't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1575. Woensdag 21 Maart 1888. Zestiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. ütoonnement per 3 maanden binDen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentlën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer 5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Aan onze geabonueerden buiten de gemeente, wordt a»af beleetd verzocht 't abonne mentsgeld Vliegend Blaadje, le kwartaal 1888te willen overmaken in postzegels of per postwisselvoor 5 April e.k.zul lende anders daarover met 10 Cts. ver hooging per post worden beschikt. DE UITGEVERS. HELDEK, 20 Maart 1888. De tooneelvoorstelling, ter gelegen heid van 't vijf-en-twintig-jarig jubilé van onzen plaatsgenoot, den heer H. W. Nieuwenhuis, Vrijdagavond in Tivoli ge geven, mag goed geslaagd heeten. Bij gestaan door de verdienstelijkste leden van eenige onzer plaatselijke vereenigin- gen, bracht de jubilaris ten tooneele Paljas,een drama in 5 bedrijven, waarin hij de titelrol vervulde, 't Spel was in vele opzichten verdienstelijk en de luide bravo's blijkbaar welgemeend. Alle spelers droegen 't hunne bij tot vor ming van een goed geheel, en toch ver dienen Paljas, die een hoogst moeielijke rol had, zoowel als de Ridder de Rollac, Hercule, Henri en Nina Flora, een woord van afzonderlijke vermelding. Een deel van 't stafmuziekkorps bracht, onder directie van den heer L. A Schou ten, op uitstekende wijze ten gehoore Jubileum-marseh," door L. A. Schouten, Feest-overture," door von Wedinchem, en luisterde verder den avond door mu ziekuitvoeringen op. Zondagavond werd de voorstelling her haald. Zaterdagavond vierde de Scherm en Gymnastiek-Vereeniging Oefening kweekt Kunst" haar zes-jarig bestaan in Tivoli", waar leden en genoodigden ruimschoots waren opgekomen. Na een inleidend woord door den president, den heer C. S. Jaring, werd het programma met lust en ambitie afgewerkt. Niet alleen de ledenmaar ook de leerlingen van de Voorbereidingsklasse en de Ad- spiranten gaven blijk, dat ze een goed gebruik maken vau het onderwijs, door den verdienstelijken directeur, den heer R. Oostenveld, gegeven. Aangenaam wer den de oefeningen afgewisseld door een Hoepelfantasieeen Fantasie - Degen en Plastische Standen, terwijl een grappige pantomime als slotnummer diende. Niet alleen de oefeningen aan de werk tuigen, maar ook 't hanteeren der wapens wekte algemeene bewondering. Aan een vijftal leden der Schietclub werden prijzen uitgereikt, op 't huishou delijk concours verworven. De heer Korf werd als schutterkoning gedecoreerd, daar hij in 't afgeloopen Vereenigingsjaar het grootst aantal punten bij de oefeningen had verkregen. De Feestgids, die ditmaal als programma diende, verdient een aandachtige lezing. ^^^-"Aangaande de schipbreuk, dezer ^-<fégen door een visschersvaartujg op de Texelsche kust geleden, meldt i)nen nog het volgende In den nacht van 12 op 13 Maart j.1. strandde op de westkust, de viscchkotter Ondernemingc, van Maassluis, tengevolge van dikte door sneeuwstorm en «troom- misleiding. Tweemaal werd in den nacht, bij stormachtig weer, de scheepsboot te water gelaten, maar telkens sloèg zij door de branding vol water. Al de- klee deren en bezittingen der schepelingen gingen daarbij verloren. Ofschoon op het schip gedurende het verder gedeel.te van den nacht flambouwen werden ontstoken, kwam geen jacht om van wal het in nood zjjnde vaartuig op te merken, 'sMcfgtsns te zes uur, na een vreeselijken nacht ie hebben doorgebracht, mochten de sche pelingen er in slagen met de scheepsboot het strand te bereiken. Half bevroren, doornat en zonder laar zen of bovenkleederen, kwamen de acht schipbreukelingen, waaronder drie jon gens na een uur door de duinen te hebben gezwalkt, in een hevigen sneeuw storm en zonder schoeisel bij een huisje. De bewoners, Jan Kok en zijn vrouw, namen allen liefderijk op en verzorgden hen zooveel ze konden. Bij gebrek aan voldoende manskleeding werd het kabinet geledigd en een deel der visschers in