
Van zelfbehoud wist hij
Niet van.
Dat was 't streven van
Deez' vletterman.
Aan de achterzijde leest men
Hier rust
Cornelis Dito,
geboren 9 Juli 1831,
overleden 19 Februari 1886.
Naar men verneemt, is aan den
inspecteur over het loodswezen enz., in
het 3e district alhier, met Sept. a. s.,
Amsterdam als standplaats aangewezen.
De ingenieur der marine 2de kl. H.
Cop, thans te Amsterdam, wordt alhier
gedetacheerd.
De monitors Bloedhond en Tjjger
en de stoomkanonneerbooten Uder en
Frejjr, onderscheidenlijk onder commando
van de luits.-ter-zee le kl. J. Dalen, J.-
JStooker, S. T. Land en P. D. A. Fran-
kamp, zijn van de Zuiderzee alhier aan
gekomen, ten einde te worden gereed ge
maakt voor de a.s. gecombineerde manoeu
vres.
Het maaien van zeegras, waaraan
ongeveer 30 schuiten van Texel hebben
deelgenomenis voor dezen zomer ge
ëindigd. Elke schuit besomde met dit
werk ruim f100. Het gemaaide zeegras
is over het geheel van uitstekende kwa
liteit.
Uit Terschelling wordt i. d. 28 Aug.
gemeld Uit de Lutine zijn opgehaald
77 Spaansche matten en 8 goudstukjes.
Te Schermerhorn zal binnenkort
een zendeling der Mormonen optreden.
Deze was eenige jaren geleden schippers
knecht aldaar, vertrok naar Friesland,
huwde daar, maar verloor zijn vrouw en
ging kort daarop met Mormoonsche zen
delingen naar Utah. Na vier jaren het
mormonenleven medegeleefd te hebben,
is hij met twee anderen naar Nederland
gezonden, om zoo mogelijk nieuwe aanhan
gers te winnen voor de leer van de hei
ligen der laatste dagen."
Op zijn verzoek heeft de eigenaar van
het gebouw te Schermerhorn, dat vroeger
als afgescheiden kerk dienst deed, hem
vrijheid gegeven daarin een preek te komen
houden.
Te Venloo is een vrouw met een
brandende petroleumlamp van de trappen
gevallen. Hare kleederen geraakten in
brand, en zij werd zoodanig met wonden
overladen, dat men voor haar leven vreest.
Vrijdagavond te 9 uur landde te
Scheveningen ter hoogte van de dames-
baden een sloep, bemand door zes Bel
gische personen. Zij kwamen met een
bootje van Ostende. Het scheepje had
in volle zee een lek gekregen? en daar
zij inzagen dat het zou zinken, zetten
ij de sloep overboord en kwamen voor
Scheveningen terecht. Een hunner was
naakt, terwjjl allen ontdaan waren van
kousen en schoenen. Volgens hen zijn
zij onderweg een logger gepasseerd, die
geweigerd zou hebben de schipbreukelingen
op te nemen.
Door bemiddeling van de politie ver
schafte de Belgische consul hun klompen
kousen en een boezeroen.
Van al zijne tochten door 't lucht
ruim zoo verhaalt de luchtreiziger
Lattemann was geen reis zoo schoon
en merkwaardig, als die van Woensdag,
toen hij met de >Rotateur" te Haarlem
opsteeg.
De ballon bereikte een hoogte van 7000
voet. De luchtreiziger zweefde in een zee
van wolken.
Eensklaps zag hij van zijne gevaarlijke
standplaats door een prachtig fata mor
gana in de verte het beeld van zijn lucht
vaartuig en van zich zei ven in den nevel
afgespiegeld, alles in omgekeerde houding.
Lattemann zeidedat dit de eerste keer
was, dat hij tijdens zjjn luchtvaart een
dergelijk schouwspel gadesloeg.
Een soldaat van het le reg. inf. te
Groningen, die een korporaal, welke hem
gelastte zijn geweer te poetsen, had uit
gescholden en met een schoen geworpen,
zonder hem evenwel te raken, is door
den krijgsraad te Leeuwarden veroordeeld
tot 2 jaren corr. gevangenisstraf.
