't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1622. Zaterdag 1. September 1888. Zestiende Jaargang. KALENDEE DEE WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlgke nnmmers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEEKHOUT Go., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 5 u. 15 m. Onderg. 6 n. 42 m. Zondag 2 Maandag 3 Dinsdag 4 Woensdag 5 Donderdag 6 Nieuwe Maan. Vrijdag 7 Zaterdag 8 Maria-Geboorte. HELDER, 28 Aug. 1888. Dinsdagavond hield de Nat. Kiesver- eeniging nBurgerplicht" een vergadering in Tivoli. Na opening door den president, den heer W. J. Harms, werden de notulen gele zen en zonder aanmerking goedgekeurd. De president deelde daarna mede, dat de hh. C. A. Beukenkamp, C. Stammes en J. Baert res pectievelijk waren belast met de functiën van vice-voorzitter, secretaris en penningmeester dat de heer Beukenkamp echter later door veranderde omstandigheden voor die betrekking had bedankt, en vervangen was door den heer E. Frankendat, na ontbinding van de kies- vereeniging „Helder", de daar in kas zijnde gelden aan „Burgerplicht" waren overgemaakt; en dat onze afgevaardigde, de heer S. F. Land in den loop van 't winterseizoen alhier een politieke voordracht denkt te houden. Als bestuurslid werd, in de plaats van den heer Beukenkamp, gekozen de heer T. Mooy, met 20 stemmen, terwijl de heer B. L. Vries 18 stemmen bekwam en 3 briefjes van on waarde gerekend werden. Men besloot 't stellen van een candidaat voor den gemeenteraad in een volgende verga dering te behandelen. De vergadering werd daarna gesloten. Meu deelt mede, dat de nieuwe zwemvesten van Beneke, welke aangebracht zijn aan boord van Zr. Ms. schepen Nau tilus en Buffel, uitstekend hebben voldaan en niet duur zgn. Vrijdag 11. heeft de gemeenteveld wachter K. het eiland Texel verlaten en is er tot heden niet weergekeerd. Men beweert, dat de man heimelijk naar Ame rika is vertrokken. Wat hem tot dit geheimzinnig vertrek kan hebben bewo gen, is niet bekend. Door den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid is, bij besulit van 20 Augustus 11., aan de heeren N. Re- deker Bisdom c. s. een voorloopige con cessie verleend voor de indijking en droog making van het Wieringermeer, op den grondslag van het bij hun adres van 14 Oct. 1886 overgelegd voorloopig ontwerp onder bepaling, dat aan adressanten, onder nader vast te stellen voorwaarden en voor zooveel noodig, behoudens goedkeuring bij de wet, definitieve concessie voor de in dijking en droogmaking van het Wierin germeer zal worden verleend, indien vóór of op 1 Januari 1890 door hen: a zullen zgn ingezonden 1°. een volledig uitgewerkt ontwerp, in verband met de hun medegedeelde opmerkingen; 2°. de door Gedeputeerde Staten van Noord- Holland goedgekeurde overeenkomsten met de ter zake van afwaterings- of andere belangen bij de onderneming betrokken gemeente- en waterschapsbesturen3°. het bewijs, dat de voor de uitvoering van bet werk noodige gelden verzekerd zgn; b. zal zgn gestort een waarborgkapitaal ten bedrage 3 pCt. der geraamde kosten, ten bedrage van minstens f250,000. Voor de volksspelen op den „Prin- sessedag" te Amsterdam, hebben zich meer dan 1000 mannen aangemeld. Daarvan konden, bg de loting, slechts 300 worden toegelaten. Aan de kinderspelen nemen 5000 jongeren deel. Te Arnhem is gisteren overleden de heer W. J. Hofdijkde vruchtbare schrijver en dichter. De welverdiende rust, die hij zich voorgesteld had in Gel derlands schoone dreven te vinden, heeft hij dus niet lang mogen genieten. Yan jongs af leidde Hofdgk een zeer werkzaam leven. Hg werd opgeleid voor het onderwgsdoch zgn voornaamste vorming dankt hg aan zich zelf. Door zgn standaardwerk >Ons voorge slacht", heeft hg duizenden aan zich ver plicht terwijl ook zgn gedichten, waarbij zgn geliefd Kennemerland hg werd te Alkmaar geboren een eereplaats in neemt, insgelijks aan duizenden genotvolle oogenblikken hebben verschaft. Uit Pernis schrijft men: Het uitoefenen van de visscherij met schokkers wordt met den dag lastiger. Onder de kust is niets meer te vangen en er moet thans reeds 8 uren in zee