vrouwenkleeding gestoken. Leverde dit een potsierlijk schouwspel op, 't getuigde evenzeer voor 't goede hart der brave duinbewoners. De voorraad hooi en strooi sel werd vervolgens tot slaapplaats voor de uitgeputte menschen ingericht. Spoedig daagde meer hulp op. De bur gemeester, de heer D- C. Loman, had 't noodweer getrotseerd om met den mees ten spoed de schepelingen op zoeken. Door zijn goede maatregelen konden de schipbreukelingen verder meer onbe krompen verzorgd worden. Dewijl van sommige visschers handen en voeten wa ren bevroren, werd in allerijl voor ge neeskundige hulp gezorgd. Nadat de schipbreukelingen nog van 't noodige reisgeld en andere kleeding voor zien waren, konden zij verder huiswaarts reizen. Yoor de arme lieden is het verlies van den vischkotter een onherstelbaar ver lies. De drie deelhebbers in het scheepje, allen huisvaders, hebben alles verloren, doordien de kotter, tengevolge van 't ver zuim of een misverstand van iemand an ders, geheel buiten de schuld der visschers, niet verzekerd was. - Door den inspecteur van politie le klasse C. Batelt, en de rechercheurs Pan- horst en Verbeek te Amsterdam, is op nieuw een belangrijke vondst gedaan van een aantal valsche muntstukken, matrij zen en verdere gereedschappen, in een tuin aan de Baarsjes", vroeger behoord hebbende aan den der wegens het ver vaardigen en in omloop brengen van valsche rijksdaalders en guldens, in voor- loopige hechtenis zich bevindenden S. Het aantal zieken is te Hoorn zeer talrijk. In het stedelijk gasthuis komt bijna gelegenheid te kort tot plaatsing van nieuwe patiënten. De bomschuit Sch. 121, schipper Buis, is Zaterdagmorgen te Scheveningen behouden geland. Maandagnacht half twaalf, zes mijlen van land, was zij ter hoogte van Kijkduin door een onbekende bark aangezeild, welke zwaar gekoperd en vermoedelijk naar Hamburg, Bremen of Elseneur bestemd is. Bij de aanzeiling is een man overgesprongen. Terwijl men in een woning in de Hamerstraat te 's Gravenhage druk bezig was met bruiloft vieren, kregen twee j> vrienden,die te veel gedronken hadden, twist over een kleine oorzaak. Een van hen, die het meest door den jenever was verhit, ontstak in zulk een woede, dat hij een bierglas opnam en zijn tegenpartij daarmede op het hoofd sloeg, 't geen een bloedende wond veroorzaakte. Toen de dader den mishandelde bewusteloos zag nedervallen, koos hij het hazenpad. Voor den lijder moest men geneeskundige hulp inroepen. De bruiloftspret had een droe vig einde. Men schrijft uit het land van Kuik aan de »Prov. N.-B. Ct., dd. 15 Maart: Heden namiddag ten 51/® ure sloeg men te Linden op de alarmklok, dewijl de dijk daar over een vrij aanzienlijke lengte doorbrakhet ziet er daar ontzaggelijk uit, daar schier geheel Linden overstroomd is. De doorbraak in den beneden mond der Beersche Maas is, onbegrijpelijk ge noeg, heden door alle krachtsinspanning, hersteld, zoodat alleen het laag gelegen deel van Beers en Gassel geïnundeerd is en door dit reuzenwerk tal van lager ge legen gemeenten zullen gebaat zijn. Hier mag van energie en wilskracht gesproken worden. Vrijdag passeerde te Zevenaar we der een karavaan van 150 Russen op hunnen tocht naar Amerika. Velen van hen waren zeer fatsoenlijk gekleed, het- g'een wel iets buitengewoons mag heeten bij;, deze landverhuizers. De Nederl. Anaerik. Stoomvaartmaatschappij schijnt in de eerste weken nog meer zulke ge zelschappen te wachten, daar voor de twee eerstvertrekkende stoomschepen geen plaatsen voor tusschendekspassagiers meer open "j zijn. De passageprijs voor HIe klasse is gebracht van f45 of f51. VPat de verpleging van kamerplan ten gedurende den winter betreft, zoo lette men in de eerste plaats op het zorg vuldig begieten, wat men niet eerder mag doen dan wanneer de aarde aan de op pervlakte droog is geworden men begiete dan echter ook ruimschoots zoodat alle wortels door het water bereikt kunnen worden. Als de aarde gedurende gerui- men tijd niet opdroogt, is dit een teeken dat de opening onder in den pot verstopt, de aarde verzuurd