't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1578.
Zaterdag 31 Maart 1888.
Zestiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
VERGADERING
NIEUWSTIJDINGEN.
ADonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze geabonneerden
buiten de gemeente, wordt
beleetd verzocht 't abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje, le kwartaal
1888, te willen overmaken in postzegels
of per postwisselvoor 5 April e.k., zul
lende anders daarover met 10 Cts. ver
hooging per post worden beschikt.
DE UITGEVERS.
APRIL, Grasmaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 5 u. 32 m.
Onderg. u 6 u. 34 m.
Zondag 1 Paschen.
Maandag 2 2e Paaschdag. Israël.
Dinsdag 3 Laatste Kwartier, j Paschen.
Woensdag 4
Donderdag 5
Vrijdag 6
Zaterdag 7
van den Raad der gemeente Helder,
op Dinsdag 27 Maart 1888.
Voorzitter ar. K. J. C. Stakman Bosse.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig de heeren
Maalateed en Franken.
De notulen der vorige zitting worden, na de
opening der vergadering, voorgelezen en goedge
keurd.
't Eerst komt daarna aan de orde het rapport
in zake wijziging in de aanbestedingen van de
openbare werken en in de instructie van den
gemeente-bouwmeester. Door den heer Janzen
wordt, namens de commissie van bijstand, in
zake de gemeentewerken, dit rapport uitgebracht.
In verband met den inhond van dit rapport, wordt
door den heer Beukenkamp het door hem gedane
voorstel tot verhooging der jaarwedde van den
gemeente-bouwmeester, onder verbod van 't ver-
riohten van andere werkzaamheden dan die der
gemeente, ingetrokken. De conclussie van 't
rapport, de strekking hebbende om op de grootst
mogelijke duidelijkheid in de bestekken voor de
aanneming van 't onderhoud der openbare wer
ken aan te dringen, wordt met algemeene stem
men aangenomen. De heer Oudenhoven had nog
uitstel der behandeling gewenscht, doch zijn
voorstel daartoe werd met 9 tegen 6 stemmen
verworpen. De gewijzigde instructie voor den
gemeente-bouwmeester, werd daarop met eenpa
rige stemmen goedgekeurd en vastgesteld.
Door den voorzitter wordt herinnerd aan een
7-tal ingekomen adressen, inhoudende het ver
zoek om bestrating in onderscheidene deelen der
gemeente. Die adressen zijn onderzocht en een
raming is opgemaakt van de kosten, die de ver
vulling dier wenschen noodig zouden maken.
Aangezien er echter slechts f 7000 beschikbaar
is, wordt voorgesteld uit de onderstaande opgave
een keuze te doen.
Hoogstraat, raming f3780.
Californiestraat, - 3170.
Gravenstraat, - 5915.
Breewaterstraat, -1035.
2e en 3e Molenstraat, - 5290.
Vischstraat, - 325.
Bassingracht en Onrust, -1000.
Diaconiestraat, - 2290.
Totaal f22805.
Op voorstel van den voorzitter wordt, met
bijna eenparige stemmen, besloten de Hoogstraat
en de Californiestraat van een behoorlijk pla
veisel te voorzien. Door de heeren Over de
Linden en v. Twiak werden te vergeefs de be
langen bepleit van de bewoners der Gravenstraat.
Nog werd door den voorzitter toegestemd, dat,
als er eenige gelden overblijven, aan de behoefte
aan bestrating in de Yischstraat zal worden vol
daan.
Er geschiedt voorlezing van een adres van den
pachter van het pontveer over het Heldersche
kanaal, nabij de Keizerstraat, inhondende het
verzoek om verlenging van het contract met de
gemeente, na 1 Juli a. s. De heer Kor ver
dringt aan op uitstel eener beslissing in deze,
met het oog op een dezer dagen ontworpen plan
tot stichting eener loopbrng, die slechts f1000
a f 1200 zou moeten kosten en in een zeer drin
gende behoefte zon voorzien. Op financieele
gronden wordt het plan tot het leggen van een
loopbrug door den voorzitter bestreden. 8preker
doet uitkomen, dat nu, bij weinig onderhond,
het pontveer jaarlijks f400 in de gemeentekas
doet vloeien. Dit geeft den heer Korver aan
leiding op te merken, dat als zoo'n pontveer
zoo nattig is, de gemeente dan beter deed, be
staande bruggen af te breken en door pontvee-
ren te doen vervangen. Spreker doet het be
lang der zaak uitkomen en vleit zich, dat parti
culieren wel bereid zouden zijn aan de uitvoering
▼an 't plan geldelijke bijdragen te verleenen.
