't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Woensdag 9 Februari 1887. Vijftiende Jaargang. EEULLEN EN SPLINTEBS uit de hoofdstad. NIEUWSTIJDINGEN. No. 1459. Atoc »nnem©nt per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBEHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Aövertentlën van 1 tot 5 regels25 Cent- Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Vertrekdagen der Mail naar Oost-lndië. 11 Februari Fransche mail (over Napels.)(*) 15 Hollandsch» (uit Amsterdam.) ii ii (over Marseille.) 18 i, Engelsche Brindisi.) Laatste lichting aan het Postkantoor alhier 6.55 uur 's av.; voor deHollandsche en Fransche mail over Marseille 12.55 uur 's namiddags. Tijdelijk over Marseille. Naar mijne bescheiden meening, heeft onze wethouder van publieke werken nu eens den zeer ongelukkigen inval gekregen om het ge dempte Damrak aan zijn tegenwoordigen toe stand te onttrekken, ten minste, als men de couranten gelooven mag en die vertellen, dat binnen drie maanden genoemde wethouder daaromtrent zijne plannen zal openbaar maken. Enfin, zoover zijn we nog niet; en ik heb nog allen tijd om mij in de genoegens van dat Damrak te verdiepen, want gaarne wil ik het bekennen, dat in heel Amsterdam bij mij niets gaat boven dat gedeelte van de voor malige Oude brug tot de Beurs. Mijnheer, praatje van genot! Waar vindt menhethoo- ger en reiner, dan juist daar? Verouderstel, ge zit achter de ramen van een of ander café (en die zijn daar talrijk) en een buitenlander of buitenman vraagt u zoo, wat dat toch wel voor een vlakte is, zoo netjes door een laag hekwerk omringd? Zoudt ge dan niet met eenigen trots dien vreemde ling kunnen antwoorden: «daar, mijnheer, daar is de plek, waar volgens overlevering de twee visschers, die Arasterdam gesticht heb ben, met hunnen hond begraven liggen, en dat hekje is er om, opdat de dienders er niet in zullen vallen." Maar ook zonder tot die kleine fantazie zijne toevlucht te nemen, hoeveel idyllisch schoon, biedt dat Damrak niet aan. Het heeft in zeker opzicht veel gemeens met de titel prent van een of andere illustratie, waar men een heel huisgezin, doorgaans zes of acht man sterk, in de zaligste liefde vereend, vol ver langen ziet luisteren naar wat de pater farai- lias voorleest. Ik bedoel dit zoo: ieder weet, dat zoo op de vacantie namiddagen menige telg het zijn moeder nog al lastig kan ma ken, en als dan de vader 's middags aan tafel komt en als provoost geweldiger optreedt, de excecutie doorgaans eindigt met de min of meer scherpe opmerking van vrouw-lief: z/jij kon hem ook best 's middags eens met je meenemen." Maar wijl dat geleide juist in vaders koffiehuisuur valt, gaat er wel iets van de aardigheid verloren om dien spruit onder zijne hoede te houden; maar ziet, daar treedt het Damrak reddend op: om zijne wederhelft te doen zien, dat orde en tucht maar alles is, wordt onder straffen blik den volgenden Woensdagmiddag de knaap mee uit huis genomen, ter bestemder plaats over het hekwek getild en dihir met een dozijn of wat zijner makkers, kan de schavuit zijn hart ophalen, terwyl de vader in zijn 'café daarover met het bittertje voor zich het stree- lend bewustzijn heeft, dat het hem nodh zijn kind aan iets ontbreekt en zijne vrouw hem de parel der mannen vindt. Stel u nu dat Damrak eens bebouwd voor, waar blijft dan die schoone betrachting? Al* de wethouder die plek productief wil maken, waarom heeft hij haar dan dezen winter niet als ijsbaan verhuurd. Immers, daarna als de dooi komt, laat men het water zoo