't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Ho. 1482.
Zaterdag*80 April 1887.
Vijftiende Jaargang.
EALEHDEB DEB WEEE.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBEHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advortentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
MEI, (Bloeimaand), 31 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 33 m.
Onderg. 7 u. 24 m.
Zondag 1 Jubilati.
Maandag 2
Dinsdag 3
Woensdag 4
Donderdag 5 Veemarkt te Schagen.
Vrydag 6
Zaterdag 7 V. Maan. Veemarkt te Hoorn.
Volgens telegrafisch bericht van Maandag
zou de beschadigde geloste lading op order
van experts te Suez verkocht worden.
Opgave van merken is per telegraaf aan
gevraagd.
Kapitein Harten roemt zeer de houding
van passagiers en equipage tijdens bet on-
HELDER, 29 April 1887.
Het Fransche stoomschip Blanche
van Bordeaux naar Hamburg, met verlies
van roer enz. alhier binnengebracht, bljjkt
bjj de stranding zoodanige schade te heb
ben bekomen, dat bet noodig zal zijn
te dokken om deze nauwkeurig te kun
nen opnemen.
Het Ned. schip Orion, van Grange-
mouth naar Buenos-Ayres, lek alhier
binnengekomen, beeft, na te zijn gerepa
reerd, de geloste lading weder ingenomen
en zal de reis voortzetten.
Texelsche bergers, die meermalen
wrakken onder water opruimden, hebben
zich bereid verklaard, om het schip, ver
moedelijk de Duitsche bark Meteor, welke
op veertien vadem diepte achter Texel ge
zonken is, door dynamiet op te ruimen.
Volgens de laatste waarnemingen werd
dat wrak zeer gevaarlijk voor de scheep
vaart geacht.
Men schrijft van Terschelling:
Reeds sedert enkele weken is de zee
zoo vol Engelsche kotters, dat men, vol
gens de uitdrukking der visschers, de kim
men niet kan zien. Ze komen hier elk
jaar, en onze visschers zien, niet zonder
reden, met bezorgdheid hunne aankomst
tegemoet. Dit jaar zijn zij echter bijzon
der goedgezind geweest; zij kwamen niet
zoo dicht onder de kusten als gewoonlijk,
en onze landgenooten hebben geen schade
geleden door gepleegde baldadigheden of
rooverijen, behalve één visscher van Vo-
lendam, die een paar lijnen, een ankertje,
een joon en een brail verloor door bet
verzuim van een kotter, welke door zijn
beug wilde zeilen. Als dat zóó eenige
jaren gaat, worden de tegenstanders nog
dikke vrienden.
Het kan echter ook zijn, dat zij nolens
volens wat voorzichtig warenomdat de
Argus zich herhaaldelijk tusschen de vlo
ten vertoonde, tot groot genoegen van ons
volk. Is dit zoo, dan is nu bewezen, dat van
een goed politietoezicht voor een groot
deel de rust en orde op de Noordzee af
hangen. De Argus is heel welkom in
onze wateren. Wij hopen, dat onze na
buren ook in 't vervolg van tijd een
bloempje verdienen en overal langs onze
kusten even schappelijk handelenals ze
hier deden. Zij genieten er later trou
wens zeiven de voordeelen van, want als
zij de teelt aan de kusten niet verstoren,
krijgen zij in de diepte ook meer en be
ter visch, dan wanneer zij 't jonge goed
overal vernielen.
In 110 gezinnen te Anna-Paulowna
heerschen de mazelen.
Volgens de bij de Stoomvaart maat
schappij Nederland" ontvangen rapporten
van kapitein Harten, is de brand aan
boord van het s.s. Prinses Amalia ont
dekt op den lOn April te 12,5 uur na
middags, terwijl het schip stoomende was
in het Suezkanaal. Bij onderzoek bleek,
dat de brand was aangekomen midden in
het achter-onder-ruim en ondanks dat
met alle scheepspompen werd gespoten
en een centrifugaalp. door de Kanaal Mij.
ter assistentie was gezonden, kon men den
brand niet meester worden, dan na het
achteronderruim en achterondertusschen-
deks vol water te hebben doen loopen,
waartoe van de machinekamer uit ge
legenheid bestaat. Hiermede had men
den llen April te 3 uren v.m. den brand
bedwongen.
Het schip, dat in het Groot-Bittermeer
ten anker was gekomen, zette de reis
naar Suez voort op den 12den April en
kwam daar des avonds aan.
Onmiddellijk werd een aanvang gemaakt
met de lossing uit het achterruimde
ladiüg aldaar en in het achter-tusschendeks
de proviand enz., zjjn zwaar beschadigd.