Na nog eenige bespreking wordt met 9 tegen 5
stemmen besloten een nieuwe verpachting te doen
plaats hebben. Tegen stemden de heeren Yan
Neck, Over de Linden, Oudenhoven, Verfaille
en de voorzitter. Deze leden wilden het verzoek
van adressant inwilligen en het contract besten
digen. De heer Korver verklaarde zich voor
uitstel van verdere behandeling dezer zaak.
Door den heer A. Klik is een adres ingediend
bij B. en W., om voor den opslag van petrolenm
in het Heldersche kanaal een goed afgesloten
ijzeren lichterschip te mogen plaatsen. Daar dit
kanaal een gemeente-*ater is, wordt de toestem
ming van den Raad vereischt vóór het nemen
eener beslissing. Met 10 tegen 4 stemmen wordt
de gevraagde toestemming verleend. Tegen stem
den de heeren Janzen, Hoogenbosob, Korver en
de voorzitter. De heer Klik nam aan de stem
ming geen deel. Er wordt overgegaan tot de
benoeming van een lid der commissie van toe
zicht op het middelbaar onderwijs, in de plaats
van den naar elders vertrokken heer J. C. Jansen.
Op de aanbevelingslijst, door genoemde commis
sie ingezonden, kwamen voor de heeren J. T.
Tinkelenberg, en D. J. van Wijngaarden. De
gehouden stemming had dezen uitslagde heer
van Wijngaarden verkreeg 7, de heer Tinkelen
berg 5 en de heer L. W. C. P. Visser 3 stemmen.
Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde,
was een nieuwe vrije stemming noodig. Geko
zen werd de heer v. Wijngaarden met 8 stem
men, de heer Visser verkreeg nn 4, de heer
Tinkelenberg 3 stemmen.
Met eenparige stemmen worden goedgekeurd
en vastgesteld de door B. en W. ter tafel ge
brachte voljaars kohieren voor den hoofdelijken
omslag en voor de honden-belasting, beiden voor
het dienstjaar 1888 en respectivelijk tot een be
drag van f28609.14 en f 1657.50.
Voor kennisgeving worden aangenomen deze
mededeelingendat de gemeente in 1886 uit
's rijks kas te veel heeft genoten, als de vergoe
ding van de kosten voor het lager onderwijs, de
som van f568,31 dat de cursus 1887/88 van
de industrie school, op Zaterdag 31 dezer zal
worden besloten dat den heer S. T. Land, in 't
hoofd -kiestrict Helder gekozen tot lid van de
Tweede Kamer, door tusschenkomst van den
Minister van Marine en van den commandant
der zeemacht in Oost-Indië de kennisgeving
zijner benoeming ia toegezonden en dat de be
noemde bij aanneming terstond kan repatrieëren
en eindelijk dat de commissaris van politie een
uitgebreid rapport heeft opgemaakt van de werk
zaamheid der politie in 1887. Bij monde van
den heer Korver wordt de activiteit der politie
hulde gebracht. De zitting wordt hierop ge
sloten.
HELDER, 30 Maart 1888.
Maandag j.1. werd de gewone alge
meene vergadering der Duinwaterleiding-
Maatschappij van den Helder en het Nieu-
wediep te Amsterdam gehouden.
Uit het verslag, door den directeur, den
hr. C J. v. Spal, uitgebracht, bleek, dat
de werken zich m goeden staat bevinden
en in 1887 een nieuwe stoomketel, gele
verd door de heeren H. en J. Suiver, ge
plaatst werd, die volkomen aan de ver
wachting voldeed.
De ontvangsten voor waterverbruik be
droegen f18,325,291/*» terwjjl de onkosten
£8,464,4878 waren, zoodat na uitloting en
aflossing van een obligatie der leening en
de gewone afschrijving, aan aandeelhou
ders 5 pCt. van hunne aandeelen kan uit
betaald worden.