zachtjes aan met het zand een moeras formeeren, en in plaats dat rheumatische of zwaarlijvige stadgenooten in den voorzomer Carlsbad of Marien bad moeten opzoeken heel ver in het buitenland, komen zij iederen morgen doodbe daard op het Damrak samen, en met een beetje goeden wil kunnen zij vaa de slijkba- den daar evenveel heil verwachten, als van die in het schoone Boheme. Ik zou er haast toe kunnen overgaan, onzen wethouder van financiën op deze nieuwe bron van inkomsten te wijzen misschien kreeg ik dan alleen voor het idéé wel eens door den tijd een stand beeld te midden dier golvende heuveltjes, en daar zou landzaat en vreemdeling toch ge wis, met meer gevoel op staren dan op een beursgebouw. Want ik vraag nu maar op het geweten af: wat moet Amsterdam met eene nieuwe Beurs doen? Voor den handel? Een mooie zaak! Na, als Mercurius een meer waardigen tempel moet hebben, mag hij zijn balans van het vorige jaar wel eens nakijken en anders collega Neptunus eens vragen, koe het toch komt, dat er in het jaar 1886 voor Amsterdam alleen drie en veertig schepen uit de vaart geraakt zijn, waarvoor er niet één ia teruggekomen. De groothandel heeft de tering in hevige graad, want als de opmerking wel eens ge maakt wordt, dat het in '39 en '48 nog erger met de ny verheid gesteld was dan heden, zou men kunnen antwoorden, dat het toen maar tijdelijke stagnaties, uit onlust en oorlog voort gekomen, waren, maar thans na een zeer lang durig tijdvak van vrede, na goede oogsten, na alles wat zoowat gewoonlijk attributen van welvaart genoemd worden, nu ia een tijd van rijke zegening ligt de Indische handel te ziel togen. Dus voor dien eerlang stervende be hoeft men geen paleis te bouwen, want dan zou het toch slechts dienen om Mercurius zwart gelokte telgen,* die met Oostersche be drijvigheid hunno al- of nietswaardige papie ren verscharrelen, te doen gelooven, dat zij de waarachtige vertegenwoordigers waren van den ouden, degelijken Amsterdamschen han delsgeest. Niet onaardig verhaalde men onlangs van een hier zeer bekend joodsch effectenmannetje, dat, toen hij den dood vernam van den geld- koning Rotschild, in tranen losbarste: waar om huil je zoo Brammie? vroeg een zijner beursbroeders, //meneer Rothschild is toch niet in je familie, geloof ik?" »Och" zei Bram, «daarom huil ik juist." Wat den tegen woordigen indruk van den slechten tijd nog treuriger maakt, zijn die dagelij ksche optoehten der werkeloozen door de straten. Men moet al over zeer weinig medelijden kunnen beschikken, wanneer men gevoelloos die massa van vrouwen en man nen, de meeBten in 's levens beste kracht, daar zoo dof en hongerend ziet voorbij trek ken. Zeker, het is afkeurenswaardig, dat eene zekere partij daar weer munt uit slaat en ze doet voorkomen als alle onder hare banier geschaard, want daardoor wordt menige hand, die hulp wilde aanbieden, weer gesloten en teruggetrokken gewis het is stuitend voor den meer gegoede, om die redevoeringen van dwaasheid en razernij te moeten beschouwen als prikkels om zijne hulp af te dreigen. Im mers, bij bedelen voegt geen dreigement, doch dit alles neemt niet weg, dat deze demon straties treurig zijn en ontzettend tevens. En toeh vraagt men zich af, hoe zulk een bittere armoede nog mogelijk kan wezen in eene stad, waar de liefdadigheid zoo in eer wordt gehouden; hoeveel godsdienstige en philantropische inrichtingen zijn er niet in onze hoofdstad, die zich ten doel stellen den lijdenden evenmensch het allernoodigste te verschaffen. Hoeveel duizenden en tiendui