't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Nieuwstijdingen.
Tweede Blad.
no 1440.
Zaterdag 4 Deceml)er*1886.
Veertiende* Jaargang.
feuilleton.
RECHT EN LIEFDE.
PosterU en.
De Directeur van het Postkantoor te Jleider,
brengt ter algemeene kennis:
le. dat op Zondag 5 December a.s. het kan
toor voor aanneming van postpakketten geopend
zal zijn van 6 tet 10 u. 'sm. en van 12 tot
2 u. 'sa.
2e. dat het aantal bestellingen op 2, 3, 4, 5,
6 en 7 Dec. e. k. met zooveel zal worden ver
meerderd, als zal blijken noodig te zijn, opdat
alle pakketten, op den dag van aankomst ook
weder besteld kunnen worden.
3e. dat op bovengenoemden datums postpak
ketten 30 min. voor het vertrek van de eerst
volgende post moeten bezorgd zijn, om met die
post te worden verzonden.
4e. dat hij het publiek beleefd doch dringend
verzoekt, de adressen zooveel mogelijk op de
pakketten te schrijven of vast te plakken,
onder het kruistouw, in dier voege, dat zy
niet kunnen losraken. Het gebruik maken van
lak is niet aan te bevelen.
5e. dat vooral bij gelegenheid van en met
het oog op de groote verzending op het St.
Nicolaasfeest een goede en stevige verpakking
en een nauwkeurige met inkt geschrevene
adresseering een eerste vereischte zijn en dat
hierop zeer zal worden toegezien.
6e. dat men zorg drage bij de pakketten ge
schrevene kaarten te hebben met duidelijke
adresseering en geheel in overeenstemming
met het adres van het pakje, waarbij de kaart
behoort, terwijl het publiek beleefd verzocht
wordt, zooveel mogelijk het verschuldigde port
vooraf in postzegels op de kaart te plakken.
7e. dat de pakketten niet zwaarder mogen
zijn dan 5 KG., een inhoud mogen hebben
van 25 kub. dM. en een breedte, lengte of hoogte
van 80 cM.
De Directeur voornoemd,
POLVLIET.
HELDER, 3 December 1886.
Uit het kort relaas der zitting
van het Hof in het zoogenaamde paling
oproer, zullen zij die in de verslagen van
rechtszaken stof voor emotieplegen te
zoeken, weinig van hunne gading hebben
fevonden. Niet onnatuurlijk, trouwens,
'ot welke rampzalige gevolgen het ver
zet van een gedeelte der smalle gemeente
op 25 en 26 Juli ook aanleiding hebbe
gegeven, uit het verhoor bleek, gelijk
dit na de vroegere gepubliceerde instructie
verwacht kon worden, dat de woelingen
eenvoudig het gevolg waren van brood
dronkenheid, van eene agitatie, zonder
eenigen werkelykeu grond, tenzij men
het verbod om te mogen palingtrekken*
als zoodanig zou durven beschouwen.
Hetgeen tot nu toe aan het licht kwam
omtrent de oorzaken der onlusten, gaf
noch aanleiding te denken aan een vooraf
beraamd plan. dat ten uitvoer gebracht
werd, noch aan samenspanning. De gan-
sche zitting liep over de quaestie wie
wel, wie niet met steenen geworpen had,
hetgeen uit den aard der zaak tot een
eentonig getuigenverhoor aanleiding moest
geven. De groote menigte beambten der
politie, die op de banken der getuigen
waren gezeten, gaf aan de zaal een niet
gewoon aanzien; van de zijde van het
publiek was de belangstelling niet groot.
Ook het uiterlijk der dertien beklaagden
gaf geene aauleiding tot interessante be
spiegelingen van agitators en volks
menners pleegt men zich een ander denk
beeld te vormen. Vrouw Maria Potters
wekte nog de meeste belangstelling, niet
door haar eigen persoon, maar door de
zuigeling aan hare borst. Van ÏO1/» tot
na 5 ure hield het kind zich zoo voor
beeldeloos rustig, dat men er met den
besten wil geen rebellenaard in vermoe
den kon. Toch moet dat kind het levens
licht aanschouwd hebben, juist in de dagen
dat de moeder onder den indruk der
woelingen verkeerde.
