't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1419.
Woensdag 22*Septeinber 1886.
Veertiende Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Vertrekdagen der Mail naar Dost-lndiê.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
KEIZER EN BOER.
AiDonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn.
Aan onze geabonneerden,
buiten deze gemeente, wordt
SW verzocht 't Abonnemetsgeld
Vliegind Blaadje, 3e kwartaal, te willen
overmaken in postzegels of per postwissel,
vóór 5 October, zullende anders daarover
met 10 cents verhooging per post worden
beschikt. dj; UITGEVERS.
25 Sept. Fransche mail (over Napels).
1 Oct. Hollandsche (uit Amsterdam).
1 ii Engelsche (over Brindisie).
2 Hollandsche Marseille).
Laatste lichting aan het Postkantoor alhier
7 nar 's avonds; alleen voor de Hollandsche
mail over Marseille 1 uur 's namiddags.
HELDER, 21 September 1886.
Een postduif, die boven 't eiland
Texel met twee andere duiven rondvloog,
is opgevangen en had een briefje bij zich,
waarop het volgende was vermeld
Losgelaten 9 Sept., 's morg. half zes,
op de Vliereede, a/b. Zr. Ms. stoomschip
»Udur." Alle vjjf met geljjke dépêches
opgelaten. Wind W.Z.W. met stjjve koelte.
De luit.-command. Land."
Voor de weduwen en kinderen van
de zoo ongelukkig omgekomen visschers
P. Tuinder en P. Eeleman, worden po
gingen aangewend om een fonds bijeen
te brengen, om in het lot van die ge
zinnen te voorzien. Een commissie heeft
zich voor dat doel te Texel geconstitueerd.
Gaarne vestigen we hierop de aandacht.
Geen beter plaats kunt ge voor uw giften
bestemmen dan daar, waar zoo lnide om
uw hulp geroepen wordt. De hh. Lomau,
Bakels, Kaag, Muller en Bouma, aldaar,
nemen het toegezondene gaarne in ont
vangst en verstrekken verdere inlichtingen.
De oude boer Van de Dijken
zoo schrijft men aan de »P. G. C." uit
Tol bert hoopt den 21sten dezer zijn
103den verjaardag te vieren. Tolberts
schooljeugd viert dien dag feest. Bereid
willig als altijd, hebben de landbouwers
paard en wagen voor het jonge volkje
beschikbaar gesteld, en als nu het weder
goed blijft, zullen ruim 200 kinderen den
oude een bezoek brengen.
De volgende niet malsche woorden
leest men in het »Nbl. v. Ned."
Armzaliger figuur, dan de held der
socialisten Donderdag voor de Haagsche
rechtbank maakte, is nauwelijks denkbaar.
Na in twee instantiën erkend te hebben
de schrijver te zijn van het stuk tegen
den Koning, dat hem een vervolging op
den hals haalde, heeft hij thans nn hij
ziet, dat 't ernst wordt een stroopop
opgezocht, die voor hem in de kast wil.
Eerst zegt Domela Nieuwenhuis, dat
men hem toch niets maken kan. Thans
krabbelt hij terug en laat zekeren Boelens
een onbekende grootheid voor hem
opdraaien.
Men kan hieruit opmaken van welk
flauwhartig karakter de groote leider der
sociaal-democraten is.
Donderdagmorgen was men te Til
burg bezig met het afnemen der pannen van
het huis van den heer D. in de Willem-II-
straat. Acht personen stonden op een vrg
hooge ladder, toen eensklaps de stutbalk, on
der die ladder geplaatst, bezweek, en de lad
der in zes stukken brak.
Verschillende personen bekwamen ern
stige kneuzingen.
Te Zaandam is de vorige week de
laatste der aldaar wonende oudstrgders
van 1815, da heer K. Big, in 89-jarigen
ouderdom overleden.