zenden guldens dienen niet ter ondersteuning! Neen, als men de offervaardigheid dier in stellingen en van zoovele particuliere perso nen ziet, dan vervalt het denkbeeld, dat de tijden zoo slecht zijn: ieder geeft, die wat missen kan. En terwijl dit laatste zeer goed bij de groote massa bekend is, vallen de op ruiingen van de woordvoerders in het Volks park vaak op onvruchtbaren grond, en moge het al waar zijn, wat men hier fluistert, dat het socialisme zich met 's Konings aanstaan den verjaardag driest zal vertoonén, ik ben overtuigd, dat het gezond verstand der menigte, de herinnering aan de slotwoorden van 's Bur gemeesters rapport en de gedachte aan blauwe boonen en sabelhouwen, menig socialist zal doen inzien, dat het beter is: //Leve de Koning te roepen, dan: Genade!" FRIGIDUS. HELDER, 8 Februari 1887. Zondagmiddag ontstond er brand in 't confectiemagazijn van de hh. Oudkerk en Van Praag, Koningstraat. Aan de krachtdadige hulp van de hh. de G. en K. heeft men 't te danken, dat de vlam men geen grooter onheil aanrichtten. Men werd den brand meester zonder de hulp van spuiten. Ook in een perceel in de Vroonstraat, boven een stal aldaar, onstond Zaterdagavond, circa half twaalf uur, een begin van brand, welke mede gelukkig door de buren en voorbijgangers werd gestuit. Bij kon. besluit van 3 Febr. is be noemd tot ontvanger der directe belas tingen, invoerr. en accijnzen alhier, de heer W. F. R. P. de Salengre, thans der dir. bel. en acc. te Beverwijk c. a. Zaterdag jl. wapperde de vaderland- sche driekleur aan den Van Speijk's raast, staande op het terrein voor het Koninklijk Instituut voor de mariae, ter herinnering aan den dag, waarop Van Speijk zijn leven voor het vaderland liet. De heer J. Koning, kapelmeester van het «taf muziekkorps der K. N. Marine heeft ter eere van 's Konings 70u verjaar dag gecomponeerd een Adelborsten-lied, woorden van den adelborst 2e klasse A. A. Visser, voor mannenkoor en orkest, opgedragen aan het korps Adelborsten, en een Grande Marche Militaire, opge dragen aan de commissie van beheer van het stafmuziekkorps. Het eerste is reeds ter perse; van beide composities zullen arrangementen voor piano verschijnen. De officier van administratie le kl. A. de Leef is te Batavia overleden. Schipper Maarten, Pronk van de schuit Sch. 34 »Johanna Geertruida«, reederesse inejuffrouw Dijkhuizen Fernim met zijn schip te IJmuiden binuen, rap porteert dat hij in den nacht van 11 Woensdag op zee 2 uren uit den wal voor IJmuiden door een driemast-bark, die bljjkbaar geen rekening met het tij had gehouden en niettegenstaande hij verschei dene malen gestakeld heeft, twee malen is aangevaren, eens aan bakboordsboeg en de tweede maal zoodanig, dat hij een gedeelte van zijn steven verloor. Een zijner matrozen is overgesprongen op het vreemde schip, maar ongelukkig weet schipper Pronk niet welke nationaliteit 't schip aanbehoort, noch den naam er van. Met groote moeite werd de haven van IJmuiden bereikt. Naar men aan de Arnhemsche Ct. verzekert, zullen er in het aanstaande voorjaar geene examens plaats hebben voor surnumerair der posterijen. Gewoon lijk heeft men die examens in ieder voor- en najaar, doch nu zullen de adspirauten moeten wachten tot October. De reden dézer wijziging is niet bekend. Door de Nederlandsche regeering is aan de bemanning van den Texelschen loodskotter no. 5 een belooDiug van f360 toegekend voor de kloeke houding, bij de redding van de equipage van den Eug. 3 mast schoener Tar, op 20 December 11. nabij de Galloper