Zooals reeds gemeld, hebben de pas
sagiers de reis voortgezet, te weten de
Heer Fol en echtgen-, Van der Linden,
echtg. en kind, v. d. Brandeler, echt.,
kind en baboe, per stoomschip Gelderland
en de overigen per Burgemeester den Tex.
De pakketdienst is ingelijks met laatst-
genoemd'stoomschip opgezonden. De mail
is zooals reeds gemeld werd, per st. Anadyr
van de Messageries Maritimes" verscheept.
Uit Amsterdam wordt gemeld
Omtrent de verminkte drenkeling, Maan
dag bg den Omval uit den Amstel opge-
vischt, verneemt men dat zij Lieveloo
genaamd isdat het lijk harer moeder,
sedert September 1882 weduwe van den
vroegeren telegraafdirecteur te Alkmaar,
eenige dagen geleden in Watergraafsmeer
drijvende is gevonden, en dat hare zuster
twee jaren geleden op even noodlottige wijze
alhier omkwam.
Van moord of doodslag schijnt minder
sprake dan van zelfmoord, aangezien de
ongelukkige aan personen in de Rozen
straat, waar zij laatst woonde, het voor
nemen daartoe meermalen moet geopen
baard hebben.
De verminkingen kunnen door bijko
mende omstandigheden, bijvoorbeeld door
de schroef eener stoomboot, veroorzaakt
zjjn.
Meer zekerheid van zelfmoord wordt
verkregen, nu men weet, dat het lijk der
moeder niet ver van dat der dochter ver
wijderd gevonden is, eveneens met afge
houwen arm, zoodat blijkbaar beiden
samengebonden den dood zochten en door
den slag eener schroef gescheiden werden
met verlies elk van een arm.
De vrouw verkeerde in armoedige om
standigheden. Zij genoot een kleine on
dersteuning uit een fonds, waartoe haar
man had bijgedragen, en stond nagenoeg
geheel alléén op de wereld, daar zij van
haar kant slechts twee verre neven had,
waarvan een toeziende voogd over haar
zoon en dochter. De zoon is in militairen
dienst, de dochter was besteed bij een
gezin in de Rozenstraat, de moeder leefde
op zichzelf, maar bezocht dikwijls haar
kind.
Alléén uit armoede en afkeer om zich
om hulp te wenden daar waar die, in een
stad als Amsterdam, zoo ruimschoots te
verkrijgen is, schijnt de daad te zijn be
dreven.
De Amsterdammer meldt hieromtrent
nog het volgende
Dinsdagmorgen vervoegde zich aan het
politiebureau op den Amsteldijk een heer,
die opgaf dat hij uit de beschrijving der
dagbladen het lijk meende te herkennen
als dat van een nichtje, waarover hij
voogd was. Toen hg bij het lijk werd
gebracht, herkende hij het dan ook ter
stond als de dochter der weduwe van
wijlen den heer H. W. L., in leven di
recteur van het rijkstelegraafkantoor te
Alkmaar. Het meisje was drie jaren lang
besteed geweest bg den heer J. Rozenstraat,
terwgl de moeder woonachtig moet ge
weest zijn in de Leliestraat. Van 10 April
jl. heeft men moeder en dochter niet meer
in hare woningen gezien. Mevrouw de
wed. L schijnt in behoeftige omstandig
heden verkeerd te hebben. Zooals be
kend is, zorgt de Nederlandsche Staat niet
voor de weduwen en weezen van de
ambtenaren bg de rgkstelegraaf. De
eenige bron wellicht, die haar ten dienste
stond, was een jaarlijksche toelage van
f 176.96 uit het fonds der Vereeniging
van ambtenaren bij de Nederlandsche
rgkstelegraaf tot uitkeering bij overlijden.
Gewend aan een vroegeren maatschap-
pelijken welstand, heeft zij met haar kind
den dood gezocht, toen de armoede haar
meer en meer aangrijnsde.
Ook wordt nog medegedeeld, dat een
onderzoek omtrent het huisgezin Janssen,
waar het meisje besteed was, aan het
licht bracht, dat zij het daar zeer goed
had en dat Janssen volstrekt niet op be-
z oeken der moeder gesteld was. De moe
der lokte het dochtertje laatstelijk het
huis uit, voorgevende haren zieken zoon,
te 1 Utrecht in garnizoen, te willen be
zoeken.
