't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1606.
Zaterdag 7 Juli 1888.
Zestiende Jaargang.
KALENDEB DEB WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
DE KERMIS.
FEUILLETON.
De Doclter Tan M Haietai
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlgke nnmmers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aclvortontiön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
JULI, Hooimaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 50 m.
Onderg. 8 n. 19 m.
Zondag 8
Maandag 9 Nieuwe Maan. Onzichtbare
Zon-Eclips.
Dinsdag 10
Woensdag 11
Donderdag 12
Vrydag 13
Zaterdag 14
HELDER, 6 Juli 1888.
De Texelsche blazerscbuit T. X. 41
heeft in de vorige week in groot gevaar
verkeerd van door een der projectielen
getroffen te worden, die van de batterij
Kaaphoofd alhier bij het schijfschieten
werden gebezigd. Een der zware kogels
toch vloog over de zandbank Onrust tot
in bet Noordergat, waar genoemde schuit
binnenliep, en viel een paar meter voor
den boeg van het vaartuigje in zee neer.
Dat het visschen naar pieterman
nen niet altjjd een onschuldig vermaak
is, mag men genoeg bekend achten.
Het steken dezer visschen veroorzaakt
onduldbare pijnen. Dezer dagen werd
een jongeling op Texel door zulk een
visch in de hand gestoken, met het ge
volg dat het beenvlies geraakt werd.
De arm zwol vreeseljjk op en men moest
geneeskundige hulp inroepen. Er is veel
kans op, dat de jongeling het gebruik
van den gekwetsten arm voor altjjd zal
moeten missen.
De Staatscourant van heden meldt:
Van het consulaat-generaal der Neder
landen te Hamburg is mededeeling ont
vangen, dat de zich te dier stede uit
den vreemde aanmeldende werklieden
timmerlieden tegenwoordig bloot zijn
gesteld aan veel onaangenaamheden en
zelfs gevaren van de zijde hunner werk-
stakende vakgenooten.
Het consulaat-generaal kan, volgens
genoemd berichtden werklieden voor de
eventueele terugreis geene gelden ver
strekken.
Dezer dagen is de zoogenaamde
tweede millioenenjuffrouwc, Trjjntje de
Jong, wegens gekrenkte geestvermogens,
uit de gevangenis te Appingadam over
gebracht naar 's rijks krankzinnigenge
sticht te Medemblik.
Den 26sten Juni zag men in het
oostdeel van den Anna Paulowna polder,
alsook te Wieringerwaard, duizenden, ja
millioenen insecten, ter grootte van een
meikever. De kop geleek op dien eener bjj,
het achterste gedeelte was smal en lang,
terwijl het diertje van 4 vleugels was
voorzien. Zij trokken van uit de Zui
derzee in westelijke richting. Sommi
ge menschen maakten zich beangst voor
een sprinkhanenplaag.
Dikwijls wordt aan de ansjovisnet-
ten groote schade toegebracht door den
kuil. Niet altjjd zijn de kuilvisschers
hieraan geheel onschuldig; het gebeurt
meermalen, dat een span kuilvisschers,
uit nijd omdat met den kuil over het
algemeen weinig en met de beug veel
gevangen wordt, met opzet dwars door
de uitgezette ansjovisnetten vaart, om
ze zooveel mogeljjk te vernielen.
Dezer dagen zoo schrijft men
bemerkte een Enkhuizer visscher, die zijn
vischtuig miste, een span Markers, die
juist over de plaats gezeild waren, waar
hij zjjn netten had uitgeworpen. Hjj voer
naar hen toe en vroeg of zjj bij geval
ook zijne netten hadden meegesleept, en
zoo ja, of hjj ze terug mocht hebben. In
plaats van antwoord op zjjn vraag te
geven, begonnen de Markers met steenen
te werpen, terwjjl zelfs een hunner zjjn
mes trok en den visscher en zjjn volk
daarmede dreigde, indien zjj niet spoedig
maakten dat zij wegkwamen.
