't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
HET PREMIE-BOEK.
No. 1526.
Zaterdag 1 October 1887.
Vijftiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
VERGADERING
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavertentiön
van 1 tot 5 regels.25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze geabonneerden
buiten de gemeente, wordt
verzocht 't Abonnements
geld Vliegend Blaadje" 3e kwartaal,
te willen overmaken in postzegels of per
postwissel, vóór 5 October, zullende an
ders daarover met 10 cents verbooging
per post worden beschikt.
DE UITGEVERS.
Let wel!
Alle Lezers van 't Vliegend Blaadje,
die een bon inleveren, hebben recht op
het Boek. Wij herbalen zulks nog eens
duidelijk, omdat het ons gebleken is, dat
velen meenen, dat geabonneerden alleen
van bet voordeel mogen gebruik maken,
dat is niet zoo. Allen, die geregeld ons
Blad aan de Bureaux of aan een der
Depots koopen, rekenen we ook onder
de getrouwe lezers en het zou daarom
een onbillijkheid zijn hen uit te zonderen.
Ook heden is de Bon in ons Blad af
gedrukt. Inzending vóór Maandag a.s.
Prijs 30 Centvoor buiten de gemeente
40 Cent, waarvoor 't boek franco wordt
toegezonden.
DE UITGEVERS.
OCTOBER (Wijnmaand), 31 dagen.
Opkomst der Zon 6 u. 6 m.
Onderg. 5 u. 30 m.
Zondag 2 Volle Maan.
Maandag 3 Leiden s ontzet. Israëlitisch
Loofhuttenfeest.
Dinsdag 4 Israël. Loofhuttenfeest.
Donderdag 6
Vrijdag 7
Zaterdag 8 Alkmaars ontzet.
van den Raad der gemeente Helder,
op Dinsdag 27September 1887.
Voorzitter de heer mr. K. J. C. Stakman Bosse.
Tegenwoordig aanvankelijk 14, vervolgens 15
leden de heer Groen is met kennisgeving afwe
zig. Er is 1 vacature.
De zitting wordt geopend. De notulen der
vorige vergadering worden na voorlezing goedge
keurd.
De benoemingen van twee onderwijzeressen en
van een onderwijzer worden aan de orde gesteld
uit deze voordrachten
Voor onderwijzeres aan de Gemeenteschool No. 6:
1. Mejuffr. C. W. Veldhuizen, alhier.
2. A. C. Klots, te Ede.
3. D. E. Duval, alhier.
Voor onderwijzeres aan de Gemeenteschool No. 7a
1. Mejuffr. C. C. Beukenkamp, alhier.
2. D. E. Duval, alhier.
3. A. C. Klots, te Ede.
Voor onderwijzer aan de Gemeenteschool No. 7a
1. De heer P. Pieters, alhier.
2. C. Madderom, te St. Pancras.
3. A. Joman, te Oudkarspel.
Benoemd wordenmej. Klots met het lot te
gen mejuff. Veldhuizen, mejuff. Beukenkamp en
de heer Pieters, heide laatstgenoemden met een
parige stemmen.
Met ingang van 15 November a. s. wordt, op
haar daartoe gedaan verzoek, een eervol ontslag
verleend aan mejuffr. A. M. Prins, als onderwij
zeres aan de Gemeenteschool No. 7a.
Op voorstel van B. en W. wordt besloten tot
heffing in 1888 van een hoofdelijken omslag, tot
een maximum-bedrag van f 30,000 en van een
plaatselijke belasting op het gedistilleerd, gelijk
mede tot verhooging van het bedrag, waarop de
hoofdek omslag voor 1887 is toegestaan, met
nog f1500. De goedkeuring en machtiging des
Konings zal op deze besluiten "worden aange
vraagd.
De voorzitter deelt mede, dat nog altijd wordt
ingewacht dc vereischte goedkeuring des Konings
op het besluit van den Raad tot verhoogde hef
fing eener hondenbelasting. Door dit uitblijven
der goedkeuring kan het kohier voor 1887 nog
niet worden vastgesteld.
