't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. Nieuwstijdingen. Tweede Blad. no 1440. Zaterdag 4 Deceml)er*1886. Veertiende* Jaargang. feuilleton. RECHT EN LIEFDE. PosterU en. De Directeur van het Postkantoor te Jleider, brengt ter algemeene kennis: le. dat op Zondag 5 December a.s. het kan toor voor aanneming van postpakketten geopend zal zijn van 6 tet 10 u. 'sm. en van 12 tot 2 u. 'sa. 2e. dat het aantal bestellingen op 2, 3, 4, 5, 6 en 7 Dec. e. k. met zooveel zal worden ver meerderd, als zal blijken noodig te zijn, opdat alle pakketten, op den dag van aankomst ook weder besteld kunnen worden. 3e. dat op bovengenoemden datums postpak ketten 30 min. voor het vertrek van de eerst volgende post moeten bezorgd zijn, om met die post te worden verzonden. 4e. dat hij het publiek beleefd doch dringend verzoekt, de adressen zooveel mogelijk op de pakketten te schrijven of vast te plakken, onder het kruistouw, in dier voege, dat zy niet kunnen losraken. Het gebruik maken van lak is niet aan te bevelen. 5e. dat vooral bij gelegenheid van en met het oog op de groote verzending op het St. Nicolaasfeest een goede en stevige verpakking en een nauwkeurige met inkt geschrevene adresseering een eerste vereischte zijn en dat hierop zeer zal worden toegezien. 6e. dat men zorg drage bij de pakketten ge schrevene kaarten te hebben met duidelijke adresseering en geheel in overeenstemming met het adres van het pakje, waarbij de kaart behoort, terwijl het publiek beleefd verzocht wordt, zooveel mogelijk het verschuldigde port vooraf in postzegels op de kaart te plakken. 7e. dat de pakketten niet zwaarder mogen zijn dan 5 KG., een inhoud mogen hebben van 25 kub. dM. en een breedte, lengte of hoogte van 80 cM. De Directeur voornoemd, POLVLIET. HELDER, 3 December 1886. Uit het kort relaas der zitting van het Hof in het zoogenaamde paling oproer, zullen zij die in de verslagen van rechtszaken stof voor emotieplegen te zoeken, weinig van hunne gading hebben fevonden. Niet onnatuurlijk, trouwens, 'ot welke rampzalige gevolgen het ver zet van een gedeelte der smalle gemeente op 25 en 26 Juli ook aanleiding hebbe gegeven, uit het verhoor bleek, gelijk dit na de vroegere gepubliceerde instructie verwacht kon worden, dat de woelingen eenvoudig het gevolg waren van brood dronkenheid, van eene agitatie, zonder eenigen werkelykeu grond, tenzij men het verbod om te mogen palingtrekken* als zoodanig zou durven beschouwen. Hetgeen tot nu toe aan het licht kwam omtrent de oorzaken der onlusten, gaf noch aanleiding te denken aan een vooraf beraamd plan. dat ten uitvoer gebracht werd, noch aan samenspanning. De gan- sche zitting liep over de quaestie wie wel, wie niet met steenen geworpen had, hetgeen uit den aard der zaak tot een eentonig getuigenverhoor aanleiding moest geven. De groote menigte beambten der politie, die op de banken der getuigen waren gezeten, gaf aan de zaal een niet gewoon aanzien; van de zijde van het publiek was de belangstelling niet groot. Ook het uiterlijk der dertien beklaagden gaf geene aauleiding tot interessante be spiegelingen van agitators en volks menners pleegt men zich een ander denk beeld te vormen. Vrouw Maria Potters wekte nog de meeste belangstelling, niet door haar eigen persoon, maar door de zuigeling aan hare borst. Van ÏO1/» tot na 5 ure hield het kind zich zoo voor beeldeloos rustig, dat men er met den besten wil geen rebellenaard in vermoe den kon. Toch moet dat kind het levens licht aanschouwd hebben, juist in de dagen dat de moeder onder den indruk der woelingen verkeerde. Kortom, men verHet de rechtszaal onder den indruk, dat het bloedig drama, waar van hier het laatste bedrijf wordt afge speeld, een allertreurigst licht werpt op de ontwikkeling van een deel des volks, dat, indien