't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1435. Woensdag» 17 November 1886. Veertiende Jaargang. Vertrekdagen der Mail naar Oost-lndië. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. RECHT EN LIEFDE. Atoonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOKGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. 20 Novemb. (Fransche mail) over Napels. 23 Novemb. (Hollandsche mail) uit Amsterdam 23 Novemb. (Hollandsche mail) over Marseille. 3 Decemb. (Hollandsche mail) uit Amsterdam. Laatste lichting aan het Postkantoor alhier 7 nur '8 avonds; alleen voor de Hollandsche mail over Marseille 1 uur 's namiddags. HELDER, 16 November 1886. De scherm- en gymnastiekvereniging Oefening kweekt Kunst'' trad Zaterdag avond voor hare kunstlievende leden in Tivoli op met een variëerend programma. Behalve de leden, namen ook de aspi- ranten-afdeeling en de voorbereidings klasse aan de oefeningen deel, die geleid werden door den directeur Oostenveld. Met groote belangstelling werden de marsch- en ordeoefeningen gevolgd. Bij het werken aan de toestellen bleek, dat zoowel uit de knapen der aspirantenklasse als uit de jongelingen der voorbereidings klasse eenmaal flinke en degelijke gym nasten zullen groeien, wauneer de lust en ambitie by hen wakker blijft. De leden der vereeniging oogstten een wel verdienden lof in voor hun vlug en sterk werkenwaaraan velen reeds sierlijkheid en gemakkelijkheid weten te paren. Een carré op den langen stok bewees, dat ook de wapenhandel met vrucht wordt be oefend. Een geanimeerd bal besloot den avond. Naar aanleiding van de achter staande annonce, vestigon we de aan dacht onzer lezers op de aangekondigde voorstellingen in Tivoli, Dinsdag en Woensdag e. k. 't Graud Spoctacle Con cert Varié, door het gezelschap van den heer G. Stroober te geven, zal voorzeker den bezoekers eon aangenamen avond verschaffen. Van vroegere gelegenheden is dit gezelschap gunstig genoeg bekend, en heeft by roorrtduring zich in den bijval van 't publiek mogen verheugen. Bevorderd tot docter in de rechts wetenschap aan de Uaiversiteit van Am- dam, met proefschrift: Russische Eco nomische toestanden," de heer J.B. Loman, geboren te Texel. De heeren C. J. Boele Zn. te Kampen, hebben weder hun aardig boekske, inhoudende de prijscourant van sigaren en tabak uit hunne fllialen, benevens den winterdienst der spoorwegen, het licht doen zien. Een bloedig tooneel werd Donder dag avond te omstreeks 7 uren nabij bet station van den Holl. spoorweg te 's-Gra- venhage afgespeeld. Een half uur te voren ontving een 13- jarige knaap, die in de v. Limburg Sti- rumstraat woonachtig was, en in de Boek horststraat wandelde, van een man, die een wagen met koopwaren voortduwde, het verzoek, om hem behulpzaam te zijn in het oprijden van den handwagen over de draaibrug aldaar. De jongen voldeed hieraan, waarna de onbekende man hem uituoodigde zijn metgezel te zijn tot aan de Van Ravesteinstraat, waar de wagen t'huis behoorde. Ook hierin stemde de geen kwaad vermoedende knaap toe. En toen de koopman hem, toen de wagen was weggebracht, een dubbeltje beloofde als bij nog even medeging naar de Rijs- wijksche straat, aarzelde de jongen geen oogenblik. Zij bereikten langs den Sta tionsweg het voorplein van het spoor wegstation, waar de zonderlinge onbe kende zich met zijn jeugdigen metgezel naar een afgelegen plek begaf. Daar haalde eerstgenoemde een knipmes uit zijn zak, voorwendende zijn nagels te wil len reinigen, Maar