Kortom, men verHet de rechtszaal onder
den indruk, dat het bloedig drama, waar
van hier het laatste bedrijf wordt afge
speeld, een allertreurigst licht werpt op
de ontwikkeling van een deel des volks,
dat, indien het niet bijtijds gebreideld
ware geworden, om een oorzaak waarin
met den besten wil geen verheffend be
ginsel kan worden opgespoord, uit wrok
misschien, uit zucht tot verzet quand
même, in elk geval uit gebrek aan zelf-
beheersching, voortvloeiende uit onver
stand, de hoofdstad tot het tooneel van
diepe ellende dreigde te maken.
In zake 't palingoproer is door 't hof
te Amsterdam 't volgende vonnis gewezen
overwegende dat het niet bewezen is
dat Johannes Mater de hem ten laste ge
legde feiten heeft gepleegd, concludeerende
tot vrijspraak
eischt voor Arend Schoneville 1 jaar,
voor Staneke 1 jaar en 3 maanden, voor
Domna 1 jaar 3 maanden, voor Pietersen
1 jaar en 3 maanden, Van Beesten 1 jaar
en 6 maanden, voor Faille 1 jaar en een
boete van 8 gulden, voor Jan Heeren 1
jaar, voor Dirk Dirks 1 jaar en 3 maan
den, voor Cornelis Johannes Fontijn 1
jaar en 3 maanden, voor Maria Potters
1 jaar en 8 gulden boete, voor Petronella
Heijnsius 9 m. en voor Petronella Scholten
(hare doehter) 6 maanden gevangenisstraf.
De Minister van Marine heeft zijn
antwoord ingezonden op het voorloopig
verslag op de Marine Begrooting voor 1887.
De minister komt op tegen de opmerking, dat
hij de uitgaven opdrijft, en niet genoegzaam acht
geeft op den financieelen toestand en op de gel
delijke belangen der bevolking. Hij «treeft naar
de grootst mogelijke zuinigheid, waar de eischen
van den dienst dit toelaten, maar ontkent dat
met sommen als voor 1885, 1886 en 1887 voor
materieel zijn toegestaan of gevraagd, bij zuinig
beheer, behoorlijk aan de behoefte kan worden
voldaan en de marine in goeden staat kan wor
den gehouden. Omtrent de taak der Nederland-
sche zeemacht deelt de Minister de denkbeelden
van zijn ambtsvoorganger. Samenwerkende met
de landmacht, heeft de marine het gedeelte des
lands te verdedigen, dat in verband met het ves
tingstelsel, daarvoor in aanmerking komt. In
Oost-Indië zal zij, met behulp der Indische mili
taire marine, de bezittingen moeten beschermen
tegen een eventueelen aanval van een buiten-
landschen vijand, en in vredestijd ook in West-
Indië het Nederland«ch gezag moeten handhaven
en 's Rijks belangen behartigen. Daartoe is noo
dig oefening van het personeel, dienstbaar ge
maakt aan het vertoonen der vlag in den vreemde
en aan bevordering der Nederl. handelsbelangen.
Strijd in open zee past niet in dit stelsel en
wordt niet door den Minister begeerd. Een vast
plan van aanbouw kan hij ook nu niet geven.
Hij wenscht het voorbeeld van naburige Staten
te volgen en aan de zeemacht slechts datgene toe
te voegen, wat het meest met den oogenblikke-
lijken stand der zeekrijgswetenschap strookt. In
verband hiermede blijft de bouw van schepen,
die in Oost-Indië geleidelijk het auxiliair-eskader
kunnen verbeteren, dringend noodig. Hij weer
spreekt de bewering dat nagenoeg geen enkel
der schepen van de Indische militaire marine
in goeden staat verkeert en verzekert dat de
toestand over het algemeen zeer voldoende is.
Hij ziet in vereeniging van het auxiliair-eskader
met de Indische militaire marine geen besparing
wel verwacht hij die van inkrimping der mili
taire- marine. Volkomen overtuigd dat aanbouw
dringend noodig is, bovendien beslist van mee
ning dat dc werf te Amsterdam in 's lands be
lang als werf van aanbouw moet worden behou
den, acht de Minister zich niet verantwoord den
bouw van het ramtorenschip, onder welks kos
tenberekening de bewapening begrepen is, uit te
stellen.
De ongevallen bij de marine behoeven geen
zorg te baren voor 't geen in oorlogstijd zoude
te wachten zijn. De minister ziet geen mogelijk
heid in gelijktijdige blijvende waarneming van
het beheer der departementen van marine en
oorlog. Tegen meerdere splitsing der onderdee-
len bestaan overwegende bezwaren.