het niet bijtijds gebreideld ware geworden, om een oorzaak waarin met den besten wil geen verheffend be ginsel kan worden opgespoord, uit wrok misschien, uit zucht tot verzet quand même, in elk geval uit gebrek aan zelf- beheersching, voortvloeiende uit onver stand, de hoofdstad tot het tooneel van diepe ellende dreigde te maken. In zake 't palingoproer is door 't hof te Amsterdam 't volgende vonnis gewezen overwegende dat het niet bewezen is dat Johannes Mater de hem ten laste ge legde feiten heeft gepleegd, concludeerende tot vrijspraak eischt voor Arend Schoneville 1 jaar, voor Staneke 1 jaar en 3 maanden, voor Domna 1 jaar 3 maanden, voor Pietersen 1 jaar en 3 maanden, Van Beesten 1 jaar en 6 maanden, voor Faille 1 jaar en een boete van 8 gulden, voor Jan Heeren 1 jaar, voor Dirk Dirks 1 jaar en 3 maan den, voor Cornelis Johannes Fontijn 1 jaar en 3 maanden, voor Maria Potters 1 jaar en 8 gulden boete, voor Petronella Heijnsius 9 m. en voor Petronella Scholten (hare doehter) 6 maanden gevangenisstraf. De Minister van Marine heeft zijn antwoord ingezonden op het voorloopig verslag op de Marine Begrooting voor 1887. De minister komt op tegen de opmerking, dat hij de uitgaven opdrijft, en niet genoegzaam acht geeft op den financieelen toestand en op de gel delijke belangen der bevolking. Hij «treeft naar de grootst mogelijke zuinigheid, waar de eischen van den dienst dit toelaten, maar ontkent dat met sommen als voor 1885, 1886 en 1887 voor materieel zijn toegestaan of gevraagd, bij zuinig beheer, behoorlijk aan de behoefte kan worden voldaan en de marine in goeden staat kan wor den gehouden. Omtrent de taak der Nederland- sche zeemacht deelt de Minister de denkbeelden van zijn ambtsvoorganger. Samenwerkende met de landmacht, heeft de marine het gedeelte des lands te verdedigen, dat in verband met het ves tingstelsel, daarvoor in aanmerking komt. In Oost-Indië zal zij, met behulp der Indische mili taire marine, de bezittingen moeten beschermen tegen een eventueelen aanval van een buiten- landschen vijand, en in vredestijd ook in West- Indië het Nederland«ch gezag moeten handhaven en 's Rijks belangen behartigen. Daartoe is noo dig oefening van het personeel, dienstbaar ge maakt aan het vertoonen der vlag in den vreemde en aan bevordering der Nederl. handelsbelangen. Strijd in open zee past niet in dit stelsel en wordt niet door den Minister begeerd. Een vast plan van aanbouw kan hij ook nu niet geven. Hij wenscht het voorbeeld van naburige Staten te volgen en aan de zeemacht slechts datgene toe te voegen, wat het meest met den oogenblikke- lijken stand der zeekrijgswetenschap strookt. In verband hiermede blijft de bouw van schepen, die in Oost-Indië geleidelijk het auxiliair-eskader kunnen verbeteren, dringend noodig. Hij weer spreekt de bewering dat nagenoeg geen enkel der schepen van de Indische militaire marine in goeden staat verkeert en verzekert dat de toestand over het algemeen zeer voldoende is. Hij ziet in vereeniging van het auxiliair-eskader met de Indische militaire marine geen besparing wel verwacht hij die van inkrimping der mili taire- marine. Volkomen overtuigd dat aanbouw dringend noodig is, bovendien beslist van mee ning dat dc werf te Amsterdam in 's lands be lang als werf van aanbouw moet worden behou den, acht de Minister zich niet verantwoord den bouw van het ramtorenschip, onder welks kos tenberekening de bewapening begrepen is, uit te stellen. De ongevallen bij de marine behoeven geen zorg te baren voor 't geen in oorlogstijd zoude te wachten zijn. De minister ziet geen mogelijk heid in gelijktijdige blijvende waarneming van het beheer der departementen van marine en oorlog. Tegen meerdere splitsing der onderdee- len bestaan overwegende bezwaren. Na een verdediging van het