De voorzitter bracht in herinnering 't
verlies, dat de Maatschappij leed door den
dood van den oudsten commissaris, den
heer Mr. H. J. Van Lennep, die steeds
met de meeste toewijding de belangen der
waterleiding behartigd had.
Tot commissaris werd benoemd de hr.
Jhr. Th. Brantzen. Het dividend werd
bepaald op 5 pCt. te betalen op 3 April
a.s. De obligatie N°. 18 wordt uitgeloot.
Na dankzegging van den Directeur,
voor de ijverige behartiging der zaken van
de Maatschappij, werd de vergadering
gesloten.
Op Texelstroom is Maandag een
boei opgevischt met een groot haringnet
er aan. Het net, waarin nog veel haring
was, is in de Texelsche haven aangebracht.
Aangaande de leening der Zuider-
zee-Vereeniging, ten bedrage van f90,000,
verneemt men dat deze nog verre van
volteekend is. Wijl de mogelijkheid be
staat, dat vele landgenooten aan deze
zaak nog nieü genoegzame aandacht heb
ben geschonken, mag deze nog wel eens
in herinnering worden gebracht. Het
geldt hier geen onderneming waarbij
rechtstreeksche winst te behalen is, doch
het betreft de voorbereiding van een
zaak, welke de mogelijkheid opent om
later duizenden landgenooten tot zegen te
kunnen zijn. Zoowel voor- als tegenstan
ders van het denkbeeld der Zuiderzeedroog-
legging kunnen zich bij deze onderneming
aansluiten, wjjl deze alleen beoogt het
instellen van een wetenschappelijk onder
hoek naar de wenschelgkheid en de uit
voerbaarheid daarvan.
Gelijk wij reeds vroeger hebben mede
gedeeld, is de splitsing in kleine aandee
len van f 50 alleszins geschikt om be
langstellenden uit alle rangen en standen
aan deze werkelijk nationale zaak te doen
deelnemen.
Uit Vlissingen wordt gemeld, dat
Jacob Hobein, de welbekende held van
1830, ernstig ziek ligt. Zijn toestand
wordt zorgwekkend geacht.
Een jolleman, die Woensdagmorgen
drie Eng. matrozen naar hun schip in het
Oosterdok zou brengen, geraakte met hen
in twist over het verdiende geldmet het
gevolg, dat de vlet kantelde en allen te
water vielen, waarbij er een verdronkde
jolleman en twee matrozen werden gered
door de haven-politie en dadelijk in ar
rest gebracht.
Bij de nieuwe verkiezing voor de
2de Kamer der St.-Gen. zijn gekozen te
Rotterdam de hr. G. H. Hintzen (liber.)
Te Amersfoort A. E. Baron Mackay
(anti-revolut.)
Het voorbeeld van de liberale kies-
vereeniging Burgerplichtte Dordrecht
vindt reeds navolgingeen kiezer te
Schiedam heeft uit dankbaarheid voor den
uitslag der herstemming in dat district,
aan de armen der Ned. Gem. aldaar een
som van f 500 afgestaan.
Nederland telt ongeveer 661,000
schoolgaande kinderen. Ruim 80,000 kin
deren ontvangen in het geheel geen on
derwas en 30,000 ouderlooze kinderen
worden door de liefdadigheid verzorgd.
Bij de verschilleude regimenten inf.
ontbraken op 15 Maart 70 korpor. Op
datzelfde tijdstip waren aanwezig 71 serg.
tit. en 214 korp die wel de geschiktheid
hadden om tot serg. of four. bevorderd
te wordenmaar wegens gebrek aan va
catures niet geplaatst kunnen worden.
Dat er te Middelstum bij den laat-
sten sneeuwstorm bergen sneeuw bij el
kaar zijn vergaard, blijkt daaruit, dat uit
een tuintje van ongeveer 5 are circa
4000 kruiwagens vol zijn weggeruimd.
De gepensionneerde Vice-Admiraal
O. A. Uhlenbeck, die Maandagavond j.1.
te 's-Hage overleden is, werd 18 Maart
1810 geboren te Colombo (Ceylon).