aan den dag gelegd, Een 20tal Marker botters, die Vrij dag te Enkhuizeu in de haven kwamen, zijn den volgenden nacht ter haringvis- scherij uitgevaren. Een daarvan, No. 126, schipper C. van Altena, is om de Zuid tegen een ijsschots gezeild en gezonken. Zijue maats zijn bezig het schip af te takelen. Zondag jl. is de spoordienst tusscheu Enkhuizen en Stavoren wéder hervat en wordt thans weder geregeld voortgezet Te Wormerveer vond iemand Vrij dagavond omstreeks 8 uur op den publie- ken weg een meisje van omstreeks 4 we ken oud, hetwelk netjes gekleed was. De Wed. G. Groot heeft het voorloopig ter verzorging opgenomen. Door de politie wordt een streng onderzoek ingesteld naar de ontaarde moeder. Dertig jaren geleden kostte een kanon van hst grootste kaliber f1400 en kwam zijn lading op niet meer dan f'7. Thans kosten de grootste stukken geschut f143,750 en elk schot ruim f2300. De crisis doet zich ook in de Zaan streek gevoelen. De toestand' van den houthandel, die vroeger den bloei dezer streek uitmaakte, is bedroevendoveral heerscht ongekende slapte. De eene wind molen na den andere gaat stilstaan met het gevolg, dat de arbeiders zonder brood geraken en de zaken der werkgevers hoe langer zoo meer achteruitgaan. Kon men drie jaren geleden een goeden windmo len voor f 4000 verkoopen, thans is men blij wanneer men er f 400 voor maakt Er zijn eigenaars, die uit geldgebrek voor dezen prijs, dus met enorme schade, hun molen hebben moeten van de hand doen. De handelsreizigers der firma's kunnen byua geen orders krijgen hun reisgeld is als 't ware weggesmeten. Wanneer de zaken blijven zooals zij zijn, zal het niet lang duren, of de geheele Zaanstreek is ten gronde gericht. Op een der booten in het Ooster dok te Amsterdam, waar men bezig is katoen te lossen, kreeg Zaterdagmorg. een der werklieden bij een woordenwisseling met den stuurman, van dezen zulk een hevigen slag met de oliekan, dat hij van het dek in het ruim viel en voor dood naar 't Gasthuis werd gebracht. De stuur man werd in arrest genomen. Volgens bericht uit Apia (Gilbert eilanden), van 13 Dec., heeft een trans port arbeiders, welke van Apia naar Melaita, een der Salomon-eilanden, na afloop van bun werk-contract terugkeer den, de geheele bemanning van het vaar tuig vermoord en opgegeten en het schip geplunderd. De gezagvoerder en de stuurman waren te Apia woonachtig en laten vrouwen en kinderen achter. Omtrent het verongelukte Britsche schip Kapuuda meldt men uit Londen Het grootste gedeelte der omgekomen personen bestond uit landverhuizers, die uaar West Australië gingen, en die door de Regeering der Kolonie in het nemen van passage waren bijgestaan onder het zoogenaamde nomination system. Volgens dit stelsel mogen personen, in de koloniën woonachtig, personen in Engeland aan wijzen, aan wie, zoo zij gezond zijn en overigens aan de eischeu voldoen, over tocht tegen zeer vermiuderde prijzen ver leend wordt. De «migranten kwamen uit alle deelen van Engeland, Schotland en Ierland en waren voornamelijk land bouwers. Alle vrouwen zijn omgekomen Het kantoor der eigenaars van de Kapunda (de heeren Trinder, Anderson Co.) werd de vorige week belegerd en bleef tot 11 uur 's avonds opeu. Zoodra de namen der geredden bekend waren, wer den telegrammen gezonden aan hunne bloedverwanten, voor zooverre die bekend waren. Bij deze zeeramp verloren vol gens officieele opgaaf 298 personen het leven. In de stad Piacenza zijn vele farni- liën in rouw gedompeld door bet ver drinken van 24 knapen die op het zwakke