In de Bui ten-Bron werstraat te Am
sterdam ventte een bejaard man Zater
dag voormiddag langs de huizen met
een petroleumkar. Hg was in een huis
gegaan om de gevulde kan af te leveren,
toen een dronken kerel aankwam en zijn
kar omwierp. Verschrikt kwam de oude
buiten, en verwijtend zeide liij: Hoe kan
je nu zoo mgne broodwinning bederven
De dronkaard trekt daarop zijn mes en
brengt den oude drie steken toe, die dezen
bewusteloos doen nederzinken. De politie
bracht de eene partij naar het gast
huis ter verpleging, de andere naar het
bureau om zgne lafhartige daad te boe
ten.
London, 17 Sept. Hedennamiddag
werd in het Kanaal een Nederlandsch
drankschip door een Britschen tolkotter
in beslag genomen en te Dover aange
bracht.
Nu meldt men weer uit Utrecht
dat als leden der commissie tot onder
zoek der berri-berri in onze Oost-Iudiën
zullen vertrekken de doctoren Pekelharing
en C. Winkler, de eerste hoogleeraar, de
ander lector aan de geneeskundige facul
teit der te Utrecht gevestigde Rgks Hoo-
geschool.
Donderdagmiddag is naast de spoor
baan tusschen Elten en Emmerik bij
wachtpost 48 een pakket gevonden, dat
voor f4000 aan goud en zilver inhield.
Vermoedelijk heeft een spoorwegbeambte,
die op zich genomen had het pakket uit
Duitschland hier binnen te smokkelen,
het onderweg uit den trein geworpen,
daar hij dat nu al te gewaagd vond.
Het pakket is te Zevenaar gedeponeerd
de afzender, een inwoner van Emmerik,
wiens adres in het pakket is gevonden,
zal het daar wel terughalen.
In een brief uit Atjeh aan de»Su-
matra Ct." leest men omtrent den over
val van de wachtmanschappen bg Lamsa-
joeng:
Hedenmorgen om 9 uur werd de afkomen
de nachtwacht van het blokhuis Lamsajoeng,
tusschen Lambaroe en Lamrong, aangevallen.
De vgand had zich links en rechts van den
spoordijk in hinderlaag gelegd. De afkomende
wacht, bestaande uit een korporaal en 6 man,
marcheerde met de noodige veiligheidsvoorzor
gen, namelijk met twee man boven en de
overigen beneden den spoordijk. Plotseling
werden de twee boven marcheerende soldaten
van buiten de linie beschoten. De korporaal
met zijn vier manschappen legde zich toen
tegen het talud van den dijk en liet een paar
salvo's geven. Doch eensklaps werd dit troepje
met de klewang in den rug aangevallen door
een 50-tal Atjehers, die zich binnen de linie
in de alang-alang hadden verscholen. Het
gevolg van dezen aanval was, dat wij twee
zwaar gewonden en de Atjehers behalve eeni-
ge gewonden twee dooden bekwamen. Een paar
geweren vielen den vijand in handen.
Eenige aanvallers waren echter in overhaas
ting binnen de linie gevlucht; op hen werd
nu dadelijk door infanterie- en cavalcrie-pa-
trouilles jacht gemaakt. Een hunner werd
opgepakt en kort en goed doodgeschoten; bo
vendien is het hoofd van de kampong, waarin
hij gevonden werd, gevangen genomenen is hem
een zware boete opgelegd.
Omtrent mevrouw Hansen en den machinist
Fay wordt gemeld, dat zij zich weer bij Oemar
bevinden, en wel in het binnenland van Tenom.
Men zegt dat Oeraar op den Koran heeft ge
zworen, zijn gevangen niet onder de 50,000
dollars, benevens vergoeding van alle hem be
rokkende schaden en en kosten, te zullen af
staan doch naar het schijnt heeft de Gouver
neur het er op gesteld geen duit te betalen,
maar den roover en zijn aanverwante vrien
den en goederen te treffen, tot zoolang hij zal
gelieven het hoofd in den schoot te leggen.
Berichten uit Penang gewagen van
aanvallen op schepelingen van onder Eng.
vlag varende schepen op de Oostkust van
Atjeh, een gevolg van de klimmende ver
metelheid bg deD Atjeher na liet succès
van de plundering van de Hok Canton.