onverhoeds bracht hij den dertien jarigen knaap een afschu welijke snede over het gelaat toe, loopende van het linkeroor tot even voorbij den neus, De dader zette bet onmiddellijk op een loopen in de richting van den Rijswijkschen weg, den jongen gillende achterlatende. Op diens geschreeuw scho ten de agenten uit het naby gelegen po- litie-posthuis toe, die den armen jongen voorloopig in het posthuis hulp verleen den en hem onmiddellijk naar het zieken huis brachten. Een nauwgezet onderzoek werd bekroond met de aanhouding van den dader, die aan den Rijswijkschen weg woonde. Men deelt mede, dat hij niet wel bij het hoofd is en reeds meermalen gezegd heeft, een jongen den hals te zullen afsnijden. De geneesheer, toegevoegd aan de politie, eeft den dader aan een onderzoek onder worpen. Te Donkerbroek is Donderdag zekere H. B., een oppassend huisvader, overleden ten gevolge van een beet door een adder. De ongelukkige achtte de wond niet ge vaarlijk en riep eerst geneeskundige hulp in toen het te laat was. Te Wissekerke in Zeeland schonk dezer dagen een arbeidersvrouw haar man op zijn verjaardag twee dochtertjes. In tien maanden tijds vermeerderde dit gezin met een drietal kinderen. Voor het kantongerecht te Alkmaar stond Vrijdag 41. terecht zekere N. Z., fabrikant te Uitgeest. De beklaagde, een zeer welgesteld man, maakt, naar 't schjjnt, voortdurend misbruik van sterken drank en werd den 22 October 11. bjj verstek veroordeeld ter zake van dron kenschap op den openbaren weg tot 14 dagen hechtenis en opzending naar een Rijks-werkinrichting voor 3 maanden. Tegen dit vonnis kwam Z. in verzet en ontkende beschonken te zijn geweest, overigens zyn verdediging overlatende aan mr. L. W. van Gigch, advocaat te Amsterdam. Deze meende, dat de veld wachter, die de dagvaarding aan bekl. had beteekend, eens het bewijs had wil len leveren, hoe terecht de bekende mi- nisteriëele circulaire de beteekeningen aan de veldwachters opdraagt, daar hij den bekl. had gedagvaard om den 15en October te verschijnen, omdat hy op 5 November d. a. v. dronken was geweest Op grond, dat dit feit niet te bewijzen is en dus niet bewezen, vroeg pi. vrij spraak. Verder betoogde hij, dat de ver klaring va*n den veldwachter, dat bekl. eene waggelende houding had en wartaal sprak, geen bewijs was voor dronken schap, waar, zooals in casu, noch mis bruik, noch zelfs gebruik van sterken drank is geconstateerd en vele personen waggelen en wartaal spreken (ja zelfs schrijven, zooals de verbaliseerende veld wachter) zonder dronken te zijn. Ook op dien grond vroeg pl. vrijspraak. Ofschoon de bemanningen der op Engeland varende schepen wetendat 't smokkelen, vooral van tabak en sigaren, in dat land streng gestraft wordt, schijnen er toch nog velen te zijndie met dat gevaarlijk werk voortgaanwaarbij zij niet alleen hunne vrijheid en geld, maar ook hunne betrekking op het spel zetten. Zoo werd de vorige week een kwartier meester van een mailboot te Queenborough door de Engelsche douanen aangehouden, omdat hij 2 kilo tabak bij zich had, waarvoor hem een boete van 2 5 p. st. (f 27) of een gevangenisstraf van 5 dagen opgelegd werd. Hy verkoos echter het laatste. (Midd. Ct.) Do lijkschouwing van de vrouw uit de Bagijnestraat te 's Gravenhage, wier man ouder verdenking van haar opzette lijk gedood te hebben voorloopig in arrest is genomen, heeft tot uitkomst gehad, dat de met het onderzoek belaste genees kundigen den dood van de vrouw toe schrijven aan een plotselinge