De Enkhuizer visscher hield nu af, doch
een der Marker schuiten kwam regelrecht
op hem aanzeilen, zoodat hjj een schok
niet kon ontwijken, waardoor zjjn vaar
tuig bjjna omsloeg. Intusschen kwam er
hulp opdagen, waarna de Markers het
hazenpad kozen.
Van het voorgevallene is proces-ver
baal opgemaakt.
Zaterdag had ten" hnize van den
heer G. P. J. Klep op den Haagdjjk te
Breda een droevig ongeluk plaats. Na
dat des avonds een der dienstboden de
kinderen naar hunne slaapkamer had ge
bracht, werd een oogenblik later mevrouw
Klep opgeschrikt door het geroep om hulp.
Naar boven jj lende, ontdekte zij haar
rnim 5-jarig zoontje, dat met behulp van
lucifers een courant had in brand gesto
ken, in lichte laaie, op welk gezicht de
moeder in bezwjjming viel. en daardoor
niet in staat was hulp te verleenen. Op
het voortdurend geschreeuw van den on-
gelukkigen knaap kwam er spoedig andere
hulp opdagen, en werden de vlammen ge-
bluscht onmiddelljjk geneeskundige hulp
ingeroepen. Het mocht helaas weinig
aten. Reeds den volgenden dag overleed
het aanvallige kind na smartelijk ljjden.
Bjj een tapper jj nabij Venendaal is
het ljjk gevonden van zekeren H. D. i
uiterljjke teekenen doen vermoeden dat
hier geweld moet gepleegd zijn. De po
litie heeft terstond een onderzoek inge
steld, terwjjl aan de Arnhemsche Justitie
van het feit is kennis gegeven.
Het gerechtelijk onderzoek naar de
oorzaak van den dood van H. Drost, is
Dinsdag, nadat het ljjk geschouwd was,
door de Arnhemsche justitie voortgezet
en leidde tot de gevangenneming van R.
van der Meiden, die verdacht wordt door
het toebrengen vau slagen op het hoofd
van D. diens dood te hebben veroorzaakt.
Te Empe (gem. Voorst), woont een
vrouw, Jacomina Berends, wed. Gerrit
Duitsch, bjj hare kleindochter. Zjj is den
15 n Januari 1788 geboren en dus reeds
meer dan honderd jaar oud. De vrouw
is nog in het bezit van al haar vermo
gens en wandelt nog dageljjks zonder ver
moeidheid den akker of tuin rond.
Het Bestuur van het Marinefonds te
Amsterdam ontving dezer dagen de blijde
tijding, dat door de directie der Neder-
landsche Stoombootmaatschappjj te Rot
terdam een bjjdrage van f 500 was ge
schonken.
De persoon van C. Glaudemans,
wonende te Zwolle, agent der firma K.
te Rotterdam, sedert eenige dagen met
de kas voortvluchtig, werd: op bevel van
gevangenneming der Zwolsche rechtbank
jl. Zaterdagmorgen te Amsterdam, even
vóór het vertrek der Amerikaansche stoom
boot, op aanwijzing van een boekhouder
van genoemde firma gearresteerd. Hjj
werd in het bezit gevonden van circa
f 3400. Maandag werd hjj naar Zwolle
getransporteerd.
Dezer dagen had zekere heer M.
te Amsterdam verregaand ongenoegen
met zjjn vrouw gehad. Hjj begreep later
dat hjj ongeljjk had gehad en deed al
het mogelijke om het geval weder bij te
leggen. Bjj 't lezen van een reisbeschrij
ving voegde hij zjjn echtgenoote toe
Verbeeld je eens, vrouw, wat ik daar
leeseen kameel is een beest, dat acht
dagen achtereen kan werken, zonder maar
een druppel te drinken',.
»Ik ken een ander beest" antwoorddë
juffrouw M. en keek haar man met door
borende blikken aan, «dat acht dagen
aan een stuk drinkt, zonder iets uit te
voeren".
Mjjnheer M. had niets meer in te bren
gen en sloop stilletjes de kamer uit.
