UITVERKOOP VAN „DE TIJDGEEST" WEGENS LIKWIDATIE.
TTnveloppeM
VOLLENHOVEN'S
Houthandel
IJZERWAREN,
Adres: Biieitaii 76.
STAATSLOTERIJ
W. J. BLITZ,
In
en gij blijft het drinken.
Belangrijke prijsvermindering in Roode, Blauwe en Witte Baaien, Grijze en Bruine Bevers, Witte en Gekleurde Flanellen.
Zwarte Goederen, als vierkwarts halfwollen Merinossen van af 10 Cts., achtkwarts van af 25 Cts. en tienkwarts van af 35 Cents,
zwarte Koordrips van af 15 Ct., zuiver wollen Merinos van af 35 Ct., zwarte Lusters, volle breedte, van af 10 Ct., zwartelAmerikaansche
Thibets, 2-Els breedte, van af 40 Ct., Fransche zeskwarts zwarte Thibets, van af 35 Ct. en in 3-Els breedte van af f 1,50.
MEUBELCRETONNES van 20 voor 12'/> Ct., IRLANDAISES voor Gordijnen, vol zeskwarts breedte, van af 15 Ct. en 2-Els van af 30 Ct.
GROEN DAMAST, zeskwarts breedte, van af 15 Ct., GEEL DAMAST van af 15 Ct.
TAFELKLEEDEN, in allerhande soorten, zijn beneden inkoopsprijs genoteerd geworden, vooral in de beste soorten zal
men een belangrijk prijsverschil waarnemen.
Niettegenstaande de belangrijk verminderde prijzen, wordt bovendien op alle Goe
deren, niets uitgezonderd, TIEN PROCENT korting voor Contant toegestaan.
VERKOOPING te HELDER,
SCHULDBEKENTENIS,
Wijnhandel
Keizerstraat, nabij 't HeWersclie Kanaal
DEN HELDER.
eene belangrijke partij
een partij ZEILEN,
van Holl. Zeildoek.
R. MAALSTEED, te Helder.
in alle formaten en prijzen,
HANDELSDEUEIEIEEIJ
C. DE BOER Jr., Helder.
Hoofd-Eau de Cologne
van J. BIJLOOS, Coiffeur, Alkmaar.
J. N. QUERELLE, Kanaalweg 139.
Het kweeken en het ge
bruik der meest bekende
Zomerbloemen,
Bü BERKHOUT Co., BoeMelra.
R. MAALSTEED
DRINK ééns
(licht <Beiersch) LAGER
Let vooral op het merk.
FEUILLETON.
De Huichelaar.
Een gepensioneerd Militair ver
zoekt LOOP- of SCHRIJFWERK.
Hoog salaris geen vereischte.
Adres Bureau van dit Blad.
in het Café „DU PASSAGE," ran den Br.
PRUIMERS aldaar,
op DONDERDAG 28 JULI 1887,
's middags 12 uren,
van eene onderhandsche
ten laste van Mej. MAARTJE BOERDIJK,
wed.v. d.hr.CORNELIS KATER te Helder,
en borgen, en ten behoeve van JAN
HEDDES te Alkmaar, groot per resto
f 700.en rentende vijf ten honderd
's jaarg, ingaande 9 November 1887, af
te lossen in twee termijnen.
Breeder bij biljetten omschreven en
nadere inlichting te bekomen ten kantore
van de Deurwaarders KRIJT en KLEIN
te Alkmaar.
De ondergeteekende houdt
zich voortdurend aanbevolen
tot alle voorkomende
Reparatiën en Timmerwerken.
T. KEURIS,
Mr. Timmerman en Doodkistenmaker,
Timmerwlnkel, Westgracht.
van
W. JAGER GERLINGS,
(firma: J. H. ENSCHEDÉ)
te Haarlem.
Depót te Helder:
J. E. DE JONGH, Agent.
Bij den ondergeteekende is voor uiterst
lage prijzen te koop:
alsKRUIS- en DUIMHENGSELS van
5 tot 26 duim lang. Dabbele en enkele
BOCHTKNIEREN, van No. 0 tot No. 12.