Na een verdediging van het behoud van
's Rijks werven op den tegenwoordigen voet, be
houdens verbetering, licht de Minister nader toe
de redenen, die hem geleid hebben om de min
dere vaste geëmploieerden bij de werven verze
kering van hun ouden dag in uitzicht te stellen.
De maatregelen tot verzekering van het lot van
oude werklieden hangen af van de uitkomsten
van een onderzoek naar de wijze van regeling
bij industrieele instellingen.
Het korps ingenieurs der marine is z. i. te
hard beoordeeld. De ingenieurs doen naar ver
mogen hun plicht. De opleiding te Delft levert
zeer bevredigende uitkomsten op. De hoofd-inge-
nieursbetrekkiug is noodig. Met de aangevraagde
gelden voor 1887 zullen 85 snelvarende kanon
nen van 3.7 centimeter aanwezig zijn, hoewel er
in latere jaren nog meer noodig zijn.
Verder zegt de Minister nog, dat de proefne
ming met bemanning der vloot in Oost-Indië
door inlanders geheel is mislukt; dat de dissi-
pline op de vloot over het algemeen bevredigend
is en te handhaven is zonder lijfstraffen, op weder
invoering waarvan thans nagenoeg niet meer bij
het korps zeeofficieren wordt aangedrongen; dat
ongeregeldheden en baldadigheden tusschen vis-
schersvaartuigen op de Noordzee bij het beperkt
politietoezicht niet altijd zijn te voorkomendat
hij de tegenwoordige bestemming van het korps
mariniers wenscht te behouden, daarbij hulde
brengende aan de eigenaardige deugden van dit
zeer geschikte deel der zeemacht; dat ter com
pleteering van het personeel vermoedelijk jaar
lijks 250 jongens zullen noodig zijn, door welke
beperking wellicht later een opleidingsschip ge
mist kan worden, in welk geval zal worden on
derzocht of Vlissingen als station de voorkeur
verdient boven Rotterdam, welke laatste plaats
als station z. i. niet is af te keuren dat ver
hooging van de bijdrage voor opleiding tot adel
borst hem niet raadzaam voorkomt; dat wijzi
ging der pensioenwet voor zee-officieren hem niet
noodzakelijk schijnt.
Ten einde de werkelijk behoeftigen geen schade
te doen lijden en de vertegenwoordiging over de
eventueel te verleenen schadevergoeding aan dc
officieren en bemanning der „Schorpioen" te doen
beslissen, heeft de Minister bij nota van wijzi
ging op den post gratificatiën een verhooging
van f 6000 voorgedragen.
Te Leeuwarden ontstond Maandag
avond laat brand iu een woning ep Olde
Galileën, tengevolge van het omvallen
van een petroleumlamp. Bij onderzoek
bleek, dat dit te wijten was aan de on
voorzichtigheid der bewoners, een reeds
bejaard echtpaar, die beiden in hoogen
graad beschonken waren. De brand werd
spoedig gebluscht, doch tegen beide per
sonen is, op grond van het nieuwe wet
boek van strafrecht, proces-verbaal op
gemaakt.
Men schrijft uit Vreeswijk
Sint Catharina is voor den land-
bouwstand in de Lopikerwaard een gewich
tige dag. De boerenknechten en meiden
worden met dien dag gehuurd en ont
vangen alsdan ook hunne huurpenningen.
Op St. Catharina mogen, volgens over
oud gebruik, de nog in het land loopende
koeien uitgemolken worden; men matigt
zich althans dat recht aan.
Uit Heenvliet wordt gemeld, dat daar
bericht is ontvangen, dat Jan Bevaart,
die in Januari vrouw Kwak vermoordde
en deswege tot 25 jaren tuchthuisstraf
werd veroordeeld, den 21en November in
de gevangenis te Leeuwarden is overleden.
Wellicht heeft het zijn nut de volgende
rijmspreuk hier een plaatsje te geven
Gij jeugdig' onderwijzeres,
Ontvang van mg een nutte les
Zorg allereerst dat g' uwen plicht
Volijvrig in de school verricht.