gezeild worden, eer men op visscherg is. Dat zulk voor schokkers, die voor kustvisscherij gebouwd zgn, gevaarlijk is, is buiten kijf, en het gevolg daarvan is, dat met deze visscherg dit jaar veel vroeger moet op gehouden worden, dan andere jaren het geval was. Zaterdag verloor een Oostenrijksche dame, te Scheveningen gelogeerd, aan 't strand een gouden ring omzet met bril- lanten. Het verlies werd door aanplak biljetten bekend gemaakt, waarbij tevens een belooning van 100 gulden werd be loofd aan den vinder, die het kleinood terugbracht. Maandagochtend had de nachtwaker van het Kurhaus aan het strand het geluk den ring te vinden. Aan het aangekondigd adres werd hem de bepaalde belooning uitgekeerd. Te Breda is gevankelijk binnenge bracht zekere M., klerk bij den kassier v. d. Kujjl te Bergen-op-Zoom, verdacht van zgn patroon voor ruim f 2000 be stolen te hebben. De Arrondissements-Rechtbank te Leeuwarden heeft geen voldoende termen gevonden tegen den wiukelier van het verbrande perceel van Eigen Hulp«, om een bevel van gevangenneming uit te vaardigen, zoodat hij weder op vrije voeten is gesteld. In den nacht van Dinsdag is in een cel der bijzondere strafgevangenis te Leeuwarden een begin van brand ont staan. De brand werd echter spoedig ontdekt en door een bewaarder gebluscht. Er bestaat vermoeden, dat er moedwil ligheid in het spel is. Op brutale wijze hebben te Amster dam één of meer dieven gebruik gemaakt van de omstandigheid, dat gedurende de zomermaanden sommige perceelen op de Heeren- en Keizersgracht onbewoond zgn, om hunnen slag te slaan. In een huis aan de Keizersgracht te genover de Westermarkt, bewoond door de familie T., heeft men den onderingang van het perceel door uitzaging van het pa neel verbroken. Nadat de verbreking weer tijdelijk onzichtbaar was gemaakt, zgn de binnengeslopenen merkbaar rustig hunnen gang gegaan. Alles wat gemak kelijk vervoerbaar en goed bruikbaar was, heeft men medegenomeneen gedeelte van een heeren en dames garderobe, lijf goederen, een pendule, een stel candela- bres, enz. Zeer waarschijnlijk moeten de dieven hun bezoek aan het huis eenige keeren herhaald hebben, want hetgeen vermist wordt, was te veel om in één maal te vervoeren. Dat het mannen van het vak zijn ge weest, blijkt hierait, dat zij niet verge ten hebben van het dak van het perceel, daar naast staande en dat onverhuurd is, het lood te stelen. De heer T. zond in het laatst der vo rige week iemand naar zijn woonhuis om daar eenige reparatiën te doen, die bij zgn komst alles overhoop vond en van het voorgevallene kennis gaf. Ware het besluit tot het doen der reparatiën eenige dagen later genomen, dan hadden waar schijnlijk de dieven hun werk nog rustig voortgezet. De politie doet onderzoek. De moord te Yerseke De dader, die gevankelijk naar Middel burg is overgebracht, is de 43-jarige werk man Pieter De Koeger; hij is te Axel geboren, woont te Yerseke, is weduwnaar en heeft zes kinderen. Yolgens zijn bekentenis heeft hij de vrouw naar den stal gelokt met de be wering, dat de jonge stier los was, wat trouwens waar was; terwijl de vrouw zich bukte om het touw te grijpen en het beest weer vast te zetten, gaf hij haar een slag of steek met een mestvork, die brak. De vrouw viel neer maar was niet dood. Zij werd toen verder met een spade op een allerafschuwelijkste en beestachtige wijze omgebracht, zooals bij de lijkschouwing aan het licht is gekomen. De halswer vels waren o. a. door-, en een stuk van een kaak afgestoken. Verder heeft De Koeger gezegd waar hij het gestolene had verborgen. Dit is Dinsdag- morgen dan ook reeds gevonden het voornaamste is een bankbiljet van f 25 en 11 rijksdaalders in een busje onder een konijnenhok en, een paar gouden hoofdstukken op een richel of plankje in het privaat. Een 3-tal quitantië waren den vorigen avond reeds gevonden op een pad, waarlangs de beschuldigde was weg gegaan. Omtrent den grooten brand op den Steinwarder te Hamburg, wordt het De brand ontstond 's avonds omstreeks 11 ure en verspreidde dadelijk een feilen gloed over de geheele Elbestreck. In een onge looflijk korten