Dinsdag werd voor de rechtbank te
Amsterdam de zaak behandeld van James
Bond, 2e stuurman, geb. te Seahem, wo
nende te Sunderland, thans in vrijheid,
ter zake dat bij op 5 Febr. 11. den matroos
Emile Bellamo, aan boord van het En
gelsche stoomschip Benison, liggende in
het Oosterdok te Amsterdam, een oliekan
naar het hoofd heeft geworpen, waardoor
een bloedende wond ontstond en de ma
troos nog dienzelfden dag overleed. De
beklaagde was niet tegenwoordig, zoodat
zijn zaak bij verstek werd behandeld.
Drie getuigen werden gehoord, nl. de
werklieden, welke dien dag aan boord
werkzaam waren. Hunne verklaringen
verschilden wel wat met die, voor den
eersten rechter afgelegd. De beklaagde
had met moedwil de oliekan naar het
hoofd van den matroos B. geworpen, ter
wgl de bekl. had opgegeven, dat hij zijn
evenwicht verloor en dus de oliekan hem
uit de hand was gevallen.
Mr. Jolles, adv.-generaal, requireerde
dat het hof het vonnis der rechtbank van
den 15en Maart, waarbij J. B. was vrg-
gesproken, zou vernietigen en vroeg de
zelfde straf als de officier van Justitie,
alzoo 6 maanden gevangenisstraf.
Den 3en Mei a.s. zal bet Hof uitspraak
doen.
Als een treffend geval verdient mel
ding, dat de kleinkinderen van de wed.
H. Groeneweg, te Schiedam, die hun groot
moeder ten grave brachten, bij bun te
rugkomst bun andere grootmoeder, dè
wed. J. Groeneweg, overleden vonden.
De ruim 80-jarige vrouw had zich ge
durende de afwezigheid van haar kinderen,
bij wie zij inwoonde en die naar de be
grafenis waren gegaan, naar een andereu
zoon begeven; doch nauwelijks was zij
in diens woning aangekomentoen zij
op een stoel neergezegen, binnen eenige
oogenblikken overleed.
Manlief was gaan maandagbouden
en vergat bij bet zien van eenige meis
jes, die nabij de Zoutkeet op de maat
van een draaiorgel vroolijk aan het dan
sen waren dat zijn vrouw hem met het
maal wacht, 't Vrouwtje gaat eindelijk
eens kijken waar haar echtgenoot blijft
en vindt hemlustig aan den dans.
Er tusschen in te vliegen, der schoone
een oorvijg toe te dienen en manlief bg
den kraag te pakken, was het werk van
een oogenblik.
Toen de vertoornde zich verwijderde,
was haar laatste woord tot een buurvrouw
Och, die mannen van tegenwoordig, zoo
kan ik er wel twee aan. (Vad.)
De rechtbank te Alkmaar bad Dins
dag niet minder dan 11 bedelaars te ver-
oordeelen terwijl dadelijk daarop weder
18 personen voor dezelfde zaak terecht
stonden.
In een onzer bladen wordt bij ad
vertentie bekend gemaakt, dat door echt
scheiding is ontbonden bet huwelgk tus
schen Arie Van Oosterom te Weesp en
Mietje Van de Neut, rechtens wonende
te Weesp, doch verblijf houdende te Nieu-
wer-Amstel, op de hofstede„Zoek
den Vrede!"
Het 12-jarig zoontje van een mu
zikant bg de veld-artillerie te Breda heeft
zich door ophanging van het leven be
roofd, zoo men zegt, na een vaderlijke
berisping te hebben ontvangen.
In de Middellaan te Breda riep ee-
nig volk „houdt den dief!" Een koop
man in schrijfpapier deed wat de hazen
doen, maar de heer P. De B. stak zijn
been uit, en de hardlooper voldeed aan
de wet der zwaartekracht en maakte keu
nis met den grond. Op zijn verklaring
niets gedaan te hebben, werd geen acht
geslagen, want het bleek, dat de koop
man zijn pakje papier verruild had voor
een horloge, zonder dat de eigenaar van
dat uurwerk er kennis van droeg. De
stedelijke politie vond het horloge in den
mond van den aangehoudene, die daarna
werd opgeborgen.
Uit Haarlem wordt gemeld:
Dinsdag kwam een Zandvoorter in een
koffiehuis in kennis met een paar Am
sterdammers die hem uitnoodigden tot
het leggen van een kaartje. In weinig
tijds had de man ruim twintig gulden
verloren. Blijkbaar had hij met kwart
jesvinders te doen. Toen zij werden op
gespoord, waren zg spoorloos verdwenen.
Men meldt aan de Dord. Ct. uit
GiesendamBij het bestuur van den
Volksbond bestaat bet voornemen om het
brood vau de verschillende bakkers schei
kundig te doen onderzoeken en den uit
slag daarvan openbaar te maken.