behoud van 's Rijks werven op den tegenwoordigen voet, be houdens verbetering, licht de Minister nader toe de redenen, die hem geleid hebben om de min dere vaste geëmploieerden bij de werven verze kering van hun ouden dag in uitzicht te stellen. De maatregelen tot verzekering van het lot van oude werklieden hangen af van de uitkomsten van een onderzoek naar de wijze van regeling bij industrieele instellingen. Het korps ingenieurs der marine is z. i. te hard beoordeeld. De ingenieurs doen naar ver mogen hun plicht. De opleiding te Delft levert zeer bevredigende uitkomsten op. De hoofd-inge- nieursbetrekkiug is noodig. Met de aangevraagde gelden voor 1887 zullen 85 snelvarende kanon nen van 3.7 centimeter aanwezig zijn, hoewel er in latere jaren nog meer noodig zijn. Verder zegt de Minister nog, dat de proefne ming met bemanning der vloot in Oost-Indië door inlanders geheel is mislukt; dat de dissi- pline op de vloot over het algemeen bevredigend is en te handhaven is zonder lijfstraffen, op weder invoering waarvan thans nagenoeg niet meer bij het korps zeeofficieren wordt aangedrongen; dat ongeregeldheden en baldadigheden tusschen vis- schersvaartuigen op de Noordzee bij het beperkt politietoezicht niet altijd zijn te voorkomendat hij de tegenwoordige bestemming van het korps mariniers wenscht te behouden, daarbij hulde brengende aan de eigenaardige deugden van dit zeer geschikte deel der zeemacht; dat ter com pleteering van het personeel vermoedelijk jaar lijks 250 jongens zullen noodig zijn, door welke beperking wellicht later een opleidingsschip ge mist kan worden, in welk geval zal worden on derzocht of Vlissingen als station de voorkeur verdient boven Rotterdam, welke laatste plaats als station z. i. niet is af te keuren dat ver hooging van de bijdrage voor opleiding tot adel borst hem niet raadzaam voorkomt; dat wijzi ging der pensioenwet voor zee-officieren hem niet noodzakelijk schijnt. Ten einde de werkelijk behoeftigen geen schade te doen lijden en de vertegenwoordiging over de eventueel te verleenen schadevergoeding aan dc officieren en bemanning der „Schorpioen" te doen beslissen, heeft de Minister bij nota van wijzi ging op den post gratificatiën een verhooging van f 6000 voorgedragen. Te Leeuwarden ontstond Maandag avond laat brand iu een woning ep Olde Galileën, tengevolge van het omvallen van een petroleumlamp. Bij onderzoek bleek, dat dit te wijten was aan de on voorzichtigheid der bewoners, een reeds bejaard echtpaar, die beiden in hoogen graad beschonken waren. De brand werd spoedig gebluscht, doch tegen beide per sonen is, op grond van het nieuwe wet boek van strafrecht, proces-verbaal op gemaakt. Men schrijft uit Vreeswijk Sint Catharina is voor den land- bouwstand in de Lopikerwaard een gewich tige dag. De boerenknechten en meiden worden met dien dag gehuurd en ont vangen alsdan ook hunne huurpenningen. Op St. Catharina mogen, volgens over oud gebruik, de nog in het land loopende koeien uitgemolken worden; men matigt zich althans dat recht aan. Uit Heenvliet wordt gemeld, dat daar bericht is ontvangen, dat Jan Bevaart, die in Januari vrouw Kwak vermoordde en deswege tot 25 jaren tuchthuisstraf werd veroordeeld, den 21en November in de gevangenis te Leeuwarden is overleden. Wellicht heeft het zijn nut de volgende rijmspreuk hier een plaatsje te geven Gij jeugdig' onderwijzeres, Ontvang van mg een nutte les Zorg allereerst dat g' uwen plicht Volijvrig in de school verricht. Verzuim intusschen niet geheel Bekend te worden voor een deel Met huishoudzaken koken wasch, Het komt u later licht te pas U. P. G. Een vretselgk onheil is Vrijdagavond door de waakzaamheid van den stations chef te Hel voort voorkomen. Weinige minuten vóór de trein uit Brussel zou arriveeren, hoorde hij op