Er geschiedt, voorlezing van een adres van
eigenaars en bewoners van perceelen in de 2de
Molenstraat, inhoudende het verzoek tot verlich
ting van dieu straat hij avond. Op voorstel van
B. en W. wordt besloten, in die straat, en wel
in het gedeelte van de Palmstraat tot de Keizer
straat, 2 gaslantaarns te doen plaatsen. Bij
de discussie over dit voorstel wordt door den heer
Over de Linden aanbevolen een lantaarn te
plaatsen, ook dienende als waaklicht, aan den
Kanaalweg nabij het postkantoor.
Aan de orde wordt gesteld de benoeming van
een lid der commissie van toezicht op den ge
meente-reinigingsdienst, ter vervanging van den
heer Tinkelenberg. Vóór men tot het doen eener
keus overgaat, wordt door den heer Van Neck
de wensehelijkheid besproken van de benoeming
van een directeur voor den reinigingsdienst. De
voorzitter en de wethouder, dc heer Maalsteed,
bestrijden achtereenvolgens de opmerkingen van
den heer Van Neck en bevelen de bestendiging
der tegenwoordige regeling aan, ook vooral om
dat zij voor de gemeente door min-kostbaarheid
voordeelig is. Overgaande tot de benoeming,
wordt gekozen de heer Verfaille, die echter, om
dat hij zelf meermalen afnemer is der faecale
stoffen, daarin voldoende reden vindt de benoe
ming niet te aanvaarden. De heer Korver, daarna
gekozen, bedankt, wegens zijne drukke bezighe
den. De heer Hoogenbosch, die vervolgens met
groote meerderheid van stemmen wordt gekozen,
neemt de benoeming aan.
De navolgende mededeelingen worden voor
kennisgeving aangenomen a. dat, bij de jongst-
gehouden verificatie van de boeken en de kas
der gemeente ontvangsten, een en ander in vol
komen orde is bevonden, in kas zijnde de som
van f 17,118,81; en b. dat, volgens mededeeling
van H.H. Gedep. Staten dezer provincie, het
aandeel der gemeente in de kwade posten der
grondbelasting over 1884 en der belasting op
het personeel over 1884/85 bedraagt f4687.60.
Er wordt voorgelezen een adres van den heer
W. J. Maalsteed, inhoudende het verzoek om
afstand van een klein stuk gemeentegrond aan
de Dijkstraat, ter grootte van 8.40 M2, noodig
bij het verbonwen van het hnis, gemerkt 11 408.
Tegen den prijs van f 1 per M2, wordt de ge
vraagde grond afgestaan.
Voorlezing geschiedt verder van een adres, in
gezonden door het Bestuur van Eloralia alhier,
't verzoek inhoudende om ook nu weder een gel
delijke bijdrage te mogen ontvangen in de ge
maakte kosten voor de plaats gehad hebbende
Bloemententoonstelling en het daarop gevolgde
Volksfeest. Dit verzoek wordt door den voor
zitter ten zeerste gesteund, met het oog op het
uitnemend streven van bestuurderen van Eloralia.
Na eenige discussie wordt besloten de beslissing
op dit verzoek te verdagen, tot bij de behande
ling der begrooting voor 1888.
De voorzitter deelt mede, dat er eenige be
zwaarschriften zijn ingekomen tegen aanslagen
in den hoofdelijken omslag, dienst 1887. Hij
stelt voor, die stukken in een zitting met geslo-
tene deuren te behandelen en heft de openbare
zitting op.
Nadat de openbare zitting heropend is, voeren
bij de gewone rondvraag onderscheidene leden
het woord tot het maken van opmerkingen en
het geven van wenken aan het Dag. Best. De
heeren Korver, Over de Linden, Janzen en Yan
Twisk bespreken achtereenvolgens de verlichting
van den openbaren weg bij avond en bij nacht,
en dringen er vooral op aan, dat de z. g. waak-
lantaarns, ten getale van 21, geregeld branden
van zonsondergang tot aan zonsopgang. Nauw
lettend toezicht op den invoer van geslacht vee
en vleesch wordt door den heer Vos, met het
oog op het gebeurde te Middelburg, ten zeerste
aanbevolen. De heer Van Neck brengt een
klacht in over het te vroeg rijden bij avond van de
zoogenaamde beerkarren en herinnert, dat daar
omtrent zeer zeker voorschriften bestaan.
De zitting wordt hierop gesloten.
HELDER, 30 September 1887.