De aanvoer van scheepsladingen kunst-
meel of hoe het ook heeten moge, die
hier en te Neder-Hardingsveld worden
gelost en waarvan de qualiteit om haar
onnatuurlijke zwaarte en andere kenmer
kende eigenschappen zeer twijfelachtig
vookomt, moet tot dit besluit hebben
aanleiding gegeven. Het kan niet ont
kend worden dat den werkman, die zich
voor meer dan de helft met brood voedt,
door sommige bakkers een waar wordt
in de handen gestopt, welke dien naam
niet verdient en meer doet denken aan
fabriekmatige krijt- en kalklagen dan
aan het voortbrengsel uit de goudgele
korenaren. Dit in 't vervolg zooveel mo
gelijk te voorkomen, ten minste de waar
heid bekend te maken, zal het doel zijn
dezer belanglooze daad, en de goedkeu
ring van alle weidenkenden ongetwijfeld
wegdragen.
Iemand uit Ooltgensplaat, die zijn
zieke vrouw buiten die gemeente zou be
zoeken, stapte bij de terugreis bij vergis
sing op een verkeerde boot, die hem niet
naar Ooltgensplaat maar naar New-
York bracht. Nu bij goed en wel in
Patterson zit, weet men te vertellen, dat
hg met f500 is opgetrokken.
Dinsdagmorgen had er aan den
Hoek vau Holland onder 's-Gravenzande
een treurig ongeval plaats. Voor 5 maan
den beviel aldaar de vrouw van een der
rijks-ambtenaren. Daarna werd zg krank
zinnig en werd naar het geneeskundig
gesticht voor krankzinnigen te Delft over
gebracht. Na eenigen tijd keerde zij terug,
doch moest later opnieuw daarheen ver
voerd worden. Donderdag was zij weder
ontslagen en Dinsdagmorgen, terwijl haar
man zich even naar boven begaf, om iets
te halen, had zij zich met haar kind naar
buiten begeven, en viel of sprong zij met
bet kind in een waterput. De ongeluk
kige werd er nog levend uitgehaald, het
kindje was reeds verdronken. Men heeft
haar weder naar het gesticht moeten
overbrengen.
Toen Zondagavond te 's-Hage een
heer thuis kwam en zijn kleerenkast
opende, werd bij minder aangenaam ver
rast, daarin een man aan te treffen, die
reeds sedert den vorigen avond in de wo
ning bleek vertoefd te hebben na zich
door inklimming aan den achterkant van
het huis den toegang te hebben verschaft.
Heel toevallig was de heer inspec
teur van politie. Hij bracht den vreem
den gast naar bet politiebureel en maakte
proces-verbaal tegen hem op.
Het ligt nog eenigszins in het duister
wat de vreemde eigenlijk doen kwam.
Een koek- en banketbakker te Gro
ningen die failliet was gegaanbeeft
zgnen schuldeischers 100 pCt. uitbetaald.
Te Balk (Fr.), een plaats van nau
welijks 1500 inwoners, zijn 59 personen
boven de 70 jaren, van wie drie, die in
de vorige eeuw zijn geboren.
In bet begin dezer maand gaf de
ongehuwde dienstbode van zekere H., een
handelaar in manufacturen, ten huize van
haarmeester, in de Boekhorststr., te Rotter
dam 't leven aan een kind, dat onder zeer
verdachte omstandigheden terstond na de
geboorte overleed. De justitie meende al
thans een onderzoek te moeten instellen
en uit het visum repertum, door de ge
neeskundigen over de lijkschouwing van
't kind opgemaakt, bleek dat het werke
lijk levend ter wereld gekomen was en
vermoedelijk geen natuurlijken dood was
gestorven. De gerechtelijke instructie is
dientengevolge voortgezet, maar bet be
richt van hetDagblad" dat H. en zijn
dienstbode, verdacht van kindermoord, iu
vereeniging gepleegd, Dinsdag zouden zgu
gearresteerd, mist allen grond. H., een
gehuwd man en vader van verscheidene
kinderen, was althans tot Dinsdag slechts
als getuige in de zaak gehoord.
Een eerzaam boertje kwam dezer
dagen op een station in Limburg en vroeg
een kaartje naar Den Bosch:
Asjeblieft f2 roept de klerk.
Och, mijn goede vrieud zou je het
niet wat minder kunnen doen.
Wat bl"roeptde chef, denkt
je dat het hier een komengswinkel is."
»Ja, maar!" antwoordde de land
bouwer, die zich niet uit het veld liet
slaan, »de boter is zoo goedkoop, voor
het vee besteedt men spotprijzen en de
aardappelen gelden niets, en dus, als ge
het niet voor wat minder wilt doen, dan
rijd ik van mijn leven niet meer meê."