Op 16jarigen leeftijd werd hij geadmit
teerd als cadet aan de artillerie- en ge
nieschool te Delft, en den ln Juli 1829
ging hij over naar het Instituut voor de
marine te Medemblik. Van dien tijd dag-
teekent dus zijn in-dienst-treding bij 's-
Rijks militaire zeemacht.
In 1834 verwierf hij den officiers-rang
als luitenant ter zee 2e klasse, den len
Januari 1847 gevolgd door zijn bevorde
ring tot luitenant ter zee 1ste klasse.
In 1857 benoemd tot kaptein-lnitenant
ter zee, in 1861 tot kaptein ter z klom
Uhlenbeck op tot den rang van Schout
bij-Nacht in het jaar 1866, om den len
Juli 1869 den hoogsten titel bij de Ma
rine te bereiken, dien van vice-aduiiraal.
Reeds op jeugdigen leeftijd onderscheidde
hij zich door buitengewoon moedsbetoon.
In een der gevechten te Palembang
werd hij gewond. Ook in het moederland
heeft hij deelgenomen aan wapenfeiten.
Wegens zijn gedrag op de Schelde in
1830, werd de toenmalige adelborst der
Marine benoemd tot ridder 4e klasse der
Militaire Willemsorde.
In den loop van zijn diensttijd heeft
Uhlenbeck menigmalen de vruchten gele
verd van zijn wetenschappelijke studiën
op het gebied der oorlogsmarine.
Indertijd werd hij naar Engeland ge
committeerd tot bestudeering van het
vraagstuk van het varen en werken on
der zee.
Den 17n Februari 1854 werd hem de
betrekking opgedragen van onder-inspec
teur van het loodswezen te Amsterdam
in Juli 1859 kreeg hij het bevel over de
zeemacht in de kolonie Suriname; met 1
Augustus 1866 werd hij benoemd tot di
recteur commandant der marine te Wil
lemsoord, welke functie hij tot 1870 ver
vulde, toen hij naar Oost-Indië vertrok,
ten einde den Schout-bij-Nacht Andreae
te vervangen als commandant der zee
macht en chef van het departement van
marine in Nederlandsch-Indië, welk bevel
hij in 1870 overdroeg aan den vice-ad-
miraal Geerling.
In 1874 verliet de vice-admiraal Uh
lenbeck met pensioen den zeedienst, ge
durende welken hij herhaaldelijk bewijzen
mocht ondervinden van 'sKonings bijzon
dere tevredenheid, o.a. door zgne benoe
ming tot ridder van den Nederlandschen
Leeuw, tot grootofficier der orde van de
Eikenkroon, en tot Zr. Ms. Adjudant in
buitengewonen dienst. Z. M. bleef met
den vice-admiraal Uhlenbeck persoonlijke
banden van genegenheid onderhouden,
waarvan de Koning menigmalen in het
openbaar deed blijken.
De vice-admiraal Uhlenbeck vertoonde
het zuivere type van een vloot-bevelheb-
ber, en zijn kranige, echte zeemansfiguur,
zijn ronda manieren, zullen ongetwijfeld
allen, die hem kenden of ontmoetten,
niet licht uit het geheugen gaan.
De nieuwe Duitsche keizer heeft
zich bijzonder het lot der slachtoffers van
de jongste overstroomingen aangetrokken.
Z. M. gaf last tot maatregelen tot leni
ging van den nood niet alleen, maar ook
ter voorkoming van herhaling der rampen
Nog in deze zitting van den Landdag
verwachtte men een voordracht in dien
Het door de Elbe overstroomde gebied
werd door nagenoeg 10,000 menschen
bewoond. Niet alleen de Mecklenburg-
sche stad Doemitz, maar ook de Bran-
denburgsche stad Leuzen en de Hanover-
sche stad Hitzacher, alsmede 30 a 40
dorpen, staan daar onder water. Te Leuzen
moeten vele menschen verdronken zijn.
Ook kwam veel vee om het leven. De
schade is nog niet te berekenen, en er
heerscht groote ellende in de zwaar be
zochte streken.