tijd hadden de vlammen de overhand gekregeD. De vonken vlogen in massa eenige honderden voeten hoog in de lucht en wierpen over de stad een dichten vuurregen, doch gelukkig zonder aldaar brand te veroorzaken. Ook een aantal brandende stukken dakbedekking werden ver weggeslin gerd zonder onheil teweeg te brengen. Gelijk reeds is gemeld, zijn zeven loodsen met haren inhoud een prooi der vlammen ge worden. Het waren de groote houten loodsen, toebehoorende aan de firma Schröder Mi- chaelsen. Vroeger werden zy gebruikt tot fabricatie van guano en thans waren zij ver pacht tot opslag van goederen, namelijk één aan de firma Nathan Pliilipp Co., vier aan de firma E. Israël en twee, met het vroegere machine- en ketelhuis, aan de firma Durlacher voor de Sociedad Vinicola. Laatstgenoemde firma was juist begonnen om, met gebruik van de gebleven machine en ketel, in de door haar gepachte loodsen een nieuwen aanleg te maken. De aldaar inmid dels reeds in dépót aangebrachte goederen waren voor 25,000 mark tc Londen verzekerd. Aldaar zijn 3000 kisten champagne en andere fijne wijnen door der. brand totaal verloren gegaan. In de overige loodsen lagen goederen van allerlei aard, namelijk groote partijen katoen, salpeter, zout, waskaarsen, gedistilleerd en 85,000 zakken suiker. Dit alles is een prooi der vlammen geworden. Omtrent de oorzaak van de ramp schijnt er nog niets bekend te zijn. Tot nog toe weet men slechts dat de brand is ontstaan in een loods der firma Israël, alwaar 14 man bezig waren met werkzaamheden aan de suiker. Naar hunne verklaring hadden zij^ eensklaps een luiden knal gehoord en toen zij verschrikt opkeken, sloeg reeds een vlam hoog op. Voor zoover zij kunnen nagaan, kan er een petro leumlamp ontploft en in de goederen gevallen zijn. Twee liepen er terstond naar het naast- bijgelegen brandsignaalde overigen poogden inmiddels het vuur met emmers water te blusschen maar de vlam ging zoo snel voort, dat zij die moeite dadelijk moesten staken en zelfs allen niet meer den uitgang konden be reiken. Eenigen sprongen uit de bovenluiken in het kanaal en werden daardoor gered, ter wijl vijf hunner kameraden en een wachter bij de ramp zijn omgekomen. Van drie an dere personen, die zwaar gekwetst naar het ziekenhuis werden gebracht, is er een onder weg bezweken. Nadat het 's morgens bij onderzoek was gebleken, dat er nog vier werklieden en een waker werden vermist, heeft men in den loop van den voormiddag twee verkoolde lijken uit de puinhoopen opgehaald, zonder ze te kunnen herkennen. Eenige uren later, bij het opmaken van een nader bericht, waren de overige vermisten nog niet gevonden en was het de vraag, of zij misschien bedolven zouden zijn in de rookende en brandende puin hoopen, die een aanzienlijke hoogte hadden, dan wel of de ongelukkigen in het water gesprongen en verdronken zouden zijn. De schade wordt begroot op 5 millioen mark. De dader van den diefstal van mun ten en kostbaarheden, ter waarde van 500,000 frs., bij de Parijsche oudheden- handelaars Rollin en Feuardent, de Griek Raftopoulos, is door het gerechtshof der Seine veroordeeld tot vijf jaren gevange nisstraf voorts is hem het verblijf in Frankrijk voor 10 jaren ontzegd. De wedvaart over den Oceaan, tus- schen de stoomboot >Umbriac, van de »Cunardc-lijn en de »City ofNew-York« van de »Inman«-maatschappij, is door eerstgenoemd vaartuig gewonnen. De Umbria kwadï Zaterdagmorgen te Queen- stown aan. Die boot deed de reis in 6 dagen, 10 uren en 29 minuten, en de »City of New-York was 7 dagen, 12 nren en 20 minuten onderweg. De „Académie d'aérostation météo- rologique" te Parijs heef een eere-diplo- ma toegekend aan ieder der beide wak kere Hollandsche zeelieden, die op 14 Juni 1. 