Een telegram van den resident van
Japara meldt, dat in den namiddag van
13 Juli te half 4 ure, door zorgeloosheid,
brand is ontstaan te Djoewana, in de
kampong Toekangan aan de oostzijde der
Dj oe wan a-rivier gelegen. Het vuur, aan
gewakkerd door een hevigen wind, die
blusschen onmogelijk maakte, sloeg tot de
kampongs Kedoengpantjing, Djoepoero en
Poelo over en vernielde in het geheel
915 huizen, waaronder 231 met pannen
gedekt.
De schade wordt op bijna f 180.000
geschat.
Omtrent den brutalen diefstal, de
vorige week te Rotterdam gepleegd, bevat
de »N. R. Ct." de volgende kennisgeving
van den commissaris van politie aldaar
Donderdagochtend te ruim 10 uur is
een 14-jarige kantoorbediende, die een
aangeteekenden brief met f 500 aan
bankpapier aan het postkantoor had af
gehaald, aan den uitgang van het post
kantoor beetgevat door twee heeren, van
welke een hem den brief uit den zak
nam, waarna beiden zich langs de Noord-
blaak in de richting van de Vischmarkt
verwijderden, gevolgd wordende door den
bestolen jongen. Een hunner sloeg daarna
de Nieuwstraat in, op goed geluk af ge
volgd wordende door den jongen, die niet
wist wie van de twee den gestolen brief
in zijn bezit had, terwijl de tweede zijn
weg in de richting naar de Vischmarkt
vervolgde. Even daarna is de persoon,
die de Nieuwstraat was ingegaan, terug
gekeerd en op aanwijzing van den jongen
nabij de Kolkkade door een politieagent
aangehouden en naar het bureau van
politie in de Groote Pauwensteeg gebracht,
alwaar bij nauwkeurige visitatie de ge
stolen brief niet op hem werd bevonden,
zoodat het voor de hand ligt, dat de
tweede persoon zich daarmede uit de
voeten heeft gemaakt."
Men schrijft uit Utrecht 't volgende
aan het Handelsblad"
Verleden Zaterdag moesten 20 jeugdige
dames, van hier en elders, in Buitenlust
te Utrecht haar examenfer verkrijging
eener akte in de Fransche taal, afleggen.
De tuin stond dien dag, evenals gewoon
lijk, voor het publiek open, zoodat de
bigde kreten der spelende jeugd reeds
zeer bij het schriftelijk werk hinderden,
en menige onbee^lTfiden blik naar binnen
gluurde. Toen om half drie de uitslag
zou bekend worden, moesten de jonge
dames »bon gré, mal gré" een plaatsje
zoeken onder het publiek in den tuin en
stonden bloot aan aller nieuwsgierige
blikken. Twee jongelieden, die daar hun
bittertje dronken, amuseerden zich kos
telijk met de spanning, waarin de aspi
ranten verkeerden.
Daar komt een »Jan" met de lijst en
leest overluid de namen op van een 4tal
aspiranten. Nauwelijks zijn deze onder
't afdakje der vestibule, of »Jan" roept:
»Niet geslaagdHij komt het tweede
4tal roepen en knikt weder neen tegen
het publiek. Eindelijk, ten derde male,
roept hij de 12 anderen op en verkondigt
luide: Geslaagd!"
Het 8tal ongelukkigen moest weer in
den tuin terug en een kruisvuur van
blikken doorstaan.
De uitslag werd haar bovendien slechts
door den president en den secretaris
medegedeeldde overige commissieleden
waren reeds naar het slation geijld om
toch den trein niet te missen.
De heer L. Kinsbergen, meer alge
meen bekend onder den aangenomen naam
van Maju, is Donderdag op 61 jarigen
leeftijd overleden.
Als muzikant te Londen gevestigd, ont
wikkelde zich bij hem de liet hebberij voor
de practische natuurkunde, waardoor hij
groot en klein menig genoegelijken avond
verschafte. Zijne betrekking tot den later
opgeheven Royal Polytechnic te Londen,
stelde hem in staat menigmaal iets nieuws
te laten zien. Men denke slechts aan de
geestverschijning"' de beweegbare nevel
beelden, het sprekend menschenhoofd en
andere optische kunststukjes.
Ook met de phonograaf en de telephoon
gaf hij openbare proeventerwijl zijn
merkwaardige mikroskoop insgelijks veler
belangstelling wekte.
