WEEKBLAD.
Zondagsblad v?in "t VLIEGEND BLAADJ E.
35 Cent per drie maanden.
Uitgevers
BERKHOUT Co.
Helder.
Een laatste redmiddel.
Muller: Zoo, Meijer, heb je weer dubbeltjes
mandat je nu zoo gemoedelijk achter 'n glaasje
bier zit? Is de oude toch eindelijk over de brug
gekomen? Hoe heb je dat aangelegd?
MeijerWel, doodeenvoudig: ik heb mijn
oudje geschrevendat als ie binnen 4 dagen
de gevraagde dertig gulden niet zond, ik ge
noodzaakt zou zijn een einde aan mijn bestaan
te maken, en dat de begrafenis hem dan zoo
omme en bij de zestig gulden zou kosten. Toen
heeft hij van twee kwaden het beste gekozen,
en zoo ben ik nu weer tamelijk goed bij kas.
Onaangenaam.
De trein zal zoo dadelijk vertrekkener is
reeds afgeluidals nog eene zwaarlijvige dame
schier buiten adem komt aangeloopen. Onmid
dellijk vat de conducteur haar onder den arm,
stopt haar letterlijk in een coupé, en voort
snelt de trein.
Een slimmerd.
MullerZeg eens Meijer waarom ga jij altijd
zoo vlak vooraan zitten in de comedie?
MeijerWel dan heb ik 't genot, dat ik 't
stuk tweemalen hoor voor één geld eerst
van den souffleur en dan van den acteur.
Mijn Roosje.
door H.
Zij is een roos en heet ook „Roosje,"
Eerst kort bloeit zij in volle pracht;
Een schoone knop nog voor een poosje,
Ontlook ze vóór het iemand dacht.
Wat zal het lot van ,,'t roosje" wezen?
't Staat slechts in 't boek van 't lot te lezen.
Zal 't bloeien voor een langen tijd,
Of zal het roek'loos afgesneden
Voor tooi alleen, en dan vertreden
Ter prooi zijn van de ijdelheid?
Doch, neen! ik zal het trouw bewaken
Met al mijn liefde en verstand;
Geen drieste hand zal het genaken,
Tot dat het later dient verplant.
Dan zal de schoonste bloei beginnen,
„Mijn Roosje" zal mij dan beminnen,
En zij voor goed de mijne zijn.
Met liefde zal ik haar verzorgen
Enaan mijn trouwe borst verborgen
Zal 'k van haar weren alle pijn.
Bedachtzaam.
Koetsier (tot zijn aanstaanden heer): Gebruikt u
ook zoölogische uitdrukkingen?
Heer\ Zoölogische uitdrukkingen hoe be
doel je dat?
Koetsier-. Wel, zooals: „Os, waar rijd je
nu weer heen?" of: „Ezel, kun jij je ooren
niet loszetten?" of: „Luipaard, leg je nu nog
in je bed?" Ik moet dat namelijk vooruit
weten, om daar naar het loon te bepalen dat
ik verlang.
Eenige oogenblikken later verschijnt de con
ducteur voor het portierraampje van de coupé,
waarin de dame nog altijd naar haar adem zit
te hijgen. „Och hemeltje ik„Nu,
nuwees u nu maar bedaardu is in ieder
geval meegekomen, en dat is toch de hoofd
zaak!" „Och hemeltje ik wou alleen
maar „Mag ik uw biljet, als 't u blieft?"
„Ja maar ik had alleen dezen brief
maar aan den postwaggon willen afgeven!"
Een uitzondering.
Muller (die altijd te vergeefs geld tracht
te leenen): 't Spreekwoord is maar waar:
„Vrienden in den nood
Honderd in een lood."
Meijer (op zijn teenen getrapt)Ik hoop toch
nietdat dit op mij van toepassing is, ik
Muller-. O neen! jij bent de eerste van de j
tweede honderd.
De verkeerde wereld.
Welk compliment hooren de patiënten
die een vermageringskuur ondergaan, het
liefst?
„Lieve hemel, wat zie jij er miserabel
uit!"
Gegronde reden.
Ga je verhuizen?
Jadat moet ik wel. Ik zie 't aankomen
dat ik op me'n mooie kamerjuffrouw verliefd
zou worden, en dat zou trouwen geven!
Nu, zou dat dan zoo erg zijn?
Natuurlijk; vermogen heeft ze niet en ze
kan maar ampertjes rondkomen van die arm
zalige paar guldendie hare commensalen
haar schuldig blijven!
Getroefd.
Muller (die zijn vriend Meijer in een gezel
schap het land eens wil aanjagen)Ja, dames,
mijn vriend Meijer is niet zoo dom als hij er
wel uitziet.
MeijerDat is juist het onderscheid tusschen
Muller en mij, dames.
Dubbelzinnig.
KlaassenWel, wel, en is je vrouw ook
zoo overleden?
Jansen: Ja, 't is wel treurig; maar één ding
troost me tochik ben namelijk overtuigddat
ze niet schijndood was.
Gepast antwoord.
Vorst (van een klein staatjetot zijn gezant):
Ge lijkt wel een ezel, mijnheer!
Gezant: Waar ik op lijk, weet ik niet; maar
wél weet ik, dat ik Uwe Hoogheid al sinds
jaren gerepresenteerd heb.