1., met gevaar voor eigen leven, de luchtreizigers Frédéric L'Hoste, Juhles en Wolff gered hebben, toen dezen door storm genoodzaakt waren met hun ballon in de Zuiderzee neer te dalen. Het di ploma zal in een plechtige zitting der Academie aan den Nederlandschen consul te Pau worden ter hand gesteld. Een Russisch staatsman, baron Ta- tian Dostelkow, werd in 1863 veroordeeld tot 25 jaren ballingschap in Siberië. Zijn verloofde, Flora Belton, een aanvallig jong meisje, wist vergunning te krijgen om met hem mee te gaan. Maar de ge- neesheeren verklaarden, dat haar teer ge stel het klimaat van de streek, waarheen de baron verbannen werd, uiet zou ver dragen en dat zij, als ze ging, binnen drie maanden sterven zou. Door de be dreiging, dat hij zelfmoord zou plegen als zij meeging, wist haar minnaar haar te doen afzien van haar voornemen. Zij bleef achter, maar zij beloofde op den baron te wachten, als zgn bruid. Zij heeft getrouw haar belofte gehouden. De baron keerde dezer dagen uit Siberië terug en de twee gelieven zgn te St. Pe tersburg in den echt verbonden. Ingezonden. Naar Callantsoog. „Wat zitten we hier recht gezelligjammer dat wij zoo opgesloten zijn. Waren we maar buiten, of aan 't strand!" Deze laatste ver zuchtingen stegen op uit een kring jolige, lustige lui, in een groote stad van Noordhol land. De stemming was uitermate opgeruimd in dien kring; toch voerden allen strijd tegen de drukkende warmte, die dezen zomer helaas slechts enkele dagen heeft gekenmerkt. Aan het strand! ja, daar moesten we zijn, riep ik uit, ja, daar moeten we zijn, en wer kelijk scheen mij, die misschien 't meest van de warmte leed, 't strand, 't frissche strand, op dit oogenblik een der goddelijkste plaatsen ven den aardbodem, een waar paradijs, een Eden, doch voorloopig een voor mij onbereik baar oord toe. Toen dat woordje strand, zoo vaak geuit, zeewind en ongedwongenheid daarbij zoo vaak gedacht waren, werd in eens een tik tegen een of meer glazen gehoord, gevolgd door een „jongens dajpes en heeren, wil ik zeggen er is reeds zooveel getoost, gedronken op het welzijn van ons allen, enz.; nu zal ik noch't een, noch 't ander doen, maar een klein voor stel ter tafel brengen, dat minstens zooveel kans beeft om aangenomen te worden als de nieuwe Amsterdamsche tramplannen. Wie was die voorsteller Dat zult ge niet weten, nieuws gierige lezer. Wees tevreden, als ik hem U onder het pseudoniem „vriend van oud en jong" voorstel. Welnu dan, hernam onze vriend, lelingen gaan wel eens naar het strand te Scheveningen of Zandvoort, brengen daar een, twee of drie, anderen, die den tijd hebben, zestig, zeventig dagen door, genieten daar van concerten, schouwburgen, groote conversatie, enz., maar het werkelijke genot van een rus tig zorgen verdrijvend strand leeren zij nooit kennen dat plekje, waar de Genestet „rust en vrede" zoeken wou, "vinden zij noch te Scheveningen, noch te Zandvoort, noch in een der andere groote badplaatsen. Zij weten ook niet waar dat plekje of liever die plekjes te vinden zijn, en je weet 'tgeen van allen, voegde de vriend er schertsend bij, en nu wil ik de gids en gastheer van allen, die hier zoo prettig zitten, eens wezen en je in 't zoeken behulpzaam zijn. Wie gaat er meê naar Callantsoog? Verbaasde gezichten, een oogenblik doodsche stilte, alsof ieder met zich zelf te rade ging; daarna een daverend applaus, een hoerah, en tot slot de algemeene kreet: aangenomen! Dan verwacht ik allen, zonder uitzondering, Zondagmorgen aan het Zand. Alles goed begrepen! Niemand iets te vra gen Niemand Tot Zondag dan En zoo eindigde het voorspel. En wat werkelijk bij afspraken van groote gezelschappen een wonder is: Wij waren op den bewusten Zondag allen present. Onze „vriend van oud en jong" toonde dat het hem ernst was geweest met zijn voorstel en dat hij een uitstekende gids zou zijn, begrepen wij dadelijk, daar ieder der voorbijgangers hem. en hij wederkeerig hen scheen te kennen. Na een kleine hartversterking bij Stam, aan het Zand, werd de tocht naar de Groote Keeten, een gehucht niet ver van Callants oog, aanvaard. Een gedeelte van het ge zelschap volbracht die per rijtuig, een ander gedeelte te voet. En die te voet gingen, be klaagden zich niet. Wij waren buiten en de stedelingen gevoelden zich vrijweg eti quette, leve de ongedwongenheid, was de leuze. Men zag zelfs luidjes op leeftijd de sprongen van kikvorsch of kalf nadoen, met elkaar krijgertje spelen, kortom de verjongingskuur scheen op ieder, die de jeugd