In verband met de vragen, in de
Tweede Kamer door den heer A. Van
Dedem gesteld, over hetgeen de regeering
voornemens is te doen in de quaestie der
botervervalsching, en het antwoord daarop
door den minister van binnenlandsche
zaken gegeven, vernemen wij, zegt het
Utr. D., dat reeds sedert eenige weken
een ontwerp van wet gereed iswaarbij
maatregelen worden vastgesteld om bedrog
in den boterhandel tegen te gaan. Dat
ontwerp gaat lang zoo ver niet als de
commissie van advies voor de landbouw
zaken beeft voorgesteld. De fabricage
van kunstboter, of de handel in dat arti
kel, wordt niet aan belemmerende bepa
lingen onderworpen, maar alleen wordt
gewaakt, dat geen kunstboter worde ver
kocht voor natuurboter; o. a. door voor
schriften te geven voor de verpakking
van kunstboter, en door de eiscben dat
het voorhanden hebben van kunstboter in
winkels de naam van het artikel duideljjk
worde aangewezen, zoodat de koopers zich
in den aard daarvan niet kunnen vergissen.
Het ontwerp is, na in het departement
van justitie te zijn bewerkt, opgezonden
naar dat van waterstaat.
Dinsdag heeft de krijgsraad in het
le militaire arrondissement te-Gravenha-
ge zitting gehouden ter behandeling van
de zaak der 3 huzaren-officieren, in ver
band met bet gebeurde in Seinpost te
Scheveningen. Daar de beschuldigden niet
hebben bekend, is de auditeur-militair na
bet eindigen der verbooren toegelaten tot
bet doen van den eiscb op de bewijzen
van extra-ordinair proces.
Zaterdag a.s. zal de krijgsraad de zaak
in nadere overweging nemen en tot bet
wijzen van bet vonnis overgaan, waarna
dit aan de goedkeuring en bekrachtiging
van het hoog militair gerechtshof zal on
derworpen worden. Zooals men weet,
moet het vonnis tot na de approbatie van
het H. M. G. geheim blijven.
Maandag voormiddag verzamelde
zich een groote volksmenigte voor een
woning in Klarendal te Arnhem. Aan
leiding daartoe gaf bet feit, dat politie
en justitie zich in die woning hadden
begeven, om, volgens gerucht, een onder
zoek in te stellen naar een dubbele ver
giftiging, welke zou hebben plaats gehad.
Twee kinderen uit hetzelfde gezin zijn
een paar weken na elkander overleden
het lijk van het dezer dagen gestorven
kind, dat nog boven aarde ston^ is naar
het ziekenhuis overgebracht om geschouwd
te worden.
Men verneemt, dat er gelukkig geen
reden bestaat, om iemand van een mis
daad te verdenken, daar het scheikundig
onderzoek geen enkel spoor van vergifti
ging beeft aangetoond.
Tegen het socialistische weekblad
Recht voor Allen" wordt een vervolging
ingesteld wegens de in nos. 56 en 86
voorkomende stukken, getiteld: »De wille
keur ten top" en »Domela Nieuwenbuis
en Jeanne Lorette in den kerker."
Te Nieuweschans is op de kermis
;s voorgevallen, dat alleen op een ker
mis kan gebeuren. Een kermisgast scheurde
een kameraad een oor glad van 't hoofd
af. Dadelijk werd de dokter gebaald, maar
't mocht niet baten. Het afgescheurde
deel kon niet weder worden bevestigd.
De bedrijver dezer wandaad zal zijn han
digheid door de tusschenkomst der politie,
duur moeten betalen.
Voor de dieven
Op een bordje aan den ingang van een
grooten vrucbtenboomgaard te 's- Grave-
land, leest men de waarschuwing:
Hier loopen 's nachts bloedhonden.
De aanvoer van slachtvee te Har-
lingen voor Engeland is in den laatsten
tijd zeer belangrijk. Maandag werden
ongeveer 400 stuks hoornvee uitgevoerd,
benevens een paar duizend schapen van
deze laatsten bleven er nog 600 achter.
De Londenscbe boot bleef wegens te
zware lading tusscben Harlingen en bet
Vlie aan den grond zitten, doch vervolgde
Dinsdagmorgen ongeveer te 7 uren de reis.
Op verzoek der Belgische justitie is
Zaterdag te Maastricht gearresteerd zekere
Godefroi, van Verviers, beschuldigd van
bedriegelijke bankbreuk. In afwachting
van zijn uitlevering is hij naar de ge
vangenis te Maastricht overgebracht.