oorzaak, alzoo niet aan gewelddadigheid. Te Beesterzwaag is een artillerist bij het opstappen op de tram, gevallen en overreden. Hy was dadelijk dood. Een verliefd paartje [in den Haag, dat naar het Haagsche Bosch was afge dwaald, was zoo verdiept in 't minnekozen, dat het de sloot nabij de Muziektent niet bemerkte en hals over kop te water ge raakte. Hoewel zij luide om hulp schreeuwden kwam geen hulp opdagen en moesten zij zich zelf trachten te redden. Met veel moeite kropen zy uit de sloot en moesten met een nat pak en bibberend van koude den terugweg aannemen. Moraalminnekoos dus niet meer op den openbaren weg. Uit Fijnaart wordt ge neld Vrijdagmorgen is nabij deze gemeente op de Mark, nabij de Stampergatsche brug, een vaartuig, geladen met suikerbieten en bestemd voor Zevenbergen, door het onklaar raken van de lijn waarmede het werd voortgetrokken, omgeslagen. In het vooronder bevond zich de 21 jarige vrouw van den schipper met een kindje van 8 maanden, welke beiden zijn verdronken. Nadat een gat onder in het vaartuig was gemaakt, werden beiden er levenloos uitgehaald. Kopenhagen, 13 Nov. De Koning heeft aan de Bulgaarsche regeering ge- telegrapheerd, dat hij onder de tegen woordige omstandigheden in de verkiezing van prins Waldemar niet kan bewilligen. Te Chicago is een maatschappij ge sticht, bij welke men zich yoor 3 dollars 'sjaars abouneeren kan voor allé kleine herstellingen, alsvan gebroken ruiten, gas- en waterleidinglekken, electriche schellen enz. Elke week komt iemand hooren, of er iets te doen is, en in gevallen van dringenden aard kan men hulp ont bieden. Welk een onuitputtelyken voorraad petroleum de bodem der omstreken van Bakoe in zijn diepen schoot verbergt, daarvan beeft men nog dezer dagen een raerkwaarhig bewijs verkregen. Bij het doen eener grondboring, die reeds tot een aanmerkelijke diepte in den bodem was doorgedrongen, schoot onverwachts een straal olie 40 a 50 voet hoog in de lucht en met zulk een kracht, dat het niet mogelijk was de opwellende massa olie te bedwingen en bijeen te houden. In allerijl werd een aarden wal rondom het boorgat opgeworpen, zoodat men een bassin met een groote middellijn verkreeg; maar dit middel, op breede schaal aan gelegd, bleek toch onvoldoende te zijn. Naar een matige schatting welde per et maal 400,000 poed (I poed 16 KG.) olie uit den grond op. Vijf dagen na het aanleggen van den dam of dijk stroomde de olie over zijn kruin. Nieuwe bassins van gelijken aard waren intusschen in gereedheid gebracht om het kostbare voclit op te vangen, die insgelijks binnen korten tijd volliepen. Toen nam men zijn toevlucht tot het volgende zonderlinge raiddelaan de aarde werd teruggegeven, hetgeen zij had opgeleverd. Geulen werden gegraven naar oude boorgaten en zoo stortte men de olie ïn den grond, in de stille ver wachting dat men ze later, gedeeltelijk althans, weder zal kunnen oppompen. Aan het voorloopig verslag omtrent de ingediende Marine-begrooting voor 1887, ontleenen we het volgende Vele leden hadden met leedwezen gezien.dat deze begrooting aanzienlijk hooger is dan die van het loopende jaar. Zij zagen daarin blijken van opdrijving der uitgaven en meenden, dat de Mi mister niet genoeg acht geeft op den financieelen toestand des rijks en de vermeerdering der gel- lijke lasten, die bij het toenemen van het budget op de bevolking moet gelegd worden, te licht telt. Zonder in een beoordeeling der begrooting zelve te treden, was, naar bet oordeel dezer leden