De supercargo en vier schepelingen van
de Leila, varende tusschen Edi en Segli,
zijntoen zij zich op laatstgenoemde
plaats naar wal begaven, door in het
struikgewas verscholen Atjehers beschoten.
Ook de Hok Canton, nu onder bevel
van kapitein Kerr, heeft ter hoogte van
Binting gevaar geloopen door Atjeh-
sche zeeroovers te worden afgeloopen. De
kapitein ontdekte evenwel bg tijds het
gevaar én alleen door dadelijk full speed
te varen is hg aan het gevaar ontsnapt.
Twee luchtreizigers, de heeren Hervè
en Allward, die te Boulogne met hun
ballon opstegen, in de hoop, Noorwegen
te bereiken, zijn, volgens een bericht uit
Groot Yarmonth, bij de Cross-Sands, door
een sleepboot met hun ballon uit zee op-
gevischt, waar zij groot gevaar liepen van
te verdrinken.
Te Belfast is Woensdagavond het
middengedeelte van de Albertbrug over
de Lugan ingevallen. De brug was on
veilig en Donderdag zou het verkeer er
over worden gestremd om het werk der
herstelling te beginnen. Reeds waren de
voorbereidende werkzaamheden gedaan.
Twee bogen zijn ingestort, al de steenen
met zich slepende. Van de personen, op
de brug worden 15 vermist. Een vrouw
en een kind werden uit het water gered.
Een andere poging om een kind te redden
mislukte.
De bewaker van de stellaadjes voor de
werkzaamheden aan de brug is verdwe
nen. De gaspijpen braken midden door,
maar gelukkig vatte het uitstroomende
gas geen vlam door een dicht bijzgnd
vuur, dat de bewaker had ontstoken. Da
delgk werd naar lijken gedregd maar zon
der resultaat.
De brug was 50 jaar oud.
In Engeland is men bedacht een nieuw de
partement voor visscherij in te stellen. Dit plan is
tot rijpheid gekomen en het toezicht op de zalm
en zoetwatervisscherijen is reeds van het Home
Office op de Board ofTrade overgedra
gen. Men zag de noodzakelijkheid in, dat de zee-
en zoetwatervisscherijen niet alleen op practisch
terrein worden ondersteund, maar dat er ook een
wetenschappelijk standpunt tot hare opbeuring
worde ingenomen. Voor het eene geval heeft men
het visschersbedrijf als een beroep te beschouwen,
voor het andere moet men echter ook da visscherij
gedurende da verschillende jaargetijden en naar de
verschillende plaatsen verschillend weten te be
schermen. Het visscherij-departement zal derhalve
moeten nagaan welke beperkingen en wijzigingen
èn voor de visscherij èn voor de visschers noodza
kelijk zijn, om het beste en voordeeligste gevolg te
verkrijgenhet zal moeten onderzoeken in hoeverre
de visscherij plaatsen door het poten van kunstmat ig
broedsel verbeterd kunnen worden, en zoo noodig de
practische uitvoering overnemen; het moet nieuwe
visseherijplaatsen opzoeken, nieuwe visohsoorten
invoeren, waar die vroeger niet bekend waren, op
merkzaam zijn op de aankweeking van vischaas in
genoegzame hoeveelheid, als ook bedacht zijn op het
invoeren van nieuw visohaas, nieuwe vischmetho-
den, verbeterde netten en booten, zoomede van
nieuwe middelen van vischvervoer ën methoden tot
het verduurzamen van visch. Om zulk een program
te kunnen uitvoeren, is er een nauwkeurig onder
zoek noodig van de Engelsche kusten binnen eenen
zekeren afstand van het land, maar voornamelijk
ook van de bekende visseherijplaatsen. Men zal
derhalve onderzoekingen moeten instellen naar de
temperatuur van het water, de stroomingen op ver
schillende diepten, de hoedanigheid van den bodem
en het zeewater, den invloed van stroomen en knst-
vorming, voor zoover dit alles met de visscherij in
verband staat. Verder zal men ook meerdere ken
nis moeten zien te verkrijgen ten opzichte van de
voedingsstoffen der verschillende visohsoorten, van
de ongelijke verbreiding der visschen en van hnnne
periodieke zwerftochten. Het visscherij-departe
ment zal zich verder zooveel mogelijk op de hoogte
moeten stellen van de bijzondere gewoonten, voe
ding en bewegingen der verschillende vischsoorten,
van de bevruchting, het opgroeien van het broedsel
en zijne vijanden, zoowel als van andere oorzaken,
welke tot bloei of vermindering der visscherij kun
nen bijdragenhet moet statistieke gegevens ver
zamelen omtrent de werkelijke vangst van elke
vischsoort in het bijzonder, alsmede omtrent de ver
anderingen, die er in den loop van verschillende
tijdperken in het aantal der visschersschepen en in
de vischmethoden hebben plaats gevonden, en ook,
als het mogelijk is, moet het oorzaken van het ver
schil in vangst op de visseherijplaatsen gedurende
onderscheidene jaren trachten op te sporen, en de
ziekten der visschen, vooral der zoetwatervisschen,
onderzoeken.