Door de politie te Leiden is pro-
ces-verbaal opgemaakt tegen zekeren M.
te Amsterdam, die, onder voorgeven van
aan een ingezetene dezer gemeente een
zekere som als hypotheek op diens huis
te kunnen bezorgen hem f 30 afhandig
maakte,welke hij zeide benoodigd te hebben
voor eerste kosten. M. beeft reeds een
vonnis ter zake van misbruik van ver
trouwen ondergaan. (L. Ct).
Een waarschuwing voor bet ver
zinnen van berichten.
Het O. M. bij de rechtbank te Hee
renveen beeft 7 dagen gevangenis geëischt
voor een polderjongen, die aan bet par
ket aangifte had gedaan van een door hem
verzonnen moordgeschiedenis.
Zaterdagmorgen bespeurde een land
bouwer in de gemeente Leeuwarden dat
gedurende den nacht een schaap in zjjn
land was geslacht en ontvreemd. Het
mocht de politie spoedig gelukken den
dader op bet spoor te komen en in diens
buis bet verscb geslachte vleesch en bet
vel in beslag te nemen. Ook werden op
den zolder meer overblijfselen van scha
pen gevoden, waardoor de zekerheid werd
verkregen dat men den dader gevonden
had ook van meer diefstallen van vee, in
den laatsten tijd in naburige gemeenten
voorgekomen.
De vermoedelijke dader, een ongehuwd
persoon, is evenwel voortvluchtig.
De vrijage van de keukenmeid.
Mevrouw Jansen, de huisvrouw van een wel
gesteld commissionair, bud met haar keukenmeid
Betsy juist de dagelijkscbe rekening afgesloten,
toen deze met een sensatie makende mededeeling
voor den dag kwam:
„Mevrouw", zeide Betsy, ik heb reeds bij nw
moeder gediend; ik ben, toen gij getrouwd zijt,
met u medegegaan, en nu zijn twintig jaren ver-
loopen en ik heb nog nooit een vrijer gehad. Nu
ben ik zoo wat, wat men noemt geëngageerd, en
als ik hem, die mij nu hebben wil, niet neem,
dan krijg ik in mijn leven geen ander. Nu heb
ik een best en schoon mensch, een beschaafd
mensch, een student in de medioijnen is hij. Hij
houdt veel van mij, en als ik nu maar alle veer
tien dagen een uitgaansdag krijg, dan zou hij mij
licht ontrouw kunnen worden en dan zou ik nooit
een doktersvrouw zijn. Daarom wilde ik u vra-
»en, mevrouw, of hij driemaal in de week bij mij
n de keuken mag komen. Zie zoo, nu is het er
uit. Ik meen het ernstig, en als u het niet toe
laat, dan zon ik mijn dienst moeten opzeggen.
Het groote nieuws werd dadelijk aan den heer
en de jongejuffrouw Jansen medegedeeld.
Juffrouw Jansen, de eenige dochter van den
commissionair, een achttienjarig meisje van tee-
dere en ronde vormen, een meisje met blond, we
lig haar en een bekoorlijk stomp neusje, een meisje,
dat een voortreffelijke opvoeding had genoten en
een flinke huisvrouw beloofde te worden, sprak
met warmte voor de ia williging van het verzoek
n Betsy.
De familie Jansen zag het bezoek van den stu
dent met spanning tegemoet.
Op den bepaalden dag kwam hij inderdaad.
Mevrouw Jansen kon haar nieuwsgierigheid niet
bedwingen, zij ging naar de keuken.
Betsy had niet overdreven. Daar zat op een
keukenstoel een schoone jonge man; hij was een
voudig maar fatsoenlijk gekleed en een bril op
zijn intelligent en frisch gezicht gaf hem het voor
komen van een geleerde.
Spoedig kwam er eenige conversatie tusschen
mevrouw Jansen en den vereerder van Betsy.
De student vertelde, dat hij een arme drommel
was, die geen geld genoeg bezat voor zijn studie
en hij vergenoegde zich daarom met Betsy.