Er trokken 400 pionniers uit, als tot een
veldtocht tegen het vernielend element.
Zij redden vele menschen, die op daken
of in boomkruinen dagen lang zonder
voedsel hadden doorgebracht, of die op
boomstammen ronddreven.
Het reddingswerk werd zeer bemoei
lijkt door ysschotsen, welke de booten en
de schuitjes in het varen belemmerden,
en allerlei huisraad, enz., dat in het slij-
kerige water dreef.
Ook de Weichsel en de Nogat richtten,
door ijsopstopping buiten hare oevers ge
treden, groote verwoesting aan. Bij Ma-
rienburg is een dijk doorgebroken over
een breedte van 400 meter. Tien dorpen
werden daar overstroomd en het water
drong de stad binnen, zoo snel, dat de
brandweer slechts met moeite de men
schen kon redden uit de gevangenis, het
gerechtshof, het postkantoor en particu
liere huizen. Ook de voorsteden van El-
bing, waar vele fabrieksarbeiders wonen,
staan onder water.
De steeds wassende wateren van Weich
sel en Nogat voeren torenhooge ijsschot-
sen mee, welke alles op hun weg vernielen.
Later bericht:
Steeds droever luiden de berichten om
trent de verwoestingen, door de over
stroomingen van Elbe, Weichsel, Nogat,
Warte en Oder aangericht. Meer dan
80 plaatsen in Noord-Duitschland staan
onder water, en onder dezen zijn ver
scheidene aanzienlijke steden, zooals Po
sen, Elbing en Marienburg. Ook Dantzig
wordt bedreigd. In de lage landen van
de Weichsel alléén reeds zijn 3000 men
schen zonder dak. Aan de Elbe bij Boit-
zenburg zijn 15 dorpen overstroomd, en
bij Dannenberg 30 dorpen. Hevige regen
doet het water nog stijgen en verergert
de algemeene verwoesting.
Posterijen.
LIJST van brieven, enz., geadresseerd aan
onbekenden, gedurende de le helft der maand
Maart 1888
K. Slotter, Amsterdam. Mej. H. C. van
Yierbergen, id. Mej. Peereboom, id. Mej,
Meeuwsen, id. J. Boot, id. Mej. J. Aven-
tuur, id. N. Brizé, Haarlem. M. de Winter,
Middelburg. J. H. Zeeman, Nieuwer-Arastel.
W. F. van Unen, Prinsenhage. Mej. G.
Groenewegen, Rotterdam. Van Hypolitushoef
S. D. Saangus, Rotterdam. Verzonden ge
weest naar Amerike J. H. Verhorst,
De Directeur van het Postkantoor,
POLVLIET.
Kon. Ned. Posterijen.
De Directeur van het Postkantoor te Hel
der maakt bekend, dat van af Donderdag den
29en Maart, 's av. ten elf ure, per stoomboot
naar Amsterdam, een verzending van brieven
enz., zal plaats hebben.
Laatste buslichting aan liet kantoor ten
10 ure 's av.
Aangeteekende brieven en voorwerpen der
pakketpost worden met dezen dienst niet
verzonden.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
Sta mij, na beleefd verzoek, eenige plaats
ruimte af, waarvoor ik U alsdan bij voorbaat
dank zeg.
Waarom ik U, Mijnheer de Redacteur, om ee
nige plaatsruimte verzocht, het is, om eene po
ging te wagen, of er in de algemeen gevoerde
lichten der visschersschepen niet eenige wijziging
en tevens verbetering is te brengen. Dat hier
hoofdzakelijk de onoverdekte vaartuigen worden
bedoeld, wordt duidelijk, wanneer wij weten, dat
de grootere, de overdekte vaartuigen, de bij de
Wet voorgeschreven zijnde lichten voeren, ten
minste zoolang dezelve zeilende en niet visschende
zijn.