TREKZAGEN, SCHAVEN met BEITELS
in soorten. DEUR- KAST- en HANG
SLOTEN. Koperen-, ijzeren-,Porcelein en-,
Pokhouten, Palmhouten- en Hoornen-
DEURKRUKKEN en KNOPPEN, HOUT-
SCHROEVEN, OPLEGGERS &SCHROEF-
KNOPPEN. Al deze Goederen zijn solide en
afkomstig uit bet Magazijn van den Heer
LAPPÈDAIRE, Prins-Hendrikkade
Amsterdam.
Heden ontvangen een groote partij
STEEK-, HAK-, SCHAAF- en KANT-
BEITELS, BOOROMSLAGEN, BOOR
IJZERS, SLIJPSTEENEN, RAAMPEN-
NEN, RAAMLICHTERS, een groote partij
vertinde SPIJKERS, van af 3/4 tot 7/4,
geslagen en gegoten KLINKSTELLEN,
SCHROEFKNOPPEN en meer andere
artikelen, alles tot uiterst goedkeope
prijzen.
Aan hetzelfde adres is te koop:
Aan onze geëerde begunstigers
wordt bericht, dat de JAMS
en JELLY'S uit de
Vruchtenmoes-Fabriek te Haarlem
verkrijgbaar zijn bij den Heer
Uw Dw. Dienaar,
1 CORNs. SIPKES.
gewoon formaat f 1.60, vierkant formaat f 2.00 per IOOO,
bedrukt met naam en adres, zeer goede kwaliteit.
Ten kantore van den Collecteur M. L.
VAN GELDER, Hoofdgracht, zijn voor
de 325ste Loterij te bekomen heele en
gedeelten van Loten.
Deze Hoofd-Eau de Cologne doodt on-
middelijk en onfeilbaar, tot zelfs de onzicht
baarste kiemen. Dezelve is door haar werk-
dadige kracht geheel onschadelijk en uiterst
billijk in prijs. Onovertrefbaar. Prijs
per flacon 50 en 35 Cents. Verkrijgbaar
alleen bij
door F. C. HEINEMAN.
Prijs 60 Cent.
Tanaarts,
Amerikaansche en Dnitsehe behandeling,
volgens de Nienwe Wet.
Eiken Donderdag van 12 tot 1 uur,
in bet HOTEL DE TOELAST te Nieu-
wediep.
Adres te Amsterdam, Nieuwendijk b. d.
Dam No. 241.
HOOFDGRACHT,
vindt men eene groote sorteering in
alle soorten Reis- en Handkoffers,
van af fl,
Dames-TASSCHEN, van af f 0.60.
Kinder- -0.30.
Groote keaze In:
Albums, Portemonnaies, Sigarenkokers,
Kleer-, Hoofd-, Nagel- en Tandenschuiers en
alle mogelijke soorten Reisbenoodigdheden.
Verkoophuis van
LUXE- ea HUISHOUDELIJKE ARTIKELEN.
uit de fabriek van CORNs. SIPKES, te
Haarlem, is bij
in de navolgende soorten te bekomen:
AARDBEZIËN-, ABRIKOZEN-, BES
SEN-, FRAMBOZEN-, KERSEN-MAR
MELADE, BESSEN-GELEI en ORANJE
MARMELADE. 2
6 Vertaling van Gerrit J.
Ab zoo, ah zoo, daar gaat me een licht op
„Versta me niet verkeerd; ik denk er niet
aan me in uw vertrouwen te dringen en ver
lang uwe diensten ook niet in deze aangele
genheid; ik verwacht dat u zolt zwygen en
de zaken haar loop laten."
„Goed dan, dat wil ik u beloven," zeide de
dokter na een oogenblik peinzens; ik gevoel
me door uw vertrouwen vereerd."
„En heb ik eenmaal iemand mijn vertrou
wen geschonken, dan beschouw ik hem ook
als mijn vriend, in alle omstandigheden des
levens," zeide Alfred, en stak tevens den dok
ter de hand toe.