Verzuim intusschen niet geheel
Bekend te worden voor een deel
Met huishoudzaken koken wasch,
Het komt u later licht te pas
U. P. G.
Een vretselgk onheil is Vrijdagavond
door de waakzaamheid van den stations
chef te Hel voort voorkomen. Weinige
minuten vóór de trein uit Brussel zou
arriveeren, hoorde hij op eeuigen afstand
verwarde geluiden, die hem verdacht
voorkwamen. Onverwijld begaf hij zich
naar de plaats vanwaar het geluid kwam,
en bemerkte toen, dat de spoorweg op
drie plaatsen versperd was. Men had
eenige balken over de rail» gelegd, die
met touwen waren vastgebonden aan
palen, welke voor dit doel in den grond
waren geslagen. De stationschef had juist
nog den tijd om de versperring voor de
aankomst van den trein weg te nemen,
waardoor schromelijke ongelukken werden
voorkomen. Een streng onderzoek is in
gesteld tegen de bedrijvers van deze af
wandaad.
Naar men verneemt, vertrok mevr.
Bulkley, die sedert hare invrgheidsstelling
onafgebroken te Scheveningen vertoefde,
Maandagavond naar het zuiden van Frank
rijk, waar zij tot herstel van gezondheid
eenige maanden vertoeven zal.
Te Muntendam (Groningen) wor--
den in den herfst door een slachter 140
a 150 stuks paarden aan den balk ge
hangen, waarvan het vleesch voor een
groot gedeelte als gerookte worst en ge
rookt vleesch naar de groote steden ver
zonden wordt.
Volgens officiëele mededeeling van
de Engelsche postadministratie, zijn bg
den diefstal van postpakketten op den
spoorweg tusschen Ostende en Verviers
geene in Engeland aangeteekende brieven
ontvreemd. De gestolen pakketten be
hoorden allen tot de mail die uit Amerika
over Londen naar Rusland en Duitsch-
land verzonden was. Daaruit zgn 143
brieven {gestolen, waarvan de waarde op
één tot anderhalf millioen frank geschat
wordt.
De laatste berichten bevestigen het
gerucht niet, dat de Belgische politie op
het spoor der dieven zou zgn, die naar
het schijnt in de richting der Fransche
grens gevlucht zgn.
Heldersche Moppen.
Rechter: Dus je hebt geen ouders. Heb je
nog broers of zusters
Besch.Nog een broer, mijnheer.
Rechter: Wat doet hg?
Besch.Hij studeert.
Rechter: Zoo die zal het ook niet ex-g
aangenaam vinden, een broeder te hebben, die
reeds voor de vijfde maal wegens diefstal terecht
staat. Waarin studeert uw broeder?
Besch.Hij bestudeert een geheel nieuwe
vinding van inbreken, mynheer.
o
Scheepsjongen «Kapitein als men weet,
waar iets gebleven is, is men het dan kwijt?
Kapitein «Wel neen, domme jongen."
Jongen «Gelukkig, kapitein, want ik heb
zooeven den zilveren trekpot overboord laten
vallen.
Ingezonden.
TEXEL, November '86.-
Onder de nieuwstijdingen van dit blad werden
onlangs door uw berichtgever weer „ouwe koeien
uit de sloot gehaald" in den vorm van herinne
ringen aan ha ven verbetering, tram, kanaal naar
de Waal en misschien nog iets; was het zijne
bedoeling hierdoor de aandacht van de belang
hebbenden nog eens op bovengenoemde te ves
tigen, dan schijnt het alsof hij eenig resultaat
van zijn schrijven zal mogen zien. Is er voor»-
hands van havenverbetering nog geen sprake,
dit komt waarschijnlijk daaruit voort, dat veel
invloedrijke personen nog te weinig met de vis-
scherij en de voordeelen, die zij afwerpt, bekend
zijn. Op Nieuwediep echter begint men er zoo
zachtjes aan partij van te trekken.
Later hopen we hierop nog eens terug te
komen. Evenmin hoort of ziet men iets van
tram verbinding tusschen de haven en den Burg,
ofschoon naar veler oordeel wenschelijk. En om
een kanaal of vaart van de Waal naar de haven
te maken, daar zou ook nog al iets aan hangen.
Toch niets van deze drie kasteelen in de lucht,
maar werkelijk begint het nu ernst te worden
met den wensch om een goeden rijweg aan te
leggen tusschen de haven en de Waal. Is er
iets noodig, voorzeker zou dit er onder behooren.
De weg toch zoo die thans is, is minstens eens
zoo lang, als die welke thans gewenscht wordt.
De voordeelen voor de Waal, polder Eierland,
de Cocksdorp en bij gelegenheid ook voor Ooster
end zouden ongetwijfeld belangrijk zijn.
Te hopen is het, dat zij, die zich met het
ontwerpen vaa dit werk belasten, de zaak flink
aanpakken en niet ophouden vóór dat de weg
van de Waal naar de haven bereden wordt.