Te Os (N.-Br.) was men Maandag
morgen bezig den jjzeren hoed een
stuk van ruim 1500 pond te plaatsen
op den bjjna voltooiden 25 M. hoogen
schoorsteen aan de fabriek der firma An-
toon Jurgens. Door middel van een lier
had men het stuk op een bepaalde hoogte
gekregen, toen het eensklaps met donde
rend geweld naar beneden stortte. Het
touw was gebroken. Het ijzeren gevaarte
ging rakelings langs den steiger, doch
gelukkig zonder dien te raken, zoodat
geen van de personen, die daarop waren,
eenig letsel kreeg. Het stuk zelf viel na
tuurlijk geheel uit elkaar.
Een nienwe oplichtster?
Sedert eenige maanden bezit Rotterdam
de twjjfelachtige eer, onder haar bewoners
te mogen bogen op een ongeveer 28-ja-
rige juffrouw, die zich voordoet als een
zeer godvreezende jonge dame en door
overtrouw kerkbezoek eerst in de gaten
liep, om zich later in te dringen bij de gees
telijkheid en eenige welgestelde Roomsch
Katholieken famieliën.
Mejuffrouw deed veel goed aan kerk en
armen, en daar zjj (volgena haar beweren)
slechts" f 60 in de week te verteeren
had, bracht dit haar soms in geldverle
genheid. Haar voogd echter weigerde
halsstarrig haar meer geld te geven. De
voogd, woonde te Njjmegen, en vermeende
dat een meisje van haar leeftjjd met
f 3000 te Rotterdam wel kon toekomen,
Zij had echter haar geheel jaarlijksch
inkomen aan een R. K. kerk vermaakt,
en ten einde raad verzocht zij bjj eenige
famieliën haar te willen helpen aan geld.
Werkeljjk slaagde zij hierin voor een
aardig bedrag, dat echter ontoereikend
was voor iemand, die in weldoen een
edel zelfbehagen schepte.
Door bemiddeling weer van anderen,
trachtte zij bij verschillende geldmannen
zich een crediet te openen, hetgeen ech-
niet lukte, zonder voldoende borgstelling,
en die ontbrak.
Eindelijk kreeg de geesteljjkheid der
parochie kennis van haar praatjes, en
deze gevoelde zich genoodzaakt aan een
en ander paal en perk te stellen.
Toen kwam het uit, dat zjj aan de kerk
niets gegeven had, en de armen bedeelde
met bons, die zij vergeet te voldoen aan
de leveranciers, terwjjl zij een aanzienlijk
bedrag van een geldman te Rotterdam
machtig wist te worden. (Rott. Nbl.)
Ingezonden.
Men verzoekt ons bijgaand uittreksel uit een
particulieren brief te willen opnemen.
Paterson (N.-Amerika) 18 Juni 1888.
Waarde Broeder
Wij zijn allen frisch en gezond, dat hopen
wij van u allen ookhier is veel werk, vooral
in het timmeren en metselwerk. Met mijn
kameraad Hendrik Plevier werk ik bij een
baas en wel bij Amerikaansche knechten.
Met deze Amerikaanschen kan men wel mede
omgaan, beter als bij Hollanders, zulks heb
ik bij ondervinding. Ik verdien nu 12 dol
lars in de week of 2 dollars per dag. De
werkuren zijn thans van 's morgens 7 tot 5
uur namiddagsons rest dan nog een mooie
avond. Kameraad Jacob Bakker van de Waal,
had 2 dagen na zijn aankomst uit Holland
hier dadelijk werk, ook bij een Amerikaan
schen baas. Deze maakt niets anders dan zol
dertrappen. Dezer dagen verbrandde alhier
een groot olie of naftafabriek, er was geen
blusschen aan. De brandweer is hier uitmun
tend, evenals te Amsterdamstoombrandspui-
ten staan dag en nacht gereed.
Het is dagelijks hier warm en telkens re
gen, zeer groeizaam. Ons wollen kleeren
hebben wij vervangen door flanel. Een hemd
en broek kost hier 1 dollar, overhemd 45 Ct.,
een wit overhemd 50 Ct. en een werkbroek
1 dollar. Wees zoo goed enz.
Groet familie van ons. H. Geus Hz.