Deze vatte de hem aangeboden hand zon
der aarzelen.
„Wanneer 't u gelegen komt," vervolgde
Alfred, dan moet u me uwe geschiedenis ver
tellen en me niets verzwijgen, ook al hebt ge
dwaze dingen gedaan.
„Oho!" stoof de dokter op. „U denkt mis
schien wel dat er niet veel goeds in me
steekt
„Zeker niet, want dat weet ik beter. Ver
gis ik me niet, dan heeft men u met een erfe
nis bedrogen."
„Zoo vermoed ik; maar kan, helaas, niets
bewijzen.
Wanneer u werkelijk verlangend zijt, mijne
lotgevallen te vernemen, dan zal ik u ze later
vertellen, want nu heb ik geen tijd, daar een
vriend me wacht."
„Dan wil ik u niet langer ophouden, zeide
Alfred, terwijl hij met een handdruk van
den dokter afscheid nam." «Als u een uurtje
vrij hebt, kom me dan opzoeken, daarmede
zult u me groot genoegen doen."
De dokter beloofde 't, daar zijn nieuwe
vriend hem wel beviel. Thans moest hij zich
haasten, want 't was reeds laat geworden en
hij had nog geen maatregelen genomen voor
de huisvesting van zijn vriend Würfel.
In gedachten verzonken stond Alfred nog
lang voor 't portret van Kaatje, waarbij hem
de woorden van den dokter voor den geest
kwamen.
Hij kon 't zich niet ontveinzen, dat storm
en strijd hem wachtten, wanneer hij op den
ingeslagen weg voortging, want ondanks hare
burgerlijke afkomst, was de generaalsweduwe
een trotscke vrouw en 't was te voorzien, dat
ze zich hevig zou verzetten tegen 't huwelijk
van haar zoon met een arm meisje. Alfred
had dat alles wel overdacht en was er niet
zoo licht overheen geloopen, als hij den dok
ter had voorgepraat; maar wat er ook
beuren mocht, hij zou 't meisje zijner keuze
niet opgeven.
Hij had al voorlang in de schoone oogen
van Kaatje gelezen, dat zijne liefde werd be
antwoord en leefde in de vaste overtuiging,
dat hij aan hare zyde zijn levensgeluk zou
vinden.
Wilde hij dat doel bereiken, dan moebt hij
niet vreezen voor den strijd tegen de veroor-
deelen van zijn stand; de prijs was den strijd
waardig.
De komst van een bediende, die hem kwam
berichten dat mevrouw zoo even de eetzaal
was binnengetreden, wekte hem uit zijne mij
meringen. De man voegde er bij, dat er iets
was voorgevallen, waarover de genadige vrouw
zieh driftig had gemaakt.
Alsof hij uit een droom ontwaakte, streek
Alfred langzaam met de hand over 't voor
hoofd en keek daarbij den ouden dienaar in
't eerlijke gelaat.
„Wat is er gebeurd?" vraagde hij.
„Och, meidepraatjes!" luidde 't antwoord,
dat met een minachtend schouderophalen ge
paard ging; «de vrouw van den geheimraad
daar boven zou met minachting over de ge
nadige vrouw gesproken hebben en met
permissie gezegd haar voor een luitenant
en een dragonder uitgescholden hebben."
„O wee", zuchtte Alfred, //dan kannen we
ons op wat prettigs voorbereiden, want zoo
iets vergeeft mama nimmer. Is mijn broêr al
thuis?"
„Mijnheer de asessor is zoo even thuis ge
komen."
Alfred keek even in den spiegel en verliet
't atelier. Door een kleinen salon kwam hij
in de eetkamer, die eenvoudig, maar kostbaar
en smaakvol gemcubeleerd was. De gene
raalsweduwe, een dame met een hooge, in
drukwekkende gestalte, wier hoofdhaar reeds
begon te grijzen, ontving haar binnentredenden
zoon met strenge, verwijtende blikken; de ases
sor, die bezig was de glazen van zijn met goud
gemonteerden bril af te vegen, knikte zyn
broeder zydelings toe en zijn gezicht nam een
waarschuwende uitdrukking aan, waardoor
Alfred de woorden van den knecht te binnen
kwamen.