eeuigen afstand verwarde geluiden, die hem verdacht voorkwamen. Onverwijld begaf hij zich naar de plaats vanwaar het geluid kwam, en bemerkte toen, dat de spoorweg op drie plaatsen versperd was. Men had eenige balken over de rail» gelegd, die met touwen waren vastgebonden aan palen, welke voor dit doel in den grond waren geslagen. De stationschef had juist nog den tijd om de versperring voor de aankomst van den trein weg te nemen, waardoor schromelijke ongelukken werden voorkomen. Een streng onderzoek is in gesteld tegen de bedrijvers van deze af wandaad. Naar men verneemt, vertrok mevr. Bulkley, die sedert hare invrgheidsstelling onafgebroken te Scheveningen vertoefde, Maandagavond naar het zuiden van Frank rijk, waar zij tot herstel van gezondheid eenige maanden vertoeven zal. Te Muntendam (Groningen) wor-- den in den herfst door een slachter 140 a 150 stuks paarden aan den balk ge hangen, waarvan het vleesch voor een groot gedeelte als gerookte worst en ge rookt vleesch naar de groote steden ver zonden wordt. Volgens officiëele mededeeling van de Engelsche postadministratie, zijn bg den diefstal van postpakketten op den spoorweg tusschen Ostende en Verviers geene in Engeland aangeteekende brieven ontvreemd. De gestolen pakketten be hoorden allen tot de mail die uit Amerika over Londen naar Rusland en Duitsch- land verzonden was. Daaruit zgn 143 brieven {gestolen, waarvan de waarde op één tot anderhalf millioen frank geschat wordt. De laatste berichten bevestigen het gerucht niet, dat de Belgische politie op het spoor der dieven zou zgn, die naar het schijnt in de richting der Fransche grens gevlucht zgn. Heldersche Moppen. Rechter: Dus je hebt geen ouders. Heb je nog broers of zusters Besch.Nog een broer, mijnheer. Rechter: Wat doet hg? Besch.Hij studeert. Rechter: Zoo die zal het ook niet ex-g aangenaam vinden, een broeder te hebben, die reeds voor de vijfde maal wegens diefstal terecht staat. Waarin studeert uw broeder? Besch.Hij bestudeert een geheel nieuwe vinding van inbreken, mynheer. o Scheepsjongen «Kapitein als men weet, waar iets gebleven is, is men het dan kwijt? Kapitein «Wel neen, domme jongen." Jongen «Gelukkig, kapitein, want ik heb zooeven den zilveren trekpot overboord laten vallen. Ingezonden. TEXEL, November '86.- Onder de nieuwstijdingen van dit blad werden onlangs door uw berichtgever weer „ouwe koeien uit de sloot gehaald" in den vorm van herinne ringen aan ha ven verbetering, tram, kanaal naar de Waal en misschien nog iets; was het zijne bedoeling hierdoor de aandacht van de belang hebbenden nog eens op bovengenoemde te ves tigen, dan schijnt het alsof hij eenig resultaat van zijn schrijven zal mogen zien. Is er voor»- hands van havenverbetering nog geen sprake, dit komt waarschijnlijk daaruit voort, dat veel invloedrijke personen nog te weinig met de vis- scherij en de voordeelen, die zij afwerpt, bekend zijn. Op Nieuwediep echter begint men er zoo zachtjes aan partij van te trekken. Later hopen we hierop nog eens terug te komen. Evenmin hoort of ziet men iets van tram verbinding tusschen de haven en den Burg, ofschoon naar veler oordeel wenschelijk. En om een kanaal of vaart van de Waal naar de haven te maken, daar zou ook nog al iets aan hangen. Toch niets van deze drie kasteelen in de lucht, maar werkelijk begint het nu ernst te worden met den wensch om een goeden rijweg aan te leggen tusschen de haven en de Waal. Is er iets noodig, voorzeker zou dit er onder behooren. De weg toch zoo die thans is, is minstens eens zoo lang, als die welke thans gewenscht wordt. De voordeelen voor de Waal, polder Eierland, de Cocksdorp en bij gelegenheid ook voor Ooster end zouden ongetwijfeld belangrijk zijn. Te hopen is het, dat zij, die zich met het ontwerpen vaa dit werk belasten, de