De practische arbeid van het departement zal
hierin bestaan, dat het elke week mededeelingen
over den toestand der visscherij geeft, en het ver
schijnen zoowel als het verdwijnen van zekere visch
soorten op ondersoheidene plaatsen, het aantal
visschepen bij elke visscherij in het bijzonder in
gebruik, de verschillende vangmethoden en opga
van der weersgesteldheid openbaar maakt. Verder
moet het de uitgevaardigde verbodsbepalingen met
betrekking tot de visscherij voor de verschillende
visseherijplaatsen, den tijd waarin zij van kracht
zijn en de toegestane vangmethoden mededeelen,
ook opgaven verstrekken over het poten van kunst
matig broedsel, over de oesterteelt, de ontdekking
van nieuwe visseherijplaatsen, het in zwang komen
van nieuwe visch-industrieën en de invoering van
nieuwe vischsoorten. Om deze plichten goed uit te-
voeren, zal er een hoofdbureau te Londen opge
richt worden, waaraan geplaatst moet zijn een chef
met het noodige aantal assistenten. Aan dat hoofd
bureau moet verbonden wezen eene volledige ver
zameling van opgezette visschen, visscherijgereed-
schappen, kaarten, statistieke werken, eene biblio
theek, een laboratorium voor scheikundige onder
zoekingen, alsook twee kleinere draagbare labora-
toriën. Ter beschikking van het departement moet
de Admiraliteit een iuspeetievaartaig geheel uit
gerust steeds gereed hebben, zoomede een stoom
jacht tot dieptemetingen en onderzoekingen van
den zeebodem. Buitendien zullen op de groote vis-
schersplaatsen agenten aangesteld moeten worden
om de noodige bouwstoffen voor de]«tatistieke mede
deelingen te verzamelen.
Ook te Parijs begint men ten aan
zien van de werking van Pasteur's inen
tingen tegen de hondsdolheid te twijfelen.
De onafhankelijke bladen hebben thans
een lijst van 24 personen samengesteld,
die aan de hondsdolheid zijn gestorven,
nadat Pasteur hen ingeënt en als gene
zen ontslagen had. Acht van die perso
nen waren door wolven, twee door katten,
de overige veertien door honden gebeten.
Terwijl men alzoo ook te Parijs begint
te begrijpen, dat de tijd nog niet daar
is, om met juistheid over de wezenlijke
waarde der inenting te kunnen oordeelen,
blijft men in het buitenland, tengevolge van
de Parijsche reclame-artikelen, Pasteur eer
bewijzen en geld voor zijn Instituut toe
zenden.
Met groote belangstelling worden dus Pa
steur's nadere mededeelingen aan de Parg-
sche Academie tegemoetgezien.
VERTALING VAN
4. G E R B. I T J.
De keizer liet zich een vol glas geven,
reikte den boer een ander en noodigde hem
uit te klinken.
«Drink!" zeide hij. «'t Is de edelste wijn,
die er op aarde groeit. Hg zal ons goed
doen. We hebben beiden wel een hartver
sterking noodig na de vermoeienissen, die we
doorstaan hebben."