Vier weken geleden stierf te Parijs
een vrij vermogend man, Bruon, in de
Rue Entrepot, juist op den dag dat zijn
eenige dochter in het huwelijk zou freden.
De bruiloft werd natuurljjk uitgesteld.
Zes dagen later stierf ook de moeder
van het meisje, een vrouw die zich altijd
in de beste gezondheid verheugd had.
Na de begrafenis nam de bruid haar in
trek bij de gehuwde zuster van den brui
degom, waar zij eenigen tijd zou blijven
om daarna in alle stilte het huwelijk te
doen doorgaan. Eenige dagen later deelde
het meisje haar verloofde in vertrouwen
mede, dat zij, om zich geheel aan hem
te kunnen wijden en om te voorkomen
dat anderen zich met hun zaken bemoei
den, haar beide ouders had vergiftigd.
De ongelukkige bruidegom meende
eerst met een akelige scherts te doen te
hebben, doch de bruid deelde nu alle bij
zonderheden mede, zoodat er geen twijfel
meer mogelijk was. Nog dienzelfden avond
gaf hij het geval aan en werd het meisje
in hechtenis genomen. De lijken der
echtelieden Bruon werden geschouwd en
men vond duidelijke sporen van blauw
zuur.
Een treurig ongeluk heeft te Shef-
field plaats gehad. Daar is een muur,
waartegen een groote hoeveelheid ijzeren
staven waren opgestapeld, ingestort, en
zeven, bij dien muur spelende kinderen,
zgn verpletterd.
Een onlangs ontdekt schandaal ver
wekt te New-York veel sensatie. Het is
deken, dat de gemeente-ambtenaren
gedurende den laatsten tijd de gemeente
voor belangrijke sommen bestolen hebben.
Verschillende ambtenaren zijn gearres
teerd, doch men weet niet hoevelen er
aan het bedrog deel hadden en hoe groot
de som van het ontvreemde is.
De schade, door den jongsten storm
in de omstreken van Parijs veroorzaakt
wordt op 7,300,000 fr. geschatte Mon-
treuil alleen op 5, te Romainville op 1
millioen.
De Daily News ontvangt van haar
correspondent te Weenen het volgende
bericht: Johau en Jacob Tocci, de twee
lingen van Socano, die als de opvolgers
der beroemde Siameesche tweelingbroeders
bijna iedere stad van Europa zijn te
zien geweest, zijn stervende. Hun moe
der is een gezonde boerenvrouw. De
jongens gelijken sprekend op elkander,
ze hebben aardige fijn besneden gezicht
jes en zijn nu in hun tiende jaar.
Johan en Jacob zijn tot den zesden rib
gescheiden, hebben één onderlijf en één
paar beenen. Jacob beweegt het rechter
been, Johan het linker. De tweelingen
kunnen niet loopen en houden het even
wicht door hunne armen om eikaars hals
te slaan. Jacob heeft dikwijls een goe
den eetlust en is ook het gezondst. Naar
alle waarschijnlijkheid is hij het, die zijn
broeder in het leven houdt.
Twee dagen geleden hadden de twee
lingen twist over een stuk speelgoed,
waarbij Johan zich zoo opwond, dat plot
seling zijn hart ophield met kloppen en
hij volkomen bewusteloos werd. Eerst
den volgenden dag ontwaakte hij uit zijn
flauwte. Een jaar geleden is hem te
Berlijn hetzelfde overkomen en verklaarde
professor Virchow, dat een herhaling
er van den dood der tweelingen tengevolge
zou hebben Een aantal geneesheeren uit
Weenen volgen de ziekte in haar verloop,
maar vreezen voor Johan's leven en als
Johan sterft moet Jacob hem in 't graf
volgen.
De tweelingen vormen in het ziekbed
een scherpe tegenstellingJacob met zijn
koortsigen blik en gloeiend gelaat schijnt
al het bloed aan het levenloos lichaam
van Johan te hebben onttrokken. De
jongen slaakt onophoudelijk angstige
kreten, want hij heeft dikwijls professor
Vircho'ws oordeel hooren herhalen, dat
zijn broeders dood het voorteeken is van
zijn eigen sterven. De arme schepsels
gaan denzelfden doodstrijd te gemoet, als
in welken eenigen tijd geleden de Sia
meesche tweelingen zijn bezweken, waar
van de een, na nog zes verschrikkelijke
uren met het lijk zijns broeders te hebben
doorleefd, aan bloedvergiftiging stierf.