en de plant ziek is. Men moet haar dan overplanten, de oude aarde afschudden en de zieke wortels af snijden. Men begiete steeds met water van dezelfde temperatuur als het vertrek, waarin de planten staan. Van de planten, die men in den kelder bewaart, begiete men slechts zeer zelden die, welke in blad staan, de anderen in het geheel niet. De Justitie te Winschoten heeft te Ter Apel een onderzoek begonnen naar aanleiding van het verdrinken van een schoenmakersknecht aldaar. Het moet namelijk gebleken zijn, dat eenige jon gelui van den wal af de schouw, waarin de drie personen waren (van welke een is verdronken) door den overhaalketting vast te zetten, hebben doen kantelen, en toen het op een loopen gezet hebben, de drie drenkelingen aan hun lot overla tende. Keizer Wilhelms begrafenis. Om twaalf uur Vrydagmiddag heeft de plechtigheid der teraardebestelling van het stoffelijk overschot van Keizer Wilhelm een aanvanggenomen, en wel met een lijkdienst in den Dom, waarvan het programma inder tijd door den overledene zeiven is opgesteld. Daarbuiten was gebee: Berlijn op de been en^ uit alle oorden van Duitschland en den vreemde waren duizenden naar de in rouw gehulde hoofdstad samengestroomd om de uitvaart des Keizers bij te wonen. Den ganschen nacht heeft men doorgewerkt aan de rouw-versiering der straten, en nog in den morgen duurde de arbeid voort, 't Was toen helder weder, maar tamelijk koud. Reeds van den vroegen morgen af bewoog zich een talrijke volksmenigte «onder de Lin den", en om 9 uur begonnen de corporatiën enz. zich in rijen van vier diep te scharen. De militairen waren, op hoog bevel, gekleed in den mantel. Achter die vierdubbele rij vatte de menigte post, die op verscheidene honderdduizenden geschat wordt. Geen venster was onbezet. Aan de hoeken der straten waren groote, met zware draperiën bedekte zuilen geplaatst, waaraan in rouw floers gehulde Pruisische adelaars waren beves tigd. Ook de brandende lantaarns waren met krip behangen en om de twintig schreden waren groote candelabres opgericht, waarop pik werd gebrand. De weg, welke de rouwstoet nam, was met kiezelzand en dennengroen bestrooid, leverde een indrukwekkend schouwspel op, en waar dig en ernstig was de stemming onder de menigte. De Brandenburger poort was geheel met zwart behangen, en op het plein daarvoor stond een groote triomfboog met het opschrift «God zegene uwen uitgang!" Ook het voor den Dom staande kolossale beeld van den ze genenden Christus was met zwart behangen. Om elf uur vingen de klokken aan te luiden. De lijkdienst in den Dom begon met een zacht voorspel van het orgel, gedurende het welk de aanwezigen hunne plaatsen innamen. Daarop werden gedeelten uit Psalm 90 en Johannes XI vs. 25 en 26 voorgelezen. Het Domkoor zong daarop«Ik weet, dat mijn Verlosser leeft", waarna gedeelten uit Psalm 91 en Timotheus IV vs. 7 en 8 werden Ten slotte las de predikantZalig de dooden die in den Heer sterven", waarop het Dom koor vervolgde»Want zij rusten van hunnen arbeid en hunne werken volgen hen na". Na het voorgebed zong de vergadering »Wat God doet, dat is wel gedaan", en daar na volgde de toespraak van Ds. Kogel bij de lykkist. Het nagebed was het Onze Vader en de nazang: Wanneer ik eens moet schei den". Vervolgens werd uit Graun's Tod Jesu door leden der Gezang-academie de phasage voor gedragen «Hoe heerlijk is de nieuwe wereld Om kwart voor eenen sprak Ds. Kogel den zegen uit terwijl buiten de kerk geweer-salvo's werden gelost. Met het, door het orgel aan geheven lied «Heilig, heilig is de Heerbe sloot de plechtigheid in den Dom. Hierna begon de stoet zich te ordenen. De lijkkoets, bespannen met acht paarden, werd voorafgegaan door de ministers, die op fluweelen kusssens de rijks-insigniën droegen, waaronder de minister van oorlog het groote rijkszwaard. Van de lijkkoets kon men niet veel zien, doordien het groot fluweelen bal dakijn met de draperieën alles aan het oog onttrok. Het werd, evenals de slippen van het lijkkleed, gedragen door generaals, gevolgd door