«Uwe Majesteit zal leven!" was 't bescheid
van den boer. Daarna ledigde hij zijn glas,
maar zette 't toen oogenblikkelijk op de tafel,
alsof hij duizelig werdhij wankelde en moest
zich vasthouden, terwijl hij doodsbleek werd
en een oogenblik later bloedrood.
«'t Is niets," zeide hg tegen den keizer, die
hem verwonderd aankeek, 't Is alweer over.
Ik .geloof toch, dat ik wat veel van mijne
krachten gevergd heb en gevoel, dat ik geen
dertig jaar meer ben."
wJe hebt rust noodig, evenals ik," zeide de
keizer.
ffWgs me een kamer aan waar ik mijn ge
mak kan nemen, nadat ik eerst wat heb ge
geten."
Spoedig was de tafel bedekt met wildbraad
en gebak, waarvan de keizer 't een en ander
nuttigde en zich toen verwg derde. De boer
zou zeker dat voorbeeld gevolgd hebben, wan
neer niet de kramer, die lang op een gunstige
gelegenheid had geloerd, hem met zijne doch
ter Brigitta was in den weg getreden.
't Gezicht van den boer toonde volstrekt
geen blijdschap, toen hij die gasten gewaar
werd. Wel noodigde hij beiden uit plaats te
nemen aan tafel, maar zijne stem klonk juist
niet vriendelijk, toen hg vraagde, waaraan hij
de bijzondere eer te danken had, zijn neef
met diens dochter op Oberhoff te zien.
«Ik weet wel," voegde hij er bg, «dat men
op mijn leeftgd zich niet alles juist meer her
innert; maar 't komt me toch voor, dat we
juist niet al te groote vrienden waren."
ffOch, ja," riep de kramer«maar dat is al
zooveel jaren geleden! Men moet geen oude
koeien uit de sloot halen."
«Zoo, zoo," zeide de boer. Mijn heer neef
schijnt nog vergeetachtiger dan ik. Ik heb
nog heel goed onthouden, hoe vriendelijk neef
voor me geweest is en kan hem de zaak om
standig vertellen, als hg pleizier heeft er naar
te luisteren. Tegen Kerstmis wordt 't twaalf
jaren, dat we elkander voor 't laatst zagen."
,/Ik weet 't, ik weet 't," zeide de kramer,
wien deze herinneringen lang niet behagelijk
toeschenen, «voluit twaalf jaren, 't Is wonder
lijk, hoe ras de tijd vervliegt, 't Is lang niet
mooi van me, dat ik zoolang ben weggeble
ven."
Dat is waarachtig 't slimste niet," ver
volgde de boer zonder mededoogen. Weet je
nog wel, 't ws' toen mgne zuster, omdat ze
ziekelijk was, naar de stad is verhuisd, om den
dokter dichter bg zich te hebben. Kort daar
op is ze gestorven, nadat neef haar dat mooie
testament in 't oor had geblazen."
«Ingeblazen!" riep de kramer driftig," hoe
kan neef zoo iets zeggen! Ze heeft uit vrijen
wil gehandeld. Ik was destijds nog eerste
schrijver bij de rechtbank en heb haar bij 't
maken van haar testament geholpen, omdat
ze er niet goed mee terecht kon."
«Knap heb je geholpen, want ik, haar eigen
broêr, heb geen cent gekregen, terwijl mijn
heer de eerste schrijver aan de rechtbank
haar gansche vermogen heeft ingepalmd. Is
mgnheer nog aan de rechtbank?"
«Sinds lang niet meer."
«Zoo, heeft me je weggestuurd?"
«Zeker niet! Ik heb mijn ontslag genomen
en een winkel opgezet. Ik ben koopman ge
worden. Op de Groote Markt heb ik mijne
zaak en op een groote plaat boven de deur
staat in gouden letters de naam der firma
„Raaf en Gier."
„'t Doet me pleizier, spotte de boer," dat
de erfenis zoo goed gedijt is, dat er 't goud
op kon overschieten."