Gewoonlijk schijnt 't publiek de paar eerste
dagen nog niet zoo aan de Kermis gewend,
zoo denken, niet zonder grond, eenige onder
nemers van publieke vermakelijkheden, maar
dat wordt, zooals de ondervinding leert, gaande
weg beter. Ook ditmaal is 't zoo gegaan en
hebben die heeren de waarheid van het bo
venstaande ondervonden.
Er is hier ter plaatse liefhebberij voor opera's,
zooals blijkbaar is door de steeds vermeerderde
opkomst van 't publiek. De «Arme Student"
had daarbij nog een bijzondere attractie door
't optreden van mevrouw Van Ophemert
Schwencke (als gast), die de titolrol moest
vervollen. De verwachting van 't publiek
werd overtroffen, zoodat dc geestdrift zich
door daverende applaus lucht gaf. Ook de
heer H. Albers, bariton, als OÜendorf, gou
verneur, oogstte ruimen bijval in. Mevrouw
AlbersJahn toonde zich opnieuw een uit
muntende zangster, die, met mevr. Culp
Kiehl en den heer F. Derickx, tot de beste
krachten van 't gezelschap bchooren. 't Koor
bestond uit 30 dames en heeren en gaf blijken
van goed geoefend te zijn. Zaterdag wordt
de voorstelling hekaald.
Hedenavond zal de beroemde opera »Faust"
worden gegeven, waarin mevr. v. Ophemert
Schwencke en de heer Verbijn zullen mede
werken.
De schouwburgdirectie Van Lier handhaaft
haar ouden roem, door stukken te kiezen, die
in den smaak van ons publiek vallen. Bjj de
voorstelling van «De Moorin" vielen den
hoofdvertooners dan ook daverende applaus
ten deel, evenals bij het drama «Ijzervreter".
Green wonder, wanneer talenten als dc dames
Ellenberger, PotharstGrader, HoltropVan
Gelder en de heeren Veltman, Potharst, Hes-
selink, Jurgens, van Hilten en Farber de
hoofdrollen vervullen.
De directie Kreukniet Blaaser treedt flink
op. Meerdere bekendheid zal voorzeker den
toeloop van het publiek vergrooten. Over de
19)
Naar het Duitsch
door AMO.
XV.
Toen de Amerikaan uit den Rinkenpoel
kwam, bleef bij op eens besluiteloos staan.
Waarheen? Hjj had echter spoedig een be
sluit genomen en stond weldra in het kabi
net van den diamanthandelaar Paul Meijer.
«U komt vermoedelijk naar de steenen vra
gen, niet waar mjjnheer White"? vroeg Meijer,
nadat de heer White op de sofa had plaats ge
nomen.
White knikte hoogmoedig. «Ja, daarom
kom ik", antwoordde hjj. «Eigenlijk is de
aardigheid voor mij er af. Ge hebt mij on
verantwoordelijk lang opgehouden, mijnheer
Meijer. Ik hoop, dat ik nu over de steenen
tevreden kan zijn".
Paul Meijer wreef zich de handen eens en
zag naar den"'boekhouder om hulp uit, doch
deze nam volstrekt geen notitie van zjjn patroon
of van mijnheer White. //Ik kan u de steenen
leveren, mijnheer", sprak de handelaar, «doch
u zal mjj, hoop ik, niet kwalijk nemen, als
ik een openhartig woord met u wil spreken".
Arthur White fronste het voorhoofd. „Wat
moet dat beteekenen" vroeg hij langzaam.
Paul Meijer was bljjkbaar met de zaak ver
legen, maar na eenig dralen antwoordde hjj
„Deze koop betreft een groote som geldshet
is mij daarom niet ten kwade te duiden ik
zeide het u reeds dadelijk zulke koopen
worden altjjd met contante betaling afgedaan".
De Amerikaan verbleekte. Beleedigd richtte
bjj zich op en vroeg met trillende stem „Wat
moet dat beduiden, mjjnheer Mejjer? Zjjn
mijn bankiersorders niet even goed als baar
geld? En als ik mij goed herinner, hebben
wij dit punt reeds vroeger afgehandeld".