Het spoor vertrok en liet ons boertje
staan.
Uit Liverpool wordt het overigden
bericht van den speculant Morris Ranger,
in der tijd de „Katoenkoning" genoemd.
Hij was de held van de groote katoen
speculatie, welke voor eenige jaren de we
reldmarkt in beroering bracht.
Hij won veel geld met groote specu-
latiën, maar verloor dat op dezelfde wijze.
In 1881 had hij 450,000 balen katoen
opgekocht, maar zijn berekening faalde,
en hij verloor. Twee jaren later specu
leerde hij, in afwachting van een over-
vloedigen katoenoogst, op een daling der
prijzenmaar de opbrengst van den oogst
viel tegen en Ranger ging faillietmet
eeu tekort van 1,080,000 (f 12,960,000.
Hij had in dat jaar in zgu zaken een
bedrag van 7 millioen pd. st. (f84,000.000)
omgezet.
Het vergaan van de „Tasratnift."
Op onaangename wijze worden wij in de laat
ste dagen herinnerd aan de gevaren der zee. Pas
is de Victoria bij Dieppe op de Ailly-rotsen ge
strand, of wederom komt het bericht van een
nieuw onheil, dat de Tasmania, een groot vaar*
tuig van de Peniusular Oriental Steam Nav£
gation Company, getroffen heeft. Bijzonderheden
omtrent de waarschijnlijke oorzaken van het on
geval ontbreken nog. Alleen weet men, zooals
reeds gemeld werd, dat de kapitein en 2 andere
leden der bemanning benevens 22 Lascars om
kwamen, en dat de passagiers allen gered wei
den. Het schip en de lading zijn waarschijnlijk
totaal verloren.
De Tasmania is nog slechts 3 jaren oud. Het
is een schroefstoomschip van staal gebouwd en
4488 bruto tonnen groot, 400 voeten lang, 45
voeten breed en 98 voeten diep. Het werd als
een der beste schepen van de vloot der Maat
schappij beschouwd. Het verliet Borabay onge
veer 3 weken geledenen was reeds geadver
teerd om op den 12en Mei weder uit het Albert
Doek, Londen, naar de Middellandsche zee, Aden,
Bombay, enz. te vertrekken.
De 74 vrouwen en kinderen aan boord werden
in de booten der Tasmania gered en te Sartene
op Corsica geland. De overige passagiers brach
ten 27 uur in angst en vreeze door, op het
eenige gedeelte van de Tasmania, dat niet onder
water was en werden den volgenden morgen (18
April) door een Engelsch en een Fransch jacht
gered en te Ajaccio aan land gebracht. De au
toriteiten hebben alle mogelijke hulp verleend.
Het Lazarette en het burgerlijk hospitaal wer
den ter beschikking van de schipbreukelingen ge
steld.
De Tasmania had 120 passagiers aan boord,
waaronder Lord Bnckingham, 8ir H. en Lady
Bradford, 8ir Brandford Leslie, enz., voorts 161
leden der bemanning.
De stoomboot Chusan van dezelfde Maatschappij
is Maandagavond uit Marseille vertrokken om
de schipbreukelingen af te halen en naur Lon
den over te brengen.
Daar de Tasmania nóg niet geheel onder wa
ter was toen de laatst aan boord gebleven pas
sagiers gered werden, is het moeielijk aan te
nemen dat de leden der bemanning, die omkwa
men, aan boord werden gelaten. Waarschijnlijk
zijn zij overboord gevallen bij het neerlaten der
booten en het helpen der passagiers. In elk ge
val is er deze reden tot tevredenheid, dat geen
der passagiers het leven heeft verloren. De ka
pitein is het slachtoffer van zijn ijverige plichts
vervulling geworden. Hij werd door den val
van een mast gedood. De twee verdronken offi
cieren werden over boord gespoeld.
Overigens blijkt uit dit onheil wederom, hoe
onvoldoend veelal het aantal booten aan boord
is in verhouding tot het getal passagiers en le
den der bemanning.
Marine en Leger.
Het transport machinisten en machinist-leer
lingen der Kon- Ned. Marine, dat naar Oost-
Indië zal worden uitgezonden, zal den IScn Juni
a.s. derwaarts vertrekken per stoomschip Drenthe.
Door Z. M. is de off. van gez. 2e kl. bij de
zeemacht dr- R. M. De Jager Meezenbroek, ter
zake van in doch niet door den dienst ontstane
lichaamsgebreken, voor den tijd van een jaar op