Hij wilde opstaan, maar de kramer hield
hem tegen.
«Blgf zitten, neef," zeide hij, en laat ons
samen praten. Een ieder is toch zich zelf de
naaste. Bedenk dat en laat die oude geschie
denis rusten, dan kan er gras over groeien.
Ik wil alles goedmaken, en rechtuit gezegd,
dat is eigenlijk de reden, waarom ik hierkom."
„Zoo, je maakt me nieuwsgierig," zeide de
boer. De kramer schoof zijn stoel wat nader-
bg en vervolgde:
We hebben allebei de jaren, dat men er
aan begint te denken orde op zgne zaken te
stellen. Mijn zoon wil ik hoe eer hoe liever
de zaak overdoen; maar dan heb ik nog een
dochter. Jg hebt een eenigen zoon. Wat dunkt
u er van, als die eens een paar werden?"
«Een paar! Mijn zoon met jou
De boer proestte 't uit van lachen en sloeg
met de vuist op de tafel, dat de glazen er van
opsprongen.
»Welnu!" riep de kramer geërgerd, moet
je daar zoo om lachen? Ik praat in vollen
ernst en zie niet in, water belachelijk aan is."
«De boer lachte steeds door. Eindelgk
bracht hij uit:
Jehebt gelijk neef, 't is eer om te huilen."
«Zoo? Hoedat?"
Hoedat? Omdat ik geen juffrouw uit de
stad als boerin op de hoeve kan gebruiken."
Driftig was de kramer opgesprongen. Zijn
borst hijgde en zijne oogen fonkelden nijdig.
«Zoo!" schreeuwde hij, «krijg ik zulk een
antwoord op mijn voorslagMooi zooEen
echt, trotsch boerenantwoord. 't Zal echter
't verstandigste zgn, dat ik dit antwoord nog
niet aanneem. Ik blgf hier nog vandaag en
morgen, en wanneer we ons er op beslapen
hebben, wil ik mijn voorstel herhalen. Mis
schien bedenk je je nog, maar dat zeg ik je
vooruit, neef, overleg de zaak goed, want je
zoudt er anders spijt van kunnen hebben.
Hij snelde heen. Meer ontsteld over de
boosaardige blikken van zijn neef, dan van
diens woorden, keek de boer hem achterna.
»Wat zou dat wezen?" mompelde hg. De
slechte kerel dreigt me. Waarmee? Wat kan
hij den boer van den Oberhoff doen?
Plotseling hield hg op. Een gedachte rees
bij hem op, die hem schrokte, alsof hij door
den bliksem getroffen werd. Nadenkend streek
hij met de hand over 't voorhoofd en trad
toen vastbesloten naar een zgdeur van de
schuur, waarachter hij stemmen en nade
rende voetstampen hoorde. De keizer had zgn
slaapje genoten en maakte zich gereed te
vertrekken.
Heeft uwe Majesteit goed gerust?" vraagde
de boer, terwijl hij den vorst tegemoet trad.
Uwe Majesteit heeft 't kort gemaakt. Wees
echter niet boos, mijn keizer, als ik u nog
even ophoud. Ik mag van uwe Majesteit een
gunst vragen, en thans heb ik een wensch
uit te spreken. Ik kan 't echter alleen aan
uwe Majesteit zonder getuigen zeggen."
De goedhartige keizer gaf zijne toestemming,
en beiden traden eenige schreden zijwaarts.
Met diepen ernst luisterde de vorst naar
hetgeen de boer hem vertelde, 't Moest iets
van groot belang zijn, want de man
scheen moeite te hebben om woorden te vin
den. Meermalen hield hg op, haalde diep
adem en had werk zich goed te houden. Ein
delijk was 't gesprek uit, dat ieder me» be
langstelling aanzag, hoewel hij er geen woord
van kon verstaan. De keizer kreeg zijne por
tefeuille voor den dag en maakte eenige aan-
teekeningen. Vervolgens reikte hij den boer
de hand, die door dezen eerbiedig gegrepen
en gekust werd.
Wordt vervolgd.