Paul Meijer knikte beleefd en verzekerde
nu„Het is mjj een groote eer, u te kunnen
dienen maarik heb mjjn informatiën
ontvangen en
„Wat bedoelt ge daarmee" Wilt ge mij
soms beleedigen, mjjnheer?" viel nu Arthur
White op barschen toon in.
Paul Meijer ging nu naar zjjn lessenaar,
haalde daar een brief uit en overhandigde hem
met een kleine buiging aan den Amerikaan.
«Ik verzoek u beleefd, dit schrjjven zelf te
lezen, bet komt van mijn handelsvrienden in
New-York. Ik heb geïnformeerd, omdat deze
koop over een som gelds loopt, die het tien
voud van mijn vermogen overtreft en men moet
tegenwoordig een beetje voorzichtig zjjn in den
handel".
De Amerikaan doorzag in een oogenblik
den geheelen inhoud van den brief, welke
luidde
z/Op uwe aanvrage naar Harry White Co.,
te Chicago, hebben wjj de eer u te berichten,
dat deze firma in het algemeen zeer goed
staat aangeschreven, hoewel zjj door den brand
aanmerkelijke verliezen moet hebben geleden.
Het verwondert ons echter, dat de heer Ar
thur White, die als spaarzaam bekend staat,
het plan heeft zulke groote sommen aan edel
gesteenten te besteden. Ook begrijpen wij niet,
hoe die heer thans in Europa kan zjjn, daar
hjj, volgens vertrouwbare berichten, ziek ligt
op zjjn landgoed «White-Cottage". Wij zullen
ons best doen, om u nadere informatiën te ver
schaffen en daarom onmiddellijk aanvrage doen
te Chicago. In afwachting daarvan raden wjj
u de grootste voorzichtigheid aan, en hebben
de eer te zjjn enz".
Arthur White verbleekte onder het lezen
van den brief, dien hij nu aan den heer Mejjer
teruggaf met de woorden«Ik zie, dat u in
uwe zaken voorzichtig te werk gaatdoch
de brief is reeds eenige weken oudHeeft
uheeft u intusschen nadere informatiën
ontvangen
Met een glimlachje maakte Paul Mejjer nu
een koele buiging. //Ik zal mjj niet verstou
ten n den brief te laten lezen", antwoordde
hij. «Uwe particuliere zaken gaan mij niet
aan en het kan ook onmogelijk waar zjjn,
dat u gestorven zijt in Amerika, terwijl ge
hier gezond voor mjj zitdoch in deze omstan
digheden moet ik afzien van alle zaken met u,
die niet met contant geld worden afgemaakt".
Arthur White sprong weder op en zag den
koopman verwijtend aan. //Weet ge ook
mijnheer, dat dit een beleediging is
Paul Meijer haalde de schouders op en keek
weer eens naar den boekhouder, of die hem
te hulp zou komen, maar Peters bleef rustig
aan zijn werk. «Het is volstrekt mjjn be
doeling niet n te beleedigen, mjjnheer White.
De steenen zjjn aangekomen, er zijn geen
gebreken aan te ontdekken, en kunnen dade
lijk geleverd worden, maar ik verzoek u,
uwe bankiersorders zjjn zoo goed als baar
geld, zegt u
«Ja! dat zou ik meenen!" sprak White
trotsch.
«Welnu, ik wilde u verzoeken, die ban
kiersorders hier ter stede te laten injvisselen
bij een der groote bankinstellingen, waarmeê
u in betrekking staat. Misschien wil mjjn
heer uw broeder dat wel doen, om u genoegen
te verschaffen".
White had zijn hond en stok gegrepen en
met verbeten woede zei hjj nu: «Weet ge
wel, mijnheer, dat dit een laagheid is Binnen
vier weken ga ik trouwen en nu drjjft ge
zulk een onverantwoordeljjk spel met mij".
Hjj hield even op, om adem te scheppen, en
vervolgde toen: «Ik geloof, dat ge zelf geen
vertrouwen genoeg geniet, om de steenen
zonder contante betaling in uw bezit te
krijgen. Ge wilt u nu met een uitvlucht red
den".