van een poel zich met glijden ver maakten; drie der verdronkeuen behoor den tot ééu gezin. »Das Echo« bevatte eenigen tijd ge leden een scbertsraadsel van den volgen den inhoud »Een jongmensch met veel schulden, heeft nog alleen krediet, omdat hij ver loofd is met een schatrijk meisje, dat na het huwelijk van haar bruidschat zijn schulden betalen zal. Kort voor de brui loft vallen beiden in bet water. Een der voornaamste schuldeischers, een groote gierigaard, ziet het springt er bij in en redt »Wie redt hij het eerst eu waarom?" Tal van antwoorden kwamen in. »Das Echoc verdeelt de ingekomen antwoorden in drie soorten. De eerste bevat allen die beweerden, dat de jonge mau bet eerst gered moest worden, want hij zat nu tweemaal onder water" en het meisje kon als alle goudvischjes immrner goed zwemmen. De tweede beweerde, dat het meisje het eerst gered werd, want de mau zat immers reeds op het droge De derde zeide, dat alleen het meisje gered behoefde te worden, want, zoolang zij niet getrouwd waren, hield haar geld hem immers boven water. Dr. W. Hoffmeister te Insterburg, die de beide laatste antwoorden vereeuigde, ontving den uitgeloofden prijs van 20 mark. Yoor eenige dagen waren verscheiden kinderen uit Busum, een plaatsje in Duitschland, aan de Noordzee gelegen, op het ijs aan het spelen. Een tijd lang hadden zij zich zoo vermaakt, toen plot seling een ijsschots van ongeveer 14 voet 't vierkant afbrak en met drie kin deren naar volle zee dreef. Het hulpge roep van de kinderen werd in het dorpje gehoord en weldra waren op het strand honderden menschen verzameld, die niet bij machte waren hulp te bieden. In kor- teu tijd kon men met een verrekijker de kinderen nog slechts als kleine stipjes tusschen het drijfys waarnemen, toen een moedige schipper, Hans Reiber, met nog drie anderen in een boot stapte om den gevaarlijken reddingstocht door het ijs te aanvaarden. Na uren lange inspauniug, nu eens de boot over het ijs dragend, dan weer ze voortsleepeude, bereikten einde lijk de slhippers de open zee, eu zoo ge lukte het huu om in de nabijheid van de reeds half verstijfde kinderen te komeu Schipper Reiber sprong in het water, bereikte al zwemmende de schots, en bracht achtereenvolgens de drie kinderen in de boot. Aan het gejubel kwam geen einde, toen de schippers met de kinde ren, die niet meer in staat waren om te loopen, op den nek, na een langen en moeielijken tocht over de schotsen, (de boot had een lek gekregen en was ge zonken) het vasteland bereikten. Reiber, die in zeer behoeftige omstandigheden verkeert, wees een belooning, die men hem wilde geven, van de band en ant woordde, dat hij niets meer dan zjjn plicht had gedaan. Zevende Winter-Concert op Dinsdag 8 Febr., 's avonds 8 uur, in Tivoli. 1. Kriegsmarsch der Priester, aus„Atbalia", F. Mendelssohn Bartholdy. 2. Symphonie Mili taire No. 5, (G. Dur), Joseph Haydn. a. Adagio, Allegro, b. Allegretto, c. Mennetto, d. Finale, Presto. Pauze. 3. Ouverture zu der Uper „Eurijanthe", C. M. won Weber. 4. a. AlIaStella Confidente, Romance, Robandi. c. Czardas aus der Oper„Der Geist der Wajewoden", Louis Grosman, (op verzoek.) 5. Hommage a Frédóric Chopin, Grande Fantaisie, Adolphe Schreiner. 