Bij eerstgenoemde is dit e, niet het geval,
immers, hetzij een zoodanig vaartuig ten anker
ligt, of wel zeilende of visschende is, er wordt
geen ander dan één wit licht getoond. Het be
hoeft, dunkt mij, nauwelijks gezegd, dat het voe
ren van een zoodanig, veelal zeer gebrekkig licht,
iu drie verschillende gevallen, niet alleen zeer
onvolkomen, doch ook uiterst gevaarlijk voor de
opvarenden zelve is, wijl een naderend vaartuig,
hetzij stoom- of zeilschip, niet zelden tot onver
hoopt handelen wordt gedwongen, ten einde aan
varing te voorkomen, en wel om de eenvoudigste
reden, dat het niet uit te maken was, over welke
boeg het visschende of zeilende vaartuig gelegen
was. 't Is waar, artikel 10 van het Kon. Besl.
van den 26n Juli 1885 schrijft voor, dat de hier
bedoelde vaartuigen voorzien moeten zijn van een
lantaarn, waarvan de eene helft groen de andere
helft rood licht uitstraalt. Ten einde aanvaring
te voorkomen, moet die lantaarn tijdig worden
uitgestoken, met het groene licht naar stuurboord
met het roode licht naar bakboord gekeerd. Ik
laat in 't midden of er zich aan boord van ieder
visschersvaartuig een zoodanige lantaarn bevindt,
en of er in dat geval wel het noodige gebruik
van wordt gemaaktvan bevoegde zijde wordt
dit wel betwijfeld.
Het zou dus zeer gewenscht zijn in 't belang
der reederijën zelve, doch niet het minst voor de
opvarenden, dat hierin eenige verbetering, werd -
gebracht, hetgeen naar mijn inzien, op de vol
gende zeer eenvoudige wijze zou kunnen ge
schieden:
„Wanneer bijv. het thans in gebruik zijnde
witte licht ter zelfder plaatse werd vervangen
door een lantaarn, waaruit aan stunrboord groen,
bakboord rood en recht vooruit wit licht uit
straalde, zou het voor een naderend schip meer
duidelijk worden, hoedanig het had uit-te-wijken,
terwijl het witte licht, dat recht vooruit te zien
zou zijp bewees, dat het een visscheud vaartuig
was, waarvoor uitgeweken moest worden ging
,en onder zeil, dat men dus ophield met visschen,
zcu het witte licht onzichtbaar gemaakt kunnen
worden, zoodat slechts het roode en groene lieht
overbleven. Deze lantaarn zou een meer vierkan
ten vorm moeten hebben dan de thans bestaande
bollantaarn, terwijl de gekleurde glazen zoodanig
moeten worden ingericht, dat het roode en groene
licht ieder afzonderlijk niet anders te zien waren
dan van recht vooruit tot twee streken achterlij
ker dan dwars. De thans in gebruik zijnde bol
lantaarn zou als achterlicht gebezigd kunnen
worden.
Misschien ben ik wat breedvoerig," met het oog
op de besohikbare plaatsruimte, doch korter dan
ik wel wenschte, het voor en tegen der beide
lantaurns, zou met voorbeelden kunnen worden
uiteengezet.
Ik hoop echter door belanghbebenden begrepen
te zijn, en wel zoodanig, dut een spoedige toe
passing er het gevolg van wezen moge. De be
staande Visscherij-Muatschappijën, alsmede h.h.
reeders, zonden deie toepassing aanmerkelijk, in
de hand kunnen werken.
De kans van aanvaring met visschersvaartnigen
zou daarom zéér zeker verminderen, hetgeen tot
heden toe, helaas maar al te veel plaats vindt.
Moge het blijken, dat velen toonen het in deze
met den inzender eens te zijn en dat de uit
komst de verwachting overtreffe.
Heldeb, 28 Maart. T. Smit.
Marine en Leger.
De Minister van Marine brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat de Commissie, belast met
het afnemen van het toelatings-examen aan de
adspiranten voor adelborst 3de klasse bij het ko
ninklijk instituut voor de marine teWillemaoord,
in dit jaar is samengesteld als volgt:
Yoorzitter de gepensionneerde vice-admiraal F.
A. A. Gregory, president der commissie tot het
examineeren van zeeofficieren en adelborsten.
Ledende gepensionneerde kapitein-luitenant
ter zee titulair L. A. Walaardt Sacré, permanent
lid van bovengenoemde commissiede heer Dr.
G. A. Oskamp, hoogleeraar titulair in de hoogere