„Twee minuten over den tijd, zeide de gene
raalsweduwe verwijtend, terwijl haar staal-
grauwe oogen tevens naar de wijzerplaat der
pendule keken, die op den marmeren schoor
steenmantel stond; ik verzoek je voortaan
nauwkeuriger op den tijd te letten."
„Excuseer me, mama!" zeide Alfred.
Geen enkel lachje kwam dit keer over de
lippen der strenge dame; zwijgend zette ze
zich in haar leunstoel neer. Arthur, de ases
sor, vulde de wijnglazen en de oude dienaar
bracht de soep op.
Zoo stilzwijgend als nu was 't middagmaal
zelden gebruikt; 't strakke gezicht van de gene
raalsweduwe maakte 't aanknoopen van een
gesprek niet raadzaam en met geheime vrees
zagen beide zonen 't praatuurtje tegemoet,
dat gewoonlijk begon, als 't dessert werd op
gezet.
Wat nu 't onderwerp van 't gesprek zou
worden, wisten ze reeds de oude dienaar had
het ingelicht, opdat ze niet onvoorbereid den
storm tegemoet zouden gaan; 't zou een pijn
lijk onderwerp worden, voor Arthur tenminste,
die smoorlijk verliefd was op de dochter van
den geheimraad.
't Gevreesde oogenblik kwam; de dienaar
had 't dessert opgedragen, den jongen heeren
een knipoogje gegeven en toen zich zonder
gedruisch verwijderd.
„Heeft u reden tot ergernis gehad, mama?"
vraagde Alfred weifelend.
„Dat kan wel niet anders, wanneer men
onder één dak woont met menschen, die geen
opvoeding gehad hebben, was 't scherpe ant
woord. „Maar ik zal er een einde aan maken.
Ik heb den huismeester reeds mijne beschik
kingen meegedeeld; die familie van den ge
heimraad zal verhuizen moeten. Mevrouw is
iemand, die geen rust en vrede kan houden;
hare heerschzucht kent geen perken en ze
zou 't geheele huis wel willen tiranniseeren."
De generaalsweduwe trommelde steeds hef
tiger op 't hagelwitte tafellaken en hare wenk
brauwen trokken zich immer dichter samen.
Wanneer de geheimraad Therstappen een
flink, man was in plaats van een stroopop,
kon men een ernstig woord met hem praten
en zou hij wel middel vinden om de heersch
zucht zijner vrouw binnen de perken te hou
den; maar hij stoort zich aan niets en heeft
niet eens den moed eens op te spelen, wan
neer hij haren in zyne soep vindt."
„Nu, nu, mama, als men de zaak op den
keper bekijkt, zal 't wel zoo erg niet zijn."
Met deze woorden trachtte Arthur zyne moe
der neer te zetten.
De meiden kregen ruzie met elkander en
men weet, hoe 't dan gewoonlijk toegaat: er
worden woorden gebezigd, volgens haar zeg
gen, waaraan men niet eens gedacht heeft*...."
„Wat ik met mijne eigene ooren gehoord
heb, dat laat ik me niet opstrijden!" viel de
dame in. //Mevrouw heeft volstrekt geen reden
om onbeschoft te zijn, wanneer ik op mijn recht
sta. Ik moet eisehen, dat me 't waschhuis
netjes en zindelijk wordt overgegeven en me
vrouw moet 't me in dank afnemen, wanneer
ik haar bewys dat haar dienstmeid een vuil
poes is; maar neen, ze maakt met die slons
gemeene zaak tegen me en schaamt zich niet
om te zeggen dat ik een luitenant en een
dragonder ben. Dat is niet langer de taal
van een welopgevoede vrouw; dat zijn woor
den van een vischwijf, en met zulke menschen
wil ik niet langer onder een dak wonen.
„Dat is zeker een grove beleediging," zeide
Alfred, waarbij de asessor ontevreden 't hoofd
schudde, //maar ik houd 't er voor, dat de
grootste schuld bij de dienstmeiden ligt, //die
door haar gezanik mevrouw Therstappen tot
't uiterste gebracht hebben."