Paul Mejjer kookte innerlijk, maar hij be
dwong zich en antwoordde vinnig: «De firma
Paul Meijer Co. is bekend om haar soli
diteit. Mijnheer Peters, wees zoo goed en
haal voor mij de steenen uit de brandkluis".
«Ho, dat is niet noodig", schreeuwde Arthur
White opgewonden. «Ge kunt voor mijn part
de steenen opzouten. Na zulk een ongehoorde
beleediging wil ik met u geen zaken doen".
Hij wist zelf niet, hoe hjj het huis uitgeko
men was, doch stapte met groote schreden
voort, alsof hjj een gevaar wilde ontkomen.
Eerst toen hjj in het huis zijns broeders in
zjjn eigen vertrek was, kwam hij tot bezin
ning. Hjj wierp zich op de sofa en zuchtte
telkens. «Ik geloof, dat het einde nabij is",
fluisterde hij en deze bekentenis viel hem
zeker zwaar, want hij stond op en begon on
rustig in de kamer heen en weer te loopen.
«Neen, neen, het einde mag niet nabij zijn",
mompelde hij. «John, John, ben je zoo dom
geworden, dat je geen enkelen uitweg meer
weet? Moeten nu al je grootsche plannen
mislukken? En dan? Wat dan? Hij bleef
staan en staarde voor zich, in gedachten ver
zonken. Het was of hjj een visioen zag
een doffe, ellendige gevangeniscel't was,
of hjj de ketens aan handen en voeten hoorde
rammelen.
Na eeno lange poos begonnen zijn oogen
echter weder te schitteren.. «Vooruit dan
er op of er onder ik wil alles wagen op
de laatste kaart en ik moet winnen ik
moet!" Doch hij bedacht niet, dat zijn vaste
wil alleen niet voldoende was. Hij hervatte
zjjn wandeling in de kamer en bleef uren
lang nadenken over een nieuw plan. Het
was reeds laat in den avond, toen hjj hoed
en stok greep en in groote haast naar het
telegraafkantoor stapte. Weder bracht de
electrische draad boodschappen over en weer
in onschuldige woorden opgesteld, doch met
de bedoeling een vijand tc vernietigen, dio
in Chicago waarheden zocht te ontdekken,
welke hjj verborgen wilde houden.
Den volgenden morgen liet Waldmann zijn
broeder verzoeken, om bjj hem te komen in
het blauwe salon, tot bet voeren van een ge
sprek. Arthur White kon zelf niet begrijpen,
waarom hij zoo ontstelde over deze uitnoodi-
ging. Hij bracht zijn kleeding spoedig in orde
en ging naar het bedoelde salon.
Toen hij daar binnentrad, deed hij onwil
lekeurig een schrecie achterwaarts, bemerkende
dat daar, behalve Waldman en Eugenie, ook
Sabine en zjjn ongelukkige reisgezel waren.
Zjjn ontsteltenis duurde echter slechts een
oogenblik; zonder op de overige aanwezigen
acht te .slaan, richtte hjj zich tot Waldmann
met de woorden: «Ge hebt mij laten roepen,
waarmee kan ik u van dienst zijn?"
Waldmann stond zelf bedremmeld te kijken.
«Inderdaad, ik heb u laten roepen", zei hij
eindeljjk. «Daar is een heer, die zich nw
zoon noemt".
De Amerikaan lachte honend, zonder den
jonkman aan te zien.
«Of beter gezegd: hjj beweert, dat hij Harry
White is, de zoon van den waren Arthur White,
en hjj zegt, dat gij zijn vader niet zjjt".
«En hebt ge mij daarvoor laten roepen"
vroeg hjj met een honenden grimlach. «Wat
zjjn dat nu voor grappen? Zulke praatjes
van een krankzinnige foei!"
«Neen, mijnheer, ik ben niet krankzinnig",
viel Harry in cn naderde daarbij den Ameri
kaan. «Ik bezit mijn gezonde verstand, zoo
goed als u, maar ik ben geen schurk, geen
bedrieger".
Wordt vervolgd.