de som, op het budget voor onze marine uitgetrokken, te groot. Naar veler oordeel gaan de uitgaven, die voor onze defensie gevorderd worden, de financieele draagkracht van ons kleine land verre te boven, Andere leden verklaarden zich tot financieele offers bereid, waar die voor onze verdediging en die onzer koloniën noodig zijn, maar zij verlang den in de eerste plaats dat de Minister van zijne zijde, waar dit eenigszins doenlijk was, de grootst mogelijke zuinigheid zoude betrachten. Ook zij waren van meening, dat deze begrootiug danrvan niet de sporen draagt, zooals zij nader bij de artikelen zouden aantoonen. In de tweede plaats wenschten zij meer waarborgen dat hetgeen toegestaan werd, goed zoude worden besteed. Daaromtrent toch waren zij na betgeen in de laatste jaren met den aanbouw onzer schepen was voorgevallen en met bet. oog op de veelvul dige scheepsrampen geenszins gerust. Eenigc leden betwijfelden het dan ook of, indien de diensten der marine in oorlogstijd gevorderd worden, het materieel zou beantwoorden aan bet doel, waar voor het is vervaardigd en aangeschaft. In aanmerking nemende de sedert 3 jaren voor materieel toegestane of aangevraagde som men, die ongeveer voor 1885 vier millioen, voor 1886 vier millioen achthonderd duizend gulden en thans vier millioen zevenhonderd gulden be dragen, meenden vele leden, dat werkelijk aan de behoefte voor bet materieel bij zuiuig beheer be hoorlijk kan wordeiv voldaan en de marine in goeden staat worden onderhouden. Vrij algemeen bestond weiuig neiging de gelden toe te staan, aangevraagd voor het begin van den bouw van eeu nieuw pantserschip. Er waren leden, die den bouw van een dergelijk schip, een strijder, voor eeu koloniale mogendheid zeer nuttig achten, maar de toelichting bij die aanvrage gegeven, maakte bet ook aan velen hunner niet wel moge lijk reeds thans tot den bouw daarvan mede te werken. Bij een aantal leden was het vermoeden gere zen, dat de bouw van het schip meer was voer- gesteld om de werkzaamheden op de werf te Amsterdam aan den gang te houden, dan wel omdat daaraan werkelijk behoefte bestond. De talrijke ongevallen, zoo van grooteren als kleineren omvang, die in de laatste jaren onze marine troffen, hadden de aandacht van zeer vele leden getrokken. Sinds 1882 had onze marine behalve de groote ramp, aan de Adder overkomen, den brand op de rijkswerf te Amsterdam, de on gevallen met de Leeuwarden, de Java, de Schor pioen, met verschillende stoomriviervaartuigen- en culangs met de geheel nienwe torpedoboot Ardjoeno, die uit haren aard door groote handelbaarheid behoort uit te munten. Vau deze eu dergelijke rampen, aan de mhrine overkomen, en hunne oorzaken vernam men het eeu en ander door middel der dagbladen maar men zonde het zeer wenschelijk achten, indieu de Minister de Kamer daaromtrent steeds in lichtte. HUWELIJKS-AANZOEK. Helaaswat een rampen, Heb ik le verdragen, Wat heb ik tc kampen, Wat heb ik te klagen. Ik wenschte zoo vurig, Van d' armoe ontheven, En moet maar gedurig In d' ouden staat leven. Ik leef van een loontje, Zoo klein en zoo pover, Ik houd van mijn weekgeld, Geen rooie cent over. Ik wensch, om die reden, 'k Heb wol ovérwogen, Zoo moog'lijk nog lieden, Een weinig vermogen. 'k Ben arm als de mieren, Maar wil dat niet blijven, En zoek dus een meisje Met blinkende schyvcn. Ik wensch zoo een meisje, Ten huwTijk te vragen, En met haar, een reisje Door 't leven te wagen. 