„En al ware dat zoo, dan zouden zulke on
gepaste woorden toch niet te verontschuldi
gen zijn," merkte de generaalsweduwe ver
bitterd aan.
„Neen," zeide Arthur, »maar....."
„Genoeg! zeide ze op beslissenden toon."
Ik verlang dat alle omgang onzerzijds met
die menschen ophoudt alle omgang. Na
deze beleediging is verzoening onmogelijk ge
worden en ik verzoek daarom geen pogingen
daartoe aan te wenden.
Arthur was bleek geworden. Hij rukte aan
zijn bril, waarachter zijne oogen van toorn
fonkelden, en men kon hooren, dat hij moeite
deed om zich in te houden, toen hy zeide:
„Dat gaat toch te ver, lieve mama. Ambts
halve moet ik nu en dan met den geheimraad
in aanraking komen."
„Als 't ambtszaken betreft, heb ik er na
tuurlijk niets over te zeggen, maarKort
om, ik zal wel zorg dragen, dat die menschen
spoedig verhuizen moeten. Er woont hier nog
een gezin, dat in den laatsten tijd mijne aan
dacht getrokken heeft," vervolgde ze, terwyl
hare oogen doordringend op de schilderrustten,
die met 't onnoozeLste gezicht bleef zitten,
alsof' hij er niets van begreep. «Ik zal zorg
dragen, dat zij ook weldra heengaan, wanneer
ik merk dat hunne nabijheid den vrede onder
mijne familie bedreigt."
„Dat begrijp ik niet, mama," zeide Alfred.
Arthur keek hem vragend aan. wEn toch moe t
ik veronderstellen, dat die woorden op my
doelen."
„Je zult ze zeker begrijpen, wanneer je er
over wilt nadenken. Je zult toch niet ont
kennen, in den laatsten tijd dikwijls ^ten huize
van den ouden Wohlfarth geweest te zijn?
Mag ik vragen, wat je daar te doen hebt?"
„Lieve hemel, de oude heer heeft veel be
leefd en ondervonden; met genoegen zat ik
naar liem te luisteren.
„Naa zijne dochter ook?" vraagde ze scherp.
„Ik heb nog maar zelden gelegenheid ge
had met haar te spreken, ging Alfred bedaard
voort; ik weet alleen, dat ze een bescheiden,
welopgevoed en schoon meisje is. Ik ben bezig
met een kleindochtertje van den heer Wolh-
farth te portetteerenze dient me als model.
Ik zeg u dat, om uwe ongerustheid te ver
drijven, wanneer juffrouw Gosebrink met haar
babbeltong u over deze geheel onschuldige ge
schiedenis hare rapporten komt brengen. Als
er u zooveel aan gelegen ligt rust en vrede
in dit liuis te bewaren, zie dan te bewerken
dat die familie Gosebrink moet verhuizen,
want die vrouw is in haar elejnent, als ze
overal onheil kan stichten."
De generaalsweduwe was opgerezen; hoog
opgericht stond ze voor hare beide zonen, met
een koel en streng gezicht, en zeide scherp:
„Ik heb mijn wil bekend gemaakt en ik
verwacht dat die geëerbiedigd zal worden!"
Daarna verliet ze met opgeheven hoofd de
kamer.
„Kom nu naar mijn atelier, zeide Alfred tot
zijn bi'oeder, om een sigaar met me te rooken."
De asessor knikte toestemmend, terwijl een
vastberaden trek om zijn mond zichtbaar werd.
Terwyl hij met zijn broeder door den salon
ging, zeide hij zacht: //Hoe dat af zalloopen,
mag de Hemel wetenIk weet alleen, dat ik
me aan 't gebod van mama niet zal storen."
„Heb je reeds je woord gegeven?" vraagde
Alfred eveneens zacht.
„Ja, en ik was voornemens er heden met
mama over te spreken."
Wordt vervolgd.
Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij
van 0. DE BOER J*.