U voor de plaatsing van dit stukje dankende.
B.
7. Novelle door Levin Schück*ing.
Dikwerf is het bij mij opgekomen dat dit
veel mijn eigen toedoen wasik had iemand
bg mij moeten nemen, of als kind moeten
aannemen, maar waar een jong mensch te
vinden, tegenover wien ik gewillig de plicht
van een vader op mij zou genomen hebben,
een jong mensch, daar ik sympathie voor zou
kunnen gevoelen, en dat ik gaarne altijd in
mijne nabijheid zou gehad hebben?"
«Maar ge zoudt toch nog altijd zulk een plan
ten uitvoer kunnen brengen", zei Leonhard.
Bijvoorbeeld, denk eens over freule Dora",
liet hij er lachend op volgen.
De oude heer schudde haastig het hoofd
toen zuchtte hij diep en zweeg.
IV.
Leonhard bracht den baron terug naar diens
kamer en verwijderde zich toen om voor een
poosje naar de houtvesterswoning terug te
gaan. Hij had aan zijn vader beloofd, zoo
spoedig mogelijk te zullen komen mededeelen,
hoe hij den ouden heer gevonden had en wat
naar zijne meening, de beste middelen zouden
wezen ter verlenging van een leven, waaraan
het bestaan van zijn vader als het ware was
vastgeknoopt.
Leonhard vond hem in gezelschap van zijne
moeder en van zijn Iveel jongeren broeder
Edwin; aan de koffietafel. Edwin had zijne
opleiding genoten aan het instituut te Neu-
etadtEberswalde en zette nu te huis zijne
studiën voort voor het opperhoutvesters-examen.
Zij zaten in de gezellige huiskamer met de
ouderwetsche kopergravures in zwart ebben
houten lijsten en de nette oude meubeltjes,
die al zoo dikwijls waren opgepolitoerd en er
toch altijd nog zoo glinsterend uitzagen, alsof
juffrouw Klingholt, de vrouw van den hout
vester, die vrouw met de goedhartige blauwe
oogen, daarop een geheim kunstje verstond.
Leonhard nam den stoel, dien Edwin hem
dadelijk bereidwillig aanbood, eveneens als
een sigaar «want" zei hij spottend, «de siga
ren van de heeren zoons, zijn gewoonlijk van
beter gehalte als die van de papa's" en be
gon toen dadelijk, om zijn vader niet langer
in spanning te laten.
«De ongesteldheid van den baron komt mij
nog al niet zoo erg voor en in geenen deele
gevaarlijk. Zij is gedeeltelijk het gevolg van
den ouderdom, gedeeltelijk ontstaan door een
prikkelbaarheid en gevoeligheid van de zenu
wen, zoo erg als ik zelden bij een man ont
moet heb. Daardoor wordt hij erg gedrukt
en mist hij de kracht om zich tegen zijne
ziekte in te zetten. Dat gemis aan kracht,
dat gebrek aan levenslust, moet in de eerste
plaats bij hem bestreden worden; opge
wektheid en moed moeten bij hem weêr in
het leven worden geroepen en daartoe vóór
alles worden vermeden al wat zijn zwak
zenuwgestel onaangenaam zou kunnen aan
doen. Als hij dan daardoor weer genot in
het leven begint te vinden, dan zal zijn licha
melijk lijden van zelf verminderen en verdwij
nen zooals alle ongesteldheden waajvan de
oorzaak niet bestaat in een organisch gebrek."
«Welnu moeder" riep de houtvester, opge
ruimd en vrolijk zijn hoofd schuddende «heb
ik het niet gezegd, dat Leonhard die zaak
wel uit een heel ander oogpunt zou beschou
wen?"
'Wel" zei daarop juffrouw Klingholt" ik
heb er ook nooit aangetwijfeld dat hij er
beter over zou kunnen oordeelen, dan onze
oude dokter FellrAeyer, die altijd in de weer
is met bloedzuigers en het zetten van koppen.
Maar om aan dien flauwhartigen man, die uit
goedhartigheid, de lui die zijn hout stelen,
dat present geeft en d!e dan later bang is
om daarmeê voor uw vader uit te komen,
om die er toe te brengen, zich tegen zijn
ziekte te verzetten
«Dat is heel moeielijk, meent ge, niet waar,
moeder? viel Leonhard haar in." Ten minste
in de apotheek zult ge daarvoor geen middel
vinden."
«Neen moeder, dat zal ik niet. Maar heeft
u wel eens gehoord van die nieuwe kuur, de
transfusie van bloed?"