3. Novelle door Livin Schüc*»ing. Leonhard kleurdezijne gedachten hadden een ganseh andere richting genomen, dan de oude heer waarschijnlijk veronderstelde wat hem heel wat te denken gegeven had, waren niet de trekken van den ouden man, die daar voor hem zateen ander gelaat had zich voor zijn geest opgedaan, dat hij toch onwillekeu rig daarbij vergeleek. Hij stond op zonder te antwoorden en greep de hand van zijn patiënt en voelde hem den pols. Hij stelde daarop een verder onderzoek in, ook naar de middelen die den baron voorgeschreven waren en zei eindelyk, terwijl hij naar de vensters ging en die opensloeg, «u is wel niet bepaald verkeerd behandeld, heer baron, maar uw dokter heeft toch een heel voorname zaak over het hoofd gezien, namelijk, datgene, wat gij zelf tot uwe herstelling kunt bijbrengen. Bij eene ziekte als de uwe, zal de geneesheer niet veel goeds uitrichten, als hij den patiënt niet tot zijn collega neemt, en hem voorschrijft help u zeiven, dan eerst kan ik u verder helpen. Gij zijt een van die weinige menschen, wier geest en leven zoo zeer met het lichame lijke is verbonden, dat het laatste daaraan geheel onderworpen ia. Zoo gij u opgeruimd van gemoed gevoelt, helder, luchtig en door niets bezwaard of bedroefd, dan zal uwe ziekte van zelf verminderen. Dan moet ge, als dokter over uw zelren, zorgen, dat gij tot zulk een gemoedstoestand geraakt. Ik kan u natuurlijk niet in een optimist verande ren «Neen, dat kunt ge gewis niet" viel de baron hem op smartelijksn toon in de rede. //Daarvoor is het te laat I" «Doch niemand is zonder aanleg voor egoïs- mus, en zooveel zult gij daarvan toch zeker ook wel bezitten om u zeiven telkens te kunnen voorhouden //laat ik trachten om te vermijden alles wat mij zou verbitteren of ergeren en mij dus schadelijk zijn." Het komt er in het leven vooral op aan om zich zooveel mogelijk te beschermen. Als gij u daarvan slechts doordringt en dit u tot lerens- regel stelt, dan hebt gij alle kans weêr ge zond te worden z/Zich te beschermen," herhaalde de oude heer nadenkend; «dit klinkt heel anders dan de strijd om het bestaan, daar men tegen woordig den mond zoo vol van heeftdat is dus veel meer op het defensieve gericht." //Juist. Het offensieve pa3t meer voor hen, die nog niets hebben te verdedigen, die nog in hun innerlyk niets bezitten, doch voor fijn gevoelende karakters is er niet beter te doen, dan zich te verdedigen tegen al, wat hen uit hunne levensrichting zou kunnen verdringen, wat hun geestesleven zou kunnen verstoren, hunne zelfstandigheid verminderen of omdat zij er zi«h aan ergeren, hen ziek zou kunnen maken." «En is dit nn alles wat ge mij voor te schryren hebt, Klingholt?" vroeg de oude heer lachend. //Is in dit wijsgeerige betoog uwe gansche geneeswijze begrepen «Mijne gansche geneeswijze niet. Ik bob u een paar zaken ontnomen, vuur en water, maar ik wil u daarvoor wel iets anders in de plaats geren en wellucht. Op warme dagen, zooals van daag, moet go de vensters open doen zetten, om frissche lucht in de kamer te laten komen en van middag moet u met mij een poosje in den tuin wandelen." «O, maar daar ben ik niet sterk genoeg voor «Dat zal langzamerhand wel verbeteren. Het zal wel gaan, dat zult gij eens zien, en in ieder geval ben ik bij u, om zoo noodig u te ondersteunen. Begin nu, om er u toe in staat te stellen, met een glas goeden ouden wijn, Hongaarsche of Madera, te drinken." z/Maar wijn is mij bepaald verboden," meende de oude heer. z/Dat is zeer verkeerd geweest," hernam Klingholt en trok. inmiddels