6. Gans allerliebst, Concert-Walzer, Emil Wald- tenfel. Ingezonden. Mijnheer de Redacteur In de eerste plaats strekt deze om n mede te deelen dat wij ons vergist hebben met in uw nommer van 2 dezer de vraag te stellen dat de feestcommissie zou trachten te bewerken om het personeel van 's Rijkswerf op 19 Februari vóór- middag, vaijaf te doen verkrijgen, want bet treurige „binken" geeft dat personeel reeds een gedwongen vrijaf, doch nu wij voor het boven staande plaatsruimte in uw blad moeten vragen, veroorlove u ons de anndacht der feestcommissie te vestigen op een „ingezonden stuk" in de Nieuwe Rotterdammer Courant van 3 Februari, eerste blad. Moge Rotterdam ook al de 2e koopstad des Rijks zijn, ook onze gemeente bezit een groot aantal particuliere werkplaatsen en drukke be drijven, zoodat wij van meening ziju, dat de in eerstgemelde gemeente voorgestelde maatregel, eveneens hier in overweging zou kunnen genomen worden, die inzender schrijft „Daar die dag (19 Februari) op een Zaterdag „valt, dc dag van drukke werkzaamheid voor velen, is het zeer wenschelijk maatregelen te „nemen om alle ingezetenen in de gelegenheid „te stellen, aan de feestviering deel te nemen. „Dit is te doen, door op dien dag alle werk- „zaamheden te doen stilstaan, en door het vroeg tijdig sluiten van magazijnen, winkels enz. aan „het ondergeschikt personeel vrijaf te geven. „Men mag vertrouwen dat de burgerij gaarne „zal willen medewerken door bestellingen, in- „koopen enz. daarnaar te regelen. „Dat op de scholen den 19 Februari een va- cantiedag zijn zal, dauraan valt wel niet te „twijfelen. Maar de vacantiedsg moet zich, zoo- „veel slechts mogelijk is, geheel of gedeeltelijk „ook uitstrekken tot werkplaatsen, winkels enz Volkomen instemmende met de sympathieke woorden van dezen schrijver, oordeelen wij dat bovenbedoelde maatregel te dezer plaatse nog zooveel te meer doel zal treffen, want is het geen verheffend schouwspel om onze oorlogsvloot te zien pavoiseeren en de groote parade te gaan bijwonen, waaraan ditmaal zeker meer dan anders luister zal bijgezet wordendeze plechtigheid vangt vóór het middaguur aan en zou dus ouder gewone omstandigheden menigeen van de gelegen heid verstoken zijn een en ander te gaan zien. Vertrouwende dat de feestcommissie deze wen ken wel in gunstige overweging zal gelieven te nemen, noemen wij ons, dankzeggend voor de verleende plaatsruimte Helder, Eenige belangstellénden in de Febr. 1887. a. s. feestviering. Marine en Leger. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip le kl. Zilveren Kruis, onder bevel van den kapt.- ter zee D. J. Weys, in den voormiddag van 4 dezer van Kaapstad vertrokken, ter voortzetting der reis. Aan boord was alles wel. De luit. t. z. der le kl. F. Böhtlingk, le offi cier a/b. Zr. Ms. ramschip Stier, wordt met den 16en dezer op non-activiteit gesteld, en vervan gen door den luit. t. z. der le kl*. J. C. van YVessem, terwijl met gelijken datum geplaatst wordt a/b. Zr. Ms wachtschip alhier de luit. t. z. der le kl. D. A. Menaert. De luit. t. z. der 2e kl. J. M. Phaff, officier vgn politie bij het kon. Instituut voor de marine alhier, wordt met I Maart a. s. op non-activiteit gesteld, en vervangen door den lnit. t. z. der 2e kl. H. E Bunnik, terwijl de luits. t. z. 2c kl. A. A. Flaes en C. L. Temminck Croll met gelijken datum respectievelijk worden geplaatst aan boord Zr. Ms. ramschip Stier en artillerie-instructieschip Het Loo. Blijkens bij het departement van marine ont vangen telegram beeft Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Sommeladijk, onder bevel van den kapt.- luit. t. z. J. F. M. Lange, den 19en Jan. jl. te Ascention aangekomen, den 21en daaraanvolgende dit eiland weder verlaten, koers stellende naar Suriname. Aan boord waB alles wel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1887 | | pagina 1