GEÏLLUSTREERD HUMORISTISCH WEEKBLAD. Ook een baantje. Wat is die Meijer toch eigenlijk? Meijer? Die is kastanjes uit 't vuur haler op 't kantoor van den onbeschoften Mul ler. Een somber ver moeden. Kolonelsche (tot haar echtgenoot)Karei, je visitekaartjes raken op zal ik meteen nieuwe bestellen Kolonel: Wacht daar liever mee totdat de groote manoeuvres zijn afgeloopen. Kuisonder wij s. Gouvernante: Maar Josiene wat ik je ook tracht te leeren't baat niet; 't schijnt 't eene oor in, en 't andere oor weer uit te gaan. Josiene: Maar Juf, kan ik het dan helpen, Ook een medewerker. Duidelijk. Bruiman (tot zijn tweede vrouw)Ja, lieve, je moet 't me niet kwalijk nemen, wanneer ik je misschien meer dan je lief is, over mijne eerste spreek. Ik houd haar nagedachtenis in eere; ze verdient het. Mevrouw. Wees verzekerd, Bruiman, dat niemand haar meer betreurt dan ik. In den krjjg. Kapitein (tot soldaat)Waarom beef je zoo Jansen? JansenKap'tein, mijn lichaam beeft uit vrees voor de gevarenwaaraan het weet dat mijn moed het straks zal blootstellen. In den schouwburg. Een kranig indisch officier, zit in het par- terre, met de sabel tusschen de knieën; de sabel glijdt uit en raakt de voeten van een i winderig jonkman die voor hem zit. JonkmanMijnheerUw sabel hindert mij. 0Officier: Die heeft er in Atjeh wel erger ge- dat ik twee ooren heb? j moristisch Weekblad mijn portretgeplaatst! Dacht u datik dat gratis afstond? hinderd Vagebond-Goede morgen meneer de redacteurIk kom me'n loon halen. RedacteurJe loon? Waarvoor? VagebondWaarvoor? U hebt in No. 49 van uw geïllustreerd hu-I In de rechtzaal. Rechter: Je zegt den avond van het misdrijf zinneloos be schonken te zijn geweest, be klaagde. Kun je dat bewijzen? BeklaagdeMijnheer de rech ter, laat u asjeblieft mijn schoon moeder als getuige oproepen dan zult u uit haar eigen mond vernemendat ik haar dien avond een kus gegeven heb. Ondeugend. Kladschilder (met verbazend veel drukte tot het bestuur eener ver- eeniging)Als de heeren nu maar eerst de zaal keurig willen laten witten, dan zal ik onmiddellijk een begin maken met het deco reeren van de muren. Een der bestuursledenAls er dan toch gedecoreerd moet wor den laat mijnheer dan maar eerst zijn gang gaan; dan kunnen we daarna laten witten- Op de sociëteit. Jeugdig advocaat (tot een notaris)Ik zag u van morgen in de rechtzaal; heb ik niet flink het medelijden weten op te wekken? NotarisZegt u dat weler was niemand in de heele zaal, die geen medelijden met uw pleidooi had Op zijn plaats gezet. Kapitein Van Dongen (tot den ouden heer Schraapmeijerdie even gierig als rijk is): Wat hebt u toch eigenlijk aan uw geldals u er geen gebruik van maakt? SchraapmeijerMe dunktik zou u met het zelfde recht kunnen vragenwat hebt u toch eigenlijk aan uw sabel? De wijste party. Waarom zwijg je toch altijd Muller, als je vrouw zoo tegen je opspeelt? Ik wed dat je bang voor haar bent. MullerVoor haar niet: maar wel voor het helsche spektakel dat ze maakt. Galant. Barones van Gaaien (op een diner, tot den j Turkschen gezant): Ik vind het afschuwelijk, Excellentiedat uwe godsdienst u toestaat meer dan éëne vrouw te huwen. Turksch gezantMijn godsdienst staat mij dit I toe, mevrouw, om mij in de gelegenheid te stellen in verscheidene vrouwen die hoeda- 1 nigheden te kunnen vindenwelke u alleen in j uw persoon vereenigt. Minder vleiend. 1 Een schilder heeft het portret van een dichter J vervaardigd en, opgetogen over de sprekende j gelijkenis, laat hij het een vriend zien. Schilder: En vindt je het niet sprekend ge lijkend? Vriend: Sprekend gelukkig niet; maar gelij kend welik moet ten minste al gapennu ik het zie. Ondeugend. Iemand, die een dom advocaat in het zon- Een dichter heeft een echtpaar tot één uur na middernacht opgehouden, met het voorle- netje wilde zetten, zeide van hem: Hij is zen zijner poëterij en neemt eindelijk afscheid met te zeggen: Nu spijt 't me toch eigenlijk vreeselijk duur; voor 1000 gulden, geeft hij je j dat ik u zoo lang uit den slaap gehouden heb, maar nog geen goede raad. O, integendeel! klonk het als uit één mond. Geen complimenten. Livreibediende: Mevrouw, ik heb u maar één ding te zeggen: ik wacht geen complimenten af. Als ik u niet be val, hebt u mij maar eenvoudig den dienst op te zeggen. We zijn gelukkig niet aan elkaar getrouwd Versproken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1886 | | pagina 7