een menigte hooge officieren, die van tijd tot tijd elkander in het dragen aflosten. Daarachter zag men het lijfpaard des keizers met ledigen zadel. Wanneer men zoo die vele hoogbejaarden in den stoet zag, dan drong zich onwillekeurig de gedachte aan allen op, dat zeker menigeen uit dezen stoet weldra den thans gedragen Keizer in het graf zal volgen. Achter de rijksbanier, die onmiddel lijk achter den lijkwagen volgde, schaarden zich de mannelijke leden van het Huis Hohen- zollern, de reeds genoemde Europeesche vorsten en kroonprinsen en de bijzondere ge zanten der buitenlandsche regeeringen. Daar na volgden in schitterende uniform de hoog waardigheidsbekleders en dan de lange zwarte sleep van deputatiën, enz., in burger-kleeding, die hier en daar werd afgebroken door de bontkleurige hofmaarschalken of universiteits- deputatiën en rechterlijke ambtenaren in lange en breede toga's. De stoet werd eindelijk gesloten door twee afdeelingen linie-troepen, samengesteld uit alle mogelijke regimenten. Ook de aanblik der met zwart doek gevulde straten, tusschen de doodstille massa van men schen, die letterlijk honderdduizenden in getal waren, en het phantastische licht der gas vlammen en teertonnen, te midden van duis ter winterweder, maakten een grootsch-som- beren indruk. Voor het keizerlijk paleis, onmiddellijk bij het ruiterstandbeeld van Frederik den Groote, hield de lijkwagen gedurende eenige oogen- blikken stil. De Keizerin-weduwe stond voor een der vensters van 't paleis, met de hand een afscheidsgroet wenkende. Het plotseling standhouden van den lijkstoet voor het ver maarde monument maakte een indruk, alsof de groote Keizer in de kist en de groote Koning op het voetstuk elkander wederkeerig begroetten en hulde brachten. Daarna zette de lijkstoet zich weder langzaam in beweging en verdween in de verte, totdat het door den wind zachtkens overgebrachte geluid der sa luutschoten uit Charlottenburg het sein was dat het lyk des Keizers in het praalgraf al daar was bijgezet. Tijdens den optocht gebeurde een klein ongeluk, dat geen ernstige gevolgen had. Bij het tuighuis waren twee obelisken op gericht, op welke brandende fakkels stonden. Door den hevigen wind werd de vlam zoo hoog aangewakkerd, dat de obelisk in brand vloog. De brandweer bluschte echter het vuur tje terstond. Overigens maakten deze fakkels geringen indruk, daar de hevige wind de ver lichting belemmerde. Om twee uur passeerde de stoet de Bran denburgerpoort. Toen de optocht Charlotten burg had bereikt, stond Keizer Frederik aan het venster in de groote zaal, welke aan de zijde van het park is gelegen, gekleed in ge- neraals-uniform met het lint van den Zwar ten Adelaar. De Keizer bleef daar, totdat 't kanongebulder, dat met de inzegening der lijk baar gepaard ging, had opgehouden en hield den blik onafgewend op het Mausoleum gericht. Keizerin Victoria woonde met al de vorsten de plechtigheid in het Mausoleum bij. Gelijk reeds gemeld is, maakte de lijkdienst in den Dom een diepen indruk, niet het minst door de treffende redevoering van den Hof- predikant Kogel. Toen de redenaar wees op den hoogen leeftijd, dien Keizer W ilhelm had bereikt, zeide hij: «En toch heeft de Keizer zich niet over leefd, gelijk een tweede Mozes, wiens oog niet verduisterd en wiens kracht onverminderd blijft, bleef hij rusteloos werkzaam tot de laatste dagen zijns levens en zoolang zijn kracht het gedoogde, een voorbeeld van plichts betrachting, met de zinspreuk: «Ik heb geen tijd moede te zijn". Bijna een eeuw bleef de Keizor de onze, gedurende alle wisselvallig heden van Pruisen en Duitschland, aan wel ker geschiedenis hij nieuwen luister bijzette". Ondanks de reusachtige menigte, die op de been was, werd de orde niet gestoord, dank zij den uitmuntenden voorzorgs-maatregelen, welke de politie had genomen. Alle toeschou wers waren diep getroffen door den plechti- gen lijkstoet en ontblootten eerbiedig het hoofd, als de baar, die het stoffelijk overschot des Keizers bevatte, hen voorbij ging. Vooral de drie