zaak flink aanpakken en niet ophouden vóór dat de weg van de Waal naar de haven bereden wordt. U voor de plaatsing van dit stukje dankende. B. 7. Novelle door Levin Schück*ing. Dikwerf is het bij mij opgekomen dat dit veel mijn eigen toedoen wasik had iemand bg mij moeten nemen, of als kind moeten aannemen, maar waar een jong mensch te vinden, tegenover wien ik gewillig de plicht van een vader op mij zou genomen hebben, een jong mensch, daar ik sympathie voor zou kunnen gevoelen, en dat ik gaarne altijd in mijne nabijheid zou gehad hebben?" «Maar ge zoudt toch nog altijd zulk een plan ten uitvoer kunnen brengen", zei Leonhard. Bijvoorbeeld, denk eens over freule Dora", liet hij er lachend op volgen. De oude heer schudde haastig het hoofd toen zuchtte hij diep en zweeg. IV. Leonhard bracht den baron terug naar diens kamer en verwijderde zich toen om voor een poosje naar de houtvesterswoning terug te gaan. Hij had aan zijn vader beloofd, zoo spoedig mogelijk te zullen komen mededeelen, hoe hij den ouden heer gevonden had en wat naar zijne meening, de beste middelen zouden wezen ter verlenging van een leven, waaraan het bestaan van zijn vader als het ware was vastgeknoopt. Leonhard vond hem in gezelschap van zijne moeder en van zijn Iveel jongeren broeder Edwin; aan de koffietafel. Edwin had zijne opleiding genoten aan het instituut te Neu- etadtEberswalde en zette nu te huis zijne studiën voort voor het opperhoutvesters-examen. Zij zaten in de gezellige huiskamer met de ouderwetsche kopergravures in zwart ebben houten lijsten en de nette oude meubeltjes, die al zoo dikwijls waren opgepolitoerd en er toch altijd nog zoo glinsterend uitzagen, alsof juffrouw Klingholt, de vrouw van den hout vester, die vrouw met de goedhartige blauwe oogen, daarop een geheim kunstje verstond. Leonhard nam den stoel, dien Edwin hem dadelijk bereidwillig aanbood, eveneens als een sigaar «want" zei hij spottend, «de siga ren van de heeren zoons, zijn gewoonlijk van beter gehalte als die van de papa's" en be gon toen dadelijk, om zijn vader niet langer in spanning te laten. «De ongesteldheid van den baron komt mij nog al niet zoo erg voor en in geenen deele gevaarlijk. Zij is gedeeltelijk het gevolg van den ouderdom, gedeeltelijk ontstaan door een prikkelbaarheid en gevoeligheid van de zenu wen, zoo erg als ik zelden bij een man ont moet heb. Daardoor wordt hij erg gedrukt en mist hij de kracht om zich tegen zijne ziekte in te zetten. Dat gemis aan kracht, dat gebrek aan levenslust, moet in de eerste plaats bij hem bestreden worden; opge wektheid en moed moeten bij hem weêr in het leven worden geroepen en daartoe vóór alles worden vermeden al wat zijn zwak zenuwgestel onaangenaam zou kunnen aan doen. Als hij dan daardoor weer genot in het leven begint te vinden, dan zal zijn licha melijk lijden van zelf verminderen en verdwij nen zooals alle ongesteldheden waajvan de oorzaak niet bestaat in een organisch gebrek." «Welnu moeder" riep de houtvester, opge ruimd en vrolijk zijn hoofd schuddende «heb ik het niet gezegd, dat Leonhard die zaak wel uit een heel ander oogpunt zou beschou wen?" 'Wel" zei daarop juffrouw Klingholt" ik heb er ook nooit aangetwijfeld dat hij er beter over zou kunnen oordeelen, dan onze oude dokter FellrAeyer, die altijd in de weer is met bloedzuigers en het zetten van koppen. Maar om aan dien flauwhartigen man, die uit goedhartigheid, de lui die zijn hout stelen, dat present geeft en d!e dan later bang is om daarmeê voor uw vader uit te komen, om die er toe te brengen, zich tegen zijn ziekte te verzetten «Dat is heel moeielijk, meent ge, niet waar, moeder? viel Leonhard haar in." Ten minste in de apotheek zult ge daarvoor geen middel vinden." «Neen moeder, dat zal ik niet. Maar heeft u wel eens gehoord