Verder deelt de correspondent van Daily
News mede
Johan is gestorven en terwijl men nog
spreekt over de raadzaamheid den leven
den van den dooden broeder te scheiden,
is de dood ook bij den ander ingetreden.
De tweelingen van Socana, die sedert 8
jaar de geheele wereld doorreisden, waren
op het punt naar New-York te vertrek
ken, waar zij tegen een salaris van 30,000
frs. door Barnum waren geëngageerd. De
ouders hebben hun lichaam aan het ana
tomisch museum te Londen verkocht voor
8000 lire.
Prinsesje, toen uw naam voor 't eerst werd
(opgeschreven,
Schreef God hem tevens diep het Neêrlandsch
(volk in 't hart.
Zes jaren is die naam er trouw bewaard ge
bleven.
Als een die snood geweld en trouweloosheid
(tart.
Nog zijt gij jong, nog lacht u 't leven tegen,
O, lache 't u altoos zoo schoon en vriend'lijk
(toe
Verheug u onze liefde en Gods onmisb're
Leef, met uw oud'ren, lang, gezond en blij
(te moe!
Als voor uw kinderspel eens ernst in plaats
(zal treden,
Herinner u den tijd dan van uw schoone
0eugd
Maar welk een lot u wacht op uwe verd're
(schreden,
De trouw van 't Neêrlandsch volk zij u
(altijd tot vreugd!
Hier rust dan zijn assche, na roemvollen strijd,
Geen held overtrof hem in moed,
Zijn leven was immer aan weldoen gewijd,
In bruisende branding en vloed.
Wie ooit bij een schipbreuk zijn hulpe kwam
vragen,
Men vondt hem bereid om zijn leven te
wagen.
Geen delging van 't menschdom door 't
moordend kanon,
Zijn roeping was 's menschen behoud,
De man die reeds roemvol zijn loopbaan"
begon,
Was beter de zee toevertrouwd.
Want telkens en telkens na vele gevaren,
Verwon hij den strijd met de woedende baren.
Geen krijgsroem gekocht door ellende en wee,
Geen hart door den oorlog verstaald,
t Tooncel van de strijd was de schuimende
zee,
Daür heeft hij den zege behaald.
Daar mocht het den edelen DITO gelukken,
Zoo menige ziel aan de dood te ontrukken.
Hier rust hij na jaren van moeilijken strijd,
Hier rust de ontslapene vriend,
Dit schoon monument zij zijn assche gewijd,
Die hulde, z' is zeker verdiend.
O, mocht dit gedenkstuk na lengte van dagen,
Nog strekken tot troost voor zijn vrienden
en magen.
Die hulde, die men bij de groeve hem gaf,
Nadat hij zijn vrienden ontviel,
Dit schoon monument, dat daar praalt op
zijn graf,
Het spreekt van zijn grootheid van ziel,
Verwanten en vrienden, zij stamelen heden,
Voor 't heil dezer ziel, hun oprechte ge
beden.
Helder, 28 Augustus 1886.
Heldersche Moppen.
O
Professor in de medicijnen: „Wat zoudtgij
het eerst doen, wanneer iemand door een
kruitontploffing in de lucht wordt geslingerd?*'
Student„Wel ik zou eerst wachten tot hij
weder beneden komt."
Professor„Zeer goed, maar gesteld eens,
dat ik u voor dit brutale antwoord een oor
vijg gaf, welke spieren zou ik dan in bewe
ging brengen
Student„Wel, do buig- en strekspieren
vanmijn rechterarm."
o
Op 't bureau van den hoofdelijken omslag:
Aangeslagene„Zou u mij ook kunnen me-
dedeelen waarom of ik een klasse hooger ben
gesteld
Lid der commissie „Iemand die met zijn
geheele gezin naar een badplaats kan gaan
Aangeslagene „Ik heb er niet over gedacht,
wij zijn den geheelen zomer thuis gebleven."
Lid der commissie„Maar mijn waarde heer,