«O, maar foei! Leonhard! Zeker heb ik
daar al iets van gehoord, maar ik vind het
allerafschuwelijkst, die heeren doktoren zijn
toch verschrikkelijke menschen!"
«Wees gerust, moedertje; ik wilde alleen
door een voorbeeld het duidelijk voor u ma
ken, hoe ik van plan ben, onzen goeden ba
ron, frissche, nieuwen levenslust en moed in te
pompen. Bloed heb ik daarvoor niet noodig,
maar het zal eenen onzichtbare, geestelijke
transfusie zijn van een sterke, flinke wils
kracht op zijn zoo week en gevoelig gemoed,
dat juist daardoor voor zulk eene behandeling
uiterst geschikt is."
En bij wien denkt ge die sterke, flinke,
wilskracht te vinden, die op hem moet wor
den overgebracht?
«Wel daar zou juist de vrouw van den
generaal goed voor zijn, voegde Edwin schert
send er tusschen.
Die bezit genoeg veerkracht en zy zal geven
zooveel men van haar vraagt, als zij dan
daarvoor later by de erfenis, maar een legaatje,
vooraf krygt.
Nu, maar de familie von Ramsfeld is niet
veel beter. «Daar heb je bij voorbeeld je vriend
Damianl" i*iep de houtvester.
«Toch wel, vader, toch wel" voerde Edwin
met opgewektheid hiertegen in. Damian is
waarlijk een ferme jongen, wien» schuld het
toch niet is, dat alles in de wereld schijnt
hem te moeten tegenloopen.
Wat kan hij er toch tegen doen, als men
bij zijn examen vragen doet, die hij niet weet
te beantwoorden, en dat men uit nijdigheid
hem juist niet vraagt over hetgeen hij heel
goed weet? En toen hij eindelijk jachtjonker
geworden was, is het toch waarlijk evenmin
aan hem te wijten geweest, dat hem één van
die, prinsen, zoo stom in den weg liep
en dat hij hem getroffen heeft! Gij moest
toch toestemmen vader, dat zijn noodlottige
omstandigheden, die
«Ach! houd toch op over die noodlottige
omstandigheden, van dien dommen Damian,
«viel zijne moeder hem in het woord". Laat
Leonhard nu uitpraten!"
«Welnu, moedertje", hernam Leonhard: «Ik
ken in de stad iemand, die hier die kuur wel
zou kunnen uitvoeren. Een jonge dame,
heel ernstig en zeer beschaafd. Ik zal er met
haar over spreken en ik heb wel hoop, dat
ik er haar wel toe bewegen zal, om de zorg
en de verpleging van onzen patiënt op zich
te nemen.
Stemt zij er in toe, dan ben ik gerust,
want ik ben overtuigd, dat zij die taak zou
vervullen met die nauwgezetheid en zorgvul
digheid, die ik steeds by haar heb waarge-
En wie is en hoe heet dat model van een
ziekenverpleegster"? vroeg de moeder.
«Zij heet RegineBertram" antwoord
de Leonhard, na een oogenblik aarzelend en
met een lichten blos op het gelaat.
Zijne moeder keek hem ter loops dqch erns
tig aan, maar bewaarde het stilzwijgen; toen
liet vader Klingholt zich hooren. Het ware
te wenschen, dat zij er den ouden baron toe
kon brengen, om dat heele familieboeltje, dat
hem nu ergert en het leven zuur maakt, zich
van den hals te schuiven!"
«Daarheen moeten wij het ook zien te
brengen, vader «merkte Leonhard op". Wy
moeten, voor alle dingen onzen goeden baron
verdere ergernis besparen, daaraan moet een
eind komen, en menschen, die hem altijd aan
zijne ongesteldheid herinneren of op zijne
zwakheid zinspelen, die zijn voor hem juist
het minst passende gezelschap, want het komt
er vooral op aan, om hem zoo min mogelijk
aan zyne ziekte te doen denken."
(Wordt vervolgd).
Te Ohio heeft een hotel-houder aan den
ingang zijner eetzaal een grooten spiegel aan
gebracht, die zóó geslepen is, dat, wie er bij
het binnenkomen in kijkt, wel schrikken moot,
zoo uitgemergeld en mager als hy er uitziet,
maar die, wanneer de gast na het dinée er
nog eens voor blijft staan, eer hij de zaal
verlaat, een omtrek van corpulentie vertoont,
grooter dan de stoutste verwachting zich die
kan voorstellen.