Zijn gedrag was zoo fatsoenlijk, zoo beminne
lijk, dat zich dergelijke gesprekken met de vrouw,
zoowel als met den heer des huizes dikwijls her
haalden. Hij kreeg zooveel vertrouwen, dat hij
de jonge juffrouw in de geschiedenis mocht on
derwijzen. Op zekeren avond werd hij zelfs uit-
jenoodigd om het avondmaal te blijven gebrui-
cen. Zulke nitnoodigingen vonden meer en meer
plaats en langzamerhand was de student een
huisvriend geworden.
Zijn betrekking tot Betsy bleef altijd even innig.
Hij gedroeg zich met waardige terughouding
tegenover de jonge juffrouw Jansen.
Zoo leefden dan de vijf personen van onze ge
schiedenis, gedurende anderhalf jaar.
Mevrouw viel het op, dat haar dochtertje ver
schillende vrijers afwees.
Maar de heer Jansen, wien dit niet opviel en
die van den jongen man hield, leende hem het
geld om te kunnen promoveeren.
Voor deze plechtige gelegenheid had onze held
een fijnen rok geleend, en als men nu eenmaal
een rok heeft, dan moet men de gelegenheid bij
de vleugels vatten, dacht hij.
Hij begaf zich daarom dadelijk na de promenade
naar den heer Jansen.
..Hooggeëerde vriend", zeide hij tot dezen, „u
hebt mij tot dokter gemaakt, maak mij na ook
tot schoonzoon".
De heer Jansen had er niets tegen.
En Betsy P
Ook Betsy had er niests tegen.
Betsy was er blij om, want nu kwam de waar
heid aan het licht.
De jonge juffrouw Jansen had niet den ver
eerder van de keukenmeid veroverd, neen, want
de jonge student was nooit haar vereerder ge
weest.
Hij had het jonge meisje op een danspartijtje
leeren kennen, en de beide harten ontvlamden in
liefde voor elkander.
Nu kwam het er op aan, om den jongen stu
dent toegang te verschaffen tot het huis der ou
ders van het meisje en hem het verder studeeren
mogelijk te maken.
Daarvoor had nu het meisje alles aan de keu
kenmeid toevertrouwd en wij weten hoe de brave
Betsy vol zelfopoffering alle moeielijkheden wist
te overwinnen.
Volgens Levantsche dagbladen gaat
liet Turscbe Rijk onder twee plagen ge
bukt: toenemende duurte bij hongersnood
(een gevolg der geheerscht hebbende
droogte) en roovers. De stoutmoedig
heid dezer gewapende vagebonden schijnt
alle perken te buiten te gaan. Sommige
streken zjjn bijzonder bezocht, en in Ma
cedonië staat het district Monastir feitelijk
onder de heerschappij van den zoogenaam-
den „Prins der bergen" (Belial Balanza),
die den gouverneur een brief durfde
schrijven als volgt:
»Ik bevind mij in het Ochridi-gebergte
en vrees u niet. Kom en valt mij aan
als gjj kunt, ik ben sterker dan gij, Keinal
Gjj zijt gouverneur van het vilayet Mo
nastir alleen in naam, maar ik ben de ware
gouverneur. Gij regeert alleen te Monastir.
maar ik ben landvoogd in het geheele
vilayet. Gij perst den boeren hun geld
af zonder moeite en gevaar, terwijl ik
mjjn geld verkrjjg in het zweet mjjns
aanschijus. Gij, lafaaid! zijt erger roo-
ver dan ik, want uwe lafheid en veilheid
besteelt en ondermijnt het Ottomanische
Rijk, terwijl ik mij verrijk ten koste der
ongeloovigen. (Geteekend) Belial Ba
lanza, opperhoofd der roovers, gouver
neur van het vilayet Monastir en Prins
der bergen
Ingezonden
Zjjn wy veilig in de gemeente
Het treurig ongeval, dat op den 27en dezer
des avonds ten ongeveer half acht hier in
den Helder plaats vond, doet ons onwillokeu-
keurig vragen//Zijn wij veilig in de ge
meente
Wanneer het niet zoozeer aan alle inge
zetenen bekend is, dat zij in omgekeerde rede
jeldelijk bijdragen of juister: lichamc-"
lijke opofferingen zich hebben te getroosten om
de gemeentekas in staat te stellen minstens
te zorgen voor de openbare veiligheid, dan is
't dat ik zulks openlijk wensch te doen uit
komen.