reeds, hoever ook, te boven was, toegepast. Na een aangename, door kwinkslagen op geluisterde wandeling, kwamen wij in de Groote Keeten, waar ook door de zorgen van denzelfden „vriend van oud en jong", een uit muntende tafel was aangericht. Maar ons doel was Callantsoog, dus spoedig opgebroken en met het einddoel voor oogen, nogmaals do kracht onzer voeten, maar ditmaal langs het strand beproefd. Van het bezoek aan de Keeten is de herinnering aan de vriendelijkheid van onze gastvrouw, de lading, die wij op dien tocht meênemen. Langs het strand. De schoenen en laarzen begonnen ons te knellen. Weg met dien ballast, wij zijn hier vrij. De voeten ontblo ot; de laarzen in de hand en plassende door het heldere water, naar Callantsoog. Zoo bereikten wij het einddoel onzer tocht. Wat een verschil met andere badplaatsen; geen arrogante kellners, geen argusoogen, die ons eeuwig fixeeren; maar alles ademt daar werkelijk rust en vrede. Weer kwam de Ge nestet mij in de gedachten, toen ik het schoone duin zag, en meer dan ooit zong ik in ge dachte met hem mede: „U bleef mijn hart verpand". Het diner werd aan het strand, of eigenlijk op het duin in een houten tent gebruikt, vanwaar men een prachtig vergezicht had over de Noordzee. De frissche zeewind woei er door en was velen, die door de wandeling nog al warm waren, hoogst welkom. Voor echter tot den maaltijd werd overgegaan, werd door velen een frisch zeebad gebruikt; niemand van ons had gedacht, dat behalve te Zandvoort en Scheveningen, ook te Callantsoog nette bad koetsen aanwezig waren; zij munten dan ook uit door comfort en netheid. De maaltijd kenmerkte zich door buitenge wone opgewektheid en duurde bijna drie uren, dat wil zeggen, met het pran'je na tafel mede- gerekend, dat 2l/o uur in beslag nam.' Ge ziet dus, dat door de werking der zeelucht, voor de versterking van den inwendigen mensch, niet veel tijd is noodig geweest. Ten slotte een bezoek aan het dorpje, dat met zijn aanzffen, aan de tand des tijds, flink weérstand heeft geboden, en door de zin delijkheid en vriendelijkheid der bewoners, als het ware tot rustoord schijnt geschapen. Een bezoek aan het oude kerkje met zijn groote torenklok en liefelijk seraphinorgel, mocht niet ontbreken. De stille eenvoud van 't kerkje de talrijke graven met hunne opschriften, als mede het schild met de berijmde geschiedenis van het «Oogh van Callants landen", getui gen van vroegere grootheid en bewijzen de waarheid van 't oud-Hollandscheu't kan verkeeren". De WelEerw. Heer predikant van het dorp, was zoo welwillend aan het kerk orgel eenige liefelijke toonen te ontlokken, die op allen een verheven indruk maakten. Het bezoek aan dit kerkje zal door niemand licht vergeten worden. Wij keerden eerst laat huiswaarts en zijn nu weer in de stad om met onze zaken en beslommeringen, het maatschappelijk raderwerk te helpen in stand houden. Wilt ge bestaan, roept het lot, werkt dan, zwoegt, vooruit is uw weg. Gunt dat lot u echter eens een oogenblik rust, wilt ge genieten en in den waren zin van 't woord, rusten en vrij zijn: „Gaat dan eens naar Callantsoog" De ruime dorpsherberg vergoedt u ruim schoots het gemis aan uw café; alles is zeer billijk. De gelegenheid tot baden is er uitste kend; het strand is zeer breed. Naar men ons mededeelde, bestaat het plan het volgend jaar aldaar een net badhuis te plaatsen, waardoor het dorp nog meer in aan trekkelijkheid zal winnen. AJ... Ter 8ste Verjaring van H. K. H. Prinses Wilhelmlna der Nederlanden. In Neêrlands lieve dreven Weergalmt een blij gezang, Door oud en jong geheven Moog ons Prinsesje leven Hoezee, zy leve lang! De feesttoon van de jongen Verwarmt ook oud'ren weer. Zoo wordt door vele tongen Zelfs staam'lend meegezongen Spaar ons Prinsesje, Heer! Ja, blyf haar trouw bewaken, Het lieve Koningskind Moog' zij genoegen smaken, En eens 't geluk volmaken Van 't volk, dat haar bemint. Spaar, Heer, hare Oud'ren mede, Door ons zoo hoog vereerd. Verhoor die reine bede, En geef dat staag door vrede Ons volksheil word' vermeerd 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1888 | | pagina 1