van die nieuwe kuur, de transfusie van bloed?" «O, maar foei! Leonhard! Zeker heb ik daar al iets van gehoord, maar ik vind het allerafschuwelijkst, die heeren doktoren zijn toch verschrikkelijke menschen!" «Wees gerust, moedertje; ik wilde alleen door een voorbeeld het duidelijk voor u ma ken, hoe ik van plan ben, onzen goeden ba ron, frissche, nieuwen levenslust en moed in te pompen. Bloed heb ik daarvoor niet noodig, maar het zal eenen onzichtbare, geestelijke transfusie zijn van een sterke, flinke wils kracht op zijn zoo week en gevoelig gemoed, dat juist daardoor voor zulk eene behandeling uiterst geschikt is." En bij wien denkt ge die sterke, flinke, wilskracht te vinden, die op hem moet wor den overgebracht? «Wel daar zou juist de vrouw van den generaal goed voor zijn, voegde Edwin schert send er tusschen. Die bezit genoeg veerkracht en zy zal geven zooveel men van haar vraagt, als zij dan daarvoor later by de erfenis, maar een legaatje, vooraf krygt. Nu, maar de familie von Ramsfeld is niet veel beter. «Daar heb je bij voorbeeld je vriend Damianl" i*iep de houtvester. «Toch wel, vader, toch wel" voerde Edwin met opgewektheid hiertegen in. Damian is waarlijk een ferme jongen, wien» schuld het toch niet is, dat alles in de wereld schijnt hem te moeten tegenloopen. Wat kan hij er toch tegen doen, als men bij zijn examen vragen doet, die hij niet weet te beantwoorden, en dat men uit nijdigheid hem juist niet vraagt over hetgeen hij heel goed weet? En toen hij eindelijk jachtjonker geworden was, is het toch waarlijk evenmin aan hem te wijten geweest, dat hem één van die, prinsen, zoo stom in den weg liep en dat hij hem getroffen heeft! Gij moest toch toestemmen vader, dat zijn noodlottige omstandigheden, die «Ach! houd toch op over die noodlottige omstandigheden, van dien dommen Damian, «viel zijne moeder hem in het woord". Laat Leonhard nu uitpraten!" «Welnu, moedertje", hernam Leonhard: «Ik ken in de stad iemand, die hier die kuur wel zou kunnen uitvoeren. Een jonge dame, heel ernstig en zeer beschaafd. Ik zal er met haar over spreken en ik heb wel hoop, dat ik er haar wel toe bewegen zal, om de zorg en de verpleging van onzen patiënt op zich te nemen. Stemt zij er in toe, dan ben ik gerust, want ik ben overtuigd, dat zij die taak zou vervullen met die nauwgezetheid en zorgvul digheid, die ik steeds by haar heb waarge- En wie is en hoe heet dat model van een ziekenverpleegster"? vroeg de moeder. «Zij heet RegineBertram" antwoord de Leonhard, na een oogenblik aarzelend en met een lichten blos op het gelaat. Zijne moeder keek hem ter loops dqch erns tig aan, maar bewaarde het stilzwijgen; toen liet vader Klingholt zich hooren. Het ware te wenschen, dat zij er den ouden baron toe kon brengen, om dat heele familieboeltje, dat hem nu ergert en het leven zuur maakt, zich van den hals te schuiven!" «Daarheen moeten wij het ook zien te brengen, vader «merkte Leonhard op". Wy moeten, voor alle dingen onzen goeden baron verdere ergernis besparen, daaraan moet een eind komen, en menschen, die hem altijd aan zijne ongesteldheid herinneren of op zijne zwakheid zinspelen, die zijn voor hem juist het minst passende gezelschap, want het komt er vooral op aan, om hem zoo min mogelijk aan zyne ziekte te doen denken." (Wordt vervolgd). Te Ohio heeft een hotel-houder aan den ingang zijner eetzaal een grooten spiegel aan gebracht, die zóó geslepen is, dat, wie er bij het binnenkomen in kijkt, wel schrikken moot, zoo uitgemergeld en mager als hy er uitziet, maar die, wanneer de gast na het dinée er nog eens voor blijft staan, eer hij de zaal verlaat, een omtrek van corpulentie vertoont, grooter dan de stoutste verwachting zich die kan voorstellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1886 | | pagina 1