Wij zullen maar kort zjjn in het relaas van
het treurige lot, dat den man als slachtoffer
der gemeentelijke inhaligheid is moeten te
beurt vallen. Toen deze zich op den bewus-
ten avond op den stationsweg (het eindje van
Bellevue af tot aan 't station) bevond, kwam
hij als natuurlijk gevolg van oorzaak in aan
raking met een zich op denzelfden weg be
vindend rijtuig, dat in volle vaart naar 't
station reed.
Ongelukkig was de aanraking van dien
aard, dat hem de wieion over aangezicht en
schouder gingen met het gevolg, dat de man
na het uitstaan van smartelijke pijnen, den
volgenden morgen overleed.
Nu herinner ik mij, dat er onlangs in een
onzer bladen pennenstrijd is gevoerd over de
al of niet voldoende voorziening in de stads-
verliebting en dat door een zeker individu
daarop geargumenteerd werd, dat de ge
meentewet een vasten tjjd aangeeft waarop
in de verlichting van rijtuigen moet worden
voorzien.
Nu is het in het onderhavige geval niet
alleen tengevolge van rijtuigen, die in vol
maakte overeenstemming met die wetsbepaling
geene lichten behoeven te voeren, maar meer
nog de volslagen Egyptische duisternis die
heerscht op een weg welke op dien tijd van
den dag zeer druk wordt gepasseerd, dat hier
het verlies van een menschenleven te be
treuren is.
Het is een onverdedigbaar feit, dat juist
ten gevolge van soortgelijke drama's soortge-
ljjke wetsbepalingen in de goede richting zul
len worden gewjjzigd. Moet dan ook hier
helaas weer het spreekwoord in toepassing
worden gebrachtwAls het kalf verdronken
is, dempt men den put." Ik geloof wel, dat
het geheel overbodig is den van voorzorg
overloopende raadsleden uit te noodigen aan
den Stationsweg des avonds in pikdonker een
bezoek te komen brengen, ten einde hen hier
door te kunnen bewijzen, dat de eisch van
betere voorzorg niet alleen onoverdreven is,
maar in het nauwste verband staat met de
plicht der menschelijkheid.
Ik besluit hiermede, met te vertrouwen, dat
wenken, zooals onlangs werden gegeven, vooral
wanneer helde persoonlijke veiligheid betreft,
niet zoo lichtvaardig in den wind worden ge
slagen, doch de aandacht worden waardig ge
keurd, die zij ten volle verdienen.
J. K.
.-i
Marine en Leger.
De geheele Zuiderzee flotielje, bestaande uit Zr.
Ms. monitors Heiligerlee en Krokodil, de stoom-
kanonneerbooten Njord, Tyr en Braga, benevens
4 torpedo-vaartuigen, is Dinsdag van den oefenings-
tocht te Amsterdam aangekomen*
Blijkens bij het departement van marine ont
vangen telegram is Zr. Ms. sebroefstoomschip 4e
kl. Flores, onder bevel van den luit. t. z. le kl.
W. M. J. Visser, den 16n dezer van Gibraltar
vertrokken, den 26n daaraanvolgende te Port-Said
aangekomen, met bet voornemen om den S8n weder
van daar te vertrekken, en heeft Zr. Ms. schroef-
stoomschip 4e kl. Ceram, onder bevel van den
luit. t. z. le kl. J. J. de Bruyne, in den ochtend
van den 27n dezer Suez verlaten.
Aan boord dier bodems was alles wel.
Op Zr. Ms. stoomschip Oenarang, is in Indië
bet bevel door den luit. t. z. le kl. J. Luijtjes
overgegeven aan den luit. t. z. le kl. F. Böhthnck
en werd de off. van gez. 2e kl. J. J. Sterk ver
vangen door den off. van gez. 2e kl. O. Engelken.
Den 22en October e. k. zal uit Rotterdam per
stoomschip Utrecht naar Oost-Indië vertrekken
een afdeeling uaavnllingstroepen, sterk 40 onder
officieren en minderen, onder bevel van den kapt.
der inf. C. J. Laceulle. Medegeleider de 2e luit.
der inf. J. F. C. van Meurs.
Het incompleet aan kader bij de verschillende
korpsen infanterie bestond op 15 Sept. jl. uit
172 korporaals. Er waron toen 67 sergeants-
titulair en 192 korporaals aanwezig, geschikt tot