militaire muziekkorpsen, die den treur- marsch speelden, verhoogden den indruk. In het Mausoleum werd de doodkist slechts voorloopig bijgezet. Later, zoodra de grafkel der is uitgebreid, zal de eigenlijke ter-aarde- bestelling plaats hebben. De oudste kamerdienaar van den keizer van Duitschland, Engel, die 48 jaren in persoon leken dienst van keizer Wilhelm was, is ten gevolge van den ondervonden schok ernstig ziek geworden en reeds overleden. De overleden keizer heeft beschreven, dat zyn lijk door zijn eigene bedienden tot buiten het paleis gedragen, en dat het eerst dan door de militairen overgenomen mocht worden. Duizenden menschen, in rouwkleederen, be wogen zich Donderdag onder de Linden, zoo dat de met rouwteekens voorziene hofry tuigen, welke de vreemde vorsten van en naar Char lottenburg brachten, slechts langzaam konden voortrijden. Op verscheidene plaatsen waren kostbare rouw-decoratiën aangebracht. Men schat, dat ruim 80000 meter laken zijn ge bruikt om Onder de Linden de gevels der huizen te bedekken. Te Sasvar, in Hongarjje, is een brug over de zeer gezwollen rivier Mlava in gestort. Van de 50 personen die er op waren, kwamen 12, grootendeels vrouwen en kin deren, om het leven. De stad Temesvar is nu gedeeltelijk overstroomd. Uit allerlei plaatsen van Oostenrijk- Hongarije en van Duitschland worden overstroom ingen bericht. Correspondentie. We brengen onzen lezers onder de aandacht dat een schotschrift, onder den titel Vliegend Blaadje, V Extra Nummer, ook hier verspreid, in geen de minste be trekking staat tot »'t Vliegend Blaadje, Kleine Courant voor Helder, Nieuwediep en Texel", uitgave Berkhout Co. De gelijkheid van naam mocht den opper- vlakkigen lezer doen vermoeden, dat 't met onze uitgave in verband stond, daarom verwijzen we naar den naam van den uitgever J. A. WORMSER, Amsterdam. De Redactie. WACHTEN. Er staat een lieve schoone Te wachten voor de poort, Waar hij, die er blijft heerschen, Zich niet aan de arme stoort. Reeds knikt zy vol verlangen Hare oude vrienden toe, En zou ze gaarne omhelzen; Ze is het wachten moe. Maar telkens als zij nadert, Zet de oude, strenge heer Haar weer hardvochtig buiten, In alle wind en weer. Foei, oude, barsche grijsaard! Waarom zoo norsch en wreed Gehandeld jegens iemand, Die U nooit iets misdeed? Waarom haar niet gegeven, Waar zij slechts recht op heeft; Hoe is het mooglijk, dat ge Haar immer tegenstreeft? Verlaat de plaats, waar zy slechts Ten zegen ons wil zijn; Haar komst is voor de menschheid Altijd een blij festyn. Laat haar niet langer wachten, Trek naar het ijzig Noord O win te?, dan verschijnt zy, De lente in dit oord. Marine en Leger. Bij beschikking van den Minister van Marine van den 16en dezer, No. 86, is aan den met 1 Maart 1888 gepensioneerden machinist der 1 ste klasse in het vaste korps, C. Oldermann, alsnog toegekend de groote gouden medaille voor 60ja rigen trouwen en eerlijken militairen dienst. Behalve de „Evertsen," tot oefening der zee miliciens en de instructievaartuigen tot oefening der adelborsten, en van het personeel der oplei- dings - schepen, znllen in den aanstaanden zomer bij drie directiën der marine weder verschillende monitors en stoom-kanonneerbooten in dienst ge steld worden voor binnenlandsche defensie. Naar gemeld wordt zal de luitenant t. z. 1ste klasse P. C. W. Yandevelde als adjudant worden toegevoegd aan den tegen 1 Mei a.s. nieuw be noemden Directeur en Commandant der Marine te Hellevoetsluis, den schout bij-nacht J. P. Van Rossum. Naar men verneemt, zal Zr. Ms. stoom kanon neerboot „Wodan" den lsten Juni a. s. bij de directie der marine te Amsterdam, in dienst ge steld worden, om te worden toegevoegd aan het opleidings-schip voor zee-miliciens „Evertsen". Zr. Ms. zeilschoener „Argus" werd Zaterdag aan 's Rijks Werf te Willemsoord in dienst ge steld, onder bevel van den luitenant ter zee le kl. W. E. Hazenberg, om politie toezicht uit te oefenen op de visschersvloot in de Noordzee.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1888 | | pagina 1