aan de bel. //Ik wil u dienin tegenoverstelling daarvan, als een hoofdmiddel doen gebruiken. Gij moet iederen dag aan tafel een halve flesch cham pagne drinken." wGe zijt een prettige dokter!" viel de baron in. «De middelen, die gij mij aanraadt, zijn aangenaam en waarlijk niet te verwerpen." Andries kwam binnen. z/Annries," zei de oude heer, //gij gaat over den kelder, is er nog Hongaarschen wijn voorhanden »Dat zal niet veel meer zijn. Mevrouvj »vo" Ramsfeld heeft daarvan als morgenwijder wat gebruikt." //Zoo Nu, Madera dan wDe jonge heer von Sander heeft daarvan al zoo dikwerf op de jacht meegenomen, dat er ook niet veel meer over is." De oude lieer toonde een verdrietig gezicht. «Ge ziet," zei hij tegen Leonhard, zijn hoofd schuddende, «dat ge hier in huis nog een anderen patiënt kunt vinden een kelder, die de tering heeft." z/Het heeft er wel wat van," antwoordde Leonhard lachende, «en ik zal daarheen maar dadelijk eens een visite gaan maken, om te zien, welke recepten ik daar schrijven moet. Ik merk wel, dat daar ook al behoefte zal zijn aan versterkende middelen breng er mij eens heen, Andries!" Leonhard Klingholt stond van de canapé op en Andries zag verrast en verstomd op naar den dokter, die hier de zaken zoo flink dorst aan te pakkenmaar met een vergenoegd gelaat en veel fermeren stap, dan hij sinds jaren gewoon was, ging hij vooruit, om hem den weg te wijzen. De oude, trouwe bedieude vond er een zekere voldoening in, dut hij nu eindelijk toch eens iemand naar die koele, ruime gewelven zou kunnen brengen, die niet geheel zonder belangstelling er op letten zou hoe schandelijk hier in den laatstcn tijd huis gehouden was, en hoe hij gehoor had moeten geven aan de meest brutale eischen, waardoor de voorraad zoo zeer verminderd en zoo deer lijk in de war gebracht was. Toen do oude heer alleen achter gebleven stond hij uit den leunstoel op; het was of de woorden van Klingholt hem goed ge daan hadden en hij zich reeds sterker en luchtiger gevoeldetoch ging liij naar het venster om dit te sluiten. z/Zich in zijn leven zooveel mogelijk te be schermen," sprak hij in ziclizelvenmeteen bitter lachje en bleef midden in de kameï staan, terwijl hij staarde op de sombere spar- rengroep. «En met zulk een levensregel ge wapend, moet ik mijn eigen docter worden. Hij heeft gelijk groot gelijk, maar hij ver geet, dat, om zich goed te verdedigen, men een zekere standvastigheid bezitten moet, die ik geheel cn al mis! Wat heb ik toch een ongelukkig gestelIk geloof, dat mijn moeder er schuld aan heeft, want zij verlangde na de de geboorte van mijn broeder, zoo zeer naar een dochter, en toen ik ter wereld kwam, was liet dus weer geen meisje; maar al haarden ken daarover cn haar zoo vurig verlangen er naar, hebben zeker op mij zoo ingewerkt, dat er van mij zoo iets van een meisje is ge worden een veeleer vrouwelijk karakter. God moge het haar vergevenlloo dikwerf noemde zij mijals zij haar hand streelcndo over mijn krullebol liet glijden, hare mislukte dochter! en meent Klingholt niet, dat, even als bij de vrouw, mijn ziclelevcn hetlicnamc- lijkc overheerscht? Daarbij nog die ongelukkige teergevoeligheid en weekhartigheid, in een wereld, die veel te egoïstisch is, om die eeniger- mate te ontzien en veel tc brutaal en te dom om die te begrijpen Die onzalige aandrift, om medegevoel tc koesteren, mij zoo geheel omstandigheden te verplaatsen, hunne

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1886 | | pagina 1